J
DONDERDAG, ó~l JVovember d853.
17 Nov. Donderd.
18 Vrijd. Amibsfoobt vzttk Beïstessubkt Ludw. Hofacker overl.1
19 Zaturd. Elisabeth van Thuringen overl.1231.
20 ZOND. John Williams vermoord, 1839.
AMERSFOORT. 17 November 1853.
De leden der Quartet-fereenigingte Amersfoort,
bestaande uit de Heerenff. L. Soheltus, D. Steinbuch,
C. A. Bousquet, L. ffeijl, C. P. II. SuijckB. T.
Suijck, Broers en Jansen, hebben het voornemen op
gevat, oin op Woensdag den 21 December eerstkomende
een concert te geventen voordeele der algemeene ar
men, legen een entrée-geld van 1.
Mogen die Heereu hun wensch zien vervuld tot
leeniging van den nood der armen, door eene ruime
deelneming der burgerijl
Te Amsterdam is den 9Nov.j.I. voor de Arrond.
Reglbnnk (Kamer van Strafzaken) behandeld de zaak
van het 0. M. contra den Theol. Gandidaat S. A. Dwars
.van Amersfoort, als Schrijver, onder den naam van
Jan Claassen van hel onzedelijk pamflet de Vermakelijke
en Roomsche Poppenkast rarekiekop nieuw voor hel
volk vertoond.
Na afloop van het getuigenverhoor, waarbij de be
klaagde te vergeefs heeft getracht eenen getuige, den
drukker, te wraken en waaruil is gebleken, dat den
beklaagde, voor zijn manuscript, volgens zijn zeggen
uit Corvin en andere Schrijvers overgenomeneen
bedrag van vijf gulden is uitbetaald, heeft het Open
baar Ministerie, bij monde van den Subst.-Offieier, Mr.
II. A. Hartoghde beschuldiging volgehouden en ge-
rekwireerd, dut de beklaagde zou worden veroordeeld
tot eeue gevangenisstraf van zes maanden en cenc geld
boete van 250; waarop door den advocaat, Mr. S. J.
Cohen, als verdediger voor den beklaagde opgetreden,
hoofdzakelijk is aangevoerd, dat deze zaak was een
procés de tendance, zoo als in de latere regeringsjaren
van Karei X in Frankrijk helaas.' zoo velen waren ge
weest; dat het niet was gebleken, dat hel gedrukt
pamflet ru het manuscript identiek zijn; dat, al moge
het pamflet plat (d la Dtoars) zijnhel doel niet
strafbaar en de strekking verschoonbaar is en de
Schrijver niet valt in de termen der Strafwet, te
minder daar al hetgeen daarin staat öf historisch waar
óf aan andere Schrijvers ontleend is, zoodat hier niet
kan gedacht worden aan art. 287 van hel Strafwetboek
dat spreekt van auteur.
Tot Griflier bij het Kanlongeregl te Wjjk bij
Duurstede is benoemd Mr. P. JJ. LinckersAdvocaat
te Leijden, en zulks ter vervanging van J. Engelen
van Sohaik, eervol ontslagen.
Z. M. heeft aan den lieer Mr. A, van Goudoever
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als Schoolop
ziener in de Provincie Ulrechl.
Tc Utrecht, is, den 13 Nov. j.l.in 73jarigen
ouderdom, overleden de lieer Mr. F. van de Pull, oud-
Gouverneur der Provincie Utrecht.
De Eerw. Heer F. C. van den Ham, Theol. Dr.
en Predikant te Utrecht, die, even als de Eerw. Heer
N. BeetsTheol. Dr. en Predikant te Heemstede, eene
herhaalde beroeping, als Hoogleeraar bij het aan de
Kaap de Goede Hoop op te rigten Seminarie, heeft ont
vangen heeft ook thans daarvoor bedankt.
De Raad der Gemeente Haarlem heeft, in zjjne
vergadering van 9 Nov. j.l.met algemeene steiiimeu,
besloten, om den |>ust voor de verpleegde bedelaars in
de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid op
de begroeting voor 1854 weg te laten en daarvan aan
het Hooge Bestuur kennis te geven.
Den 31 Oct. j.l. heeft voor de Arrond isseraents-
Rcglbank te Almelo gediend de zaak der begrafenis te
Oldcnzaal van den tot het Israëlietisch Kerkgenootschap
behoorenden Heer Themans, waarvan werd melding
gemankt in N°. 102 dezer Courant. De uitspraak in
deze, naar wij vernemen, bepaald op 14 Nov., zal
later door ons worden medegedeeld.
De openbare audientiën van den Minister vnn
Justitie zullen voortaan gehouden worden op iederen
Dingsdng, des namiddags ten één ure.
De Nederlander heeft dezer dagen mededeeling
gedaan van een door een aantal lidmaten der Ned. Ilerv.
gemeente te Amsterdam, op 31 Oct. j.l., aan den Ker-
keraad aldaar ingeleverd protest, tegen de gednno
beroeping van den Eerw. Heer L. S. P. Mcijboom
waarin adressanten, onder voorgeven, dat hunne be
schuldiging juist is en boven allen twijfel verheven,
zeggendal genoemde Predikant niet alleen ontkent
en verloochent, maar bovendien ten krachtigste be
strijdt, onder meerderen: a. de waarachtige en eeuwige
Godheid van Christus; b. de uitdelging der schuld,
door het bloed des kruises; c. de onfeilbaarheid van
de leer der Apostelen. Verklarende adressanten daarom
den beroepen Heer Meijboom nimmer als hunnen
Leeraar te zullen erkennen en al het mogelijke te
zullen aanwenden, om de Jeden der gemeente te wijzen
op het gevanr, dat hen dreigt, door de prediking in
haar midden van eene leer, die zij willen bestrijden,
zoo lang er een adem in hun binnenste is.
Een ingestonden stuk, in de Prov. Groninger Courant
van 10 Nov. j.l., behelst daaromtrent het navolgende:
«Het is geen wonder, dat de Nederlander ingenomen
is met zulk een protest en het wereldkundig maakt,
want het is overbekenddat dit Blad vijandig overslaat
21 Nov. Maand. Arnhem, Tiel beestenmarkt.
22 Dingsd. Marlinus Stuart overl., 182
23 Woensd. L. Kw.
24 Dond. John Knox overl., 1572.
legen een eenvoudig en zuiver Evangelisch Christendom
en daarentegen in bescherming neemt sommige men-
schelijke schriften en besluiten van kerkvergaderingen.
Men betreurt het eohter, dat een Dagblad, 'l welk
teer merkbaar onder de leiding staat van een in menig
opzigt zeer kundig en verdienstelijk man, de onrust in
de Hervormde kerk gaande zoekt te houden en aan te
stuken. Men ergert zich aan eene handelwijze, die
weder, gelijk vroegere, herinnert aan het bekende:
Superos tnovere si uequeo, Acherontem movebo. Men
kan het niet rijmen, dat de partij, die zich de anti-
revolutionaire bij uitnemendheid noemt, onophoudelijk
bezig is om zich te verzetten tegen alle beslaande
magten, kerkelijke en wereldlijke, die niet regeren,
zóó als die partij het verlangt; dat de partij, die altijd
voorgeeft, zich aan Gods Woord te houden, zoo geheel
ter zijde stelt in de praktijk, wal de ApoBtel zegt:
«Alle ziele zij den maglcn, over haar gesteld, onder
worpen: want er is geene magi dan van God, en do
magten, die er zijn, die zijn van God verordineerd,
ahoo dal die zich legen de inagt stolt, de verordening
van God wederstaal.Of bestaat er misschien een
unti-revolutioiiaire Bijbel, waarin gelezen wordt: Alle
ziele zij aan zulk een Ministerie, aan zulk eene Synode
of andere kerkelijke magt, als overeenstemt met de zich
noemende antirevolutionairen, onderdanig, want er is
geene magt, die van God is, dan eene zoodanige
«Wij kunnen verzekeren, dat in de Nederduilsche
Uervormde gemeente hier ter stede, waar de belang
stelling in eene zuivere en heldere kennis van het
Evangelie niet gering is, het aanstaande vertrek van
Dr. Meijboom niet leedwezen te gemoet wordt gezien,
omdat men hem heeft leeren kennen, als iemand vun
eene zuivere en heldere Evangelische denkwijze, veel
omvattende geleerdheid, ijverige werkzaamheid en zeld
zame talenten. Maar juist de tegenkanting van zekere
partij legen zijne beroeping naar Amsterdam brengt te
weeg, dat men zijn besluit, om derwaarts te vertrek
ken, volkomen billijkt, dnnr die tegenkanting doet
zien, dat in de grootste Hervormde gemeente van ons
Vaderland door zulk een man waarschijnlijk zeer veel
nut zal worden geslicht. Of echter de tegenkanting
tegen zijne beroeping wel zoo groot is, als men uit
de Nederlander zou kunnen opmaken, valt zeer te be
twijfelen. Wij gelooven niet, dat het een aanzienlijk
deel is der Hervormde gemeente te Amsterdam't welk
dat protest heeft ingezonden. De Nederlandor meldt
niet, hoe groot het aantal der Proteslerenden is, en
ook niet, welke die protesterende leden zijn. Volgens
de door ons ingewonnen heriglen, belmoren ook in
Amsterdam reeds velen tot die partij, welke prijs stelt
op eene reine en vrije TTpaHge/ieprediking, en die zich
inderdaad houdt aan dal grootc beginsel der Hervor
ming, 'l welk uitgesproken is in het zevende artikel
der Nederduilsche geloofsbelijdenis, in deze woorden:
«Men mag geene menschenschriflenhoe heilig zij
geweest zijn, gelijk stellen met de goddelijke schriften,
noch de gewoonte met de waarheid Gods (want de
waarheid is boven al), noch de groote menigte, noch
de oudheid, noch de successie van lijden of personen,
noch de conciliën, decielen of besluiten.
De Regering heeftop de verslagen der Commissiën
van Rapporteurs over de Slaalshegrooling voor 1854,
ten aanzien van Hoofdstuk VII R.-KatholEerediensl)
medegedeeld, dal zij. door de medewerking, welke zij
bij de hoofden van liet R.-Kalh. Kerkgenootschap ontmoet
heeft, zich nu reeds in staal bevindt, om te kunnen vol
doen aan den wensch, betrekkelijk het invullen der be-
noodigde geldsommen voor de aanvankelijk pro memorie
uilgetrokken artikelen der 2de afd. van dit hoofdstuk.
Dien ten gevolge zijn thans overgelegd 1 een gewijzigd
ontwerp tol vaststelling van dut hoofdstuk, waarin de
bedoelde geldsommen zijn opgenomen, en 2°. een uit
gewerkte en toelichtende slaat, voor zoo veel de be-
standdeelen der artikelen vnn de voornoemde 2de af-
deeling betreft. Dczo toelichtingen geven een uitvoerig
overzigt van de tegenwoordige inrigling en het Bestuur
van het R.-Kath. Kerkgenootschap en daaruit blijkt
hoofdzakelijk het volgende:
Volgens de aan de Regering bekend gemaakte bepa
lingen, is het kerkelijk grondgebied van het genoemde
Kerkgenootschap binnen dit Rijk afgedeeld iu vijf
diocesen, zamcngesteld uit de oude kerkdistricten. Die
vijf nieuwe diocesen zijn aanvankelijk ingedeeld als
volgt: Utrecht in 15, Haarlem in 10, 's Hertogenbosch
in 13, Breda in 4, en Roermond in 11 decanaten.
De standplaatsen en betrekkingen der plaatselijk dienst
doende Geestelijken zijn op den ouden voet gebleven
terwijl de vroeger van Staatswege als parochie, of als
rectoraat erkende R -Knth. kerkgemeenten nog geene
nieuwe parochiale omschrijving hebben ondergaan.
In liet diocees van Utrecht zijn opgenomen 230 paro
chiën; in dat van Haarlem 198; in dat van 's Bosch
217 en 3 rectoraten; in dat van Breda 77, en in dal
van Roermond 19 en 19 rectoraten. Hel Kerkelijk
Bestuur van ieder diocees is opgedragen aan één
Kerkvoogd, die daarin wordt geholpen, als zijne om
standigheden of dio van zijn diocees zulks vorderen,
door één Coadjutor en voorts wordt bijgestaan door
één of meer r icarissen-Generaaldoor één Secretaris
en door één Landdeken in elk decanaat. Voor het
tegenwoordige is er slechts één Coadjutor, die den
hoogbejaarden Kerkvoogd van het diocees van Breda is
toegevoegd. Er zijn nog geene Vicarissen-Generaal aan
gesteld.
Iu de kosten van het Kerkelijk Bestuur der vier
voormalige kerkdistricten werd lot hiertoe, volgens
vroegere bepalingen, van Rijkswege bijgedragen, aan
jaarwedden en tegemoetkomingen, eene som van ƒ22410.
De thans veranderde inrigling van het Kerkelijk Bestuur
heeft noodwendig eene wijziging in de vroeger bepaalde
verdeeling der toegestane som gevorderden deze wij-
ziging is aanvankelijk door den Koning, kraohlens
art. 108 der Grondwet, geregeld als volgt: a. de jaar
wedde der Kerkvoogden zijn berekendvoor elk diocees
op ƒ2500, welke som door de tot hiertoe bezoldigde
Kerkvoogden der oude kerk-districten genoten werd,
cn al zoo tc zamen ƒ12500; b. de jaarwedde voor de
Secretarissen insgelijks op de vroeger voor die betrek
king toegekende som van ƒ400, en dus te zamen
ƒ2000; c. de tegemoetkoming in de bureau- en admi
nistratiekosten der diocesen en daartoe beho-'-ende
decanaten op ƒ0 voor iedere als parochie e, ende
R.-Kathol. kerkgemeente, waarvan het getal nu 880
beloopt, en alzoo ƒ5310, welk cijfer gelijk staat met
de voor dit art. bij de Wet van 23 Deo. 1852 beschik
baar gestelde soiu.
De nieuwe kerkelijke inrigling heeft tot hiertoe geene
verandering te weeg gebragt in de betrekkingen en
standplaatsen (parochiën' en rectoraten) der plaatselijk
dienstdoende Geestelijken. Dit is evenmin het geval ge
weest niet de aan die betrekkingen verbonden rijks-
jaarwedden. De kerkelijke gemeenten worden bediend
door 910 Pastoors, Desservanten cn Rectors, en door
647 Kapellaans en Vicarissen, te zamen 1557 Kerk
leeraars. Hel gezamenlijke bedrag der jaarwedden van
deze Leeraars is ƒ419437.
De gezamenlijke uitgaven voor dit Vilde Hoofdstuk
zijn nu voor 1854 geraamd op ƒ573329, dal is ƒ20009
meer dun de werkelijke uitgaven over het jaar 1852,
en 15083 meer dan voor 1853 is toegestaan. De
uilgaven van de 2de afdeeling (R.-Kath. Kerkgenootschap)
zijn nu uitgetrokken voor ƒ480199 (dat is ƒ12063
meer dan de uitgaven over 1852), en wel: voor Ker
kelijk Bestuur ƒ19816, voor Somiiiariën ƒ9000, voor
onveranderlijke competentiën 21745, voor plaatselijk
dienstdoende Kerkleeraars 419437 en voor subsidiën
ten behoeve van kerkelijke gebouwen en pastoriien
10200. J
Voorts heeft de Regering, betreflende de ff el op de
Middelen, verklaard, dat zij, inet de meerderheid,
eenstemmig van oordeel is, dat er gewigtige beden
kingen bestaan legen eene verandering in de heffing
der belastingen. Zij heeft, bij het aanbieden der be
grooting, hare denkbeelden over dit zoo aangelegen
onderwerp ontvouwd, en verklaard, dal het ook haar
wensch is, aan billijke verlangens te gemoet te komen.
Deze bezorgdheid voor 's lands geldelijken toestand moet
evenwel in dezen dringen tot grooto behoedzaamheid,
cn de Regering zou het niet geraden achtenvoedsel
te geven aan het denkbeeld, dat in de heffing eener
income-laxof van eene rentebelasting, vergoeding zou
zijn te vinden voor eene gedeeltelijke afschaffing der
aocijnsen.
De omstandigheden, waarop gewezen wordt, houden
de aandacht der Regering levendig gaande, en zij
billijkt volkomen de bedoeling, welke ten grondslag
ligt aan het geopperde denkbeeld. Door de maatregelen
genomen bij het Koninklijk Besluit van den 15 Sept. j.l.
Staatsblad n°. 103), heeft zij van hare bezorgdheid
doen blijken, en zij vleit zich, dat die maatregelen
krachtig zullen bijdragen, om verdere verhuoging van
den prijs der levensmiddelen te keer te gaan. De tegen
woordige prijzenten gevolg van omstandigheden buiten
haar boreikmoeten ongetwijfeld velen tot bezwaar
strekken; maar welke middelen men tol leniging mogt
willen aanwendeneene lijdelijke schorsing van de helfing
van Boinmige nccijnsen zou, naar het inzien der Rege
ring nietalthans niet afdoendedaartoe kunnen
medewerken. Zulk een maatregel zou liet publiek ver
mogen gevoelig aantastenen daarbij hoogst waar
schijnlijk niet dun misrekening en teleurstelling to
weeg brengen.
Zonder te ontkennen, dat de accijns den prijs ver
hoogt der belaste waar, moet men niet voorbijzien,
dat in sommige gevallen, en inzonderheid waar de
aankoop zich bepaalt tot dagclijkscho behoeftendie
verhuoging bijna niet merkbaar is. De accijns is veel
tijds tóó in den prijs der grondstof ingeweven, dat hij
bij kleine partijen moeijelijk daarop afgezonderd te
berekenen is. Zoo is, bij voorbeeld, de accjjns op de
rogge per pond zoo gering, dnt do afsohalfing daarvan
op den winkelprijs schier geen invloed zou kunnen
uitoefenen, en mitsdien kwalijk voor het geheel ten
bate zou komen van den verbruiker. Besloot men der
halve tol eene afschaffing van dezen acoijus, het voor-