AMERSÜOORTSCHE
COURANT.
TiLi DINGSDAG,
JU 409.'
'PAK
24 Maart d857.
Uit Klad Tcrsaliijnt l.«W in de »eck de. Bi„j.rfaj. an Vrijdag,1). Prij. tan het ibnnnement i> ƒ1,50 in da 3 maanden. - Van Ad.ertentièntan 1 tot 6 regel. 60
Cent., elke regel meerder 10 CenU, l.eh.We het Zegelregt. - AfvmkrlijU nnmnara. 10. Beieren /renen. - Be.tellingen ge.ch.eden bij den Uitgerer A. II. ra» CUtff.
te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en l'ost-Dircctcuren in het Rijk.
Dc mi ui» ter Thorbccke tegenover de
üiidcrwi ja-kwestie.
Indien cr eenc Kwestie is, die in belangrijkheid,
in langdurigheid, in beruchtheid, onze landgenooten
bezig gehouden heeft en nog bezig houdt, dan is
het de Onderwys-kwcstie, welke door de libe
ralen (die zoo gaarne stadhuiswoordjes bezigen)
tot question bruiante gemetamorpboscerd is. Er is
zoo veel en zoo lang over geschreven en gerede
neerd er kan en er zal nog zooveel van en over
gezegd wordifa en nog tallooze stalenpunten zullen
er op versleten raken. Wij voor ons, zullen haar
kort uiteenzetten en ons daarna bepalen oin le
bewijzenhoe de Minister Tliorbecke, door zijne
partij in aangematigde onfeilbaarheid en eigene"
regtvaardigheidgewikkeld, tegenover de onder-
wijs-kwestie faalde.
In haar nummer van 10 Maart vangt dc Amsler-
damsclie Courant eeue reeks van artikelen over de
onderwijs-kwestie aan. die nllczius belangrijk kun
nen geacht worden. Inzonderheid bedoelen wij den
aanhef van haar eerst artikel over de ondcrwys-
viaag. Deze heeft ons genoopt om ook thans die
kwestie te behandelen opeene wijze, die niet alleen
ouder het bereik van liet begrip der gestudeerden
en hoostere standen, maar ook onder dat van den
eenvouiiigen burgermanis.
De ondcrwysvraag is immers cene i.f.vgnsvuaag
voor allen; de brandvraag voor de liberalen; de
zielsvraag voor het Protestant isme in Nederland.
Levensvraag voor allen, want de Nederlandsc.hc
Natie is eeue godsdienstige en gcene godsdienstloose
Natie; brandvraag voor de liberalen; want voor
die liberalen, welke materialisten (ontkenners van een
geestig beginsel) zijn, is zij de zaadkorrel die de
eerste kiemen moet leggen, om bij hel opkomende
geslacht het ongeloof wortel te doen schieten;
brandvraag voor de Ultraiiiotituansclie-libcralcii
want zij is dc Jezuïlcuappelonder de zonen van
hetzelfde Vaderland geworpen, die het «verdeel
en gij zult heersclieuin toepassing brengende,
als lokaas dient, om kinderen van ouders, die
uiet tot hunne kerk behoren, allengskeiis aan het
seepticismus (twijfelarij) prijs te geren; ziei.svraag
hartvraag voor hel Protestantisme in Nederland
dewijl later zich de noodlottige gevolgen zullen
doen gevoelen, indien onzijdigheid der volksschool
de eerste trede der ladder wordt, die de jeugdige
begrippen naar een nevclengebouw zal leiden.
De onderwijs-kwestie is eeue levens- ziels- en
iiartvraag voor allendie waarachtige godsvrucht
en beschaving lief hebben; voor allen die er prijs
op stellen, dat hunne kinderen als opregle Neder
landers en niet als bastaardkroost worden opgevoerd.
Vele landgenooten door de dageiijksclic aaneen
geschakelde bezigheden en beslommeringen des
levens afgeleid wordende, is het natuurlijk dat
huu slechts llaauw voor den geest zweeft, de ge
schiedenis van hetgeen in de laatste twintig jaren,
omtrent de onderwijs-kwestie iu ons Vaderland is
voorgevallen. Zij zullen liet ons uit dien hoofde
dank weten wanneer wij met hel geschiedkundig
gedeelte beginnenom te eindigen met de bevat
telijke uiteenzetting van hetgeen aan hel hoofd
van dit artikel staat: de minister Tliorbecke tegen
over dc Onderwijs-kwestie.
Rij era volk. dal waren, kracliligen vooruitgang op prijs
stelt, is de regeling van liet onderwijs liet meest belang
rijke onderwerp. Zonder verstandelijke en Godsdienstige
volksbeschaving zijn alle vrijheden slechts schijn vrijhe
den. Bij%n onzelfstandig en ligtgcloovig volk is de vrij
heid der drukpers slechts een middel lol despotisme,
waarin zij ovcrheerscticndie de kunst verslaan om door
hoon en bclcediging aan anderen hel zwijgen op te leggen;
tiij een zedeloos en ongodsdienstig volk zul de vrijheid van
vereeniging zelden gebruikt worden ter bereiking van een
edel doel; en zoo is het met alle andere vrijheden. Zij, die
een waren vooruitgang hegeerenbeschouwen daarom de
onderwijskwestie van niet minder belang dan cene grond
wetsherziening of de verandering van een kiesstelsel.
Deze belangrijkheid van de onderwijskwestie vermeerdert
door de spanning, die zij gedurende bijna twintig jaren
i„ Noord-Nederland heeft le weeg gebragt.
Inzonderheid begon de zaak van het onderwijs de ge
moederen iu beweging le brengen, nadat in de dubbele
kamer l>ij dc Grondwetsherziening van 1840 de zaak be
sproken was geworden. W illem II. bewogen door dc kl.ig-
ten die bij legen de wet van 1806 vernam, benoemde
eenc commissie, die liet bekende besluit van 2 Januarij
deed ontstaan. Hel besluit nam de spanning niet weg. Op
vrijheid van onderwijs werd telkens krachtiger aangedron
gen. Het voorstel van Grondwetsherziening van 1848 ver
leende eindelijk vrijheid van bijzonder onderwijs, c. schreef
voor, dat bet openbaar ouderwijs zou gegeven worden met
eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen. Hel voorstel
deed nieuwe bezwaren ontstaan. Men vreesde thans aan
dc andere zijdedal het openbaar onderwijs aan het hij
zonder onderwijs zou worden opgeoll'erd en dat het chris
telijk beginsel uit ons lager onderwijs zou verbannen wor
den. Dc verzekeringen der regering bij de Grondwetsher
ziening namen de bczorgheid niet weg. I)c meest tegenstrijdi
ge voorstellen en wensclien werden thans geuit. Terwijl
ue een meendedat het christelijk element van het
openbaar lager schoolwezen van 1806 moest blijven behou
den oordeelden anderen dat zulks strijdig was met de
aangenomen Grondwet. Bij het vooruitzigt van de vele
bezwaren, die aan ecne regeling van liet onderwijs ver
bonden warenwas het eene zeer wijze liepaling in art. 4
der additionele artikelen van de Grondwet, dat de wet
op het onderwijs zou worden voorgesteld in de eerste zitting
na dc afkondiging der Grondwetsherziening of in de daar
opvolgende.
In 1848 was dc Grondwetsherziening afgekondigd; in
Augustus 1849 diende de minister de Kempenaer zijn ont
wei p in. De aftreding van het ministerie, dat week voor
dc lelie oppositie in 1849, maakte dat het ontwerp niet
verder behandeld werd.
De minister 'tliorbecke liet ten opzigte van het onderwijs
art. 4 van dc additionele artikelen ucr Grondwetzonder
uitvoering. Hierdoor werd gedurende dc jaren 18401853
de spanning, die de onderwijskwestie opleverde, wel voor-
Ïckomcnmaar de zaak werd er niet gemakkelijker door.
!c provisionele toestand waarin liet openbaar onderwijs
bleef verkeercu, werkte hoogst nadeelig. Langzamerhand
vormden zich wensclien naar afzonderlijke openbare scholen,
waarvan men in 1848 en 1849 nuauwelijks geboord had.
en toen door eene onvoorzigtige staatkunde in 1853. de
politieke godsdienstige spanning ontstond, die nog gedeel
telijk voortduurtwerkte ook deze spinning nadeelig op
de beoordecling der onderwijskwestie.
In het eerste jaar van zijn ministerie, stelde de heer
van It een en nog gcene wet voor. maar toen hij dit deed
in 1854, ontstond, gelijkte verwachten was, een zeer groot
petitionnement, dat zich nog sterker herhaalde legen bet
voorstel ingediend in de zitting van 18551856.
Uit deze geschiedkundige herinneringen blijkt,
hoe de Grondwet van 1848 voorschreef, dat de
wet op het onderwijs moest worden vastgesteld
in de eerst volgende zitting of in de daarop volgende.
De Minister de kempenaer voldeed aan dat voor
schrift in Augustus 1849. Wat evenwel deed de
Heer Tliorbecke, toen hij kort daarna als Minister,
als hoofd van een nieuw Ministerie optrad. IIij had
het ontwerpdc Kempenaer voor zich ,*en was bo
vendien de maker van de wijzigingen welke in de
Grondwet waren gebragt. Hij moest dus meer dan
een ander in staat wezeneen nieuw wetsontwerp
te leveren; hij moest dus meer dan een ander op
prijs stellen dat art. 4 der addiliounele artikelen»
van de Grondwet werd nageleefd. En wat deed hij?
Hij stoorde zich in geene deele aan dit art. 4,
want hy wilde regeren en blijven regeren; daarbij
gevoelden hij en zijne partij zich nog niet sterk ge
noeg, om de met haar verbondene UI tra inonlaanscbe
partij, wier hulp hij noodig had, 0111 te kunnen
regeren, in zoo verre te wille te zijn, om öf het
Christelijk element uit het voor te stellen ontwerp
te ligten, öf daaruit zoodanige bepalingen te cijfe
ren, die ieders godsdienstige begrippen, zoowel van
Protestanten, als van Roomsehen en Israëlieten
geëerbiedigd zouden laten en aldus regt aan allen
geven. De bedoeling, hoofdzakelijk der regtsgeleerde
liberalen, was regt aan allen te schenken, door
aan iedereen regt te weigeren; waar zóó regt aan
ieder gegeven wordt, heeft niemand, volgens hunne
stelling, aanleiding over onregt te klagen.
I)e eerbiediging van ieders godsdienstige [begrippen
was voor den Minister Tliorbecke een struikelblok
waaraan hij zich niet durfde wagen; (daarin zag
hij het einde der begoocheling, waarop zijne «on
feilbaarheid,» zijn «grootmeesterschap» geschroefd
was; dat was dc onweerswolk, die de zon zijner
alomvalbanrheid kon doen tanen. Derhalve wel
verre van zoo als grondwettig was uiterlijk in
den aanvang van 1830» eene ondcrw ijs-wet voor
te dragen, liet de Minister Tliorbecke zulks achter
wege; verklaarde hij zich ten minste, omtrent de
door hem in de onderwys-kwestie te volgen rig-
liug? In geenen deele. En sedert verliepen
er nog driejaren, zonder 'lat de Minister Tlior
becke aan art. 4 der additionele artikelen waagde
te voldoen, ofschoon hij meende, iu den Ministe-
riëclen zetel zoo vast te zitten, als ooit Minister in
Nederland zitten kon.
liet indienen van zoodanig ontwerp werd steeds
hagchclykcr, want, gelijk Ie regt aangemerkt wordt,
de provisionele toestand, waarin het onderwijs bleef
vtrkcrrcii, werkte hoogst nadeelig. Hoogst nadeelig.
want de tijdwinst voor de liberalen, werd het tijd
verlies voor het Protestantisme, en men ziet
thans reeds den aanvang der gevolgen.
Ziedaar de vruchten tier nalatigheid van den
Minister Tliorbecke; ziedaar dc uitvloeisels van
het niet naleven der Grondwet. Wensclien vorm
den zich, waarvan inen in 1848 en 1849 naanwc-
lijks gehoord had.» De Minister Tliorbecke, de
gevierde, door zijne partij vergoodde man. liet
eenc bepaling der Grondwet, cenedoode letter blijven.
Is het te gcloovcn, dat de se Minister, die cene
bepalingdoor hem in de nieuwe Grondwet gebragt
vier jaren lang onuitgevoerd lietten nadecle van
dc rust des lands, evenwel steeds na dien lijd
voortging de strenge handhaving dezer Grondwet
te vorderen? Is het geene waarheid dat hij als
volksvertegenwoordiger een pas, naar de keuze
des Konings, opgetreden Minister, op allerlei wyze
bemoeijelykte dewijl deze niet oogenblikkelija
gereed was, aan art: 4. der «additionele artikelen»
te voldoen? Wij hebben zulks op het einde van
het afgeloopen jaar zien gebeuren. Hij vorderde
spoorslags van een ander, hetgeen hy gedurende
vier jaren onafgedaan gelaten had.
Nederland ondervindt de gevolgen der nalatig
heid van den Minister Tliorbecke, die als zóódanig,
art: 4. der «additionele artikelen» als niet voor hem
gescbreven, schijnt beschouwd te hebben.
KENNIS G E V I N G.
De DirecU-ur van het Postkantoor heeft de eer ter
kennisse van het Publiek te krengen, dat, te beginnen
met de maand April e. k.wederom twee verschillende
gelegenheden in elke maand, tot verzending van brieven
naar alle gedeelten van Indiëde Nederlanasche Koloniën
daaronder begrepen, als ook naar China, zullen plaats
vindenzijnde dc uiterste termijn op bet vertrek ,uit
Amersfoort berekend, aldus bepaald:
Over Southampton, den 2dcn en 18den van elke maand.
Triest, 5dcn 2lslen
Marseille, Oden 25sten
Avehsfoobt 22 Maart 1857.
W. B. DE RRUIJN,
Directeur.
BINNENLAND,
AMERSFOORT, 23 Maart.
De in het kiesdistrict Alkmaar gehouden
stemming, ter verkiezing van een lid der Tweede
Kamer van de Slaten-Generaalin plaats van den
lieer Rochussen, afgetreden lid, heeft den navol
genden uilslag opgeleverd: er werden uitgebragt
1331 geldige stemmen; de Heer Jhr. Mr. R. J.
Schimmelpenninck vereenigde op zich 606de Heer
K. A. Poortman 370, de Heer Mr. L. Metman 236
en de Heer Mr. F. A. baron van Hall 86 stem
men. Niemand de volstrekte meerderheid verkre
gen hebbende, zal tusschen de lleeren Schimmel
penninck en Poortman op den 31 sten dezer eene
herstemming moeien plaats hebben.
Te Middelburg heeft zich cene 37jarige ar
beidersvrouw in eene dier stads buitenvesten ver
dronken; de ongelukkige was slechts vijf dagen
kraams, en schijnt zonder door iemand te zijn
bemerkt hare woning te hebben verlatenzij laat
een bedroefde echtgenoot met vier kinderen achter,
en daar dit huisgezin zee gelukkig leefde, kan
men de oorzaak van dezen zelfmoord niet vermoe
den. Het is opmerkelijk dat eenige jaren geleden
de moeder dezer vrouw zich insgelijks weinige
dagen na hare bevalling van het leven heeft beroofd.
Rij de loting voor de nationale militie te
Mcdcmblik deed zich de bijzonderheid voor, dat
geen der lolelingen behoeft dienst te doen, dewijl
cr van de vroegere reserven zoo veel goedgekeurd
zijn, dat nog twee overschoten voor het contingent
vau 1838.
Dezer dagen is cr brand ontstaan in den
keukeiischoorsteeu van de woning van den heer de
Groor in de buurtschap Wormiugen bij Apeldoorn
Het huis met riet gedekt zijndeis dit al spoedig
aangetast en terwijl een vrij sterke wind woei en
het water tamelijk afgelegen was, hel huis al spoedig
in de asch gelegd, ondanks de toegesnelde brand
spuiten en de bereidvaardige hulp van vele inge
zetenen. Een gedeelte vau het mobilair is gered.
Huis en inboedel waien tegen brandschade verze
kerd.
Bij arrest van het provinciaal geregtshof van
Drenthe, zijn J. F. G. Salmans, Sander Abraham
Cohen en Johannes Christiaau llirschman, bede-
laarskolouistcn Ie V een hui zenschuldig verklaard
aau schriftelijke bedreiging met brandstichting,
ouder voorwaardeen veroordeeld de twee eerste
lot cene tuchthuisstraf van vijltien jaren, en de
derde, ouder aanneming van verschoonende om
standigheden tot zes uiaaudeu correctionele ge
vangenisstraf.
Den 19 Maart ontstond er brand, ten huize
van een koopman in galanleriëu te Tieldie door
de hulp der toegeschoten menigte spoedig was ge-
hluschL Den volgendeu dag is genoemde winke
lier in verzekerde bewaring genomen.
I11 den nacht van Donderdag op Vrydag is
door vier manspersonen een stoute diefstal door
middel van iuklimmiugbinnenbraak cn geweld
pleging begaan in de behuizing van den landbouwer
H. K. ten Yeeuhuis, onder Tjauisweer, gemeente
Appiugadam, bewoond behalve door genoemden
landbouwer, door zyue dochter en eene vrouwelijke