A1HERSF00RTSCIIE
COERANT.
Y. 77.
DONDERDAG 24 Maart J853.
24 Maart
Donderd. Witte DonderdagThorwaldsen
overt,, 1844.
28 Maart
Maand. 2de PAASCHDAC.
25
Vrijd. V. M.; GOEDE VRIJDAG; Mart
Boodschap.
29
Diugsd. Anna Riguet over)., 1824.
28
Zalurd.
30
Woeii6d.
27
ZOND. PASCHEN.
31
Donderd. C L, Kw.Amersfoort Passcs-Purdesjurkt.
KENNISGEVING.
DE BURGEMEESTER der GEMEENTE AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de ingezetenendat hetdoor den
Heer Commissaris des Konings in de Provincie Utrecht goed
gekeurde kohier van het PATENTREGT over het 3de kwar
taal van het dienstjaar 18S*/S_ aan den Ontvanger der Directe
Belastingen alhier is ter hand gesteldaan wien ieder vcrpligt
is zijnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voette
voldoen.
Amersfoortden 21 Maart 1853.
De Burgemeester voorin
A. G. W1JKRS.
AMERSFOORT, 17 Maart 1853.
(Vervolg van het Verslag van het behandelde, in
de Raadsvergadering van 15 Maart j.l.)
Ten geslelden uredezelfde leden wederom zijnde
opgekomenwordt aan de orde gesteld
5°. De Verordening op du benoeming en het ontslag
van Gemeente-Ambtenaren en Bedienden, waarop de
Heer, Zekers Veeckens zegt, dat, terwijl art. 145 der
Gemeentewet bepaalt, dat alle Gemeente-Ambtenaren
en Bedienden door den Raad zullen benoemd en ont
slagen worden, voor zoo verre gezegde Wet of eene
Verordening daarop geetie uitzondering hebben gesleld
door Burgemeester en Wethouders bij de thans aange
bodene Verordening is voorgesteld, om de benoeming
van een honderdtal Officianten hun op te dragen dat
hij niet alleen voor die uiagtdelegatievooral voor die
van zoo groote uitgebreidheid de noodzakelijkheid niet
inziet, maar integendeel begrijptdat dezelve de publieke
dienst niet bevorderlijk zal zijn; dat hij, ofschoon vol
komen bevoegd, om dit zijn argument te slaven door
vroeger uilgebingle benoemingen, echter gedane zaken
ongeuiove.crd zal laten, aangezien de Raad hem toch zeer
goed zal begrijpen. Hetgeen gebeurd is moet echter leereu
oiu voorzigtig te zijn in het maken van bepalingen voor
den vervolge. Eu kan er niet eene andete redendan die
vun vergemakk..'lijking van het werk van den Raad,
voor deze Verordening worden aangevoerd, hij begrijpt
daarentegen, dat er van 15 personen eene meer onpar
tijdige benoeming is te wachten dan van slechts 3. Zijn
Burgemeester en Wethouders vreemd aan het verlaugeii,
om zich door het regt vau benoeming van zoo velen
■■enig aunzien tc geven bij den minderen stand der
bevolking; begrijpen zij, dat de Ambtenaren niet zijn
hun maar der Gemeente ter dienste dan zullen ze
liever de noodeluoze verantwoordelijkheid vau zich
afwerpen. Zijns inziens moest, als uitzondering op den
bij art. 145 der Gemeentewet gestelden regel, alleen
worden bepaald, dat de benoeming van omroepers,
keurmeesters, afslagers, wegers, meters, scheppers,
toosters, dragers, enz., geene andere, aan hel Collegie
van Burg. en VVelh. wordt opgedragen. De Heer IV ij er s
zegt, dut hij, ofschoon evenmin als het Collegie vau
Burgemeester en Wethouders, aan het doen van eenige
benoeming hechtende, deze Verordening heeft nnodig
geacht, omdat de benoeming vau al die Ainblenuren
uioeijelijk kan worden opgedragen aan den Raaddie
van tijd lot tijd slechts bijeenkomt. Nadat de II.H. v.
Li laar, Wijers, Zegers Veeckens, Herschel, Verloren,
Scheerenberg en v. Rel, naar aanleiding dier Verorde
ning, het woord hadden gevoerd, stelt de Heer Zegers
Veeckens, als motie vau orde, voor, om de voorlezing
der Verordening te dpeu plaats hebben met verzoek
aan de leden om, bij de opnoeming van iedere betrek
king zijne bezwarenvoor zoo ver hij die mogt hebben
in het midden te brengen, waarmede de Vergadering
zich vereeuigl. Daarop wordt besloten, op voorstel van
den Heer Zegers Veeckens, om de betrekking van
Stads Drukker niet meer als Gemeente-Ambt aan te
merken; op voorstel van den Heer Scheerenberg, om
de benoeming van de Poortiers over te laten aan den
Raadop voorstel van den tiee.r Zegers Veeckensom
de benoeming der Naehlwaelils over te Jaten aan den
Burgemeester; op voorstel vau den Heer Zegers Veeckens,
om de betrekking van Opwinder der Stads Uurwerken
niet als Gemeente-Aiubt aan to merken; op voorstel
vau den Heer ff'ijers om in de Verordening nog op
te nemen de betrekking van meter van de scliapeiiuiest
«en en nnder met algemeene stemmen; en eindelijk,
op voorstel van den Heer Zegers Vveckensmet 7
■tegen 5 stemmen (r. Rockom Maas, v. Werkhoven
tVijers, Herschel en G. Nieutcland), om de betrekking
vau besteller niet als Gemeente-Ambt aan te merken,
en zulks, ten einde de schipperij en de burgerij niet
langer te doen verkeeren in den waaii, dat de verant
woordelijkheid der schippers voor de behoorlijke bezor
ging der hun daartoe vertrouwde goederen, door de
Acr hand stelling derzelve aan dergelijke personen, op
laalstbeduelden overgaaten oin tevens kenbaar te maken
3iet gevoelen van den Raad, dat iedere schipper,
voerman of vrachtcr de volstrekt vrije bevoegdheid
■heeftom zelf zijne zoogenoemde bestellers aan le stellen
waarna, op vooibIrI van den Heer Verloren, wordt be
sloten, om den Claviger der Lat. scholen voorlaante
lieeten Conciergeop voorstel van den Heer v. Lilaar
«mi alle beambten, aan de dienst der brandbluscliniid-
delen verbondendoor Burgemeester en Wethouders
te doen benoemen, en eindelijk, de nlzoo gewijzigde
Verordening zijnde aangenomen, op voorstel van den
Heer Scheerenbergom aan het slot derzelve le stellen
de bepaling dal zij vóór 1 Jan. 1857 zal worden herzien,
6°. Is aan de orde het voorstel van den Heer Zegers
Veeckens, tot opheffing der Stads-Teekenschuolin de
Raadsvergadering van 15 Febr. j.l. ter tafel gebragt
(zie Amersf. Cour. N". 72). De beraadslaging daarover
geopend zijnde, zegt de Heer Zegers Veeckens, dat,
toen hij ter Raadsvergadering van 15 Febr. het voorstel,
thans als punt van behandeling gesteld, deed, bet Be
sluit duur de Afd. Amersfoort der Maatschappij tut Nut
van 't Algemeen op 10 Febr, j.l. genomen, om, in
stede van gevolg te geven aau het verzoek van Burg.
en Weth., even beleefdelijk als op grond der Wet
(van art. 148 der Gemeentewet), aan die Afdeeling ge
daan dat verzoek sléchts aan te nemen voor kennis
geving, hem niet bekend was; dat, komt het niet te
pas om zijner verontwaardiging over dat besluit in
deze vergadering lucht le geven, hij dal besluit toch
moet brengen in verband met zijn voorstel aan den
Raad gedaan om zich le stellen in contact met liet
Bestuur dier Nuts-Afdeeling, waarvan hij echter, op
grond van het Nuts-Besluit van 10 Febr., moet afzien,
weshalve hij bij deze verklaart, zijn voorstel in te trekken.
De Voorzitter zegt, dat is ingekomen een rekwest van
den Stiids-Teekeiimceslec Verboeten, inhoudende ver
zoek en zulks op grond van voorgenouiene woonplaats-
verandering, om ontslag, tegen 1 Aug. e. k., uit
voorzegde zijne betrekking. Wordt besluleu nm den
rekwestrant te verleenen het gevraagd ontslag, met
bepaling, en zulks op voorstel van den Heer Zegers
Veeckens, om, de uitbetaling van zijn tracleinent niet
langer difn over den lijd, dat hij te Amersfoort woon
achtig zal zijn, te doen plaats hebben.
Naar aanleiding van dit gevraagd en verleend ontslag
doet de Voorzitter het voorstel, oin eene Commissie le
benociifenen aan d«ze op te dragen het onderzoek
omtrent het al dan niet weuschelijke om de Stadsr
Teckenschool te behouden of wel in die zaak eene
wijiiging te brengen; 't welk wordt aangenomen, met
benoeming van de 11.11. Scheerenbergv. Lilaar en
Zegers Veeckens tot leden dier Commissie.
7°. Wordt gearresteerd het kohier van liet Brandgeld
over 1853, waarop, nadat hetzelve gedurende 14 dagen
had ter visie gelegen voor het publiek, geene aanmer
kingen zijn ingekomen. Op de bemerking van den
Heer Scheerenbergdat de Ontvanger van dat middel
tot dus-verre is in gebreke gebleven om zijne rekening
over 1851 over le leggen, zegt de Voorzitter dat die
Ambtenaar nog onlangs daartoe door Burg. en Weth.
is aangemaand geworden.
8". Wordt ter tafel gebragt eene voordragt van mng-
liging tot uf- en overschrijving van posten op de Be-
grouting van 1852, gegrond: a. op meerdere uitgaven,
ten behoeve vuil hel Bram) wezen b. op meerdere
ontvangsten en uitgaven wegens de Alg. Burg. Begraaf
plaats, en e. op interest betaling, ten bedrage van f 22,58,
van de leening van 30000; nedergelegd ter Secretarie.
0°. Peelt de Voorzitter mede, dat ij de l/esluieh van
de bij art. 148 bedoelde inrigtiiigen in deze Gemeente,
uitgezonderd alleen het Bestuur der Afdeeling
Amersfoort van de •Maatschappij tot Nul van 't Alge
meen aan de uitnoodiging, om een verslag over 1852
in te dienen, hebben voldaan, Nederleggitig dier ver
slagen ter Secretarie.
10°. Brengt de Voorzitter ter tafel de Rekeningen
over 1851 en de Begroetingen voor 1853 van de Arm
besturen binnen derw Gemeente; hebbende Diakeuen
der Ev. Lulherschc Gemeente alleen de Rekening over
1851 ingezondenen, (en aanzien der verlangde Be
groeting, verklaard, dat hel huil niet duenlijk is die
over een geheel jaar tc geven, omdat eerslens de ge-
heele ontvangst op wisselvallige giften steunt en ten
andere de berekening, of de armoede zal toe-of afnemen,
onmogelijk is; terwij! de Kerkeraad der RemonstranUclie
Gemeente, onder verklaring zijner bereidvaardigheid,
om, ten aanzien van het Armwezen dier Gemeente
anu het Bestuur steeds die inlichtingen le geven, die
van deuzelven zullen vcrlangü worden, die stukken
niet heeft ingediend, als willende de Kerkeraad voor
den vervolge zich ontslagen zien v;pi de uit die sub
sidie vourtvlucijende wettelijke verptigliug. Gesteld in
banden eeuer Commissie, bestaande uit de U.U. van
fVerkhorcn, Herschel cii van Rel.
11°. is aau de orde hel Ontwerp der Verordening
tot het weren der Honds Ihcid. Na goedkeuring vau
de algemeene strekking en van de zes eerste artikelen
dier Verordening, doet do Heer Zegers Veeckens het
door den lieer v. Reek ondersteunde voorstelom bij
de eerste zingnede van art. 7, tot voorkoming van
allo misverstand, te voegen onverminderd de straf
bij art. 11 op de overtreding nan art. 1 en 5 gesteld
welk amendement, gewijzigd, op voorstel van den
Heer v. Bel, in dier voege, dat aan het 6lot van dat
artikel zal gevoegd worden in beide gevallen, onver
minderd de straf bij art. 11, op de overtreding be-
dreigdu, zonder hoofdelijke omvrage wordt aangenomen;
voorts wordt, op voorstel van den Heer Zegers Veeckens,
ondersteund door den Heer v. Rockom Maas, N°. 1
van art. 11 in dier voege gewijzigd, en zulks met 7
tegen 5 stemmen (t>. Lilaar, Herschel, Diemont, Ver
loren en v. Beek), dat de overtreding van arlt. 1,3,
4 en 5 slechts niet eene geldboete en niet, naar luid
van't concept, niet gevangenzetting tal worden gestraft;
daarop wordt een voorstel van den Heer v. Lilaar,
ondersteund door den Heer Diemont, om aau deze
Verordening twee artikelen toe te voegen, waarin be
paald wordt, dat alle vroegere Verordeningen op dit
punt zijn ingetrokken, en dat deze Verordening verbindt
op den veertienden dag, na hare afkondigiug, zonder
hoofdelijke omvrage, aangenomen; een voorstel vandeet
Heer r. Rel, ondersteund duor den Heer c. Lilaar, om
de Verordening van 31 Julij 1852 in deze op le nemen,
met 10 tegen 2 stemmen Zegers Veeckens en Wijers)
aangenomen, en eindelijk ook het voorstel van den Heer
Zegers Veeckens, ondersteund duor den Heer fVijers
om deze Verordening, ten fine van redactie, niet in
achtneming van de daaromtrent aangenoraene voorstel
len aau de Commissie terug le zendenmet algemeene
stemmen aangenomen.
12°. Wordt in behandeling gebragt het ontwerp tot
wijziging van het Reglement, op het stuk van den
Brand binnen Amersfoort, van 21 Augustus 1845.
De Heer Zegers Veeckenshet woord erlangende, zegt:
«Naar liet oordeel der Commissie, benoemd tot liet
ontwerpen der Verordeningen, welker overtreding met
straf wordt bedreigd, moet het Brandreglement van
1845 worden herzien. Bij dat herzien zegt de Commissie,
bestaat periculuin in mora. Wel zal de Cuminissiê bin
nen 9 maanden een ander Brandreglement den Raad
lot vaststelling aanbieden, maar de op heden voorge
stelde veranderingen kunnen geen uitstel lijden. Sedert
het in werking treden der Gemeentewet zijn 18 maanden
verluopen gedurende al dien tijd hield men zich aan
het oude reglement, bestond de volstrekte noodzake
lijkheid tot herziening niet; nu kan dat reglement geen
9 maanden meer mede. Waarom heeft de Commissie
die 7 Sept. reeds werd benoemd, dan niet vóór langen
tijd dit bezwaar den Raad kenbaar gemaakt? Mijns
inziens is er, sedert deze Raad zitting nam, en zélfs
sedert Sept. - j.l. lijd genoeg geweest om een geheel
ander Brandreglement voor te dragen. Ik kan niet
erkennen, dat de zaak geen uitstel kan lijden; daarom
verklaar ik mij tegen deze voordragt, die eene partieele
verandering van 't Brandreglement van 1845 ten doel
heeft.
«Maar de urgentie lol herziening zelfs in het midden
gelaten, dan heb ik toch een bezwaar tegen de aan
neming dier voordragt. Het Brandreglement van 1845
is een zeer gebrekkig stuk. liet legt persoonlijke dien
sten up, even als. de wetten op de Militie en de Schut
terij daar heb ik niets tegen; maar, terwijl we in
voorzegde wetten het beginsel opmerken van gelijkheid
van verpligtingenvoor alle ingezetenen van zekeren
leeftijd, de bcpaliug dat allen moeten dienen, laat het
Amci'sfoortscli Brandreglement van 1845 het designe-
nienl van ingezetenen tot dienstpreslatie over aan de
willekeur van eenige weinige personen. Ik behoef dus
niet te zeggen, dat er daarom zoo veel op 't brand-
personeel valt aan le merken; dal er daarom, bij
.iederen brand, zoo veel wanorde heerscht; dat er
daarom, bij iederen brand, voor Stads rekening jenever
wordt geschonken, om daardoor de zinnen vau spuit
gasten en pumpers te bedwelmen, opdat ze niet zouden
bedenken, dat de minder gegoede daar, zonder beta
ling, gedwongen wordt lot een dienstbetoonterwijl de
meer gegoedevrij als hij wordt gelaten óf in zijn
bed blijft liggenóf zijnen verongelijkten medeburger
in den nacht ziet werken, waarduur laatstbedoelde, ten
gevolge van vermoeidheid of verdierlijking, niet in staat
is om den dag, die op den brand volgt, zijne gewone
beroepsbezigheden uit tc oefenen.
Uet Brandreglement van 1845 vordert, ik ben 't
eens niet de Commissie, herziening; mnar herziening,
met het oog op de bepaling van art. 193 der Gemeen
tewet. Bij die herziening, bij 'A maken van een ander
Reglement, rnuel echter niet, gelijk de Commissie
schijnt le begrijpen, het designenicnt tut de dienst
worden oyergelaleii aan Burgemeester en Wethouders,
en dat zonder regt vau reclame; neen, alle iugezetencn
van zekeren leeftijd moeten ipso jure dienslpliglig zijn,
en het designement bovendien vatbaar zijn voor reclame.
«Hoe gebrekkig het Brandreglement van 1845 ook
zjj, dc zumciislcIJcrs van hetzelve zijn echter door loo-
kenning van een regt van reclame meer vrijzinnig ge
weest dan de Commissie van 1853. Het bezwaar door
laatstbedoelde tegen het regt van honger beroep aange
voerd, uls zoude de Raad slechts zijn de wetgevende
magt; als zoudu de Raad zich niet met de wijze vau
uitvoering van zijne besluiten kunnen beinueijen; is
niet gegrond, ja in tegenspraak met de wet. Zij, wier
namen van de kiezerslijsten zijn weggelaten; zijdie voor
een enkelen cent te hoog zijn aangeslagen, zouden in
honger beroep kunnen komen bij den Raad, eu daar,