AIIRSF00RTSCH1 C OUR AIT. JK 4S4. ran DINGS O AG, 22 September J857. Bil Blad terechijnt l«.,maaI in de »eek dee Din,.do,, en THjln,,. - De Vrij. .an het Abonnement It ƒ1,50 in de S maanden. Tan Adeertenliea.an I tot 5 re,el. «I Cente, elke regel meerder 111 Cent., bebal.e bet Zegelregt. AfomderUjk, naameer, ƒ0.10. Beieren /ronee. BeHeilingen geadueden b.j den Uitge.er A. U. mm CD.ff, te Amertfoort. womede bij alle Boekbandelaren en l>oit.Directenren in bet Rijk. Drievoudige Couranten—aanval .tegen den Heer 5. A. VAN HOOGSTRATEN. In nummer 452 werd door ons beweerd, dat de Heer van Hoogstraten de man niet is van het Han delsblad, van de Tijd of van de Nieuwe Rotterdamsclie Courant. De artikelen dezer drie Couranten hebben dit in de laatste dagen bevestigd. De Tijd sleept in haar nummer van 14 Septem ber den Heer van Hoogstraten door het slijk, om daarna den Heer Engelen te bewierooken. Zij stelt de eerste voor als willende toegepast hebben het brutaalste uitsluitings-systeemenz. Tegen de taal van de Tijdia antwoorden, zich zeiven beleedigen. Het lezend publiek weet voor net meerendeel, dat de Tijd niet is het orgaan der Roomsch-Katholieken, maar bet orgaan der Ultra-montanen. In het be wustzijn van de eischen eener beschaafde polemiek zullen wy ons onthouden te zeggen wie en wat de mannen zyn, die regtstreeks en zijdelings aan het Jezuïten-schandblad de Tijd werkentot welke laag heden en schandelijkheden de mannen der absti nentie nederzonken. Wy zouden meenen den lieer van Hoogstraten ie beleedigen indien wij hein ver dedigden tegen de Tijd. Wy constateren; doch wij repliceren de Tijd niet. Het Handelsblad zegt in zyn nummer van 17 Sept., dal de candidatuur van den Heer van Hoogstraten wederom geenc ernst zal zijn, en dat de twee kies- vereenigingen daarvan een blyk hebben gegeven. Hoe of dat nu te ryinen valt met het daarboven- staandedat de Heeren van Hoogstraten en van Has selt ten vorige jare naast den Heer Engelen stonden verklaren wij niet te vatten. Nagenoeg driehonderd stemmen op den Heer van Hoogstraten in een kies district van deze uitgestrektheid mag toch wel als ernst gelden, 't Is zeer pretentieus van het Handels blad om zoo maar losweg te veronderstellendat dit groot getal kiezers voor de aardigheid of uit jokkernij naar de stembus ging. Met die ernst-ont- kenning, wordt het zoo hoog gevierde kiesregt, door het Handelsblad op het ongenadigst bespot. Als het dozyn leden van de Kiesvereeniging de Eendragt en van de zoogenaamde Kiesvereeniging Amers foort, dat de II. H. Engelen en van Hasselt tot candidalcn stelde, een blyk is van bet onernstige der candidatuur des Heeren van Hoogstraten, by 3100 Kiezers van het Kiesdistrict, dan zal ieder met ons moeten bekennen, dat zulks een zeer be twistbaar, ja zelfs in het geheel geen blyk is. Wanneer men immers dit getal leden becyfert, dan zal men tot de slotsom komen, dat, volgens het Handelsblad, twee honderd vyftig Kiezers, door één Kiezer zouden kunnen geïnfluenceerd worden. Het Handelsblad aldus zeer genadig onze arti kelen, ter aanbeveling van den lleer van Hoogstra ten, de eer eener wederlegging waardig keurende, geeft het blyk, dat het juist door die wederlegging ernst in die candidatuur ziet Zou anders de ko ningin der Nederl. couranten zich verwaardigen, in een barer leadings tegen de Amersfoortsclic Courant te velde te trekken? Zou zy ons anders wel het verwijt doen, «dat wy de verdiensten van den Heer Thorbecke miskennen Zou zy ons anders wel het ongegrondewillen gronden van onze rangschikking des Heeren van Hoogstraten u onder de party van gematigden vooruitgang Terwyl er dadelyk op volgt: (in deti zin der Amersfoortsche Courant). Ja, Mync Heeren van het Handelsblad! onze party is die van gematigden vooruitgangniet die vooruitgang, welke de uwe is; want uw gang, geschoeid op den gang van Thorbecke, gaat te spoedig vooruit. Ten einde nu te bewijzenwat onze vooruitgang is, opdat de Natie zal kunnen oordeelentusschen hetgeen gij met vooruitgang bedoelt en hetgeen wy daarmede bedoelentus schen uw liberalisme en het onze, rigten wy ecne openlijke uitdaging tot U. Er is, Myne Heeren de Redactie van hel Handels blad! nu een thema, dat behandeld moet worden, nameiyk de vraag: Wal het Ministerie, nu de On- derwijs-wet klaar is, te doen heeft? beginnende met dit nummerzullen wy in nog twee volgende nummers dit onderwerp, in onzen zin behandelen. Welnu, behandel gy dit onderwerp na ons; gy hebt alzoo stof, tijdruimte en, wat meer zegt, wapenen tegen ons, voor U. Ten einde onze ge- dachten by de behandeling dezer vraag juist uit te drukken, moet de zaak wat hoog opgehaald worden; in de daden en voordragten van het Mei die icblinr roor de Kieivereenijing >U Eendragt, ror- dert kei belang, d(t uoor om in de ckudideiunr dts Heeren van Hoogstraltn gefield wordtthine niel lo mogen achterhoudende irage 0|ikumil der leden hetwelk trouwen» ook eldere bij de Kiee- Trreenigingon het gevel ie. tegenwoordig Ministerie moet er contrast zyn met de verrigtingen van Thorbecke cn t>o» Hall-van Reenenen orn dit begrijpelijk te makenmoeten de twee vorige Miuisteriën eerst gekarakteriseerd worden. Wy houden ons overtuigd, dat ieder weldenkend mensch deze uitdaging, èn voor dezyde, die haar uitzendt, èn voor de zijde, waartegen zy gerigt is, eervol zal achten. Daarbij kunt gy U het regt voorbehoudenom van de behandeling der vraag af te zien, wanneer, volgens uw oordeel, zelfs eene enkele uitdrukking, niet streng aan de eischen eener betamelyke redeneerkunde voldoet. De Nieuwe Rott. Courant bevatte Zaturdag, dus slechts drie dagen voorde verkiezing te Amers foort, een artikel, dat wij onmogelyk voor een artikel van de band des Heeren hoofd-redacteur Mr. Tels kunnen houden. Zulk een allerongelukkigst zamenweefsel van onwetendheden heeft die Courant nog nooit gedebiteerd. Het was ook hoogst onvoor- sigtig van de Redactie, een kiesdistrict te behan delen waar wij te huis zijn. Is de Redactie zoo zwak van geheugen, zich niet meer te berinneren, wat wij kunnen, wanneer wij willenWy zullen haar artikel beantwoorden, zoodra eenige ruimte in ons blad beschikbaar is. Het zal dan meer dan een antwoord zyn. Een woord tot slot. Wij hebben in onze artikelen over de aanslaande verkiezing te Amersfoort, den Heer van Hoogstraten by de kiezers aanbevelende, met bezadigheid geschreven en geen zyner tegen standers in hun privé leven, posten, betrekkingen, als anderzins aangerand; ja, wij hebben by na geen melding van de Heeren Mrs. van Asch van Wijck, van Hasselt en Engelen gemaakt; en zulks nog wel ofschoon onder meer, ons verschillende gelee- kende stukken ter plaatsing gezonden zyn, gerigt tegen den Heer Engelenbevattende byzonderheden wegens zijne beginselen, zijn privé leven, zyne betrekkingen enz. Wy releveren geen candidaat wan neer wy zijne tegenstanders declineren. Niet alzoo handelden het Handelsblad en de Nieuwe Rolt. Cou rant (De Tijd mag vry schimpen, haar ambacht is beslyken.) In plaats dat zy zich bepaalden om op waardige wijze den Heer Engelen bij de kiezers aan te bevelen, werd de Heer van Hoogstraten, door die bladen gedeclineerdmet op zyn persoon zijne godsdienstige rigting, zyne verschillende pos ten, enz. te wyzen, en zyne bekwaamheden, die in menig geschrift en door menig woord biyken, te ontkennen. Of dit middel edel is laten wy aan de algemeene beslissing over. De Heer van Hoog straten zal zich wel niet tegen die aanvallen ver dedigen, want bloot gegeven aan de publieke opinie, zal hij ongetwyfeld de menschen voor of tegen zich laten zeggen wat zij willen. Kiezers van het District! De Heer S. A. van Hoogstraten wordt u aanbevolen, omdat de over tuigendste bewyzen zijner goede trouw, onpartydig- heid, vaderlandsliefde, ijver cn bekwaamheden in woord en geschrift, luide voor hem spreken. De verzekering wordt u gegeven, dat gy in den Heer S. A. VAN HOOGSTRATEN een volksvertegenwoor diger uwer waardig zult kiezen. Wat heeft het Ministerie thans te doen? Een der grievendie zich spoedig gevoelen deden tegen het na de April-bewcging opgetreden Minis terie. bestond in de neiging die zich vooral by den Minister van Binnenlandsche Zaken deed ken nen, om, in menigerlei opzigt het voetspoor van zynen voorganger to volgen. Ten onrogto werd zulks door sommigen toegeschreven aan de grond wet. «Met de grondwet van 1848, werd er gezegd, kan men niet anders regeren.Dat gevoelen zyu wy nooit toegedaan geweest Wel houden wy de grondwet voor geen meesterstuk van wetgeving, maar wy erkennen niettemin, dat er veel goeds in opgesloten ligt, en dat er met en onder haar, een goed regerinustelsel cn een regelmatige gang van zaken tnogeiyk is. Jawy zouden niet wenschen dat men in de eerste jaren, tot eene herziening van de grondwet overging, uit freeze, dat er veel goeds uit zou kunnen verdwynen, dat er veel ver keerds iu zou kunnen worden gebragt. Met do grondwet van 1848 is eene andere wjjze van regeren dan die van den voormaligen Minister Thorbecke, zeer mogelyk. Of liever, laat ons zeggen, dezelfde wjjze van regeren, doch uitgaande van een ander staatkundig beginsel. Twee beginselen zyn hier in acht te nemen. Het eene heeft een staut op het oog, die, als het ware nieuw is gevormd. De geschiedenis denkt meo zich daarby weg, ook de geaardheid des volks, zyne neigingen, zijne voor liefden zyne afkeerigbedenalles verwydert de staatsman daarby van voor zyucn blik. Hy ziet slechts eene uitgestrektheid gronds door 's Ryks grenzen afgebakenden bet aantal menschen 't welk daarop leeft Die grond verdeelt by in kreitsen, die menschen telt hg en onderdeelt ze in getallen. Zoo kan by naar oppervlakte en zielental allee ia den staat regelen naar een of ander stelsel, 'twelk zyne theorien hem als het beste doen beschouwen voor de behoeften van eiken staat Zoodanig stelsel zou zyne toepassing kunnen vinden in een geheel nieuwen staat, zonder ante cedenten. Eene volkplanting nieuw zaïncn gebragt in een onbewoond deel der aarde, zou aldus kunnen worden geregeerd, of wel eeu veroveraar, door een krachtig leger gesteundzou een gevesligdea staat aldus kunnen inrigten. Doch zoofler deze geheel exceptionele toestanden is het werk van den theoreticus onmogelyk. Een volk heeft zjjne geschiedenis, wier uitvloeisel keunelyk zyn in indeeiiug des lands, in grooto opeeobooping van bevolking op sommige punten, in invloed door sommige gemeenten en klassen van rnenscben op andere uitgeoefend. Op al dat bestaande acht te geven, een wysgeerigen blik te slaan in de geschie denis van vroegere tyden cn daar naar tegenwoor dige toestanden te beoordeelcnen.(in overeenstem ming met dat alles, wellen te maken en personen te kiezen die de wetten uitvoeren cn doen nakomen, ziedaar het andere begiuscl 't welk wi oog hebben. Het eene is dat van den i hel undere dat van den praclischeo i dreef boven na Maart 1848, het April 1833 moeten bovendrijven. Men denke evenwel niet, dat wij aan de Ministers die jan 1818 lot 1833 'a lands zaken bestuurd hebben, en vooral met aan den in April 1853 algelredeu Minister ran tbnnonlandache Zaken den Heer Thorbecke, ten cenen male den practiscbei; blik eens staatsmans ontzeggen. Het ia rerre ran daar; meende b|j bullen Nederlands antecedenten ie kunnen gaan, bel wee omdat Nederland naar r(ju inzien verkeerde in den toestand, slraks door ons aangeduid, tan een veroverd land. Andere rer- orcraars, vódr hem. de rcvolutien ran 1787 en dc keizerlyke regering, hadden reel ren bet oude weggevaagdbij bad rerder. door de verspreiding zijner begrippon en met de adhzesie van de o.ergrooto meerderheid der bereiking al hetgeen van het voortjjilsche „og roog, ,y„ gebleven, ten onder gebragt, en een staat zoo goed als zouder antecedenten was er dus te regden roor een volk, dal zyne eigene geacbiedenia ver loochend en als het ware vernietigd had en naar nieuwe grondslagen moest geregeerd worden. Zie daar de lout rau Thorbeckebn kende de geschiedenis wel. uiaar hjj miskende het volks- karakter: by wist niet dat daarin de eigenschap ligt opgesloten ran gedurende langen tjjd voel te laten zeggen en veel Ie laten gaan, en daarna plotseling leekeu tan leven te geven wanneer bet gekwetst v-.dt op een of ander byzooder gevoelig punt. Hy hield voor inslemmers zyne beginselen zjj die hem met wedersprsken of wederstondeo. In April 1843 bloeit hel hoe hy bad misgezien. Velen in den lande, mei niet zooveel geleerdheid maar met meer oordeel, voorzagen dit sedert lang. Het stelsel van Thorbecke kwam dan te vallen in April 1853, aan hel stelsel der theorie kwam een einde, cn nu moest, geljjk wy gezegd hebben, dat van de practyk, stcuuende op van ouds be staande toestauden, op in achtneming van geschie denis en volkskarakterhovendryven. In een volgend artikel zal door ons opgegeven worden hoe het daarmede is gegaan. AMERSFOORT, SI September 1857. Ter voorziening in de vacature veroorzaakt door hel overiyden van Dr. van Gorkom, zyn door Curatoren dor Latynsche scholen albier aanbevolen de H.H. Ür. Terpstra, Conrector te Gouda en l)r. Burger, Conrector te Doesburg, ierwjjl volgens hunne mccning, van de overige sollicitanten het incest in aanmerking zouden hebooren te komen, Dr. Roos te Zaandam en Dr. Tan Cappelle, rector te Doetinchem. Waarscbyniyk zal reeds in de ver gadering van den Gemeenteraad, die beden avond gehouden wordt, overgegaan worden tot de benoe ming van eenen Rector, waartoe zich reeds een vyfticntal sollicitanten aangemeld hebben. Het prov. geregtshof van Noord-Holland heeft uitspraak gedaan in de zaak van J. Droog en J. Wal ter, die Dingsdag II. hebben te regt gestaan alc

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1857 | | pagina 1