AMERSFOORTSCHE COURANT. ■i., 7k N-. 57» DONDERDAG 4 November ó85% 4 No». DonAwd. De Spaansclie Furie, 1570. 5 Vrijd. (D L. Kw.; Aininon BeestenmarktJoh. Coccejut overl., 1009. 6 Zaturch Slng bij LutsenDood van Gustaaf Adolf, 1032, 7 a ZOND. WHMmord. 8 Nov. Maand. Pacificatie van Gend, 1578. 9 Dingsd. Veenendaal becstenm. 10 a Woonsd. Luther geb., 1483. 11 Dondcrd. 9 N. M.Maarten. BINNENLAND. AMERSFOORT, 4 November 1852. In de op 27 Oct. j.l. gehouden Vergadering van den Rand der genieenle Amersfoort, waren tegenwoordig: de 11.11. Brouwer. Maas Geesteramisv.Bockom Maas, r. Werkhoven, SoheercnbergWijers (Voonitler), P. Lilaar, Herschel, Diemont, Zegers Feeckens, Verloren, v. Bel en r. Beekafwezig: de li.H. Nieuwland en v. d. Bergh. 1°. De Notulen der vorige Vergadering worden ge lezen en goedgekeurd. 2". Stelt de Voorzitter voor, om dc aangehouden punten: het rekwest tut afschaffing van het Marktgeld op de Boter en het Concepl-Uesluil tot afschaffing van hel Poortgeld, gelijktijdig met de daartoe betrekkelijke artikelen der Begroeiing, in behandeling te nemen; dienovereenkomstig wordt besloten. 3". Is aan de orde de Geiueenle-Begrooting voor 1853 waaromtrent de Voorzitter voorstelt, om eerst de Inkom sten en vervolgens de Uitgnven in behandeling le nemen. De Heer v. BeL daarin ondersteund door de 11.11. Schee- renbergr. Lilaar en Zegers Feeckens, verlangt daar entegen, dat eerst de Uilgaven, waarnaar men de Inkomsten, als middel om daarin le voorzien, moet bepalen, zullen vastgesteld worden. Het voorstel des Vobrzitters wordt echter, na eenige discussie daaromtrent lusschen den Voorzitter en den Heer Scheerenberg aangenomen met 7 tegen 0 stemmen Scheerenberg v. Lilaar, Zegers Feeckens, Ftrloren r. Bel en v. Beek). Hoofdstuk II, Afd. 2, Art. 2. Brandgeld. De Voorzitter zegt, dat hij vermeent aan het oordeel der Vergadering le moeten onderwerpen: eerst of die Belas ting kan worden geheven na 1 Mei 1853, en vervolgens: of dezelve over 1853 al dan niet sal worden geheven, gevende hij daarbij le kennen, dat hij, ofschoon van oordeel, dal het Brandgeld van allo Belastingen het eerst moet worden afgeschaft, zieh echter, mot hel oog op Art. 291 der Gemeentewetniet kan vereenigen met de zienswijze van de leden der 2e Commissie, dat die belasting reeds met 1 Mei e. k. zou moeten ver vallen. Na een betoog van den Heer Scheerenbergals zoude hel Brandgeld eene billijke belasting zijnen crue wederspraak op dat punt van den Voorzitter, die verklaart dezelve als zeer drukkend te hebben leeren kennen, besluit de Vergadering: 1°. dat deze belas ting na 1 Mei 1853 kan worden geheven, en zulks met 8 tegen 5 stemmen ScheerenbergHerschel, Diemont, Zegers Feeckens en r. Beek), en 2°. (nadat de Voorzitter had gezegd, ten spoedigste te zullen doen het voorstel, om cene Commissie te benoemen lot herziening van het Belastingstelsel der Gemeente) dat deze belasting over 1853 nog sal worden ge heven en zulks met 11 tegen 2 stemmen Diemont eu Zegers Feeckens); en besluit zij eindelijk, dat van dit artikel zal worden afgeschreven een beding van 43om dat als ceu nieuw Art. te brengen onder Hoofdstuk V. Alvorens tot een volgend Hoofdstuk over le gaan, doet do Heer Scheerenberg het voorstel, om het be drag van ontvangst der Eem- en Slaperdijkslastcn te brengen op de Begrooling, en wel onder dit Hoofdstuk, 't wolk ondersteund wordt door den Heer Diemont. De Heer Verloren geeft als zijn verlangen te kennen, dat het Collegie van dagelijksch bestuur bevorens eenige inlichtingen geve omtrent deze zaak; ter gevolge waar van de Voorzitter zegt, dat de omslag wegens Eem- en Slapcrdijkslailenvan welks bedrag, voor de Communi teit, jaarlijks j woitll betaald uit de Gemeentekas, en zulks wegens de gebouwde eigendommen binnen de 6tad gelegen, niets gemeens heeft met hel beheer der gemeentelijke finanlieele aangelegenheden (zie voorlig Amersf. Cour. N°. 27); dat wel de benoeming van den ontvanger der Communiteit Amersfoort door den Raad is gedaan, maar dat zulks, als den geërfden toekomende, niet juist is. Do Heer e. Lilaar zegt dat voor den Slaperdijk geen ander Reglement bestaat dan dc Ordre van 20 December 1053 (zie Amersf. Cour. N°. 25, 20 en 27), uit welker Art. 20 zijns inziens blijkt, dot de Gemeentekas aansprakelijk is voor de betaling van het yeheele bedrag van den om slag voor dc Communiteit vastgesteld; dal Communiteit hetzelfde betcckent als Gemeentebestuur, in Art. 4 der Wet van 9 Oct. 1841 gebezigd; en dal te regt tot dus verro het aandeel van iederen geërfde in den omslag voor deze Gemeente door den Raad is vastgesteld. De Voorzitter zegtdat zijns inziens laatstbedoelde vast stelling behoort plaats te hebben door de gecommit teerden uit de geërfden, gelijk zulks, is hij wel onder- rigt, in andere Gemeenten plaats heeft, en dal het Gemeente-Bestuur, daargelaten de betaling van reeds gezegd j. met deze zaak niets heeft te maken. De Heer r. Lilaar houdt vol, dat Communiteit is Ge meente, in door hem reeds asngednidcii zin. De Heer Verloren kap cich met laatstgcmeldc zienswijze niet vereenigendoor Communiteit moet men verstaan de gezamenlijke ingelanden, en zulks omdat daar, waar Gemeentebestuur is bedoeld, gesproken wordt van Schouten, lijjv. in het 6peciaal geval van peiicul van doorbraak, terwijl de vaststelling van het quote is opgedragen aan gecommitteerden en het uithalen van hetzelve aan den bode; wat betreft echter de betaling van Eemlasten, daarvoor is de Gemeentekas aanspra kelijk, De Voorzitter zegt dat wegens Eemlasten een post, ten bedrage van ƒ120, op de Begrooling onder de Uilgaven Voorkomt, wordende daarenboven door de ingelanden te dicrzelfder zake 170,70 betaald. De Heer Zegers Feeckenszieh vereenigende met de ziens wijze van den Heer Verloren, ten aanzien van den Slaperdijksomslag, stelt als motie van orde voor, om trent iedere kwestie afzonderlijk to beslissen. De Heer Ferloren verklaart zich legen liet gevolg geven aan het voorstel van den Ueer Scheerenbergiminers zonder voorafgaand nailer onderzoek, en zegt de Voorzitter zich daarmede te vereenigenwaarop de Heer Schee renberg zijn voorstel, ten aanzien der Slapcrdijkslaslen intrekt; wordende zijn voorstel, om do ontvangsten wegens Kcmgeld te brengen op de Begrooting, aange nomen met 7 tegen 0 stemmen (c. WerkhovenMaas GeesteranusWijers, v. Lilaar, Verloren en e. Bel). Afd. 4, Art. 8. Expeditie- en Biljetgclden. Do Heer Scheerenberg doel het voorstel, door den Heer E erloren ondersteund, om dien pust te doen wegvallen, daar zijn inziens de heffing dier gelden is eene bedekte belasting op den doorvoer, verboden bij de Grondwet. Nadat de Heer Zegers Feeckens had gevraagd, welk artikel der Grondwet door den Heer Scheerenberg wordt bedoeld, en deze geantwoord had het artikel niet juist te kunnen opgeven, zegt dc Voorzitter, dat de Grond wet, in Art. 142, wel verbiedt de belemmering van den doorvoer naar andere Gemeenten, maar dal do maatregel, door den Ueer Scheerenberg gewraakt, dc in die Wet bedoelde belemmering niet daarstelt, maar eerder zou moeten getoetst worden aan Art. 209 der Gemeentewet, welks bepaling, bij eene herziening van het plaatselijk belastingstelsel, voorzeker zal in ncht worden genmnen. De lieer Zegers Feeckens zegtdat nok de le Commissie heeft aangedrongen op dc af schaffing der biljelgeldeu (zie het Rapport), welke zij echter niet heeft gewild dan bij de herziening van het plaatselijk belastingstelsel. De Ueer Verloren zegt, dat op die gelden, zijn ze cene lielasling, Art. 291 der Gemeentewet kan worden toegepast, zijn ze 't niet, dan moeten ze onverwijld worden afgeschaft. Nadat do Voorzitter en dc Heer Zegers Feeckens hadden uileen- gezet, dat die gelden strekken tol rigtige uitvoering van 't plaatselijk belaslingreglemenl, dal ze dus zijn een accessoir der belastingen, en dat alzoo voor alsnog derzelver afschaffing niet kan plaats hebben, wordt het voorstel van den Heer Scheerenberg verworpen met 10 legen 3 stemmen ScheerenbergDiemont en Verloren). Wordt vervolgd). liet ophalen der Haardasch en Vuilnis binnen deze Gemeente voor den tijd van drie jaren, ingegaan 1 Nov. j.l., is den 28 Oct. j.l., bij openbare Verpach ting, aangenomen door fFouter van Dijk, woonachtig te Amersfoort, voor ƒ188 'sjanrs. Bij den Boekhandelaar W. L. Okhuijzen alhier is verkrijgbaar gesteld de Geschiedenis van Nederland, van de vroegste tijden lot op heden, door onzen Stad genoot M. J. tan Oren. 't ls een boekske van 382 bladzijden, versierd met vier en zestig, naar het ons voorkomt welgelijkende, portretten, in keurig nelten nltramarijnen band, dat, goed van stijl en uitvoering, de aandacht verdient van Ouders en Ouderwijzers, als een zeer doelmatig, nuttig en tevens goedkoop geschenk aan hunne lievelingen en pupillen. Uit de opgave van de dagen, waarop, gedurende het aanstaande winterseizoende Vergaderingen der Afdeeling Amersfoort van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zullen gehouden worden, blijkt, dat, of schoon twee personen, elders woonachtig, als sprekers zullen optreden, alle spreek beurten toch niet konden vervuld worden; terwijl hel opmerkelijk is, dal de sprekers, op die lijst vermeld, zijn Predikanten ut Onder wijzers. RAPPORT nu 2* COMMISSIE vit du RAAD, totvoor- loopig onderzoek der Gemeente-Begrooting voor 1853. Fervola en Slot.) UITGAVEN. HOOFDSTUK I.Afd. 1Art. 7. Aan de leden is hrt bevreemdend voorgekomendat het onderhoud van den tuin van het Raadhuis, ten bedrage van ƒ25, niet onder dit arti kel is begrepen maar voorkomt onder Hoofdstuk IV.Afd. 1 Art. 2. Naar het oordcel van alle leden behoorde onder dit Hoofd stuk I., en niet onder Hoofdstuk IX., te worden opgenomen de aldaar voorkomende post van ƒ100 voor de Commissien uit het Plaatselijk Bestuur, welken post zij alzoo als een nieuw art. 17 alhier verlangen hij te voegen. HOOFDSTUK I., Afd. 2. In het algemeen wenschcn alle leden, dat deze Afdeeling niet in twee, maar in meerdere artikelen zal onderverdeeld worden, en wijder», dat bij dit li* Hoofdstuk dc na tc melden nieuwe afdeeling zal gevoegd wor- drn«n zulks ten einde een beter overzigt te geven over dc Losten van inning der verschillende inrigtingenwier opbreng sten volgens art. 238 der Gemeentewet, als belastingen worden beschouwd, en, naar art. 254, niet hoogcr mogen ztin dan de uitgaven voor dezelve. Hoezeer in de Memorie van Toelichting cene specifieke opgave voorkomt der bestanddeelen van artikel 1 uitgetrokken op ƒ8091zoo achten de leden cene ondcrverdeeling van dit artikelin de Begrooting zelve en in meerdere rubrieken hoogst wcnschclijk (even als bijv. in de Begrooting voor 1853 der Gemeente Utrecht voorkomt), en in allen geval daaruit te ligten dc drie volgende posten, vermeld in ae Memorie van Toelichting onder n°. 13. 16 en 17: Bezoldiging en onkosten der scheepstimmerwerf. ƒ360,00 Aan de veldwachtersvoor bewaking bij het steken van heideplaggen 15,00 Halve opbrengst van het riet aan zee, aaD den opzigter. 80.00. De eerste dezer posten zoude, op dc gronden reeds hier boven vermeld, bij Hoofdstuk II., afd. 4, art. 7 der Inkomsten, moeten worden overgeplaatst naar Hoofdstuk 111.Afd. 2 der uitgaven, als een afzonderlijk en nieuw artikel (11), luidende Idem eon de Scheepstimmerwerf, en de tweedeals zijnde eene uitgave voor plaatselijke politiemoeten worden begrepen onder Hoofdst. II.afd. 2art. 1dc derde onder Hoofdst. III. afd. 2art. 8of wel Hoofdst. IV.afd. 1Hoezeer het niet regt duidelijk is, volgens het Model der Begrooling door Gede puteerde Staten opgemaaktwelke uitgaven onder Hoofdstuk 1. en welke onder Hoofdstuk UI. moeten voorkomen, voor zoo veel betreft de Traetementencene duisterheid, welke nog ver meerderd wordt daardoor, dat in het Model vergeten is het opschrift van Hoofdstuk I.zoodat men eigenlijk niet weet waarover het looptzoo schiint echter de bedoeling le zijndat in dc 2c afd. van Hoofdstuk I. zullen opgenomen worden de tractcmentcn der ambtenarenbelast met dc inning der belas tingen en dc verdere uitgaven van inning, daaronder begrepen alleswat hij art. 238 van de Gemeentewet als belasting be schouwd wordt, en dat onder HoofdstukIII. zullen voorkomen de kosten van onderhoud en toezigt op laatstgemelde werken en de tructementen van de ambtenaren met dit toezigt en onder houd belastvoor zoo ver zij niet. gccnc inning van ontvangsten of retribution belast zijn. Dc uitgaven echter aan gebouwen en landerijen, hetzij die dienen tot publieke inrigtingenvermeld stuk IV. moeten verantwoord worScn. Deze beschouwing, betzij werkelijk bedoeld door Gedcp. Statenhetzij nietwenscht de Commissie in allen geval tc volgenten einde ten minste eenige rigtsnoer te hebben waarnaar men zich kan regelenin het verdoelen der verschillende posten onder de Hoofdstukken I. III. en IV. der uitgaven. Zij geeft volgaarne toe, dat bet eenigzins omslagtig is, dat men, om dc onkosten te weten der werken en inrigtingenbij art. 238 bedoeldeerst de uilgaven voor de inning moet zoeken in Hoofdstuk I.ver volgens die van het toezigt en onderhoud op dezelve in Hoofd stuk lil-, en eindelijk, voor zoo ver het gebouwen zijn, ook nog in Hoofdstuk IV. het onderhoud daarvandoch het model laat niet toe, al die onkosten voor ieder dier inrigtingen en werken tc zanten onder <én Hoofdstuk en tól artikel te vermelden, zoodat men zich zoo goed mogelijk zal dienen te wringen in de toegezondene indeeling. Met liet oog alzoo op deze beschouwingen, wenscht de Com missie onder deze afdeeling mede op te nemen dc Kosten ran inning der begrafenisregten (voorkomende in Hoofdstak 111., afd. 2, art. 7), en Je som van 40 voor Brand en licht in het wachtkantoor der belastingen (mede begrepen in art. 2, afd. 2 van Hoofdstuk II., Politie) en dezelve te verdeelen in negen artikelenals 1Tractementen toelagenveranderlijke belooningen schadeloosstellingen, vergoedingen en bureaukosten tan den Controleur, de OntvangersCommiezen en Wakersƒ5305,00 2. Vervolging- en proceskosten25,00 3. 3 aan het Rijk voor het heffen der opcenten Op 't Rijks belastingen sl 100,00 4. Tractementen en verdere perceptiekosten ran het brandgeld 5. Idem voor het ruur-ton- en havengeld 6. Idem van de wik- en weegloonen 7. Idem van het marktgeld op de boter. 8. Idem van de jaar- en weekmarkt 9. Idem van de begrafenisregten In dc Memorie van Toelichting zouden deze artikelen aldus kunnen gespecificeerd en toegelicht worden, art. 1 bestaande ait: 1. Controleur20),00 2. Gemeente-Ontvanger800.00 3. Ontvanger der plaatselijke belastingen 4. Commiezen, 4 l ƒ300 en 3 a 250 5. 6 I'oorticrs tevens Com—' 6. Rijks Commicsrocijer 7. Kosten van materieel 8. Drukloon en verschotten voor de zegels cn billet- 9. branden Licht in het wachtkantoor der belastingen. 205,00 i 620!00 i ioo;oo I 316,00 30,00 i 258,00 S 600(00 1950,00 o 1200.00 100.00 50(00 ƒ5305,00 ƒ205,00 Art. 2 en 3 behoeven gcenc toelichting. Art. 4 bestaat uit: 1. Percenten van den Ontvanger 2. Drukloonen Art. 5 bestaat uit: 1. Percenten van de Ontvangers 2. Materieel en drukloonen ƒ620,00 Daar het traetement van de Ontvangers van het havengeld tegelijk met materieel cn drukloon is uitgetrokken voor ƒ620, zoo wenscht de Commissie dit afzonderlijk uit tc trek ken even nis liii de overige belastingen. Omtrent het riet aan zee bij dc inkomsten niet vermeld, als behoorende tot het havengeld, wordt alhier herinnerd door dc Commissie aan hetgeen aldaar gezegd is bij Hoofdstuk 111., art. 26. Art. 6 beslaat uit de percenten van den waagmccstcr. Art. 7 beslaat uit: 1. Toelage aan de Poovliers voor wegen van boterƒ290.00. 2. Drukloonen26,00. ƒ316,00

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1852 | | pagina 1