AIERSFOORTSCRE COURANT. N'. 7S. DONDERDAG dO Maart 0853, 10 Miiai'l, Donderd. 11 Vrijcl. J. A. Ndssell overl.t 1807. 12 Zaturd. F. r. Reinhard gob., 1753. 13 ZOND. Judica; vertrek van Granvclle i Nederland, 1564. 14 Maart, Maand. F. G. Klopstook overt., 1803. 15 Dingsd. (der Nederlanden, 1815. 16 Woensd. Willem van Oranje neemt den titel en de waardigheid aan van Koning J 17 Donderd. (9 E. Kw.; Inwijding van de tllreohlfche Hoogeschool, 1636. AMERSFOORT, 10 Maart 1853. Op de den 7 Maart alhier gehouden Midvosten-Pnor- dciiuinrkt waren aangevoerd 215 paarden, grooleodeels uit de Geldersohe streken, Ofschoon er geene builen- lauders of vreemde kooplieden waren opgekomen waarschijnlijk uit hoofde van de met sneeuw bedekte wegenaan welke omstandigheid hel niet aanwezig zijn van jonge paarden, anders op deze voornaamste markt aangevoerd, ook moet worden gewetenwaren er vele goede werkpaarden, die tegen goede prijzen gretig werden gekocht; mogende wij, bij dit berigt, ons niet onthouden van de mededeeling, dat er voorzeker nergens betere gelegenheid voor Paarden- en Beestenmarkten bestaat dan Ie Amersfoort, alwaar geenerlei marklgeld wordt gevorderd. De Plaatsvervangend Kanlnnregter te Amersfoort Mr. A. R. ran Bel, heeft, bi) vonnis van 7 Maart j.l. in de zaken, waarvan wij melding maakten in ons vorig N".ten aanzien van W. Meester en F. IJartog, visschcrs Ie Spakenburg, verklaard, dal het dezen ten laste gelegde feit misdaad, wanbedrijf nooh overtreding daarstelt en beu dcihalvc ontslagen van alle regis- vervulging te dier zake, de kosten te dragen door den Staat, omdat eerstens, wel de cene beklaagde den ander tegen het vensier van de woning van de Graaf heelt nangeduwd, maar zonder eenigerlei bedoeling, om laatstgenoemden te beleedigen, en ten andere, omdat art. 47Ü, n°. 8, Well», van Slrafrcgt, door het O. M. ingeroepen, in deze niet toepasselijk is, daar het gerucht niet bij nacht heeft plaats geluid en niet be- lecdigcrid is geweest; 2°. G. ran Doorn en II. Water voort schuldig verklaard aan het leggen van Imul op den openharen weg binnen de gemeente Hoogland, on hen ieder te dier zake, niet op grond van 't Reglement maar van art. 471, u°. 5, Wetboek van Sirafregl, veroordeeld in eeoe geldboete van 1 en solidair iu de kosten van liet geding, begroot op /3.34s; zijnde bij dat vonnis aangenomendal de berm met den straatweg een geheel uitmaakt en. tot hel bewijs vnu het tegendeel, als publieke weg moet worden beschouwd; 3°. A. van de Èiese.nbos en D. Veer schuldig verklaard aan het werpen van hoornen in eene aan schouw onder worpene waterlozing binnen de gempeiite Hoogland; en hen ieder veroordeeld in eene geldhoele van 1 en in de kosten van hel geding, begroot op 1,81s, met verklaring, dut art. 156 der Gemeenteweidoor hel O. M. ingeroepen, niet toepasselijk is op de overtreding van dezevóór de invoering der Gemeentewet reeds daar- gestelde verordening; 4". G, Oosterbeek en G. Reijcrsc veroordeeld in eene geldboete van ƒ3 eo in de kosten van den piucesse. begroot op ƒ1,40; de boete, bij iiict-belnliug, Ie vervangen door 1 dag gevangenisstraf on MeijerJ, de Goede, en M. van Wilpen in eene geldboete van ƒ5 en iu de kosten van den processe, begroot op 0,87s, de buele, bij uiet-betaling te ver vangen door 2 dagen gevangenisstraf; zijnde in zako der beide eerslgeuoeindennaar aanleiding der iinmens hen op 28 Febr. j.l. vuorgedragene verdediging, ge wezen het navolgende vonnis: Orencegende dat uit liet Procesverbaalopgemaakt door den Burgemeester der Gemeente Soest, op den eed bij dc aan vaarding zijner bediening afgelegd, en uit de bekentenis van den beklaagdeis gebleken, uat deze op den 4 Februarij 1853, des voofmnldags ten lO'/a ure, op den Straatweg, binnen die Gemeente heelt gereden met eene kar, bespannen niet twee honden; en dat die Straatweg uitmaakt een gedeelte van den grooten rijweg van Amsterdam op Amersfoort; O. dat bij art. 1 der «Verordening tegen hel rijden van hondenwagens in de Gemeente Soest», d.d. 13 Dec.. 1852, is verbodenom op de openbare wegen of voetpaden binnen die Gemeente te rijuen met wagens of karren, waarvoor honden O. ilal dc beklaagde heeft licweerd, dat dit artikel niet door hem zon zijn overtreden daar onder de woorden openbare wegen in hetzelve voorkomende, alleen zouden moeten worden verstaan die wegen, welke aan de Gemeente in eigendom toe- behooren, en niet de Provinciale of Rijkswegen en wel 1". om dat dit zou blijken uit de overweging aan de Verordening voorafgaande, en 2". omdat dc Raad der Gemeente Soest onbevoegd was om verordeningen van Policie voor Rijkswegen daar te stellenen alzoo tegen het bewezene feit gcenc straf moet bedreigen O. ad lm', dat het artikel spreekt in bet algemeen van de openbare wegen binnen de Gemeente; dat daaronder moeten begrepen worden alle openbare wegen zonder onderscheid, voor zoo verre zij binnen de Gemeente zijn gelegen, en mitsdien niet alleen die. bchooremle aan dc Gemeente, maar ook di welke aan het Rijkdc Provincie of aan Particulieren tocbe- lioorcn; dat, daar liet genoemde artikel hieromtrent geen ver- srliil maakt, elke onderscheiding zou zijn willekeurig, geheel buiten, en alzoo tegen dc Verordening; O. dat wel is waar in dc overweging, die aan dc Verordening voorafgaatwordt gezegddat bet onl de aldaar opgenoemde redenennoodig is voorgekomenbet rijden irtel wagens cirz. met honden bespannenop de openbare Gemeentewegen of voet paden te belettenmaar dat dit geenCn genoegzame», grond oplevert om aan te nemendat men daarmede alleen die wegen op bet oog zoude gehad hebbenwelke aan dc Gemeente tocbchoorcnniet slechts omdat de bedoeling zeer wel kan geweest zijn, om daaronder alle wegen te begrijpen, ieelke in de Gemeente worden aangetroffen, maar ook omdat bij eene andere opvatting het doel der Verordening, verder in de orer- weging uitgedrukt, niet zou kunnen worden bereikt, en die ■overweging strijden zou met het onmiddellijkvolgende eerste artikel der Verordening; dat in allen gevalle do overweging geen deel der Verordening uitmaakt, cn dal, waar dc wet duidelijk is. deze moet worden toegepast, en niet. eene ver meende bedoeling van den wetgeverdie met de wet in strijd O.'ad 2um, dat de beklaagde heeft aangevoerddat. blijkens art. 190 der Grondwet, dc Policie over de Rijkswegen aan den Koning is opgedragen cn deze hij de Resluiten van 29 Oct. 1833 (Staatsblad N". 59) cn van 2 Maart 1840, N°. 78, dc wijze heelt geregeld, cn de voorwaarden beeft vastgesteld, waarop cn waarnaar hondenwagens op de Rijkswegen mogteii worden gebezigd; O. dat slechts bet eerst aangehaalde Koninklijk Besluit in het Staatsblad voorkomtcn daarbij alleen de tolgelden worden bepaalddie voor hondenwagens zouden verschuldigd zijndaar waar deze van dc Rijkswegen gebruik makenmaar geenszins de vergunning is gegevenom overal op alle Rijkswegen dit middel van vervoer te bezigen; O. dat ook danwanneer het onderwerp van deze Veror dening, op grond van art. 190 der Grondwet, of om cenige andere reden kon geacht worden liet algemeen Rijksbelang to betreffen, in strijd met art. 150 der Gemeentewet, die Veror dening toch van verbindende kracht zou zijnvolgens al, 2 van dat art. tot dat tij door den Koning werd geschorst of vernietigd O. lïat daar lot dus verre zulk eene schorsing of vernietiging niet heeft. plaats gehadde aangevoerde middelen van verde diging alzoo van allen grond zijn ontbloot; Gezien dc arlt. 1 en 2 der aangehaalde Verordening, 164 en 165 der Gemeentewet en 469 v. h. Wetboek van Strafregt, Regtdoende in naam des Konings, Verklaren wettig cn overtuigend bewezen dat de beklaagde Gijsbertus Onsterbeckzich heeft schuldig gemaakt aan het rijden niet eene kar met honden bespannenop den openbaren weg binnen dc Gemeente Soest; veroordcclcn Item te dier zake tot cene geldboete van f3 ten behoeve der Gemeente Soest, cn in de kosten van uit regtsgeding, berekend op f 1,40, invorderbaar bij lijfsdwang, met bepaling, dat dc boete, niet binnen twee maanden na daartoe gedane aanmaning betaald zijnde, zal worden vervangen door eene gevangenisstraf van éénen dag. Het Weekblad van het Ragt van 3 Maart j.l. N". 1413 deelt mede het arrest duur het Prnv. Gercgtshuf te Utrecht op 22 Febr. j.l. gewezen, waarbij, met ver nietiging van hel vonnis van 2 Dec. 1852 van de Arrund.-llegtbank te Amersfoort, is beslist, dat een onbezoldigd opziener der jogt en visscherij, als zoo danig, bevoegd is, om ook op andere gronden don die der grondeigenarenop wier verzoek hij is aangesteld legen de overtredingen der Wet van 0 Maart 1852 SlaalsblN°. 47) te woken en die lo constateren. De navolgende hoogst bedroevende ontdekking heeft 1 Maart j.l. eene grootc ontsteltenis in het nabu rige Nijkerk tc weeg gebragt. Een niet ruim bemiddeld uiHii, toch ecu huisje in eigendom hebbende, had dit verhuurd aan een ongehuwd kuopiuaii in ellcwnreu, die dikwijls gedurende eenige achtereenvolgende dagen van huis was; nouil echter was zijn huisje drie maanden gesloten gebleven; dit was nu wel het geval, cn de eigenaar gaf hiervan kennis nan den Karilonregler, 'ten gevolge waarvan 1 Maart j.l. eene huisnpening onder getuigen werd bewerkstelligd, cn men iu de binnen kamer boven de tafel het lijk vond van den huurder, die, zou al* bleek, reeds voor geruimeti lijd zich door ophanging van het leven had beroofd. In de vergadering van den Rnad der Stad Utrecht van 24 Febr, j.l., hetift de Commissie, belast met het onderzoek dei' polilie-verordeiiingen op de hondenbe lasting cn het houden v:m houden, verslag uilgebrngt. Zij is van oordeel, dat alle honden, die losloopen, voortdurend van een muilkurf belmoren voorzien tc zijn, en dat zij, die honden voor een wagenspannen, zich niet daarop mogen zetten en vóór de bonden moeten loopen, als er paarden voorbijrijden. Eene he- lasting op de honden acht zij billijk, en noodzakelijk levens, dat elke hond den naam zijns meesters op een stalen halsband droge. Zij voert het voorbeeld aan van Berlijn, waar, sedert du invoering der hondenbelasting, en de daarop gevolgde vermindering van het getal honden, bijna geene hondsdolheid meer wordt waar genomen. Dal dc minvermogenden geen honden zullen kunnen houden, acht dc Commissie zeer weuschelijk en in verhand daarmede herinnert zij ren besluit van 1775, dat op vroegere ordonnantiën steunde en waarbij het nau de minvermogenden slrengelijk verboden was honden te houden. Overeenkomstig niet deze hare beginselenheeft de Commissie eene euneepl-vcrordening nau dezi Raad aan geboden. Z. M. heeft, hij Besluit van 24 Febr. j.l,, het volgende kostuum bepaald, hetwelk dc Burgemeesters, indien zij dit verlangen, bij plcglige gelegenheden kunnen dragen: zwart lakenschon r<4 niet wille knoo- penwaarop hel gemeentewapen of de burgerkroon; de kraag en do opslogen in het zilver geborduurd, met eiken lukken, ter breedte van drie duimen, zwarte broek, stannduri degendriekanten hord mot zwarte lig gende pluimen, zilveren lis cn knoopen als nou den rok en oranje kokarde. Z. M. hoeft, onder dagteckening van den 2deit dezer, een belangrijk besluit genomen. Het betreft do huwelijken der Officieren van de InndmagC. Ten gevolge der wet van 20 December des vorige» janrs Staatsbl N°. 224), waarbij maatregelen zijn voorgeschreven lot aflossing of rentevermindcring van nationale sohuld, moest inon onvermijdelijk aan zoodanige Officieren, dio van een inkomen op het Grootboek der 4 peroents werkelijke schuld hadden doen blijkenvrijheid geven om daaromtrent na rade te handelen, vooral uit aan merking, dot, na korter of langer tijdsverloop, dc staat van 'sllijks geldmiddelen zulks toelatende, eene nieuwe rentoverinindering kan worden te gemoet gezien. Gaf inen echter te dezen opziglo eenige vergunning aan heil, die hel van tien gevorderde in 4 percent gepres teerd hadden, dan was het billijk, dat men eenparig handelde met opzigt tot hen die hun inkomen iti de 2j of 3 percents of vaste goederen hebben aangewezen. Ten gevolge hiervan heeft Z, M. nu bepaald, dat allo Officieren met den rang van Kapitein bekleedopheffing van hel verband zullen kunnen vragen, walmeer zij zullen aaiitouiien, dat hunne weduwen eventuëel aan spraak op pensioen uit het militaire weduwen- en weezenfonds voor do Officieren van de landmagt zullen hebben. Aan geen Uoofd-Offieier en nan geen Kapitein zal voortaan vergunning, om te huwen, verleend wor den, dan die van zijne deelneming in het geicgd weduwenfonds voor zijne aanstaande echtgenoot znl hebben doen blijken. Do Officieren beneden den rftng vnu Kapitein zullen bjj vervolg slechts een inkomen van 400, doch uitsluitend, wat de Grootboeken be treft, op dat der 2} percents, moeten bewijzen, met deelneming tevens iu het weduwenfonds. bij hunne bevordering lot Kapitein erlangen zij opheffing op den voormelden voet, lerwjjl zij, die thans in 4 perconU een inkomen van ƒ600 bewezen hebben, mede de opheffing van het verband zullen kunnen vragen, doch legen prestatie van een inkomen van 400 op het Gruutboek der 2j percent». 25 Febr. is te Baarn gehuwd de Heer de Normandio 's Jacob, Mil. Kuininaud. in Suriname, met C. G. A. de Koff.27 Febr. is te Leeuwarden een slager, die een gedeelte van een koe, als Dame opgetooid, per sehuifslede binnensmokkelde, gesnapt en bekeurd. 28 Febr. is te Parijs, na een lievig lijden, bezweken een melseinnrskrieuht, ten gevolge eener door hem ge wonnen Weddingschap, van 13 pond brood to zullen nuttigen op éénen dag, zonder duarbij to drinken; lo Kampen in 64jarigen ouderdom overleden Jacobus Warnar, die, ofschoon blind sedort tijne jeugdtoch den kost won vuor zich Cu de zijnen heeft Ds. Poortman Pred. te Sjbckarspelbedankt voor de beroeping naar Leerdam, en zijn lo Baardwijk eenige nienschen en beesten door een dollen hond gebeten. 2 Maart is te Groningen overleden de Heer J. PetersHoofd onderwijzer aan het Doofstommen-Instituut aldaar. 4 Maart is in de wetering buiten Amsterdam de zoon van een smid dour hel ijs gezakt, en te Nieuwe Diep een pas van Batavia binnengekomen matroos in het water gevallen, beiden verdronken; en heeft zich te Parijs de Graaf Camerata, bloedverwant van Keizer Napoleonberoofd van het levendoor middel van ceu pistoolschot. 5 Maart id. te Wognum een boor door ophanging, en zijn door D. Goeijenbier te Wate ringen de eerste nieuwe aardappels den Koning ten geschenke aangeboden. MEMORIE vas TOELICHTING tot het Reglement voor de Algemeene Burgerlijke Begraafplaats. Vervolg en Slot van ons vorig N°.) De Commissie, aan welke het ontwerpen van dit Reglement is opgedragen, heeft zich in de eerste plaats de vfxlg voor gesteld ol bet niet doelmatig wijn zouom daarin ook al die bepalingen op te nemen, welke in liet ProVirteiaol Reglement voorkomen en gerekend kunnen worden alsnog van kracht te zijn. Dan toch zouden alle voorschriften, betrekkelijk dc Be graafplaats, in één gclieel kunnen vercenigd worden, ert ieder ingezeten zoil zich op ccnc gemakkelijke wijze daarmede be kend kunnen maken. Intussvhen deden zich ook vele bezwaren daar tegen op. Vooreerst waren er in dal Reglement stralfen bedreigd, die men alsdan ook diende over to nementen andere waren sommige dier bepalingen, buiten twijfel door eene later veran derde wetgeving vervallen; van andcron was dit meer twijfel achtig. en deze Raad kan niet geacht worden heVoegd te zijn, om dien twijfel te beslisseneindelijk moest men ook tc gemoet ziendat het Provinciaal Reglement weldra zou worden inge trokken cn door eene algemeene Wet worden vervangen. Ilit. laatste wordt daaruit afgeleid, dat, toen de Staten van Zuid-Holland in den jare 1850 con nieuw Reglement op het hegraven hadden gearresteerd, hun op 10 April 1851 is ken baar gemaakt, dat dit door Z. M. niefi was goedgekeurdom dat in dit onderwerp binnen kort door1 cene Wet zon worden voorzirn (cf. GemeentestemN°. 67). Deze bedenkingen schenen gewigtig genoegoin dc gestelde vraag ontkennend tc boaot- woorden. En wilde men liet Provinciaal Reglement meer alge meen bekend makende Raad behoefde dan slechts het dage- lijksch Bestuur uit te noodigenomna dc vaststelling van het. nevensgaande, dit, Cerccnigd met liet Tarief en wat daarbij behoorde, te gelijk mot Ivct Provinciaal Reglement algemeen verkrijgbaar te stellen. Tot opheldering van da afzonderlijks artikelon wordt npge. Am. 1. 'Dc uitzonderingen, in dit artikel bedoeld, zijn de vergunningen aan sommige godsdienstige gezindheden Verleend zon als dc Roomsch-Katholijke'cn Israëlictiselte, <Mï osne bij' zondcco begraafplaats te mogen daarstollcn.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1853 | | pagina 1