der Grondwet, en daarmede is de taak afgedaan. Hij
gaat overigens de gronden na, die leiden oiu zich le
eerder bij 's Konings keutq neêr te leggenoin een be
paald ambtenaar aan le stellen. Zij tijn dete: 1°. be
aard der Kerkgenootschappen, als zedelijke ligchaiucn,
op het grondgebied van den Staat werkende in den
Staat. Zij tijn jn vrij, maar gebonden aan do Wetten
van den Slaat; 2°. de tegenwoordige toestand der Kerk
genootschappen3°. er zijn ten optigle van ul de
Kerkgenootschappen aan den Koning bepaalde verplig-
tingen opgelegd. Hij moet ze allen gelijkelijk bescher
men. Maar buitendiente moeten ook worden beteugeld,
zij moeten gehouden worden binnen de palen van de
Wet. Er is volstrekt policie noodig. Hij slaaft dit be
weren met voorbeelden zoo binnen als builen 's Lands.
De godsdienst is van hare oorspronkelijke bestemming
afgeweken. Zij is, zoo hier als elders, a! meer on meer
een twistappel geworden, ten einde staalkundige be
doelingen le bereiken, en zoo komt hij van zelf tot de
afscheidingen in de Hervormde Kerk. Hij karakteriseert
die partij, die, door middel der godsdienst, op het
Staatsgcbied wil treden; die twist, vuur en vlam wil,
cn daarom de Academiën niet wil doen zijn leerscholen
en oefen perkenmaar strijdperk cn Iwislzalen om reeds
iu den jeugdigen leeftijd staatkundige en godsdienstige
partijschappen aan le vuren. En wanneer dat alles
wordt uiteengezet, onder de bedreiging aan het Minis
terie: «lel uw vijand niet le ligt; acht u ze hen niet
le sterk; gij hebt ons uoodig; gij zult eerlang ge
dwongen worden te geven wal gij nu nog weiger!
Waar zóó gesproken eu gedreigd wordt, daar ziel men
de noodzakelijkheid van afzonderlijke Ministers, uil liet
oogpunt van beteugeling, tc eerder in.
Dc Heer Groen van Prinsterer stelt zich twee vragen
ter behandeling voor: 1°. Is het weiischeljjkdal er een
Minister voor de Hervormde Eeredicnst benoemd worde;
2". mag de Kamer de golden daarvoor aangevraagd
ontzeggen? Wat het eerste punt betreft, is het tot hiertoe
zijne overtuiging, dut hel «iel noodzakelijk is, een af
zonderlijk Minister le hebben; dat dergelijk hoofd van
dit Departement zeer goed kan worden gemist, en dut
hij dien zelfs voor het tegenwoordig Ministerie geheel
overtollig acht. Spr. koiut nu van zelf op de argu
menten, door den Heer de Kempenaer aangevoerd, len
voordeele van liet behoud van afzonderlijke Ministers.
Diens hoofd-argument was, dat dc gezindheden moesten
worden beteugeld. En stelt Spr. zich nu de vraag voor,
wie dan eigenlijk moest worden beteugeld, dan schijnt
het, dat dit op zijne partij slaat. Nu merkt hij echter
op, dat bedoeld lid zich aan een misverstand heeft
schuldig gemaakt. Toen Spr. toch eenige dagen geleden
een woord van waarschuwing aan het Ministerie rigtlc,
werd er door hein van ecu zwakken bondgenoot eu
van eenen vijand gesproken, cn nu gelooft hij, dal
het duidelijk was, dut hij zijne partij, met den zwakken
bondgenoot heeft bedoeld, teiwijl hel wel duidelijk tijn
zalwie de vijand was dien men op liet oog had. Spr.
begreep, niet stilzwijgend voorhij temogen gaan de be
wering van dat lid, dat zijne partij, iu plaats van in
zekeren staat van bondgenootschap, integendeel in staat
van vijandschap met liet Ministerie zou verkeeren. Een
ander misverstand is daarin gelegen, dat zijne partij
werd afgeschilderd als een onderdeel of fractie van
de Hervormde Kerk als eene voortzetting der Dordtsche
vaderen in moderne kleederen. Neen, zegt S|ir., we
zijn geen onderdeel, geen fractie van de Hervormde
Kerkmaar een onderdeel van ecue groote politieke
partij, die in geheel Europa beslaat; die vroeger onder
do leiding van Burke en Pitt, later, onder die van
Guizot en Stahl, de beginselen van vrijheid eu regt
verdedigd heeft, tegenover de vrijzinnige begrippen,
waarvan hel lid, even als dat van Maastricht, vroeger
een der uitstekende woordvoerders geweest is. Zijne
partij zal voortgaan die regleu en pligten le doen
gelden en zij zal daarin door geen Minister voor de
Hervormde Eeredienst worden beteugeld. Het bedoelde
lid heeft de gebeurtenissen van do XVIe eeuw, do
brandstapels, de noodlottige twisten, de jaren van
1617—19 herinnerd. Maar S|ir. vraagt op zijuo beurt,
of dit alles zou zijn voorgekomen, zoo er toen een
Minister voor de Hervormde Eeredienst geweest ware?
Wat hel bedoelde lid aan de Ministers voor de Eere
diensten wilde opdragen, zag, naar Spr. meent, racer
op Ninislei-8 van Politic, dan voor de Eeredienslen.
Spr. erkent, dat beteugeling in vele zaken goed en
nuttig kan zijn mits het met groote behoedzaamheid
geschiede. Maar hij herinnert, dal, als de teugels to
vast gehouden wordende ruiter dikwerf uit hut zadel
geraakt. Nu weet Spr. weldat het meergemelde lid
de noodzakelijkheid van beteugeling zal volhouden met
het oog op eene andere gezindheid, maar Sjir. gelooft,
dat ook die rigling niet door vrijzinnige Wetten kan
worden beteugeld maar dat men daarbij groote veer
kracht en behoedzaamheid aan den dug moet leggen.
Wilt ge beteugeling, rigt dan, zegt Spr., uwe Wetten
zoodanig in, dat zij met de Wellen van den lloogslen
Wetgever niet in strijd zijn. Maak dan geene Wet op
het openhaar Onderwijswaarin liet spreken over de
godsdienst, als een wanbedrijf, wordt verboden. Spr.
twijfelt er aan, of het doel, dat gemeld lid zich voor
stelt: beteugeling der gezindheden, door het beslaan
•van eenen Minister voor de Hervormde Eeredienst, be
reikt zal kunnen worden. Wat uu de tweede vraag
aangaat, of dc Kamer bevoegd is de aangevraagde
gelden te ontzeggen, op grond dat de Koning de be
voegdheid heeftMinisteriële Dejiarteinenlen in te
stellen, zegt Sjir., dat hij zoo monarchaal niet is als
het lid uil Tie). Maar hij heeft ook het gezag van den
Minister van Huiienlandsche Zaken voor zichdie in
liet vorig jaar Lij eenvoudig amendement, den afzon
derlijken Minister voor de Hervormde Eeredienst, in
het leven wilde roepen. Hij gelooft echter, dat de
Kamer uiterst voorziglig met het aannemen van soorl-
gelijko amendementen moet zijn, omdat daardoor de
Raad van State zou worden ter zijde gesteld cn zij de
Kamer zouden brengen op het administratief terrein.
Uij weifelt, welke stein hij over dit Hoofdstuk, bepaal
delijk over dezen post, zal uitbrengen. Zoo hij voor
stemt, dan is het: 1°. Omdat hij de prerogatieven der
Kroon liever te veel dan le weinig wenscht te doen
gelden; 2°. omdat hij niet wen6oht, vooral na de rede
van het lid uit Ticl, de positie van bondgenootschap
met het Ministerie iu schijnbare vijandschap le doen
verkeeren; 3°. omdat hij hoopt, dnt hot Ministerie
vóór lot de benoeming eous nieuwen Ministers te be
sluiten, de zaak nog eens nader in overweging nemen
zal, vooral hij de t. i. duidelijke gezindheid der Kamer
tegen hel herstel van zoodanig Minister, Zoo hij voor
steiut, dan «uoel daaruit geen antecedent voor hel
vervolg worden getrokken.
Over de vraag, nopens de al of niet noodzakelijkheid
van een afzonderlijk Minister, heeft dc Mi uister van
Finaiitiéu, lijdelijk belust met liet bestuur over de Zaken
der Hervormde en andere Kerediensteuh^kterddat
men hoofdzakelijk de afscheiding tussc^W Kerk eu
Sluut heeft ingeroepenum daarop liet betoog le bou
wen, dat hel bestaan van afzonderlijke departementen
voor de zaken der verschillende Eeredienslen «iel nood
zakelijk is, Reeds in de Memorie van Bcunlw. heeft dc
Regering vermeend le mogen opmerken, dut, hoe ruiiu
ook de toepassing van hel beginsel van afscheiding van
Kerk en Slaat worde genomen, de betrekkingen tusschen
beiden tulluos zijn. Die betrekkingen zijn van onbere
kenbaar nut en van de heilzaamste gevolgen voor de
Mantschapjiijbij de teedere behingendie (cn deze
moeten woiden behartigd eu welke het best door af
zonderlijke Ministers kuLueu en iiuieten worden gere
geld, De Minister schelst daarbij de morijelijkheid uiu
de regeling der belangen van de Eeredienslen op te
dragen aan de hoofden der andere departementen, die
reeds zoo zeer met werkzaam heden overladen zijn.
Maar de Slaat heeft ook belang, uit het oogpunt der
godsdienstigheid en zedelijkheid der notie, de verschil
lende kerken door geldelijke bijdragen in stand le
houden. Alles pleit derhalve voor alzoiiderlijke Depar
tementen en hoofden daarvan voor de Eeredienslen.
hetgeen Z. Exe. nog nader uiteenzet. De Minister bestrijdt
vervolgens de bewering, dal dc weikzaamhedeu van
hel departement le beperkt zijn, om een afzonderlijk
Minister te behoeven, met de opmerking, dat zich
hier te lande bevinden 1300 kerkelijke llrrv. gemeenten
1300 kerkeraden, 1300 collegiën van Kerkvoogden en
1500 Predikanten, die telkens, waar zicli cenig geschil-
puut voordoet uf ook om andere redenengewoon zijn
ziuh aanstonds tot liet depaitemcnl le wenden, maar
waardoor werkelijk de laak van dal departement van
zeer nioeijelijken eu omvatleiideu aard is. Dc Slaat
heeft en dit behoort ook grootelijks tot den werk
kring van dit departement orde to houden op het
zuiver beheer der kerkgoederen, omdat er, bij behoefte,
aan den Staat ondersteuning wordt gevraagdhetzij
tot oprigling van nieuwe kerkgebouwenhetzij lot her
stel van bestaande. Wat voorts de besprokene punten
betreft aangaande collatieregthaiidópening en appro
batie, zoo refeieert zich de Minister unpens hel
collatieregt lot de Memorie van Beanlw.ten betooge,
dat, in zoo verre dat regt de voorwaarde is geweest,
waarop iu vroeger eeuwen vele gemeenten de stichting
van kei keu, pastorjjen en fondsen voor de openbare
Eeredienst hebben ontvangen, gemeld regt is gegrond
iu liet eigeiidouisri'gtdoch dal dc regelen omtrent de
uitoefening van dat regtgelijk zij tegenwoordig kracht
hebben en gevolgd worden, in zóó ruilden geest zijn,
dat men iu dc kerk zich daarover niet bezwaard kun
gevoelen. Wat aangaat het punt der approbatie, ton
is de Regering van oordeel, dut dat regt zou kunnen
vervallen, eu zij is daaromtrent iu overleg getreden,
zonder dat men echter voor alsnog lol eenen bepaalden
maatregel is kunnen geraken, mu de approbatie reeds
iiu te kunnen doen vervallen. Nopens de hnndojicniug
is men nog niet Int eene eindbeslissing geleid. Ein
delijk behandelt Z. Exc. liet punt der reterves. Ook
daaromtrent verwijst hij naar de Memorie van Beantw.
waarin voldoende door dc Regering is le kennen ge
geven, dal die reserves de strekking «iel zullen hebben
oiu zich le mengen iu den eigen kring van het Kerk
genootschap, ruaar alleen oin aan te loonen, dat uit
do goedkeuring van hel in 1851 door de Algeuieciie
Synode vastgesteld reglement niet kan worden afgeleid
tol hetgeen daarin omtrent regten van anderen, is ver
ordend, ook van Staatswege zoude zijn goedgekeurd.
Iu hoe ver nu die reserves zouden kunnen vervallen
dit hangt voornamelijk af van de raadplegingendie
daarover in dc Synodule vergadering zelve worden ge
voerd en nu is hem reeds geblekendal het bezwaar
nopens die reserves, in die vergadering allengs minder
schijnt te worden.
Ingevolge Kon. besluit van 30 Nov. j.|,is, te
rekenen van heden, den 15 Dcc., hel enkele briefport,
tusschen Nederland en Groot-Biittauie, op 40 cents
gebragt, onverschillig langs welken weg de verzending
geschiedt.
Te Bapcrtin Noord-Brabnut, had den 27 Nov, j.l.
een schandaal plaats, dnt een vernieuwd bewijs vun
der Roniuscheu euvelmoed en onverdraagzaamheid op
levert. Gedurende de openbare godsdienstoefening der
llei vormdenwerd de binnendeur van het portaal
zoomede hel dak der Kerk derwijze met sleeneu ge
bombardeerd, dat de Predikant iu de voortzetting van
tijn dienstwerk weid verhinderd en ontsteltenis en
schrik zich over dc vergadering verspreidde. De mare
chaussee uit Blatkl, van het gebeurde underrigl, heeft
de zaak onderzocht, niet dit resultaat, dat vier boeren
knapen gevankelijk naar Eindhoven zijn overgebragL
Van den Aartsbisschop van Keulen 'ib weder een
herdcilijke blief verschenen, waarin, met o|izigt tot de
kerkelijke geschillen in B.idcn, op nieuw het leerstelsel
wordt uiteengezet, dut men aan God meer gehoorzaam
heid dan aan de uienschen schuldig is. Op de verkla
ring van den Directeur van Politie le Heidelberg, dat
hel met zijne pligten als Katholiek, niet strookte, om
de besluiten der Regering tegen de Geestelijkheid ten
uitvoer to leggen, werd deze Ambtenaar van zijnen
post ontzet. Men ziet hierin een nieuw bewijs, dat de
Regering voornemens is, 0|i den ingeslagen weg voort
te gaan. Het door sommige Dagbladen medegedeelde
berigt, dat de Wurteinhergsclie Regering niet willens
isom gemeenschappelijk met Baden tegen de Geeste
lijkheid oji le treden, en zelfs geneigd zoude zijn, aan
hare cischcn le vuldoen, wordt nu weder stellig legen-
gesproken, met do bijvoeging, dat zoo deze Regering
zich tot dusverre van dwangmaatregelen legen den
Bisschop van Rothenburg heeft onthouden, dit enkel is
toe te schrijven aan de omstandigheiddat deze Prelaat
voor alsnog zich niet openlijk legen du Regering heeft
verzet.
Brieven uil Weimar geven de vrees le kennen,
dat de kerkelijke geschillen zich ook in dut Groother
togdom zullen uitstrekken. Men herinnert zich, dat
brieven uit Rome, van de hoogste diplomatieke kringen
afkomstiggroote en diepgaande bewegingen op het
gebied der Ruoiusche Kerk voor het jaor 1853 hadden
voorspeld.
De Augtb. Alg. Zeitung deelt het berigt mede,
dat de Chincesche beeldstoruiers, iu hunnen afkeer
tegen du beeldendienst, den vermaarden jiorceleineu
turen te Nanking hebben vernield.
Iu een brief van den Secretaris der Britsche
legatie tc Washington is, naar luid van berigten uit
Peking, gemeld, dat de Keizer van China den 2den
Augustus uil zijne hoofdstad naar Turlarijë is gevlugt,
en dat de iusurgenten destijds niet meer dan zes dug-
marscheii van die slud verwijderd waren.
Ref. vraagt: 1°. of dc aezagt-onlwikkelingden President
van ue Amcrsi'oortsche Regtbank bijzonder eigrnwaarbij even
min de Leden van de llrglbankals de Ambtenaar van bet
Openbaar Ministerie (bijv. die in de sitting van 8 Dec. j.l.),
de l'ractizijns en de Getuigen worden ontzienwel voegzaam
wel htuich is le noemen?
2®. voor wie de engelenbak is, als daar geen publiek op
klompen mag staan?
3". bij welk artikel van de Wet aan den President eener
Rrgtbank het regt is toegekendom een getuigedie niet
stijlregt zit, te doen slaan, en om 't geklampte maar ordelijk
zich gedragend publiek uit de zaal te doen verwijderen?
4". of de formule: «de llrglbank zal in rteemelteregt-
zitting tan uitspraak doenu niet lang genoeg reeds is
geboord?
CORRESPONDENTIE.
liet artikel, naar aanleiding van bet in N». 49 der Kerkelijke
Courant voorkomende betoog, over de noodzakelijkheid der
lierorping van eenen tweeden Predikant te Wijk bij Duurstede,
kan in de Amersfoortsche Courant niet worden geplaatst
terstent, omdat de in dat artikel gestelde, echter niet gejus-
tiliceerde, grieven legen den Heer v. O., niet bchooren lot
de judicature van het publick maar tot die van den Kerkeraad
cn len andere, omdat artikelen, gelijk het om loegezondrne
tot niets anders kunnen strekken dan ten nadeele van hrt
Protestantisme, terwijl eindelijk het ons voorkomt, dat de
inzending van liet artikel niet is gegrond op belangstelling in
de goede zaak der Hervormde Kerk, maar alleen op eene per
soonlijke vele van den inzender legen den llccr e. O.
Ofschoon wij het voor den bakkerszoon G.te Barnrveld
al zeer teleurstellend vinden, dat zijn meisje, ten gevolge der
bemoeijingen in deze van den Wethouder H. r. T.hein den
zak gegeven, en, in des Wethouders knecht, een anderen vrijer
zich gekozen beeft, is het ons toegezonden artikel, deze zaak
betreflende, voor plaatsing in dit Blad niet geschikt.
ADVERTENTIE N.
De ondergeteekeude berigt bij deze aan
N» het geëerde Publiek, dat er, gedurende
liet lie8 foteil Wnter t ten zijnen Katiloie
driemalen daagt gelegenheid bestaat tut
VERVOER VAIV PAKGOEDEREN
naar jimsterdam.
(339) A. VAN NIMWEGEN.
Bij de Israëlielische Gemeente
alhier, wordt gevrangd een
RROODBAKKER,
die gem-gen is zijne B A K K E R IJ volgens de
Inraëlletlsehe In»t ellluf cn iu le riglen,
en BROOD voor dezelve te Bakken. Diegenen,
welke daarlue genegen zijngelieven zichbinnen
acht dagen, schriftelijk te vervoegen bij den Heer
E. E. VISSER, Voorzitter dezer Gemeente. (340)
BURGERLIJKE STAND VAN AMERSFOORT.
Van 4 lot eu niet 10 December 1853.
BEVALLEN: 4 Dec., Rijntje Klnsser, geb. Hnrtog,
Z. 6 Dec.Elberlje Kraangeb. Veen1). 7 Dcc.
Janna Willemiua de Jeger, geb. Dunuewotd, Z.
ONDERTROUWD: Johauues van Eldert niet Zwaantje
Gieliks.
GEHUWD: Rijk van Ekelen met Johanna van de
Beekvierel. Johannes Eversen niet lleudrika Vierdag.
OVERLEDEN: 4 Deo.Geerlruida Veenendaal, 2 ni.
Clirisliann Leinweber, 55 j., gehuwd met Petronella
van Raait. 6 Dec., Petrus Dueant, 65 j.gehuwd
met Elisabeth Lagerweii. 8 Dec., Leu Salzedu, 2 j.
Mutlhij» Taats, 94 j.gehuwd met Johanna Eijselenberg,
Cornelia van Wij land, 3} j. Matje Sniuson Arunson,
52 j., gehuwd niet Abraham Ario van Tijn. 9 Dec.,
Heudrika van Kampen. 2} j. Aart van Plateriugen
IJ j. Qtiirijti <nn Ommen, 55 j. 10 Dcc.,
Aaltje van Spankeren, 88 j., wed. Steven Volp.
De AssssFooRtscuiCouasRT verschijnt iedcren Donderdag,
legen den alH>iiuements|irijs van 0,90 in de drie maan
den. De prijs der Advertentiën is, tol ultimo December
1853: voor eene Advertentie van 1 tol 0 gewone regels,
met hel zegel regt0.95voor iederen regel meer f0,10;
va ultimo December 1853: voor eene Advertentie van
1 tot en met 10 regels 0,75, voor iederen regel meer
ƒ0,05; voor eene Advertentie van 25 regels ƒ1,50,
voor iederen regel meer ƒ0,04; voor eene Adverlcnlio
van 50 regels 2,50, voor iederen regel nreer ƒ003;
voor eene Advertentie van 75 regels 3.25, voor iederen
regel meer ƒ0,02, wiet inbegrip ran het zeg th egt;
zullende, ingeval van plaatsing van dezelfde onveran
derde Advertentie iu drie achtereenvolgende nummers,
vour dc derde maal slechts vijftig Cenlt verschuldigd tijn.
Afzonderlijke Nummers woiden voor ƒ0.15 afgele
verd. Bijdragen, waarvan de inzenders moeten bekend
zijn bij dc Redactie, die in elk geval het regt van
met-plaatsing zich voorbehoudt, en Advertentiën le
bezorgen des Woensdags vóór den middag; in de
Muurhuizen N®. 241, te Amersfuort.
Te Ahmiooit, bij VEECKENS VAN KUIJKUOF.