AIERSFOORTSCHE COURANT. N*. 65. DONDERDAG December ó85lï. 30 Dec. Dond. Jacq. Saurin overl.1730. 31 Vrijd. Oudejaarsavond (1 Joh. II: 17). 1 Jan. 1853. Zaturd. Nieuwjaarsdag (Pa. XXXIX: 8)j Vlrich Zwingli geb., 1484. 2 ii ZOND. L. Kw.; Loea/er OVerl., 1801. Jan. Maand. Joh. v. Miiller geb., 1752. i 4 Dingd. I u Woensd. B. Morisson geb., 1782. Donderd. Drie Koningen. AMERSFOORT, 30 December 1852. In de op 28 Dec. j.l. gehouden Vergadering van den naad der Gemeente Amersfoort waren tegenwoordig de H.R. Brouwer, Maas Geesleranusv. Bockom Maas, e. Werkkoten, SokeerenbergWijers (Voorzitter), v. LilaarHerschel, Dietnonl, Zegers Veeckens, Ver loren, c. Bel en r. Beek; afwezig de Heer r. d. Bergh en Gerrit Nieuwland. 1°. Worden geleien en goedgekeurd de notulen der vorige Vergadering. 2". Is aan de orde het Rapport der Commissie, be treffende de hertiening van hel getalden werkkring en de bezoldiging der thans bestaande Gemeente-Amb tenaren en Bedienden, en stelt de Voorzitter voor, om dat Rapport zóó te behandelen, dat, na ieder artikel van hetzelve, zal voorlezing gedaan worden van het daarop betrekkelijk Advijs van Burgemeester en Wet houders. De Heer Zegers Veeckens zegt, dal zulk eene be handeling een noodelooa tijdverzuim zou opleveren, daar toch de aanmerking der Commissie, betreffende den op 12Aug.j.l. den Raad aangeboden Staal der Ambtenaren evenmin als de berekening van hetgeen, ten gevolge der voorgestelde regelingzal worden bespaardeen onderwerp vim discussie kan uitmaken, weshalve hij voorsteil, om aanstonds over te gaan tot vaststelling van het personeel der gemeente-ambtenaren, in het Rapport onder letter B voorgesteld; vervolgens tot het aanwijzen der betrekkingen, die, thans bestaande, ge heel zullen vervallen, in het Rapport onder letter C opgenoemd om daarna de wijze van overgang te regelen naar uauleiding van letter E, en ten slotte de lijst aan 'te vullen met die ambtenaren, welke, naar het oordeel van den Raadnog op dezelve behooren gebragl te worden. De Voorzitter verklaart zich daartegen, en stelt voor, om vóór alles in behandeling te nemen letter A van hel Rapport, opdat worde uitgemaakt, eerstens wie al dan «iet geacht moeien worden gemeente-ambtenaren en bedienden te zijn, en ten andere in hoe verre de slant, up 12 Aug. j.l. den Rand aangeboden, juist is te noemen, welk voorstel wordt ondersteund door den Heer Dietnonl. Nadat de Heer Verloren ondersteund had het voorstel van den Heer Zegers Veeckensen deze nog had gezegd dal hij eerstens geen nul ziet in 't gevolg geven uan 't voorstel van den Voorzitter, en ten andere, dat uit de aanwijzing van het personeel der ambtenaren van zelf tal volgen, wie geene ambtenaren zijn, wordt het voorstel van den Heer Zegers Veeckens in stemming gebragl en aangenomen met 7 tegen 0stemmen (Brouwer, Maas Geesleranus, v. Werkhoven, Wijers, Herschelen Diemont). Nadat van N". 1 5 van het voorstel, ouder letter B vermeld, en van dp bedenking van Burg. en Welh. op N°. 4 eu 5 was voorlezing gedaan, bestrijdt de Heer Verloren de meening van Burg. en Wethouders, in hun odvijs uitgedrukt: 1°. als zoude het gemis van vroeger genoten emolumenten of het eertijds aan die zelfde betrekking verbonden trncleraent in aanmerking moeten komen bij deze regeling van bezoldigingen 2". als zoude dp vervanging van Hoofd-Ainbtenaren niet bij dezen staat maar bij de instructie dier Amble- naren moeten geregeld worden, eu 3°. als zouden de benamingen van posten weinig ter zake afdoen; en zegt de Heer e. Bel, dal het voorstel, thans in be handeling, strekt tol regeling der toekomst, geenszins van het lot der thans 'fbugeerende Ambtenarenver langende hij dal dit begins^ duidelijk worde uitgedrukt. De Voorzitter zegt dat jeene regeling, onder zulk een voorbehoud tot groote verwarringen zal aanleiding geven eu in strijd is met de Wet, die eene regeling voor het ougeublik voorschrijft. De Heer v. Lilaar ondersteunt het voorstel van de H.H. Verloren en e. Bel. De lieer Zegers Veeckens legt, dat zijns inziens uit hel Rapport ten duidelijkste blijkt, tot welke wijzigingen in de thans beslaande orde men nu reeds eu tot welke ineu mei er lijd wenscht over te gaanwaartoe anders de bepalingen onder letters o tot u, tegenover die, onder aa tot iï van letter E voorkomende? De Heer Verloren zegt, dat de voorgestelde regeling, ten aanzien van eenige Ambtenaren, reeds dadelijk in werking zal tre den, eu dat de Commissie, ten aanzien der overige Ambtenaren, eene eindregeling verlangt, al krijge die regeling ook eerst in 't vervolg van tijd haar beslag, opdat, bij eventueele vacature, de sollicitant wele, welke bezoldiging hem kan te beurt vallenzonder zich te kunnen beroepen op het trnctemcnt, eertijds aan den door hem verlangden post verbonden. De Voorzitter, herhalende dat zijns inziens de Raud moet regelen voor 't moment, doel het voorstel, om de regeling dezer zaak over te laten aan de omstandigheden (bijv. ten gevolge der herziening van 't belastingstelsel en bij voorkomende vacaturen), die daartoe zullen leiden, 't welk wordt aangenomen met 7 tegen 6 stemmen (v. Bockom Maas, Scheerenbtrgv. Lilaar, Herschel, Verloren en v. Bel)\ waarop de Heer Verloren zegt, dat, met dc hoofdzaak het geheel ook gevallen zijnde, de Commissie als zoodanig heeft gcdcfungcerd. Alsnu stelt de Voorzitter vjx>r otu over te gaan tot de vaststelling der bezoldiging van den op een nader door den Raad vast te stcllep trnctemcnt benoemden eersten Ambtenaar ter Secretarie, en wordt die bezoldi ging, op voorstel van den Voorzitter, ondersteunddoor den Heer Zegers Veeckens, met 10 legen 3 stemmen (Scheerenbergt. Lilaar en Verloren), bepaald op ƒ600, enop voorstel van den Heer Zegers Veeckensonder steund door den Ueer v. Lilaar, besloten, om dezen Ambtenaar voortaan den titel te geven van Commies ter Secretarie, De Heer Verlorten stelt voor om de bezoldiging van den Klerk ter Secretarie, wiens tractement eveneens nog moest geregeld worden, vast te stellen op 275, 't welk door den Ueer Scheerenberg wordt ondersteund, wordende daarentegen door de Hd. van JVerkhoven, Zegers Veeckens en den Voorzitter het voorstel ge daan, om het tractement van dieu Ambtenaar te stellen op ƒ350, waartoe besloten wordt, met 10 tegen 3 stem men (Scheerenbergv. Lilaar eu Verloren). 3°. Wordt in behandeling gebragl het Reglement van Orde van de Kamer van Koophandel en Fabrijken gewijzigd ten gevolge der in de Raadsvergadering van 2 Dec. j.l,-(zie Miners/. Cour. N 62) daarop door de 11.H. Zegers Veeckens en Wijers gemaakte aanmerkin gen. zijnde daarin echter geen gevolg gegeven aan het tevens uitgedrukt verlangen van den Raad, oin in hetzelve op Ie neinen de bepaling, dat de bijeenkom sten der Kamer, in den regel, in het openbaar zullen gehouden worden, en zulks op de gronden, den Raad kenbaar gemankt bij missive der Kamer van 11 Der.., o. omdat, de Kamers geen besturende, maar slechts advijserende ligchaatn zijnde, hare besluiten op zich zelve nimmer eenige daarslelling van verordeningen kunnen te weeg brengenb. omdat hare beraadslagin gen, als een meer vertrouwelijk karakter bezittende, minder geschikt zijn om in het openbaar te worden gehouden c. omdat de Raad van State en de Kamers van Koophandel in de grootste steden des Rijks geene publieke zittingen houden; d. omdat die bepaling niet te huis behoort in een Reglement van Orde, en e. om- dal de publiciteit dier zittingen niet is geweest de bedoeling der Regering, anders toch zou- daaromtrent in het Organiek Besluit eene bepaling zijn opgenomen, even als in de Grondwet, omtrent de zittingen van de Slaten-Generaal en de Prov. Stalen, en in de Gemeen tewet, omtrent die van de Gemeenteraden. Die gronden worden kortelijk wederlegd door den Heer v. Bel, die zegt: a. volgens art. 2 van hel Be sluit van Nov. 1851, is de bestemming der Kamers om ad vijzen te geven aan de algeniecne Besturen, ook uit zich zelveen tevens om voorstellen te doen over onderwerpen, den handel betreffende. Ditzelfde moeten de Geraeenleliesturen in hunnen kring dikwijls ook doen; daarover wordt in den regel in het openbaar gehandeld, waarom zou zulks, bijv. wanneer de belan gen niet van bijzondere personenmaar van algemeenen aard de opbeuring van het marktwezenhet lot stand brengen van nieuwe middelen van vervoer, hel heffen van sommige belastingen ter sprake komen, niet op dezelfde wijze bij de Kamers kunnen plaats hebben; b. voor de behandeling van sommige zaken kan dit bezwaar geldenmaar niet van alle. Met het oog op eerstbedoelde zaken wordt de publiciteit als regel verlangd, zonder aan de Kamer te ontzeggen het regl, om uitzonderingen daarop toe te passen; c. het beroep op dc niet publiciteit der zittingen van den Raad van State en van andere Kamers bewijst niets; te minder wanneer men daartegen over stelt de Kamers, die hunne bijeenkomsten in het openbaar houden, terwijl het beroep op de niet openbaarheid der zittingen van den Raad van State in het nadeel is der Kamer, daar het toch van algeiueene bekendheid if, dat juist daarom de inrigliiig van dat ligchaam bij de Grondwetsher ziening van 1848 bijna afgeschufl, bij zoo velen wordt* afgekeurd, en dut men nu dien Raad eenigerwijze wil inriglen naar den Franscheu Conseil d'Etat, wiens zit tingen gedeeltelijk in 't openbaar worden gehouden; d. op welke andere wijze zoubij niet opneming in het Organiek Besluit van eene daarop betrekkelijke bepaling, dit punt kunnen vastgesteld worden? e. de Regering (beter gezegd dc Minister van Binneul. Zaken) heeft waarschijnlijk dit punt in het midden willen latenuithoofde der bezwarendie bepaaldelijk in kleine steden, hij een tut hel Lidmaatschap der Kamer gering getal geschikte persunen, en daarbij komende ongeschiktheid van velen om in het openbaar het woord te voeren, welligt met grond legen zulk eene wettelijke bepaling zouden kunnen gelden. Wil echter de Aiuersfoorlsche Kamer de bedoeling der Regering volgen, dan moet zij hare bijeenkomsten in het open baar houden. De Minister van Binnen). Zaken heeft immers aan de Handelssocieteit te Maastricht, op haar betoog, over het wenschelijkc om de vergaderingen der Kamers van Koophandel in het openbaar te doen houdengezegd niet te twijfelen of eene goede keus van leden zal van zelf tot openbaarheid leiden i> (zie de noot op ait. 17 van het besluit van 9 Nov. 1851 in de Gids enz. door Boissevain cn Gemeentestem N°. 15). Goede Kamers zullen, naar de meening der Regering, waarop men zich beroept, hunne bijeen komsten houden in 't openbaar, de Amersfoortsche Kamer wete no zelf, wat haar te doen staat; achtende spreker de oj>enbaarheid dier zittingen ook in het algemeen wenschelijkten einde daardoor de kiezers in staal te stellen om eene goede keuze bij periodieke aftredingen te kunnen doen. Nadat de lieer Verloren hier nog had bijgevoegddat de Kamers van Koophan del niet zijn advijserendemaar representerende lig- charuenen dat ook uit dien hoofde de vergelijking van den werkkring der Kamers met dien van den Raad van State is onjuist, zegt de Heer Herschel, dat hij, Lid der Kamer, niet op zich neemt de-verdedi ging van het beginsel der Kamer, als deinzende hij niet terug voor openbaaaheid in deze, maar toch be grijpt den Raad te moeten kenbaar maken, dat de Kamer niet zal terugkomen op haar besluit; waarop de Heer v. Bel herneemt, dat die mededeeling niet van invloed inag zijn op de belissing in deze van den Raad, die moet handelen naar overtuiging, zonder te vragen naar de gevolgen; hebbende eindelijk de Raad, nadat de Voorzitter nog had gezegd, dat zijns inziens de Raad niet is bevoegd om alleen, op den thans be sproken grond zijne goedkeuring aan het Reglement te onthouden, daar toch het plaatselijk belang er niet mede gemoeid is, en de Heer r. Bel gewezen had op liet onjuiste der laatst aangevoerde bewering, met 9 tegen 4 stemmen (Maas Geesleranus, v. Werkhoven, Wijers en Herschel)besloten om hel Reglement der Kamer niet goed te keuren. 4°. Is aan de orde het Rapport der Commissie, be trekkelijk de peilrekening op het aan den accijns onderworpen levend vee; waartegen de Voorzitter in het midden brengt, dat zijns inziens uit art. 19 al. 1 der Wet van 2 Aug. 1822 wel volgt, dal hel Regle ment tot het invoeren van zulk eene peilrekening aan de goedkeuring des Konings moet worden onderworpen, ■naar niet dat de Gemeentebesturen tol derzelver invoe ring onbevoegd zouden zijn. De Heer Scheerenbtrg ver klaart zich tegen eene peilrekening, omdat zij belem merend zal zijn voor den handel, begrijpende hij, boven dien eerstens, dat de Regering, indien deze den maat regel, uit een financieel oogpunt, zoo hoog belangrijk had geacht als de meerderheid der Commissie zulks doet, voorzeker ol vóór langen tijd daartoe zou hebben besloten, en ten andere, dat hij, als Lid der Commissie, het neinen van een besluit te dezer zake heeft ontijdig geacht, omdat de Raad besloten heeft tot herziening van het plaatselijk belastingstelselwaarmede deze taak in het naauwsle, ja onafscheidbaar verband staat. De Voorzitter zegt, dat de beweringen van den laatsten Spreker wel betreffen de vraag, uf er eene peilrekening zal worden ingevoerd, maar niet die, door wien dexelvo zal worden vastgesteld; moetende hij legen die bewe ringen. inbrengendat de Regering wel degelijk is voor eene in te voeren peilrekening, hetgeen immers blijkt uit de stukken bij het Rapjiort overgelegd. De Heer Zegers Veeckens zegt, dat de Commissie van oordeel is, dat aan de woorden in art. 19 van het Kon. Besluit van Aug. 1822: Wij zullen eene peilrekening doen houden, ii geene andere beteekenis kan worden gehecht, dan dat het daartoe te nemen Besluit zal uitgaan van het Rijk. geenszins dat daarmede zoude bedoeld zijn, dat de Koning voornemens is, om, daartoe termen bestaande, zijne goedkeuring te verlceneu aan de door de Gemeentebesturen des betrekkelijk vast te stellen verordeningen; stellende de Commissie, naar aanleiding van het door den Voorzitter ingebragte bezwaar, aan den Raad voor, om eerst ten aanzien van dit punt eu vervolgens omtrent hel al dan niet noodzakelijke der peilrekening, waaromtrent zij kun volstaan met zich te refereren aan het. Rapport, eene beslissing te neinen. De Heer Verloren zegt, dat het laatste punt eerst be hoort tc worden uitgemaakt, zijnde, zijns inziens, de bezwaren tegen het invoeren eener peilrekening zeer onbeduidenden geenszins opwegende tegen de baten daardoor der Gemeente aan te brengendaar het uit de bij het Rapport overgelegde confideiilieele stukken blijkt, dal reeds één slagter eene inkomst van ongeveer ƒ1400 in hel jaar door fraude aan dc gemeentekas onthoudt. De lieer v. Bel verineent. dat het gevoegelijk zou zijn om deze zaak aan te houdenaangezien op heden reeds aan de orde is de benoeming eener Commissie lot her ziening van het belastingstelsel, waarmede de Commissie verklaart zich Ie kunnen vereenigen, zoodat dien over eenkomstig met algemeene stemmen wordt besloten. 5". De behandeling van het Rapport over hel Markt wezen wordt aangehouden, op voorstel van den lieer Diemontopdat hij in slaat zij overlegging te doen van te dezer zake hem toegezegde, doch nog niet door hem ontvangen belangrijke medcdeelingen. 6°. Wordt in behandeling gesteld de vraag of liet Heerenpoortsbruggclje a, dan niet zal worden afgebro ken. Alvorens hiertoe over te gaan deelt de Voorzitter mede, dat ingekomen is een Adres aan den Raad, door 13 personen onderteekend, waarbij wordt aangedrongen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1852 | | pagina 1