f
AIERSFOORTSCHE
COERA
IK 30.
I. -y i.Ui-1
s <NJr- :H
DONDERDAG Juli} JS52.
1 Julij, Donderd. ©V. M.Hendrik Poes en Jan
om Essen te Brussel verbrand, 1523.
5 Julij, Maand.
2 Vrijd. Maria Visit.; Zege bij Nieuwpoort,
1600; Th. Cranmcr geb., 1489.
6*
Dingsd. Joh. IIuss geb., 1373; verbrand, 1415.
3 Zaturd.
7
Wocnsd. A. II. Nicmeijer over!., 1828.
4 ZOND. Gellert geb., 1715.
8
Donderd. Gützlaff geb., 1803.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der STAD AMERSFOORT
Brengt ter kennis der Ingezetenendat het duur den
Heer Commissaris des Rollings executoir verklaarde
Kohier. N°. 2, voor de Belasting op hel PERSONEEL
(Wijk Camp) in deze Gemeente, dienst 18g§, aan den
Heer Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand
gesteld, aan wien ieder vcrpligt is zijnen aanslag, op
den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen.
Gedaan en op de gewone plaatsen aangeplakt le
Amersfoort, den 25 Junij 1852.
De Burgemeester voornoemd,
A. G. W1JERS.
B I N N E N L A N D.
AMERSFOORT, 1 Julij 1852.
In de op 28 Junij j.l. gehouden vergadering van
den Raad dezer Gemeente, waren tegenwoordig de
H.II. Nieuu-landBrouwer, Maas Geesteranusvan
Bockom Maas, Mr. van Werkkoten, Scheerenbcrg,
Mr. Wijcrs, Mr. van Lilaar, Herschel en Dicmonl
afwezig de H.II. Methorst, Mr. de Louter, v. d. Bergh
eu Mr. van Walchren.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen,
en, nadat oji verzoek van den Heer Wijers, daarin
was opgenomen, dal in die vergadering ook rapport is
uitgebragt omtrent de rekeningen van het Eem- en
Slaperdijksgeld over 1847 en 1848 (sedert 29 Jan.
in handen der commissie), en niet slechts omtrent
die over 1834 lot 1842, goedgekeurd.
De Voorzitter geeft te kennen dat, aangezien er
geene bezwaren zijn ingekomen tegen de toelating als
Lid van den Raad van den Heer Mr. L. Zcgers Vee ekens,
Lij dezen heeft uitgenoodigd om ter dezer vergadering
af te leggen de bij de wet voorgeschreven cedeu. Ge
noemde Heer, daartoe binnengeleid, legt die eeden af
cn neemt zitting in den Raad.
De Heer W. L. Scheltusnieuw benoemd Secretaris,
vervolgens ter vergadering binnengeleid cn beëedigd
aanvaardt zijne bediening.
De Voorzitter brengt ter tafel de rekeningen over
1834 lot 1842 en die over 1847 en 1848 van het
Eem- cn Slaperdijksgeld; deze worden met algeinccnc
stemmen goedgekeurd, nadat de Heer Scheerenbcrg aan
Burgemeester en Wethouders in overweging had ge
geven, oiu in 1853 dien post le brengen ten laste en
op de Begrooting der Gemeente, zoowel op grond van
den aard der zaak als van de kosten van perceptie,
welke lol dus verre ongeveer 20 pCt. van den pri
mitieven aanslag hadden bedragen.
Is aan de orde de benoeming van eencn derden
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand; waartoe bij
cene tweede vrije stemming wordt benoemd de Heer
Mr. A. G. Wijers (de Burgemeester), die deze keuze
zich laat welgevallen.
Wordt voorlezing gedaan van een rekwest van D. L.
ten Coorn, die, als Roper- en Blikslager en Loodgieter,
verzoekt met hel werk ten behoeve der Gemeente,
cnliikcliik met andere werkbazen in dat vak, te worden
begunstigd.
De Heer Wijers zegt dat reeds in eene der vorige
vergaderingen een verzoek van denzelfden inhoud door
dcuzelfden persoon was voorgelegd aan den Raad, die
alstoen had besloten orn de beschikking daarop over
te laten aan Burgemeester en Wethouders; dal laatst-
bedoeldcn, ingeval van niet aanbesteding van werken
en leverancienzich hadden bepaald om dezelve slechts
aan een zeker getal werkbazen, op le dragen, en zulks
bij jaarlijksohe afwisseling, in welk laatste geval de
belangen van den rekwestrant in deze ook zouden in
aanmerking komen, weshalve hij het voorstel deed,
om de beschikking op dal rekwest aan Burgemeester
cn Wethouders over te laten, 'twelk, ondersteund
door de 11.11. Scheerenbcrg en Zcgers Vecckenslaatst-
geuielde met te kennen geven, dat vroeger het ver
zoek geen onderwerp van beraadslaging had uitgemaakt,
maar dien ten aanzien was besloten om over te gaan
lol de orde van den dag (zie Amcrsf. Cour., N°. 10),
niet algemeene stemmen werd aangenomen.
Wordt ter tafel gebragt eene missive van Gedepu
teerde Stalen van Utrecht, d.d. 18 Junij j.l., waarin,
onder terugzending der op 10 Maart j.l. door Burge
meester en Wethouders aan hen ingediende voordrag!
tot heffing van leges ter plaatselijke Secretarie (zie
Amcrsf. Cour., N°. 24), de Raad wordt uitgenoodigd,
om die voordragt te herzien en in overeenstemming le
brengen niet de Nota van den Minister van Binnen-
landschc Zaken medegedeeld in de aanschrijving van
Gedcp. Stalen der Provincie, d.d. 10 Junij 1852, en
vooikomcnde in Provinciaal blad, N°. 53; overeen
komstig liet voorstel van den Voorzitter wordt be
sloten, om die voordragt terug le nemen en het opstellen
eouer nadere voordragt of tarief aan Burgemeester cn
Weihouders op le dragen.
Wordende ten slotte ook, met eenparigheid van
stemmen, aan Burgemeester cn Wethouders overgelaten
het vaststellen der bestekken van aanbesteding van eenige
werken ten behoeve cn ten koste der gemeente.
Even als elderszoo is men ook in deze omstre
ken begonnen, proeven te nemen niet het inenten van
runderen, als voorbehoedmiddel tegen de lungziekte.
Door den Heer van Dommelen van Haam toch zijn, in
hel naburige Hoogland, een 24tal runderen, zoo melkvee
als ossen en auder jong vee, van den veehouder A. K.,
bij welken zich in den laalsten lijd zeer vele sterfge
vallen aan deze ziekte hadden voorgedaan, ingeënt
geworden. Behalve aan alle van dezen koppel nog niet
aangedane, zijn aldaar ook aan enkele dieren, welke
vroeger en nog onlangs van de longziekte genezen
waren, deze kunstbewerking verrigt, om te zien of
deze ook nog voor inenting vatbaar waren. Door den-
zelfden Veearts is ook al het nog niet aangetaste rund
vee, tot zelfs de kalveren, van den veehouder D. van
den Heuvel te Hoogland, onder wiens vee de longziekte
reeds meer dan een jaar had gewoed cn waaraan bijna
al zijn vee le gronde ging, ingeënt; terwijl ook in de
gemeente Soest en elders, door gezegden Rijks-Veearts
van Dommelen verschillende inentingen op hel rundvee
bewerkstelligd zijn.
De hoogst belangrijke resultaten, die wij van deze
verschillende proefnemingen verwachten, zullen wij
onzen lezers later mededeelen.
Te Rhenen is den 2G Junij j.l., door den Ueer
Burgemeester II. Menso, de eerste steen gelegd van het
aldaar op le rigten Instituut voor Jonge Heeren. Die
plegligheidze was eenvoudig, maar toch belangrijk;
en ieder, die daarbij tegenwoordig is geweest, zal voor
zeker van harte zich hebben vereenigd met den wensch,
door den achtbaren Burgemeester geuit, dat de daar te
stellen Inrigling zoowel het zedelijk als het stoffelijk
welzijn van de ingezetenen dier Gemeente moge bevor
derlijk zijn.
Den 24 Junij j.l. werd te Delft in liet ouderlijke
graf ter aarde besteld het stoffelijk overblijfsel van een
der getrouwsle dienaren van den Staal en van het Neder-
landsche leger, den waardigen Generaal-Majoor Johan
Hendrik Voet.
Den 17 Maart 1793 le Zatphen geboren trnd hij
op jeugdigen leeftijd in den militairen standzoodat
hij, den veldtogt naar Rusland, onder Keizer Napoleon,
mede gpmaakl hebbende, reeds op negentienjarigeii
leeftijd tot Kapitein werd bevorderdin welken rang
hij, na den val van het Frnnsche Keizerrijk, bij hel
Nederlandsche leger overging. Om zijne bijzondere weten
schappelijke kennisals een der verdienstelijkste Officieren
gewaardeerd, werd hem, na 1830, op nieuw de gelegen
heid aangeboden, om van zijne praktische bekwaamheid
bewijzen te geven. Als Majoor plaatselijk Koiumandant
der Citadel van Antwerpen, tijdens het beleg dier ves
ting door de Frnnsche armee, verwierf hij zich, door
zijnen onverschrokken moed, gepaard aan buitengewone
bedaardheid en gepaste zorg voor alles cn voor allen,
de achting en bewondering van vriend cu vijand, terwijl
zijne bijzondere bewaring, te midden van het hevigste
vuur, hem van de bezetting den naam van a bomvrije
Majoor deed erlangen. Uit de eervolle krijgsgevangen
schap, waarin hij met de geheele bezelling van den Ant-
werpschen Vijfhoek moest deelen, in hel Vaderland
teruggekeerdwerd hem eerst het kommando over het
tiende Regement Infanterie en later dal over het Regc-
ment Grenadiers en Jagers toevertrouwd, welk laatste
hij, in 1845, bij zjjne bevordering lot Generaal-Majoor,
verwisselde mei het provinciaal kommandement van
Noord-Brabant, dat hij in 1848 inoest ncderleggeiitoen
hij, bij 's Konings Besluit van 10 Mei, werd geroepen
om de portefeuille van Minister van Oorlog te aanvaarden.
Met het Ministerie den 31 October 1849 afgetreden, was
het zijn wenschom nog eenige levensjaren aan zijne
betrekkingen te wijden, welk voorlegt hij echter korten
tijd slechls mogt smaken, daar hij reeds den 20 Junij j.l.,
te Rijswijk, in ruim 59jnrigen ouderdom, aan zijne
bloedverwanten eu talrijke vrienden door den dood werd
ontrukt.
De verkiezing bij herstemming van zes Leden van
de Tweede Kamer der Staten-Generaalop 22 Junij j.l.,
heeft den navolgenden uitslag opgeleverd; zijn gekozen:
te Leeuwarden, Mr. S. A. I'erweij te Zwolle, Mr.
G. Groen van Prinstercrte Amsterdam, H. Slolte
le Gouda, Mr. G. M. van der Linden; te Tilburg,
Mr. C. C. A. Deens, cn le Dordrecht, Mr. G. A. dc
Raadt.
Onder de voortbrengselen van Kunst, ter ten
toonstelling te Arnhem opgezonden, komt ook voor
een Winlcrgcsigl met sneeuw bedrit, geheel van
menschenhaardoor den Hoer II. .J. J. van Alphen
te Hilversum vervaardigd naar cene litographie van
Calame. De trekening van liet stok is allerkeurigst;
dc diepte, die, duur al hel wit, hij stukken in dat
genre, zoo dikwijls verloren gaat, is hier vooral zeer
goed bewaard, terwijl de kleur en het doorschijnende
van het ijs eu dc lucht, in uitdrukking en waarheid,
de litographie verre overtreft.
Zondag 27 Junij j.l. kwam te Utrecht, met den
pas bepaalden pleizicrtrcin van den llijn Spoorweg
eene groote schafe Amsterdammers aan. Onder deze
waren er die uit lust om eens uit de hoogte op Ut
recht neer le zien (een Amsterdammer mag zoo wel
eens uit de hoogte op andere steden neerzien), den
Doin beklommen. Nadat ze daar eenigen tijd hadden
vertoefd, wilden ze weder afdalen; docli de toren
wachter had hun den toren laten zien, «met grendels
op de deur.» Daar stonden ze nu, uit hun verheven
standpunt onder vveeklagleii de vrijheid van de omlaag
wandelende menigte le aanschouwen, cn wuifden en
seinden wat zij nioglen, om uitkomst. Eindelijk werd
men hen gewaar, de politie ontfermde zich over de
gevangenen. De deur was reeds opengestokentoen
eindelijk de torenwachter kwamwat fooi ze hem
gaven, meldt de geschiedenis niet, en ter naauwernood
bereikten ze nog den laatsten treinom te Amsterdam
te kunnen vertellen, dat ze met den Pleiaier-lrcin
waren uitgeweest
Zaturdag 10 Julij c. k. zullen de Wedrennen op
de Larencr Hoogte worden gehouden, aanvangende des
voormiddags ten ef ure. De prijzen der plaatsen zijn:
voor het publiek op de tribune 1 de persoon, voor
ecu rijtuig niet twee wielen ƒ1, voor een rijtuig met
vier wielen ƒ2, voor een persoon te paard, in het
midden-cirkel der baan 50 Cts. Zie Advertentie.
Terwijl Dr. Donkerslootte Amerongcnde prioriteit
der uitvinding van de inoculatie van het vee tot af
wering der longziekte aan Dr. Willemste Hasselt,
betwist, gelijk wij vroeger hebben medegedeeld, zoo
komt thans een derde op, die zich die eer toekent,
namelijk Tpc Bouwcs Ringnalda, veehouder le Deer-
zum. In de maand April 1851 is door dezen ingediend
een uitvoerig adres over do heerschcnde longziekte,
waarbij hij de aandacht der Prov. Stalen van Friesland
vestigt op de inenting en een daarmede verbonden
nfzonderingstelsclopdat alzoo hel ongelukkige denkbeeld
van dooding van het aangedane rund mogt ophouden.
Hij zegt daarin, dat hij in October 1849 de inoculatie
aan 9 kalveren met het beste gevolg heeft verrigt. In-
tusschen schijnen de Prov. Staten van Friesland van
die mcdedeeling geene notitie te hebben geuomenten
minste er zijn geene nadere proeven van die uitvin
ding genomen.
De afmaking van het zieke vee wordt dus afge
keurd cn de inenting aanbevolen. Intusschen wordt
thans een veel eenvoudiger middel aangeraden door
een landman, wiens veestapel door die ziekte ook
veel had geleden. Hij had opgemerktdat de stallen
niet genoeg gereinigd werden, en schrijft de ziekte
toe aan de inademing der stanklucht, door het inden
grond dringen der urine, llij deed den grond der stallen
tot zekere diepte uilgraven, met nieuwe aarde vullen
en met slcenen in cement plavijen, zorgende, dat uu
alle onreinheden naar huiten afstroomden. Sedert heeft
hij geen ziekte moer onder zijn vee waargenomen. Dit
middel is het eenvuudigste en altijd den landman aan
te raden. Zoude het ook niet raadzaam zijn, om in de
weilanden overdekte opene schuilplaatsen voor de koeijeu
te maken, alwaar deze nuttige dieren bij regen en
slecht weder een onderkomen konden vinden?
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal van 24 Junij j.l., heeft de Heer Schooneveld
gezegddal de inlichtingenwelke hij voor eenige
dagen geleden, en na de beslissing der Kamer, aan
de Ministers wensehte te vragen, van zeer eenvou
dige» aard zijn cn betrekking hebben lot de zooge
naamde Ministeriële crisis, in verband tot den loop der
werkzaamheden van de Kamer. Dc Kamer weet tot op
dit ougenblik nopens deze aangelegenheid op officiële
wijze niets, en Spreker meent dat het strookende is
niet de goede constitutionele beginselen, dat de ver
tegenwoordiging met bescheidenheid inlichtingen vragc,
om rodere onzekerheid te doen ophouden. Uit dien
hoofiro doet hij de drie volgende vragen
1". Of het waarheid is, dat meer dan een lid van
liet Ministerie voor zijne betrekking heeft bedankt?
2°. Of het waarschijnlijk is, dat in de vervanging
binnen zeer korten tijd zal worden voorzien?
3°. Bovenal, of de els-Ontwerpen van die Ministers,
welke hun ontslag zouden hebben aangeboden, door
andere leden van hetzelfde Ministerie zullen kunnen
worden opgenomen?
De Minister van Binnenlandse/ie Zaken heeft daarop
te kennen gegeven, dat zijn antwoord op de gedane
vragen even eenvoudig zal kunnen zijn als de vraag
punten zeiven. Zijn antwoord is:
1". Twee Ministers hebben op verschillende tijd
stippen, om redenen, onafhankelijk van elkander,
hun ontslag gevraagd.
2". Zoodra die vragen ter kennis van den Minister
raad zijn gebragt, beeft deze onmiddellijk, binnen zoo
korten tijd als mogelijk was, eene voordragt aan den
Koning ter vervulling der vacatures gedaan. Daarover
heeft dc Koning nog geen besluit genomen. Of het
waarschijnlijk is, gelijk dc spreker vroeg, dat dit
binnen zeer korten lijd zal plaats hebben dc Minister
houdt hel voor waarschijnlijkzelfs voor zeer waarschijn
lijk, maar meer kan hij er natuurlijk niet over zeggen.