De tweede alinea strekt, om voor le komendat een al 1c
groot aantal lijken van elders zou worden aangebragt. hetzij
omdat bier ter stede de begrafenisregtcn lager waren gesteld,
hetzij om andere redenendaar dit misschien zou kunnen te
weeg brengen, dat er behoorlijke grondruimtcn voor de inge
zetenen begon te ontbreken.
Mogt iemand zieli met grond op verkregene regtcn kunnen
beroepen dan zou het Gemeentebestuur zijne toestemming zeker
niet weigeren.
2. liet zou kunnen schijnendat tegen de overtreding van
dit artikel reeds voorzien was bij nrtt. 1 en 44, van bel Pro
vinciaal Reglement.
Dit komt der Commissie echter minder aannemelijk voor,
dewijl nergens een uitdrukkelijk verbodom op andere plaat
sen te begraven, in dat Reglement wordt aangetroffenen ecne
strafwet geene uitbreidende iiitleggihg mag ontvangen. Bij de
onzekerheid nlzno of cene dergelijke overtreding wel vallen zou
in de nrtt, 1 en 44 voornoemd, meende men dit niet stil
zwijgend te mogen voorbij gaan.
o. Alinea 3 van dit artikel strekt, om gevolg te geven aan
het voorschrift van art. 37 van het Provinciaal Reglement.
Het is niet mogelijk daarvoor een maximum vast te stellen
daar dit van allerlei bijkomende omstandigheden afhankelijk
kan zijn. Beter is het dus, ook dit over te laten aan het
Dagelijkseb Bestuur.
4. Een gevolg van art. 2 van 'het Provinciaal Reglement.
5 en C vloeijen voort uit art. 2 al. 2 aldaar.
7. Deze bepaling is noodzakelijk voorgekomen. Indien men
zich cene grondruimte aanschaft en daarvan geen gebruik
maaktbelet men voor een ander het gebruik en tevens de
toepassing van art. 3 van het Provinciaal Reglement.
De Commissie meende, dat het verval van eigendomsregten
niet door een plaatselijk Reglement mogt worden bedreigd.
Maar wel kon dit als voorwaarde bij een Burgerlijk contract
worden bedongenen daarom wordt het stellen dezer voor
waarde als cene vcrpligting aan bet Gemeentebestuur opgelegd.
Den termijn kan men moeijelijk te voren vaststellen, daar
ook hier bijzondere omstandigheden van invloed kunnen zijn.
8. Deze overboeking en inschrijving geschiedt op dezen
oogcnblik door den Commies bij den Burgerlijken Stand. Men
is van oordeel, dat dit bij dien Ambtenaar eigcnnardig te
huis behoorten beeft dit dus willen bestendigendoor liet
in zekeren zin aan die betrekking te verbinden. Of daarvoor
ecnig bijzonder honorarium behoort te worden toegekend, kan
hier niet worden onderzocht.
9. Hierdoor zal het Gemeentebestuur in de gelegenheid
worden gesteld om gevolg te geven aan de strafbepaling van
art. 3 van het Provinciaal Reglement en aan bet volgende
artikel.
10. Bij liet tlians bestaande Reglement op de verhooging
heeft men willen waken tegen het onbekend laten van sommige
grafsteden, wier eigenaars door lengte van tijd onbekend zijn
geworden. Ofschoon eene dergelijke zorg alle aanbeveling ver
dient, bestaat omtrent dc bevoegdheid dezelfde twijfel als bij
art. 7 is opgemerkt en lieeft men dus ook bier het stellen van
eene voorwaarde noodig gekeurd. Voor die graven, welke reeds
vroeger bijzonder eigendom warenverwijst men naar liet
gewone Burgerlijk regt.
11. Ook ait is een uitvloeisel van art. 2 van liet Provin
ciaal Reglement.
14. Deze bepaling staat in verband met de afschaffing van
alle buitengewone regten voor liet begraven vóór of na zeker
15. Dc noodzakelijkheid van dit voorschrift zal wel niet
betwijfeld wordennu bij het tarief als beginsel wordt gesteld
dat alle onkostenzonder onderscheid op dc eigenlijke ter
aarde bestelling vallende, onder dc aldaar vustgcstelde regtcn
zijn begrepen.
16. Reeds bij art. 20 van liet Provinciaal Reglement is dit
beginsel aangenomen. Thans wordt door de Gemeente cenige
vergoeding betaald voor het begraven van onvermogemlen
zoowel op deze als op de R. K. begraafplaats. Do Commissie
meent, dat hierin ecne verandering noodig is. en stelt dus
voor, die vergoeding voortaan niet nicer le verlccncii.
Het resultant zal voor do ingezetenen wel hetzelfde zijn,
daar die bijdrage anders toch door belastingen moest, worden
goedgemaakt, en het gevolg der afschaffing nu zal zijn, dat
alleen het begrafenisregt, ook eene belasting, een weinig
hoogcr is gesteld dan anders het geval zoude zijn.
17- Na hetgeen bij art. 10 is opgemerktkon deze intrekking
niet achterwege blijv'en.
Di RAAD dm GEMEENTE AMERSFOORT,
Gezien de nrtt. 238 en 254 der Wet van den 29
Junij 1851 (StaatsbladN®. 85),
Heeft besloten:
Fr zullen, voor de drie na te melden soorten van
lijken, begrafenisreglen op de Algemeene Burgerlijke
Begraafplaats dezer Gemeente worden geheven, naar
liet navolgend tarief:
Voor het lijk van een volwassene0,50
i) ii kinderen van I 12 jaren. 3,50
li beneden 1 jaar 2,00
Voorts zal moeten wnrden betaald:
1°. Voor regt van overboeking, bij overgang,
zoo door versterf als op eenige audere wijze. 2,00
2°. Voor aankoop van grondruimle, voor een
enkelen grafkelder30,00
Idem voor een dubbelen grafkelder 60.00
ii eene enkele grafstede 25.00
Dit tarief treedt in werking binnen vier weken nadat
het van de vereischte goedkeuring zal zijn voorzien.
Dz RAAD DM GENEENTE AMERSFOORT,
Gezien deszelfs Besluit van den 1853,
houdende vaststelling van het tarief voor de helling
der begrafenisregten op de Algemeene Burgerlijke Be
graafplaats dezer Gemeente,
Heeft besloten vast te stellen de navolgendo
VERORDENING op de Invordering dier Regten:
Ast. 1. De regten, verschuldigd wegens het begraven
op do Algemeene Burgerlijke Begraafplaats, zullen wor
den voldaan aan handen en tegen kwitantie vnn den
Ontvanger der Plaatselijke Belastingen, binnen acht
dagen na den dag der begrafenis.
2. De bepalingen van de artikelen 258 tol en met
260 en art. 262 der Gemeentewet zijn ten deze van
toepassing.
De Straten-Verlichting te Amersfoort.
Daar eene verbetering der tot dus verre bestaande
Straten-Verlichting le Amersfoort in deliberatie is bij
den Rand, deelen wij het onderstaande niede, in het
vertrouwen, dat zulks onzen lezers niet ongevallig zal
zijn:
Vóór en tot 1 September 1814 werd in de Straten-
Verlichting te Amersfoort voorzien zonder eenigerlei
aanneming. Op 12 Sept. echter van dat jaar is die
verlichting, daaronder begrepen de levering der be
noodigde olie en het onderhondenschoonhouden en
aansteken der lantaarns, voor den tijd van driejaren,
eindigende 31 Maart 1817, in het openbaar aanbesteed
en aangenomen door Joh. can Baai envoor een bedrag
van ƒ1545 in het jaar, onder voorwaarde, dat, van
1 Oelober lot ultimo Maart, al de lantaarns, alle
avonden, uitgezonderd de uren of avonden, dat de
maan verligt, binnen een half uur na zonnenonder-
gang tot een uur na middernacht (waaraan echter nouit
de hand is gehouden) zouden branden.
Vermits die aanbesteding ten uiterste slecht aan het
oogmerk had beantwoordzoodal do verlichting, niet
tegenstaande de slrikste surveillance daarover, niet
alleen zeer slecht was geweest, maar men bijna kou
zeggen, dal de gelden, daarvoor ten kosle gelegd,
zonder eenig nut waren uitgegeven, besloot de Raad
op 7 Julij 1817, om de verlichting niet meer aan te
besteden, maar dezelve, als au ouds, voor stads eigen
rekening te doen bewerkstelligen.
Nadat men zich dertien jaren lang gehouden had
naii dit besluit, gedurende welken tijd de verlichting
ƒ2296 in het jaar kostte, werd op 30 Augustus 1830
nogmaals de Straten-Verlichting in het openbaar voor
drie jaren aanbesteed en wel aan deiizclfden Joh. van
Banren, ditiuanl echter voor een bedrag van ƒ1865
in het jaar.
Die hernieuwde maatregel ten aanzien der Straten-
Verlichting leverde, evenmin als de vroegere, bevredigende
resultaten op, weshalve de Ranil op 27 Augustus 1833 het
besluit namom van de aanbesteding der Stads verlichting
in massa af te zien, en dit werk in den vervolge van
stadswege door stedelijke officianten le doen plaats
hebben, met bepaling echter, dat do levering der
daartoe benoodigde olie in het openbaar zou worden
aanbesteed; ten gevolge waarvan wij, over 1834 lol
1850 (de rekeningen van 1851 en 1852 zijn op het
oogenblik evenmin in origiuali als in afschrift voor
handen) een gemiddeld bedrag van ƒ3221 iu het jaar
voorde verlichting iu uilgaaf vinden gesteld, en over
1853 een bedrag van ƒ3350 daarvoor zien uitgetrokken.
Daarvoor heeft Amcisfuort eene verlichting door
middel van olie, met 1 gruoleii slaaiiden lantaarn op
den Bof, 28 grootc meestal haiiglaiilaarns, 50 gewone
lantaarns in de buitenwijken, en 254 gewone lantaarns,
binnen de stad, die, sedert eenige jaren gedurende 10
maanden (want gedurende twee maanden woidcn ze
afgenomen) uiterlijk tut middernacht, ieder hoogstens
1250 uren in het jaar brandende, le zamen 6037,5
Ned. kaniicii olie vereischen.
Die verlichting gaf en geeft voortdurend reden tot
klagen; van dunr dut de Heer Mr. I. Scheltus van
Leusden, destijds Lid van den Rand, op 20 Januarij
1852 nogmaals aan den Raad liet voorstel deed, om
hel al of niet doelmatige eencr aanbesteding der Stads,
verlichting in overweging le nemen (zie Amersf. Cour.
N°. 16), 'l welk echter niet werd aangenomenop
grond der medcdeeling, door Burgemeester en Wet
houders ter Raadsvergadering van 6 en 15 April 1852
gedaan, dat zij in onderhandeling waren over eene
verlichting dezer Gemeente door middel van gaz (zie
Amersf. Cour. N 27 en 29).
De Heer 6'. C. Ferrari toch, woonachtig le Amster
dam, had, bij missive van 5 Julij 1851, zich gewend
tot den Burgemeester, niet verzoek aan dezen, uiu le
mogen welenof de Burgemeester en de Raad der
Stad de oprigling van een loeslel voor het vervaardi
gen van guz doelmatig keurden, daarbij le kennen
gevende, dat zijns inziens een toestel voor drnugbuar
gaz lu-t voordeeligst zou zijn; waarna hij, geen ant
woord op dit schrijven bekomen hebbende, zich nog
maals, bij missive van 28 February 1852, wendde lot
Burgemeester en Wethouders, niet te kennen geven,
dat, ofschoon hij, bij schrijven van 5 July 1851 liet
Bestuur bad opmerkzaam gemaakt op een klein toestel
voor liet vervaardigen van olie-gaz, als eene voor de
stedelijke verlichting wensclielijke en vuordeelige zaak,
eene fabriek voor het vervaardigen van steenkolen-
pijpgaz hem later voordeeliger was voorgekomen; wes
halve hij bet Bektuur uitnoodigde, om, ingeval hetzelve
genegen mogt zijn nm in het najaar of met er lijd tot
eene Stads verlichting door middel van gaz over te
gaan, alsdan daarover met hem in onderhandeling te
treden; waarop hem door Burgemeester en Wethouders,
bij missive van 3 Maart 1852, werd geantwoord, dat
zij, ofschoon in deze. liet gevoelen van den Rand niet
willende vooruitloupenechter meenden Ie mogen
stellen, dat er hij dat Cnllegie geene bezwaren legen
zoodanige verlichting zouden beslaan, indien het voor
deel daarin gelegen op goede gronden kon worden
aangetoond; weshalve zij, alvorens deze zaak aan den
Raad le onderwerpen, den lieer Ferrari uitnoodigden,
om hun kenbaar le maken:
1°. het bedrag, waarop de verandering der inrigling
voor verlichting door hem werd begroot; en
2°. het bedrag der kosten van de verlichting zelve,
met opgave van het getal benoodigde lantaarns,
het aantal pitten van ieder derzelve, en dc on
derlinge afstand derzelve, naar den maatstaf
eener behoorlijke verlichting;
aan welke uilnoodiging door den Heer Ferrari geree-
delijk werd voldaan, bij missive van 9 Junij 1852,
welke, eene opgave behelzende van driederlei voor
waarden van verlichting dezer slad door middel van
sleenkulengaz (zie Amersf, Cour. N°. 38), iu de Raads
vergadering van 17 Junij 1852 is ter tafel gebragt. en,
ten fine van berigt, ad vijs en consideratie, tenzelfden
dage gesteld is in handen eener Commissie, die, nadat
een liarer leden opneming had gedaan van dc steen-
kolenguz-fahriek le Leijden, en terwijl zij nadere in
lichtingen uit die plaats wachtende was, een brief
ontving van den Heer Droinet, d.d. 16 October 1852,
waarin aan de Commissie inlichtingen werden aange
boden, ten aanzien eener met 30 °/0 bezuiniging aan
le wenden gaz verlichting.
Ten gevolge van deze offerte verzocht de Commissie,
bij missive van 3$ Oct. 1852, nun den Raad. oiu te
worden diligent verklaard, waartoe de 27 Oct. daaraan
volgende gereedelijk werd besloten (zie Amersf. Cour.,
N°. 59), zijnde der Commissie later nog door Burgemeester
en Welhouderen, bij missive van 2 Nov. 1852, ten
fine van voorloopig onderzoek, toegezonden bet rekwest
van de H.H. IFestermann en Robbèd.d. 30 October
1852, inhoudende verzoek aan het Stedelijk Bestuur,
om met hen adressanten in onderhandeling te treden,
omtrent eene verlichting dezer Gemeente door middel
vau die soort van gaz, waarvoor den H.H. Gossas en
C°. te Arasterdam octrooi was verleend (zie Amersf.
Cour. N°. 63); waarop de Commissie, hetzelfde lid,
dat opneming gedaan had vap de sleenkolcngaz-fabriek
te Leijden, tenzelfden einde naar Amsterdam gecom
mitteerd hebbende, ter Raadsvergadering van 18 Jan.
1853 Ier tafel bragt hel Rapport met hel ontwerp der
voorwaarden, copijelijk opgenomen in de AmersfCour.
N°. 69 en 70. welks behandeling de Raad, Ier ver
gadering van 15 Febr. j.l.tegen het voorstel van den
Heer Zegers Feeckensom de zaak der Straten-Ver
lichting nogmaals iu handen te stellen van dezelfde of
wel van cene geheel of gedeeltelijke andere Commissie,
met opdrogt aan deze, ont een tc dier zake behoorlijk
Rapport, dat is: een verslag van bevinding, opgemaakt
ten gevolge van een door al de leden der Commissie
ingesteld onderzoek, met redenen omkleed, met. be
wijzen gestanfd en bulreffendea/ de gedane aanbiedingen
aan den Raad in te dienen, beeft uitgesteld (zie Amersf.
Cour. N°. 72). op grond van het aan denzelven door
den Heer L. Schaap te Amersfoort ingediend rekwest,
d.d. 15 Febr. 1853. inhoudende verzoek, om ,de H.H*
M. M. Polak en Zoon, eenige agenten iu Nederland
van de 11.11. le Prince gazfabrijknnten le Luik alsnog
toe te laten om den Raad bekend te maken met de
door laatstgenoemde Heeren uitgevondene gazsoort en
de voorwaarden, waarop die door hen kou worden
geleverd; van welk uitstel de resultaten nog niet zijn
bekend.
ADVERTENTIE N.
De .iiidergeleekeiiden maken bij deze
bekend, dat zij, zich alhier als
STR00H0EDEN-FABRIJKANTEN
hebbende gevestigd, op den 2ó MtlUVl aanstaanden
bunnen Winkel zullen openen, ten huize van
JCOJCy op de Langestraatnaast de Socicteit
Concordia, en allerlei soort van NTROOHOEDEN
als nieuw WitftMchen en Vermaken.
(223) s. f. botty en c\
StCA?
Ter OVERNEMING wordt aangeboden
jeno sedert jaren bekende solicde
WINKEL-AFFAIRE
in HtroohoedestTaplsseriëtitlnlussterlën
Parfumerlënenz. enz.; eene Modiste, van
deze zeldzaam alzoo aangebodene gelegenheid gebruik
makende, zou bijzonder op eene vuordeelige uitbrei
ding kunnen rekenen; adres franco brieven aan
S. VAN ACHTERBERG!! alhier. (224)
BURGERLIJKE STAND VAN AMERSFOORT.
Vnn 27 February tot en met 5 Maart 1853.
BEVALLEN: 27 Febr. Geerlruida Alijda Wauteleers,
gebr. Brom, 1). Mijntje Wansing, gek. van der
Geld, D. 28 Febr. Gerritje Natter, geb. van den
Brink 1). 1 Blaart, Jacoba Blombergengeb. Brits, 'L
2 Blaart, Aaltje van Ramselaar, geb. Wal; Z. llen-
drika Stikvoort, Z.4 Maart, Aaltje van Burgsteeden,
geb. Molciunns, Z.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Willem Ruitenberg met Diederikn ran
Nimwegen. Hendrik Willem van Kuijkhof met
Carolina Launspach. Polrus Theodorns van Binnendijk
met Wijudeliua Elberta Douath. Dirk Ubbink met
Maria Anna van den Burg.
OVERLEDEN: 27 Febr. Theodoras Wilhelmus van
de Beek, 9 w. Maria Kraan, 20 in. 1 Maart,
Bernardus Kamper, 68 j. Johannes van der Geld,
lj. 2 Maart, Antje van Bogerjjen, 24 j. Jansje
Boon, 6 j.Maria Geurige, 51 j.gehuwd met Adaiu
Veldman. 4 Maart, Joseph van Minnen, 9 in.
Johannes Blombergen4 d. Theodorus Welling, 17 in.
219de STAATSLOTERIJ.
Prijzen en Premiën van f 100 en daarboven.
VIJFDE KLASSE.
3de Lijst N®. 5115, 14915 en 16210 ieder ƒ1000;
N°. 1865. 2641, 10965. 12351 en 14892 ieder ƒ400;
N°. 874, 8209 en 19805 ieder ƒ200; N®. 1098, 2469.
3280. 3675, 4714, 4724, 8409, 11226, 12564, 13619
eu 17178 ieder ƒ100.
4de Lijst. N°. 122651000N°. 2268400N®. 9572
12423, 12816 en 15990 ieder ƒ200; N°. 1892, 11052,
11744, 11824, 12418, 12605 en 13878 ieder ƒ100.
5de Lijst. N°. 3376 ƒ100000; N°. 10399 en 18489
ieder ƒ1000; N®. 12173 ƒ400; N\ 4430, 6356, 9947,
12495, 1402115022, 15904 en 18867 ieder ƒ100.
6de Lijst. N°. 9184. 13262 cu 19740 ieder ƒ1000;
N°. 28IÓ, 7888, 9671, 11888 en 16785 ieder ƒ200;
N°.9641042, 6540, 12599, 15115, 17338, 17348'en
18523 ieder ƒ100.
7de Lijst. N®. 114691500N°.8790, 12790en 19085
ieder ƒ400; N°. 1461 ƒ200; N®. 3917, 6940, 8707,
9702, 10294. 16179 en 17501 ieder ƒ100.
8sle Lijst. N°. 9151 ƒ1000; N®. 1024 en 3705 ieder
ƒ200; N". 3075, 5892, 6414,6570,7818,8089,8471
11669, 14028, 15166, 17135 en 19763 ieder ƒ100.
9de Lijst. N#. 3077 en 19446 ieder 1000; N°. 1311
4926 en 9820 ieder ƒ400; N». 7886 ƒ200; N°. 2241,
4398, 67716935.1042111570,12840,13862,14754,
15293, 15313. 15417, 15534, 15694, 15970, 16429,
18024 en 18893 ieder ƒ100.
10deLijst. N°. 41171000; N». 15448 ƒ400; N®. 4946
6242,7219 en 17052 ieder 200; N®. 2752, 2802, 5363,
6132, 7235, 7635,8012,14013.14812,15408,16938
17315, 17366 en 10528 ieder ƒ100.
VERTREK DER BEURTSCHEPEN
Amersfoort,
's morgens ten 6 ure:
Vrijd. HManrt.de Weerd.
Zond. 13 >1 Bos.
Woensd.16 Koekoek.
van Amsterdam
1 uur vóór Boomslullen
Dond. 10 Maart, Koekoek.
Zat. 12 Houlsaager.
ngsd. 15 a de Weerd.
Te AausrootTbij VEECKENS VAN KUIJKHOF.