CO DBA NT,
M 508.
m
6/J.
ran DINGS DAG,
30 Maart 3858.
l)it Blad verschijnt tweemaal in tic week des Jlingsdags en Vrijdags. - De I'rijs van het Abonnement is f 1.50 in dc 3 maanden. Van Advertentienvan I let 6 repels 00
dents, elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zegelregt. Afzonderlijke nummers, ƒ0. 10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. II. van Clctff,
te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en l'ost-Directcuren in het Kijk.
De onverbeterlijken.
Onze tegenstanders noemden ons primitief de
rcactionoairen en thans betitelen zij ons met hunnen
licvclingstermdo onverbeterlijken. Ja, wij zijn on
verbeterlijk in onze rigling van gematigden vooruit
gang. Reactionnair waren wij nooit; trouwens, het
is tegenwoordig wel cene onmogelijkheid zulks te
zijn. Wie kan op staatkundig of maatschappelijk
gebied naar den vroegeren tijd terug? Dc tijdstroom,
de tijdgeest sleept den wcdcrspatinigc mede die te
rug zou willen-naar politieke toestanden, toen de
middelen van den staat niet aan zoo rauwgezette
contrdle onderworpen waren. Niet mogelijk is het
te miskennen het goede, het nuttige, dat in liet
conslilulioniiole stelsel opgesloten ligt, maar daarom
aan te nemen, dat onze constitutie van 1848 goed
is, dat kan niemand die een oiihenevelden blik
werpt op hetgeen baar uitvloeisel in dc 10 laatste
jaren was, en hetwelk meer dan eenmaal door
ons besproken is. Wie den blik slaat naar dc
almagt die de Tweede Kamer der Slatcn-Gencraal
zich al meerder en meerder aanmatigt, zal toe
stemmend moeten antwoorden, dut cene alliantie
tegen dc lingering van nagenoeg 68 klcinkoningen,
vcrderfclijkcn invloed moet uitoefenen op den gang
van 'stands zaken. Wij willen bet constitutionncei
stelsel toegepast zien in gematigd voornitgnanden
sin; onze tegenstanders, zij, die ons de onverbeter
lijken noemen willen dat in gezwind voornitgaanden
zin. De tijd zal moeten leuren wie zich vergist
hebben.
Napoleon en zijne 6eneraals«Diplomaten
door Professor VREEDE geschetst.
De Utrechtsehc lioogleeraar Vreedc bekwam Vrij
dag weder eene vlaag. Daar leest bij dat Napoleon
III in navolging van zijnen ooin, den grooten Na
poleon, een zijnen maarschalken, thans tot Ambassa
deur bij liet Engelsche Hof benoemd heeft en
fluks zwaait onze Utrechtsehc encyclopedist zijnen
norlogsvcdcrwant hij geeft aan liet Eugclsch
gouvernement in verbloemde termen den raad de
visite van den ervaren en doortastenden Maarschalk-
generalissimus Pc lissier te declineren. Wijders twij
felt lijj niet, or de Kngelschc staatslieden hebben
bijna even goed als Napoleon III en als bij
(Professor Vreedc) liet voormalig napoleontisch
tijdvak bestudeerd en kan het hun, evenmin als liein,
niet ontgaan zijn, hoe de zeuding(cn) van Neij
van Lannes en Junol naar Zwitzcrland en Portugal
de uitbarsting voorspelde. Hij herinnert verder dat
de zwakke Paus (een compliment aan dc Tijdin
onzen leeftijd niet. schroomde de hem onaangename
gezanten van Spanje eu Dolgie af te wijzen.
Altlus dit is weder doorstaan van onzen Utreclit-
schen veelweter; niettemin ligt er veel mogelijks
in zijne woorden; misschien is iiij wel nader tot
tic waarheid dan menigeen denkt. Men begrijpe
toch, dat hetgeen een man als Napoleon HI in zijn
schild voert, onmogelijk aan een man als Profes
sor Vrecde kan ontgaan, liet is raadzaam om de
Engelsche natie, ook in het belang van Europa, be
kend te maken met liet artikel van den Professor,
en twijfelen wij dan ook niet of het zal eerstdaags
in tie Times verschijnen. Met maakt daar stellig
sensatie; Engelsche deputation zullen Hein danken
voor de diensten daardoor aan Uuropa bewezen
Lord Derbij zal Hem aan Koningin Victoria voor
stellen en door little Hen wordt Hij bij de gentle
men van de schatkist ingeleidmet vooruitzigt
tot ridder geslagen of tot baronet verheven te wor
den.
Naschrift. Tot onze verbazing vernemen wij, dat
alle engelsche bladen ingenomen zijn met de komst
van maarschalk Pelissicr;dat de gehcelc engelsche
>atie liet borigt zijner benoeming en komst toege
licht heefthem wordt een soort van triomf voor
leid en zullen de straten van Londen bij zijnen
dogt met de engelsche, fonische cnturksciie vlag-
■II versierd zijn; koningin Victoria heelt aan kci-
Napoleon geschreven,om hem dank te betuigen
>r liet benoemen van zijnen heroemdsten gene-
I lot ambassadeur.
Professor Vreedc zal de feeslelijkc inhaling van
i hertog van MalakolV door Londen, vergelijken
1 liet inhalen van hel gricksche paard door de
ancn. Zijne Hooggeleerdheid kan niet falen.
iel Ke;(lciiiciit vo#i' de HValt'i'Ni-Iüiiijicii
ia dc Bi'tnbific ttiTdil,
III.
liet Rrgli'iui'iit is verdoold in Iwcc Alilnrlingonwaarvan
'o eerste handelt over du samenstelling tri inrigting tan
k A best uur, en dt beambten cn bediendenterwijl de tweede
•t opschrift heeft: over de inrigting run het huishouden
r waterschappen. Deze afdeelingen he vat ton misschien wel
is meer, dan cciic letterlijke opvatting der opschriften
zou doen verwachten. Zoo vindt men bijv. in de le. ook
ccii hoofdstuk over de vergadering van stemgercgligde inge
landenhoezeer deze als zoodanig noch tol liet bestuur
noch tot de beambten en bedienden kunnen gerekend wor
den le behooren. Ook in dc 2e. afdccling treft men aan,
wat men er niet in zou zoekenonder anderen een hoofdstuk
bevallende bepalingen voor waterschappentrier bijzondere
toestand afwijking van dit reglement vordert. 3Ieuziet.dat
deze opschriften alzoo wel iels ruimer hadden kunnen wor
den gesteld, doch dc oplettende lezer zal niettemin spoedig
den weg in het Reglement weten te vinden, waartoe de
daarbij gevoegde inhouds-opgavc hem trouwens de behulp
zame hand biedt.
liet bestuur van een waterschap zal hcalaan uit zoovele
leden als ieder bijzonder reglement aanwijst. Alleen meer
derjarige Nederlandersdie in het volle genot zijn van
hunne burgerlijke cn burgcrschapsregten zijn daartoe be
noembaar. terwijl zij tevens moeten zijn stemgeregligd inge
land op het oogenblik der benoeming. Daarenboven kat»
het bijzonder reglement bepalendat ccii lid van het be
stuur eigenaar van meerdere bunders moet zijndan ver-
cischt worden tot het verkrijgen van eenvoudige slemgereg-
tigdheidzoo als uit de niet zeer juist geredigeerde 2e.
alinea van art. 5 voortvloeit. Aan den man wordt daarbij
het grondbezit der vrouw aan den vader dal zijner min
derjarige kinderen, zoo hij er het vruchtgebruik van heeft
toegerekend.
liet zou echter kunnen gebeurendat vooral in kleine
waterschappen geene geschikte personen aan deze vereischtcn
van grondbezit voldeden. Hierom wordt in zóó verre eene
uitzondering toegelaten, dat, met goedkeuring van Gede
finieerde Staten, ook ingelanden die liet bepaalde grond
bezit missencn evenzeer dc zonen van ingelanden en de
huurders of bruikers van land in hel waterschap gelegen,
tot leden van het bestuur kunnen benoemd worden, mits
oan de overige vercischten voldoende, in welk laatste ge
val zelfs iemand tol voorzitter kan benoemd worden die
geen ingeland is. Daarbij valt optcmerkcn. dat uit de
discussiën over dit artikel is geblekendat thans op veie
plaatsen de burgemeesters der gemeenten levens polder-
schouten enz. zijn al zijn zij gcenc ingelandenen men
meende dat het vvcnschelijk was om dc mogelijkheid daar
toe ook voor hel vervolg te laten bestaan. Indien een
maal art. 5 aan eene herziening mogt onderworpen worden,
zou het niet ondoelmatig zijn de Ie. alinea te verplaatsen
die nu vrij zonderling tusschen dc 3c. en 5c. voorkomt.
Dit in het voorbijgaan.
Bloedverwantschap of zwagerschap tot in den tweeden
graad tusschen dc leden van het bestuur, of tusschen voor
zitter en penningmeester is in strijd met het reglement,
even als het beklceden van andere functiën in het water
schap dan die van secretaris tegelijk met het lidmaatschap.
Alleen aan den voorzitter is het geoorloofd tevens penning
meester te zijn indien het bijzondere reglement dit toelaat.
Daar waar hoofdingelanden zijn. geldt hetzelfde verbod,
zoo even ten aanzien der leden van het bestuur vermeld
ook ten hunnen opziglc. Eindelijk is voorgeschrevendat
gcene leden van hel bestuur deel mogen nemen aan onder-
handsehc pacht der goederen of inkomsten noch aan leverin
gen of aannemingen ten behoeve van het waterschap.
Evenmin mogen zij vorderingen koopen ten laste van het
zelve, behalve aandcclcn in gcldlccningcn. Deze laatste
beperkingen zien alleen op de eigenlijke leden van het
bestuur, doch niet op den secretaris of penningmeester,
voor welke zij minder noodig schenen.
De voorzitter wordt benoemd hetzij door den Koning,
indien het een waterschap betreft, waarin de leden van
het bestuur door Z. 31. moeten benoemd worden krach
tens de bepalingen van het Kon. Besluit van 29 31aart
1822 Staatsblad No. 7. bctzij door Gedeputeerde Staten
uit eene voordrngt van drie personen op te maken door
het bestuur, tenzij het bijzonder reglement eene andere
wijze van benoeming voorschrijft. Ook in het eerste geval
zendt het bestuur eene voordragt van drie personen aan
Gedeputeerde Staten die daarmede handelen volgens de
bestaande voorschriften. Op dezelfde wijze wordt gehandeld
indien ook de overige leden van het bestunr krachtens
voornoemd Besluit <it,<r den Koning benoemd moeten wor
den, met dit onderscheid, dat alsdan de voordragten
door de stemgercgligde ingelanden worden opgemaakt, die
in alle overige gevallen de gewone leden van het bestuur
direct kiezenzoo als nader zal worden aangetoond.
Vraagt men nu echter, trie door den Koning zal worden
benoemd en wie door Gedeputeerde Slaton of door de inge
landen zoomoeten wij erkennen, dal het antwoord daarop
moeijelijk te geven is. Indien toch de Koning bel regt
heeft om te bandelen zoo als hij zich hij het aangehaalde
Besluit heeft voorbehoudenvooral op dc wijzewaarop
bij zulks bij een nader Besluit van 7 September 1822
Stil. No. 12 beeft uitgelegd, dan zullen, of althans kun
nen door Z. 31. benoemd en aangesteld worden de voor
zitters en verdere leden van alle waterschappen, «««in
irclke eenige beheeriug over rivier- of zeeiealei kerrcudc dijken
of werken is torrcrlrouirdcn zou alzoo dc invloed der
besturen of ingelanden ziel» in dc voornaamste waterschappen
Idootclijk tot het opmaken van eene voordragt bepalen,
waaraan het Hoofd van den Slaat niet gebonden is. Vele
leden der Statenook dc commi.-sic van rapporteurs
waren van oordeeldat zoo al in den jare 1822 een der
gelijk reut aan den Koning toekwam dit is vervallen
door ile Grondwet van 1818. die betrekkelijk het onder
werp der waterschappen veel meer ruimte laat aan de
Provinciale Stalen, clan die van 1815 of 1810, en ver
moedelijk zou de grootc meerderheid nu wedeioin hij dit
gevoelen volhard hebben indien niet hij cene vroegere
gelegenheidtijdens de behandeling der reglementen voor
tie kollrgicn van den Lekdijk het vruchtelooze daarvan
was gebleken. De toenmalige .Minister van Rmnenlaiidschc
Zaken toch verklaardedat dc linage Regering steeds van
oordeel was geweest, dat het Besluit van 1822 nog in
volle kracht was gebleven cn maakte op dien grond zwarig
heid om het ontworpen reglementvoor den Lekdijk
Bovcndams waarin de bedoelde reserve niet voorkwam
ter goedkeuring aan Z. 31. aanlchieden. Om die reden heeft
ditmaal de meerderheid der Stalen ofschoon niet zonder
Krotest wederom hierin berust. Wclligt zal er bij de
ehandeling der bijzondere reglementennaar aanleiding
van art. 9, gelegenheid zijn om andermaal!hierop terug
te komen zoo als ook de 31cmoric van toelichting van
ons reglement aangeeft, volgens welke dit punt nader voor
ieder waterschap zal behooren onderzocht te worden, terwijl
zij er bijvoegt«dat het tot nog toe dikwijls hoogst
'i twijfelachtig is voorgekomen door welke autoriteit dc
n benoeming eigenlijk geschieden moest, h Hoe dit zij
het is volstrekt noodig dat alle onzekerheid daaromtrent
opboudc, cn naar ons voorkomt hoogst wcnschclijk, dat
het Besluit van 1822 worde ingetrokken om zoo noodig.
door eene wet vervangen te worden of, door de wegne
ming van het thans bestaande beletsel de behoorlijke
regeling van dit onderwerp door de Staten der Provinciën
niet langer te belemmeren.
tCordt vervolgd
AMERSFOORT 29 Maart 1858.
Zalurdag j.l. hebben te Amersfoort overnacht
3 officieren en 123 onderoHiciercn cn manschappen,
zijnde supplelielroepeii, komende van Harderwijk
van het koloniaal werfdépót, gedirigeerd op Rot
terdam, verder bestemd naar Oost-Indiü.
Gister is alhier doorgekomen een detachement
rccruten, Franschcn en Belgen, ouder geleide van
den lieer Ros, gaande naar Harderwijkhij het kolo
niaal werf-dépöt voor liet Oost- Indisch leger.
Door den Minister van oorlog is bepaald,
dat de lsle serie betreffende de normaal schiet
school zal aanvangen 13 April a. s. en eindigen
10 Julij daaraanv.., dat aan gemelde serie zullen
deelnemen de tiailleurscompagnicn van dc 1ste 2de
3de en 4de reg. infanterie en de trailleurscompa-
genie van de 2de en 4de bat. van liet reg. grena
diers en jagers. Van iedere tirailleurs-compagnie
zal hij gemelde schietschool tot opgemeld tijdstip
gedetacheerd worden een luitenant, een sergeant,
een korporaal en twee soldaten. De 2de serie zal
plaats hebben in de legerplaats van Zeist, van af
13 Julij lot 1 Oct. daaraanv. Daaraau zullen deel
nemen de 5de Gde 7de en 8ste reg. inf., alsmede
de 1ste en 3de bal. van het reg. grenadiers en
jagers.
Voor den Iloogen Raad der Nederlanden
(kamer van strafzaken) werd behandeld eene zaak
waarin de vraag zich voordeed: of het visschen op
Zondag, zonder vergunning ven het plaatselijk be
stuur, geoorloofd is. De Regtbank te Gorinchcin
besliste deze vraag toestemmend. Van dit vouuis
kwam de officier van justitie hij die Reglbauk in
cassatie, bewerende, dat dit vissollen verboden was.
Ten dage dienende werd deze voorziening door deu
verdediger der gereq.Mr. A. de Pinto, breedvoerig
bestreden, met welk gevoelen de Adv.-Gen. Rümcr
zich in de zitting van den Raad vereenigde. Hij
hield de beslissing der Regtbank voor volkomen
juist cn achtte de grondendoor den officier van
justitie aangevoerd, onjuist, welke gronden hij echter
niet bieedvoerig heeft onderzochtdaar hij van oor
deel was, dal dit reeds genoegzaam bij pleidooi
was geschied. Volgens zijn oordeel is bij de Zon
dagswet van 1815 niet verboden op Zon- eu feest
dagen te jagen en le visschen, onverschillig of dit
geschiedt als kostwinning dan wel voor vermaak.
Het verbod om op dergelijke dageu te jagen, in
de jagtwet voorkomend», is slechts te beschouwen
als eene aanvulling der Zondagswet, terwijl, daar
dergelijk verbod nergens ten aanzien van liet visschen
te vinden is, dit feit niet strafbaar is. ilij conclu
deerde mitsdien tot verwerping van liet beroep en
bevestiging van het vonnis der Regtbank te Gorin-
cheui. De uitspraak is bepaald op I April.
De Rogier Commissaris, officier van justitie en
Subsiitunt-Griffier hebben zich naar Meppel bege
ven. tut onderzoek van eene zaak. die de alge-
ttieene belangstelling ten zeerste heeft opgewekt.
Voor ruim veertien dagen bad de lieer S. de
11.. koopman aldaar, iemand bij zich op het kan
toor, die, na ccnigcn tijd bij hom vertoefd le hebben
zich haastig verwijderde, aan de huisgenooten van
dien lieer zeggende, dat hy niet wel was geworden
cn men hulp moest verleeiirn. Men ging naar liet
kantoor, en vond den Heer de II. bewusteloos lig
gen, inde nabijheid zijner geldkist, tcrwjjl het bloed
uit twee wonden aan hel hoofd stroomde. Kr werd
oen geneesheer gehaald, die verklaarde dat de
Heer do II. cene lierocrto had gekregen, en waar
schijnlijk op dc geldkist was gevallen, waardoor
de beide wonden waren ontslaan. Na verloop van
oetiigo dagen kwam er een ander geneesheer bij,
die van oordeel \wis, dat de wonden waren gesne
dene wonden. Nog andere omstandigheden hebben
aanleiding gegeven, dat de justitie cr zich mede
bemoeide, liet gehouden onderzoek moet dc zaak
nog niet tot klaarheid hebbeu gebrast.