In deze Gemeente zijn 4 duiventillen aanwezig. Het schadelijk gedierte kan gerekend worden niet toe te nomen. Er zijn vertoond: 1 Sperwer. 1 Wezel. Voor welke premie-mandaten zijn afgegeven tot een bedrag van /0,60. Het toezigt op de jagt wordt uitgeoefend door elders wonende opzieners. Visscherij. De vissehcrij bepaalt zich hoofdzakelijk tol do binnengrachtenbeeken cn de rivier de Ecra en is in ccnen vrij goeden staat. IIOOFDSTDK XIV. ambacqts- en pibbibknijvbbheid. Het fabriekwezen kan gezegd worden over 1853 in vrij voldoenden toestand te hebben verkeerd; de weverijen gingen tamelijk druk, zoodat het den handwerksman over het algemeen aan geen werk behoefde te ontbreken. Het fabriekaat van Amersfuorts dimet en Marseilles was vrij wel gezocht, doch de prijzen waren gedrukt. Bij de algemeerie duurte der levensmiddelen zijn door do alhier gevestigde Vereeniging van fabriekanten, pogingen aangewend tot verhooging van het arbeids loon, welke bij de meeste fabriekanten bijval vonden, doch waaraan door sommige, ofschoon zich daartoe verbonden hebbendegeen gevolg is gegeven. Het fabriekaat van kalmink wordt door gezegde Vereeniging met goed gevolg doorgezet. De Katoenspinnerijen gingen niet zoo druk als in het vorige jaar. De Zijdetwijnderijen bleven zeer kwijnende. Do Ilaarspinnerijen vertoonden weder meer levendig heid dan in 1852 en gingen redelijk druk. De Kemelhaartwijnderyen stonden nagenoeg stil. De te voren bestaan hebbende fabrieken zijn alle op denzelfden voet in stand gebleven, doch geeno nieuwe opgerigtterwijl ook geene nieuwe werktuigen of verbeteringen zijn ingevoerd, alles voor zoo veel ons bekend is. HOOFDSTUK XV. hakdil en scheepvaart. a. Binnenlandsche handel. De verschillende mark ten zijn in 1853 over het algemeen druk bezocht. De groothandel bestond, even als voorheen, hoofdzakelijk in granen, tabak, eiken-Schors, talhout, honig en was. De kleinhandel bepaalde zich meestal tot het noodige voor de consumtie. b. Buitenlandsche handel. Builenlnndsche handel komt hier weinig voor en bepaalt zich alleen lot de alhier in de omstreken geteeld wordende tabak en schors, welke meestal eerst met kleine schepen, die de Eem kunnen bevaren, naar Amsterdam en Rotterdam vervoerd wordenom daarna naar buitenslands te worden verzonden. c. Binnenlandsohe scheepvaart. In de biunenland- sche scheepvaart is, vergeleken met het vorige jaar, geene beduidende verandering waargenomen. Het getal schepenniet tot de dienst der openbare middelen van vervoer behoorende, bedroeg 7, nietende te zamen 412 tonnen; bovendien waren aanwezig 12 vrachtschuiten, te zamen metende 97 tonnen. De scheepstimmerwerf, aan do Gemeente toebehoo- rende, is voldoende tot herstelling van kleine schepen eu schuiten. De buitenlandsche scheepvaart was ten vorigen jare van zeer geringe beteekenis. HOOFDSTUK XVI. inrigtingenis verband staande met de uitoefening van a. Maten en Gewigten. Volgens berigt van den Commissaris van Policie, zijn bij neringdoende ingeze tenen iu den loop van liet jaar van tijd tot tijd inspec tiën gehouden, of de maten en gewigten behoorlijk waren geijkt of herijkt, zonder dat daarbij eenigeover treding is geconstateerd. b. Middelen van vervoer te water. De beurtschepen op Amsterdam, Rotterdam en Kampen zijn jin stand gebleven en hebben geene veranderingen in de dienst plaats gehad. c. Middelen van vervoer te lande. De ondernemers van de verschillende alhier aankomende cn passerende diligence- en vraehtwagendienslcn hebben gedurende het jaar 1853 geregeld in de uitvoering van hunne diensten voorzien en zijn op de bij hunne concession bepaalde uren afgereden en aangekomen, roet uitzon dering van eenige malenwegens omstandigheden buiten hun toedoen veroorzaakt, en wel bepaaldelijk in de maand December, toen de groote massa sneeuw alle ondernemers beleltede te dien opzigte aan hunne vcrpliglingen te voldoen. In het afgeloopen jaar is er een procesverbaal opge maakt tegen een der ondernemers, wegens het vervoe ren van meer dan 6 passagiers met cenen wagen bespannen met één paard, in plaats van met twee paarden, hetwelk ten gevolge heeft gehad, dat deze ondernemer, bij vonnis der Arr.-Reglbank alhier vrij gesproken, doch in hooger beroep veroordeeld is. Aan B. van den Broek en A. van Nimwegen zijn ooneessiën verleend tot het in werking brengen van diensten, van hier over den nieuw aaugelegden grind weg op Doorn en Wijk bij Duurstede, waaraan echter geen gevolg is gegeven. Van de beslaande diensten zijn er geene geslaakt geworden, zoodat de gelegenheid tot vervoer van passagiers cn goederen voldoende is, inet uilzondering van die op Deventer, op welke route geene dienst schijnt te kunnen worden volgehouden. d. Broodzetting. De broodzetting, geregeld bij ordonnantie van 30 December 1833, wordt alleen voor zooveel hel roggenbrood betreft, uitgevoerd, oindat de grondslagendaarbij aangenomengebleken zijn voor het tarwebrood niet te kunnen worden gevolgd. De grondslag voor de zetting van het roggenbrood is, dat bij een verschil van 30 cents van den prijs van een inud rogge, de prijs van drie pond roggebrood één cent moet rijzen of dalen. Van tijd tot tijd is bij de bakkers het voorhanden roggebrood gewogenen bij verscheidene te ligt be vonden, hetwelk, bij procesverbaal geconstateerd, van verreweg de meesten vcroordeeling tot boete heeft ten gevolge gehad. Proef bakkerijen zijn er in het afgeloopen jaar niet gehouden. Aldus opgemaakt door ons Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, en ingediend ter Raadsvergadering den 4 April 1854. De Burgemeester A. G. W1JERS. De Secretaris W. L. SCDELTUS.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1854 | | pagina 6