l)it Blad verschijnt tweemaal in de weekdes Dingsdags en Vrijdags. De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertenties, van 1 tot 6 regels 60 Cents, elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zegelregt. Afzonderlijke nummert, ƒ0,10. Brieven francoBestellingen bij den Uitgever-Redacteur A. H. van Ctctff, te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directeoren in het Rijk. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS deb GEMEENTE AMERSFOORT Doen te wetendat door den Raad dier gemeente de navolgende besluiten zijn genomen: Vehobdenino tot heffing tener belasting op het gebruik van de Waag. De Raad der gemeente Amersfoort Gezien de arlt. 232 238 en *54 der Gemeentewet; Besluit: Er zalte beginnen met den I Januarij 1857worden Eeheven eene belasting op het gebruik van de Waagnaar et volgend tarief: Voor het wegen van een varken, schaap of kalf ƒ0,30. Voor een rund0,50. Voor het wegen van andere goederenhetzij in één stukhetzij in meerdere stukken ge wogen wordende, tot en met 15 pondeu 0,02'/,. Boven de 15 tot én met 50 ponden 0,05. En voorts voor elke 50 pondengedeelten voor het geheel gerekend, daar boven n 0,02'/,. Aldus gedaan in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort van den 23 Junij en 21 Octo ber 1856. De Voorzitter, De Secretaris, (Get.) A. G. WIJERS. (Get.) W. L. SC1IELTUS. Welk besluit is goedgekeurd bij dat van Z. M. den Koning van den 17 December 1856. N°. 53. Vebordenino op de invordering der belasting op het ge bruik van de Waag. De Raad der gemeente Amersfoort Gezien art. 2a7 der Gemeentewet; Besluit de navolgende verordening op de invordering der belasting op het gebruik van de Waag vast te stellen. Abt. 1. Al wie verlangt goederen of voorwerpen op de Waag tc doen wegenzal daarloc aanvrage doen aan den Waagmeester en het verschuldigde weegloon aan handen en tegen kwitantie van denzelven dadelijk na de weging voldoen. Abt. 2. De Waagmeester maakt eencn staat op van zijne gedane ontvangsten en stort dezelveonder overleg ging van een duplikaat van dien staat, op den eersten werkdag van iedere week ten kantore van den Gemeente- Ontvanger. Abt. 3. De artt.' 258 tot 260 270 en volgende der Gemeentewet zijn ten deze van toepassing. Aldus gedaan in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort van den 23 Junij 1856. De Voorzitter, De Secretaris, (Get.) A. G. WIJERS. (Get.) W. L. SCHELTUS. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aan geplakt te Amersfoortden 30 December 1856. Burgemeester en Wethouders voorn., A. G. WIJERS. De Secretaris W. L. SCHELTUS. Constitutionnele Instellingen! Verkiezingen. Indien de Nederlandsclie natie zou blijken rijp te zjjn voor eene Kieswet als de tegenwoordige, waar om dan niet meerder belangstelling aan den dag gelegd by verkiezingen? Indien zij werkelijk prys zou stellen op de baar toegekende kiesregten, dan moest de opkomst der kiezers bijna volledig zjjn. Immers het kiezende deel der Natie wordt geacht by de bevoegdheid tol kiezen, te bezitten: het verstand, het begrip, den wil om personen te kie zen, die de geschiktheid hebben om de belangen van het land en hunner medeburgers tc bevorde ren. Zooals kort geleden geschreven werdhet be- lastingbillet wordt als maatstaf van kennis, door- zigl en belangstelling tot en in het kiezen aangeno men. De kiezer ontvangt ten behoorlijken tijde, zoo als het nu maar eens door ons genoemd wordt, een invitaliebilletgeteekend door het hoofd der burgery, om van zijne kiezersregten gebruik te maken. De gcinviteerde heeft ruimschoots tijd vol gens de wet om zich naar deze invitatie te regelen wien hy kiezen zal; zelfs wordt hem vrijgelaten op welk uur van den dag hij koincn kan cu behoeft hij niet eens toilet te maken. De kiezer kan dus ten volle zorgen kiesklaar te zijn. Wanneer iemand op eene vergadering, of eene zaïnenkoinst, of een voudig door een partikulicr geinviteerd wordt, niet verschjjiit, en daarbjj tevens gcene of ongegronde redenen van wegblijven geeft, zal ineu alsdan niet zeggen, dat hy niet genegen was aau de uituoodi- ging te voldoen? De ondervinding bewijst dat een groot gedeelte der kiezers ongenegen is om op te komen en een ander gedeelte wordt zoo als zich vroeger een talentvol schrijver ofschoon wat te hard uitdrukte, met de zweep tot het kiezerswerk gedwongen. Dy voorbeeld de aanprijzende Candida- ten advcrlentiende dringende leading-artikelen om toch in groot getal ter verkiezing op te komen, zoo kwistig door de grootc bladen ten toon gespreid vergeet tevens niot liet kiesgewigt dat in de schaal gelegd wordt door den handelsvriend, den bijzon deren vriend, den bekende, de «opwerkens» met hunne overredingskracht en vooruit ingevulde pak jes stembillettenlaat dan het oog eens gaan over dezulken die als het mooi weder is voor tijdverdrijf hun compliment aan Heeren Burgemeester, Wethou ders of Raadsleden willen maken; meng er onder, dat getal degenen die de borst vooruit stekende, zich verhoovaardigen kiesgeregligde te zijn, zonder zelfs te weten wat kiezen en regt beteekent; hoe veel werkelijke kiezen blijven er dan over? Een uiterst klein getal en dat stellig niet den persoon zijner keuze zal gekozen zienwant de raddraaijers der partijen, winnen het by het grootendeels on verschillige en de onkunde der kiezers. Als het tegenwoordige kiezen den geest der Natie kenschet sen moet, dan zouden wij dat moeten noemen: de nationale kiespressie. De slotsom onzer redeneering is, dat een groot gedeelte der Natie niet ingenomen is, met bet tegenwoordige kiesstelsel; dat een groot gedeelte daadwerkelijk toont dat het geen lust tot kiezen heeft of niet genegen is zijne stem bij verkie zingen uit te brengen. De cijfers der opkomenden bewyzen dat. De ondervinding heeft klaarblijkelijk bewezen dat het ondenkbaar wordt met de thans vigeerende kieswet, het wezenlijk nationale belang in het oog te houden. De Utrechtsche Courant. In de Utrechtsche Courant van 1.1. Dingsdag komt het volgende voor: a Naar zeggen Tan het Tielsche Weekblad, een der heftige half ministeriële blaadjes, schijnen de petitiën in het vrijheidlievend Nederland niet zoo veel deelneming te wekken, als men dacht, omdat vele weidenkenden die petitiën slechts met hunne goede wenschen doen vergezellen. Als de ministe riële pers ons dit berigt geeft, mogen wij het er wel voor houden, dat wij ons dan niet vergistten, als wij van eene kleine partij heerschzuchtigen en reactionnairen sprakentrouwens de lasterlijke nijd waarmede men in zekere schandblaadjes, die zich christelijk durven noemen die waardering der kracht van de petitionnarissen bekampte, doet het reeds begrijpen, dat we niet onjuist hadden gezien. Thans echter melt de Overijssel dat, «naar men wil we ten, het petitionnement aan het geëerbiedigd hoofd van den staat alles behalve welgevallig» is. Wordt dit bevestigd, we zouden er ons in verheugen; het zou ons echter ook niet verwonderen; een ander telg van hel Oranje-huis wist voor ruim IJ eeuw evenzeer vleijende maar onwettige verzoekschriften te veroordcclenzelf toen daarbij eene koningskroon den prins-stadhouder werd voorgesteld Werd door ons herhaaldelijk gewezen op de ha telijke wijze, waarop die Courant hare stukken confectionneert, het bovenstaande zamenraapsel le vert daarvan een nieuw bewijs. Bij het aanha len van eene enkele zinsnede van het Tielsche Weekblad en het men wil weten, van de Overijssel, scherpt de Utrechtsche Courant hare nagels, om eenige coups de 'griffe harer waardig te geven. Het beste middel om een dergelijk venynig ligchaarn te verpletteren, bestaat daarin, om het met de meesterhand te kastijdeu, opdat het ligchaarn naar dien levenloozen geest geijjke. Daartoe dient de opname van het onderstaande artikel uit de Fakkel; deze zwetst niet; de Fakkel vermorzelt. De Kleine Partij. Er is eene partij in ons land, welke kamelion- tisclie bladen, gelijk de Utrechtsche Courant, de kleine party gelieven te noemen. De kleine partij, dus de niets beduidende, de epileptische, de arm zalige en bclagchelyke! Die »kleine» partij is de anti-papistische, van welke uitging de Aprilbeweging zoo wel als het verzet tegen den Belgischen opstand. Die «kleine* party heeft geplaatst het monument op den Dam en heeft doen vallen het ministerie donker win Hall Het was die kleine* party, welke met Willem de Zwijger aan het hoofd, de republiek der Ver- cenigde Nederlanden ten spijt van het groote en overinagtige Spanje grondveste. De H.H. van de Utrechtsche Courant zyn zeker zeer bekwame lieden. Doch wie is tot alles bekwaam wie is in alles bedreven? Het is hun als zoodanig niet ten kwade te duiden, dat zij van de geschie denis weinig looneu te weten. Ook is het hun niet ten kwade te duiden, dat zy niet kennen de sterkte van de party, welke zjj met den naam van »de kleine» bestempelen. Zy... groot in ei gen oog! Zy... de schryvers van de stedelijke cn provinciale courant! Zy... de voorlichters eener gauscUe provincie! Zij.,, de gedienstige geesten eener partijdie de zaak van KockengenDoch genoeg. Die H.H. mogten intusschen hunne eigene courant wel eens nalezen, vooral de nommers van de maand September 4853 en verder al de nommers waarin te lezen staanBrieven uit de Re sidentie. Die Heeren vertegenwoordigen zelf al een zeer kleine, een zeer zwakke, een zeer armzalige parüj. Dat intusschen de partywelke zij met den naam van *de kleine» bestempelen, alles behalve klein, alles behalve zwak, alles behalve nietig is, zullen wel allen toestemmen, die de kaart van bet land kennen. Die zoogenaamde kleine partij is de anti papistische, is de Protestantsche, is de historische, is de oorspronkelijk-Christelyke. Het is den heeren van de Utrechtsche Courant niet ten kwade te dui den, dat zy tot die party niet behooren. Zy ken nen haar nieL Zij is in bun oog een dwaasheid, een onding. Onbekend maakt onbemind, en vrat men niet bemint, dat miskent, ja dat veracht men. De H.H. van de Utrechtsche Courant, voornaam, en onwetend gelijk zij zijnspreken van de party der anti-papisten verachtenderwyze als van »de kleine» partij- Zij behooren trouwens tot de groote,» dat is, tot die der pseudo-liberalen Ontwerp van wet op het lager onderwijs. Het volgende verneemt men aangaande het ont werp van wet op het lager onderwijs. De kweekschool voor onderwijzers zal behouden, op betere grondslagen gevestigd en aanmerkelijk uitgebreid worden. Het christelyk beginsel zal bij het onderwijs ge handhaafd worden en naar mate van plaatselijke omstandigheden in meerdere en mindere mate met het godsdienstig onderwys vereenzelvigd worden. De openbare onderwijzers en hulponderwyzers zullen geheel van 's Rijkswege bezoldigd worden. De gemeente besturen zullen voor de school gebouwen, woningen en schoolbehoeften moeten zorgen De scholen zullen in klassen verdeeld {worden, en het onderwys naar plaatselijke omstandigheden op landbouw, zeevaartkunde en industrie toegepast worden. Het toezigt op de scholen zal den";schoolopzieners die geheel voor hunne betrekkingen moeten leven en geene andere ambten mogen bekleeden, opge dragen worden. In het ontwerp is weder veel gebruik gemaakt van het vorig ontwerp en het voorloopig verslag van de Tweede Kamer der Stateu-Generaal. Het wets-ontwerp op het onderwys, met de me morie van toelichting, is, naar men verneemt, als manuscript, vervat in ongeveer 4} boek folio schrijfpapier, ruim 400 bladzijden beslaande. BINNENLAND, AMERSFOORT, 15 Januarij. Z. M. heeft benoemd: bij het prov. geregtshof in Noord-Holland tot president Mr. J. M. van Maa- nen, thans vice-president, en tot vice-president Mr. G. Schimmelpeuninck Jz. thans raadsheer, lid van de Provinciale Staten en van den Raad der stad Amsterdam. Z. M. heeft aan K. Enlhoven Lz.t fabrikant te 's Hage, vergund het dragen van de gouden medaille van verdiensten, hem door den Keizer van Rusland geschonken, inet bestemming omge dragen te worden aau het lint der St. Anna-Orde. Als eeue bijzonderheid is mede te deelen, dat te Heusdeu een ingezeten voor den ambtenaar va it den burgerlykeu staud is verschenenom aan gifte te doen van de geboorte van zyn 27ste kind, waarvan 15 uit bet eerste en 12 uit bet laatste huwelyk. lu de zitting van den Iloogen Raad der Ne derlanden van den 12 Jan., heeft de procureur- generaal gekoncludeerd1°. tot verwerping van het beroep in cassatie van M. Leijeu, huisvrouw van J. Schaap, tegen een arrest vau bet hof in Gelderlkud, waarbij *ij ter zake van poging tot vergiftiging hareu stiefdochter is veroordeeld tot de straffe des doods, en 2". tot vernietiging van het arrest van het hof in Zeeland, waarby A. No telaar, wed. van J. de Boek. ter zake van een der gelijk feit als bovengenoemd, tot de doodstraf is veroordeeld. Deze conclusie berustte voornaraelylc op dezeu grond, dat het bof niet heeft onderzocht of de met opzet toegediende middeleu, zoo en in die mate als ze zyn toegediend, den dood konden veroorzaken. De procureur-generaal concludeerde mitsdien tot verwijzing dier zaak naar een aangren zend hof. Üi' uitspraak in beide zaken is bepaald op 21 January.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1857 | | pagina 1