E 0 U R A S
JK G01.
February d859.
Hit Iliad verschijnt tore maal in <l« week. dos IHngsdugs on Vrijdags. - Do I'rijs van licl Abonnement
elke regel meerder 10 Outs. Iirlnilve lii-tZef,'elre«t. Afzonderlijke nummers, ft).10. Brieven fra
Amersfoort, zoomede hij alle Boekhandelaren en l'osl-Dircctcnreii in het Ilijk.
i f 1.50 in de 3 maanden. Van Advértentien1 tot 8 regels O CeeU,
zo. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. H. van CJeeff. te
KEN NI S G E V 11\ G E
NATIONALE MILITIE.
Provincie Utrecht. fic Militie-Kanton.
Gemeente Anierxfaort.
BURGEMEESTER ek WETHOUDERS nr.a GEMERKTE
A MiltSFOOIlT, verwittigen
de ingetx'hrevenrn voor de Nationale Militie van den
jure 1859 dat de Alpliahetische Naamlijst van alle per
sonendie aan de ligting van dit jaar moeten deelnemen,
ten llaadhllize dezer Gemeente voor een ieder ter lezing
zal liggen van Donderdag; dfln lp Kfbsnarij. tol Donder
dag. den 3 Maart 1859 (uitgezonderd'dn* in te vallen
Zondagen}telken dage van licnnjjjy^ tn Ure. opdat
icdi
i staat zoude
die lijst
eenige personen of oiiistandiglicilen mngten Atnrkniui'n
die er nog op zouden lo-hooren te worden aangeteekend
of er vail moeien worden weggelaten aan den heer
Militie-Goimnissari* daarvan kennis te geven; met last
om zich op Donderdag, den 10 Maart 1859. des middags
ten 12 ure. te bevinden in liet Gebouw Amicilia. gelegen
aan het l'lantfocn tunschrn de I lreehtsrhe- ciriSlijkitoor -
ten alhier, ten einde tour de dienst der Nationale Militie
te loten, en redenen van vrijstelling hcbltejidf. die alsdan
op Ie geven; alsmede om de hij de Wet gevorderde be
wijzen tol staving van de vrijstellingen, uiterlijk binnen
v jj f dagen na de loting over te leggen aan het llestuur
«Ier gemeente.
Amersfoortden IC Fehruarij 1859.
llurgeweeder en II et houders run Amersfoort.
De Burgemeester
A. G. W IJ E R S.
Ile Secretaris
W. I.. S C II K I. T U S.
DE BURGEMEESTER vet AMERSFOORT.
Brengt ter kennis van de Ingezetenen dat bet door
den lieer Gomtuissoris de» Koniugs «yxutoir verklaarde
jaar-rit Goliirr N». 7 voor dc Belasting ot> bet l'enoncrl
in <W Gemeentedienst TS58 1859. aan ilc.i lieer
Ontvanger der Ibrrele Belastingen is ter hand gesteld,
aan wieu ieder vcridigt is zijnen aanslag, op den bij dc
Wet bepaalden voet. te voldoen.
Gedaan en on de gewone plaatsen aangeplakt tc
ytmeis/oortden 18 Fehruarij 1859.
lie li urge meester voornoemd
G. W IJ E R S.
De openstelling: der Indische havens.
Hou meer iiumi unistiu zijne gedachten laat gaan,
op hetgeen in dc laai Me twee maanden door'den
Mini.sier Radiussen is gedaan in de treurige zaak
van dc aaiisluaiide open.stcllimt der negentien havens
in Jndië, «les te meer is men geneigd Ie vragen:
zijn al tlezc redeneiineen en handelingen die van
een" Nedeilandselt Minister van Koloniën? Men vraagt
verder: of in dat geval er wel ooit bewijs zon
kunnen gegeven worden van mooter onhandigheid
en onbekwaamheid? Hij wil hundhaven een maat
regel hoe verbaasd hij daarover ook heeft gestaan.
Hij gelooft, dat het in do opengestelde havens ont
breken zal aait genoegzame surveillance otn in- ett
uitgaande region te hellen, om smokkeling tc voor
komen'. Rh evenwel neemt dc Gouverneur-Generaal
Ptihad een besluit tot openstelling van die havens
en tie Minister Rochuss$n is nagenoeg besloten, die
maatregel te handhaven. Is dit hekwaambci 1, is
dit behartiging van 's lands belangen? Of is dit een
dwaas toegeven aan holklinkende - theoriëneen
misdadig toegeven aan aandrang van buiten?
Mogten in 's lands belangen worden publiek ge
maakt het Rapport tun den Koning, de brieven aan
de Kamers van Koopnandel *te Amsterdam, Rot
terdam en Dordrecht? Kan zoodanige handelwijze
niet genoemd worden, een wereldkundig maken
van datgene, wat ouder do kabinctsgehciineu be
ltoon te worden gerangschikt?
Tig do openstelling dier havens in Indië geldt het:
de belangen van dc fabrieksnijverheid
de belangen van den handel;
de belangen van dc scheepvaart;
en niet het dierminst: de belangen van don Staat.
Want in de Voorn i Wig ten zullen oorlogen op Java
daarvan do gevolgen wezen; in de toekomst is het
IK-hond van Java er mede gemoeid. Rn wat is
Nederland zonder Java? Sedert derdehalve eeuwis
Java het plechtanker van Nederland geweest.
Maar wio staat op de hoogte om ai die belangen
tc overzien? Toch geene Kamer van Koophandel,
al ware het die ook van Arpstcrdam. Eerder dat
tal van kooplieden, dat van Z. M. heeft gevraagd
de intrekking van hot besluit van 31 Mei 1838.
Eerder dat tal van fabriekanten in de steden van
Twcnthe gevestigd. En die al'en bidden van Z. M.
om de oplielliug van het noodlottig besluit. Hoe
bet zjjde Minister Radiussen wil den maatregel
niet opbellen, door den Gouv.-Gcu. Palmt geno
men. Moet de Natie dan iiict met diepe droef
heid de kreet doen hooren: het is met onzen handel,
met ntrte scheepvaart, met onze nijverheid gedaan,
liet bezit van het kostbare Java staat op het spel.
indien niet de Koning, de oppetbestuurder van
onze koloniënde onheilen afwendt die ons dreigen,
wanneer niet het noodlottig lieslnit van 31 Mei 1838,
tol openstelling der negentien havens in Indië, ten
spoedigste wordt opgeheven.
De kwestie van de openstelling tier havens is
voor Nederland ocne levenskwestie geworden.' Of
oiN-nstcllenof sluiten, moet de weg van den
Minister zijn. En weikeu weg kiest hij? Hij
kiest niet een van beiden, maar blijft weifelend
staan. Zon hij met vasten tred eender heide wegd,
begaan, wij zouden hel betreuren, indien hij den
verkeerden weg ging. maar wij zouden tert minste
kunnen zeggen: de Minister kan naar zijne over
tuiging handelen en geelt eet» blijk van énergie.
Doelt weifelen staat voor een Minister gelijk "I'd
rallen. Hij stoot daardoor heide partijen van zich
nf. zoowel die welke de sluiting, als die welke de
openstelling verlangt. De Minister staat dnsallecu!
Kan het anders dan noodlottig werken, wanneer
cene weifeling blijft voortduren, die reeds veel te
lang heeft geduurd
De houding van Z. R. den lieer Rochusscn, Minis
ter van Koloniën, wordt al moeijelijkAr. Vrijdag j.l.
is in dc zitting van dc Tweede Kamer bepaald
dat de discussie over het voorstel van den heer
ran Iloêrell strekkende, om den Minister van
Koloniën uittenoodigen aan de Kamer de stukken
over tc leggen, die eenig licht kunnen verschaffen
in de zaak 'van de openstelling van havens in Ned.
Oost-lndië, zal plaats hebben op Dingsdag 221'ehru-
arij. Met belangstelling wordt naar de behandeling
dier kwestie uitgezien.
Bij <1 en Boekhandelaar M. Ji.jW.ff tc Grarcnhagc i's in l.ct licht
Tcr*-h-nen /.kor ilugvhrift, l.n li 1.1 Toerende .Over het open
stellen run kusthmrus w»r rten alymofiwn handel in Aedcr/andsch
Iodicd-oir Mr. P. Mun.loiÉI-9limstrr ran Krionién.
Wanneer nftn in aaitfnericlnp neemt, lat ile Zaak, waarover het
verste gedeelte heofdiakclyk looptdc houding van den Minister
Boeilossen, èu tegenover zijn ambl»voorgangerén tegenover de
/aak zelve, nu hijhans twee maanden gelede» is en d- Heer Mr,
I*. Mi er dus ruims. li.mts den lijd heeft gehaddaarover iets te
schrijve», otn den lieer Rochnssen en zijne eigene rrgrrings-.laad
de openstelliug van ons Indië voor den vreemdeling Ic verde
digen, dan zou men welhaast zeggen, dat die heer van zijne zaak
niet zoo zeker en voor tegenspraak heillicht is geweestvermits
zijne verdediging juist aan dc huizen wordt ron.lgebragtop het
oogenl.likdat dc Kamer bijeen komt en het dus, evenmin voor
den H.-er Roehrrtsw» als fwr anderen, ten minste vóór de opening
der Kauitrs, ui at meer mogelijk is, zijne redeneringen en stellin
gen tegenover de hunne te plaatsen.
De Heer Mijer heeft waarschijnlijk niet geweten en dus ook niet
ti
als hij do
hij, hoe war» qpk Va»'<1 ig)>l».l<B- qii lijd schriften-lectuur, dan
mo-icn erkennen, dat er nog an.leren zijn geweest, die zi.-h ge
houden hebbek geachtom dc Natie in haar belang op dc hoogte
dor zaak te hrengvu en het verderfelijke aan te tonnen van den
maatregel, welke ouder zijn bestuur deszelfs beslag hoeft erlangd.
Wij gunnen den Hoer Mijer zijne vrijzinnige en het buitenland
z.M) zeer bevoor.leelen.le theoriën, in het tweede gedeelte van zijne
vcnlcdiguiq ontborzqud. Wjj gunueii hom zijne ndhacsio aan de
vrijzinnige cn vod/omvattende rigtim/, welke handel ru scheepvaart
naar hij meent, sedert de laatste jaren genomen heeft, maar welke
onzen handel, onze scheepvaart en nijverheid voor altoos den nek
breken en spoediger -lan zijn doorzigt .lil vermoeden kan, van ons
Java oen tweede Cuba maken zouwaar de opengestelde havens
juist tot dien naijver van anderen en die vele conflicten met het
naburig Amerika hchl.ru geleid.Wij willen, ten minste voor het
oogenhlikzijne rrdeueringeu, dio vsu z.jnc weinige Indische kennis
de il.mrslonndstc bewijzen dragen, niet wederleggen, overtuigd als
wij zijn, dat er au leren, wel ligt leien der Tweede Kamer zelve,
zullen zijn, die daarop inet nadruk zullen wjjzcn en aantoouvii,
h.H- de Hoer Mijer, door zijne cosmopolitische beginselen vervoerd
aan de scheepvaart-wetten van 1850 een geest toekent, wat In.lië
hetr.Tl, lijnregt in strjj.l met dc niiDti.ub.1 ïzviro van die ucticu,
inaar ook met hel spreekwoord dat de H.-er Mijer schijnt vergeten
Ie xijndatveie varkens do spoeling dun maken.
Wij danken mjitcr Je Yup/ioni»litsidr,.Ut zulk een belangrijk
Departement, als Jtot Minister* tan holoiiitfii. «iet langer in handen
is van een mail, met wiens ultra-» riiafnuige begrippen u.j stellig,
in een niet ver verwijderd tijdperk, het gras op de kaden van het
Y en onder de Uoonrias, langs <lc Maas, roer welig zouden hebben
zien opschieten I f t
Men leest in het llantlrlshlatl van I 'i Febrtwrij
onder den titelRnjrotdkigtuUscimsÜbi lievige uitvallen
tegen de Delfst-he akademie. Gaarne wordt de be
antwoording daarvan aan moer bevoegdeu overge
laten dan vg zijn. Evenwel twee woorden die ons
van we ge tie onjuistheid trollen.Overdo opleiding
tot Indische ambtenaren stoat er: «liet aanvankelijk
als bijzaak toegevoegde element der opleiding voor
de Oost Indische dienst, werd gaande weg hoofd-
zaak.Die sortie rijmt slecht mot de waarheid
dewijl toen dc Delfschc akademie zon worden op-
gerigt, do eerste bemerking welke publiek was,
voor'uitgezet werd door den Hoogleoraar T. Ronrda,
die te Amsterdam professor wasvoorde Oosiersehc
talen. Voor do Dclftsche akademie zon zijno taak
Wezen de Javaanschc taal en letterkunde, waarop, die
geleerde zich in de laatste jarendeels ouder do
leiding van den daarin zoo ervaren Gerickcmet
veel ijver had toegelegd. Is dat dus naar waarheid,
bijzaak te noemen, of is enkel partijdigheid daar
toe in staat.
Zilveren appelen op gouden schalen»
Uit de Politieke Brieven, n". 3. dezer dagen m 't
licht gekomen en alom tc verkrijgen.)
(Vervolg.)
Zal de vrijheid winnen, bij de vermindering van
's Konings invloed, bij de vernietiging zijner magt?
Zullen dc region on 1 «clausen van allen veiliger
wezen in dc handen vin Ministers, door de meer
derheid der Volksvertegenwoordigers den Koning
opgedrongen en wier r.iaats van het welbehagen
dier Vertegenwoordigers afhangt? Nergens kan rneer
behoefte zijn aan een gezaa. dat boven den invloed
van allerlei gewone betrekkingen verheven is. dan
in ons land, waar die Intrekkingen, door de toe
nadering der standen, in het oneindige vermenig;
ruldigd zijn cn niemand hoog genoeg staat, om
er den drans niet van te gevoelen. Nimmer is dan
ook die uitwerking zigtbaardcr geweest dan in de
laatste jaren; nimmer zijn er zoo veie voorbeelden
geweest, ik zeg niet van nepotisme, maar van be-
vordering der belangen van de vrienden. Vreemd
wij stellen billijken prijs op de onafhankelijkheid
der regterlijke magt er zou een kreet opgaan,
zoo de afzetbaarheid der regters werd voorgesteld,
wat ook alleen in het hoofd van despoten en libe-
ralisten is opgekomenen wij zien, onverschillig,
de grootste magt geursurpeerd door lieden, wier
plaats van den dunk eener wufte meerderheid
afhangt, zonder dat er een gezag is. om ons tegen
verongelijking te beschermen. Neen, waarlijk,
dc vrijheid zal hierbij niet gewonnen hebben, het
zal wezen, wat Voltaire van de iigueurs zeide:
Perséculntr Ie Prince et servir des tirans
Geweldenaars, ik heb C in een voorgaanden
brief reeds uiteengezet, waarom het liberalisme
dwang is. liet ziet steeds het algemeene, nooit het
büzonderede menschheidniet den mcnsch,
'Ipi staat, zoo gij wilt de gezamenlijke burgers,
maar niet den enkelen burger. Het tracht alle ver
scheidenheid <ip te heffen, alle individualiteit te
vernietigen; de individualiteit der verschillende
volken, van provinciën, gemeenten, van alle ver-
eenigingen. Ilct stelt den staat als het hoogste,
niet als middel, maar als doel, waaraan "aller
regtenliclangen en vrijheid moet opgeofferd wor
den, en wil dus ook de individualiteit van den
niensch vernietigen. Alles cn allen in, om endoor
den staat, zie daar het liberalisme! Daarom
is zijne heerschappij onbestaanbaar met de vrijheid,
welke juist in den eerbied voor de individualiteit
gelegen is, en dus daar het grootste zal wezen,
niet waar de mecsten deel hebben aan het beleid
der zaken, of waar het stem- en kiesregt het verst
is uitgebreid, maar waar dc minste belemmeringen,
zijn, liet minst geregeerd, gereglementeerd en ge
administreerd wordt.
Iedere regering, welke ook hare vorm of oorsprong
moge wezen, heeft, dikwijls met de beste bedoe
lingen, de neiging, haren werkkring uit te breiden,
tc besturen wat niet behoeft, wat niet behoort be
stuurd te worden. Deze neiging is, in onzen tijd?
des te gevaarlijker, omdat dé gcheele inrigting
der maatschappij, dc veelvuldige en zamengestelde
betrekkingen het meebrengen, dat er inderdaad
va-I is. wat best van staatswege gedaan wordt,
wat algemeene regeling vordert, en waarop het
bewind moet toezien, opdat de veiligheid der bur
gers bewaard hlijve. Van daar dat ieder vriend
der vrijheid, al hadde hij ook geene andere redenen,
tegen een onbepaald gezag nmet wezen cn wettschejt
moet. «lat dc ingezetenen een wettig middel hebben,
om hunne regten en belangen tc doen gelden, die
neiging der regering tegen tc gaan. hare werking
tot het noodigc te beperken. Maar van daar ook
dat hij den grooLsteu afkeer mout hebben van ecné
regering «Ier meerderheid, die hare meeniogen en
wenschen als de hoogste wet doet gelden, cn alles
regelen wil naar hare theoriën.
De eerste Krunschc omwenteling baande dep weg
voor e.-itc heerschappijuitgebreider en drukk'endeV
dan het nieuwe Europa nog aanschouwd cn onder
gaan had. liet heeft mij getroffen, dat oudcf de
tegenwoordige vorderingen van het liberalisme,
't welk door de geprezen eenvormigheid van wetten
cn instellingen eenc dergelijke heerschappij kon
voorbereiden, juist l»et gevoel vat* nationaliteit by
vele volken ontwaakt is, het beheer der vreemden
hun ondragelyker is geworden. Niet mmdcr
hen ik er door geirollëu dat de staathuishoudkunde,
die nuttige wetenschap, maar wier algemuontt eu
hetere beoefening grooteudeels aan de materiële