AHERSFOORTSGHE
COÜRAlf T,
JUL 631.
ran DINGS DIG,
7 Junij 4859.
Dit Blad verschijnt tweemaal in de week des Dingsdags en Vrijdag». -De Prijs vair het
elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zcgelregt. Afzonderlijke nummert, ƒ0,lé. -
Amersfoort, zoomede hij alle Boekhandelaren en Post-Directcuren in het Rijk.
t Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van AdvertentiënI tot 6 regels 60 Cents,
- Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. H. van Gee ff, te
De VACATURE in de EERSTE KAMER.
Op Donderdag 9 Junij zullen de Provinciale
Staten van Utrecht bijeenkomen om te voorzien in
de vacature, ontstaan door het aftreden van den
heer Baron d'Ablaing van Gicsscnburgals Lid der
Eerste Kamer. Hoezeer zulk eene keuze altijd ge-
wjgtig ia. en daaroio elceils y^rdient dealgeineenc
aandacht tot zich te trekken, zoo geïoovcn wy toch
dat velen thans, meer nog dan gewoonlijk, met
gespannen verwachting dien dag te gemoet zien.
Immers sedert de Eerste Kamer onlangs meende
hare goedkeuring te moeten weigeren aan twee
hoogst belangrijke wets-ontwerpendat tot afkoop-
baarheid der tiendenen dat lot wijziging van het
tarief der regten op den in- uit- en doorvoer, hebben
verschillende organen der publieke meening zich
met dien tak van onze volksvertegenwoordiging
bezig gehouden, hetzij om deze beide afstemmingen
hoog Ie verbetten, hetzij om die, soms op bitteren
toon af te keuren of te betreuren. De laatsten wezen
daarbij op de noodzakelijkheid, om voortaan bij
het kiezen van een Lid der Eerste Kamer ook te
letten op zijne politieke denkwijs, even als of dit
vroeger minder noodig, of doorgaans verzuimd was
geworden.
Bij de af koopbaarheid der tienden hadden allen
belang, die tiend betters of tiendpligtigen zijn; bij
de wijziging van het tarief zeer vele (zoo niet alle)
kooplieden en industriëlen. Maar niet alleen de
onmiddellijk belanghebbendenook de zoogenaamde
mannen der wetenschap, de beoefenaars der staat
huishoudkunde, de leden der maatschappijen van
landbouw enz., waarvan velen petitiën in tegen
gestelden zin aan de Eerste Kamer hadden ingediend
liadden den loop barer l>eraads!agingen over de
gezegde onderwerpen ijverig gadegeslagen, en geen
hunner bleef by de verwerping onverschillig. Is het
dan te verwonderen, dat men zich nu, by de eerste
vacature, na die verwerping, op vele plaatsenniet
uit nieuwsgierigheid, maar uit ware belangstelling
afvraagt, zal er uit Utrecht een voor- ol een tegen
stander van vrijen landbouw en vrijen handel
worden afgevaardigd?
Misschien is deze vraag verkeerd gesteld, daar
liet onbillijk zou zijn alle leden der lc Kamer, die
tot de lxïdoeldc afstemming medewerkten, onder
de tegenstanders van zoodanige vrijheid te rang
schikken. Velen hunner verklaarden zich uitdrukkelijk
vóór het beginsel, maar keurden slechts de wijze
af. waarop dit in toepassing werd gcbragL Toch
is het zeker, datecnc dergelijke vraag hier en daar
werd gehoord. Maar niet minder zeker is het, dat
zjj, die geroepen worden om tot het doen der keuze
medetcwerkenzich nog andere vragen behooren
te stellenalvorens zjj hunne stem uitbrengen.
Alleen aan hem van wiens braafheid en gemoede
lijkheid men overtuigd is, die slechts het ware
l>elang des vaderlands voor oogen heeft, die zelf
standigheid aan een juist oordcel paartwicn het
niet te doen is om slechts een eerclitel te verkrijgen,
of zich een weg tot hooge staatsambten en onder
scheidingen te banenmaar die zijnen tyd en in
spanning veil heeft voor de behartiging van wat
liein is aanvertrouwd, en die, de noodige weten
schappelijke vorming verkregen hebbende, tevens
liereid is om de grondwet, die hjj moet l»ezweren.
getrouw natelevcn en tot uitvoering te helpen bren
gen, alleen aan den zoodauigen kan men met
volle gerustheid den lastbrief opdragen van verte
genwoordiger des volks.
Wij houden ons verzekerd, dat ieder lid der
IYovinciale Staten van Utrecht met naauwgezethcid
en ernst de lyst der hoogst aangeslagenen zal nagaan,
ten einde tot het doen een goede keuze te gera
ken; dat zij die draromtrent in onzekerheid vcr-
keeren, bij anderen gepaste voorlichting zullen
zoekenen dat geen hunner zich door vriendschap
of welwillendheid zal laten wegslepen om zijne
stem te lecnen tot de benoeming van iemand, die
wel door goedhartigheid of eerzucht, maar niet
door kunde of braafheid heeft uitgeblonken.
De uitkomst lecre, dat wij juist hebben geoordeeld
Wat zullen nu de Provinciale Staten doen?
Dat de afstemming door de Eerste Kamer der
Staten-Generaal van het ontwerp van Wet totwyziging
van ons tarief der regten op den in-, uit-en door
voer, tot vele beschouwingen in de Dagbladen aan
leiding zou geven, was al aanstonds te voorzien.
Nu, het heeft daaraan dan ook niet ontbroken.
Ongelukkig intusschcn voor de meerderheid in de
le Kamer, dat gccnc enkele degelijke stem tot
hare verdediging zich heeft laten hooren, terwijl
daarentegen elk drukpers-orgaan dal gezonde volks
huishoudkundige begrippen voorstaat cu verdedigt.
geheel onbewimpeld eeü afkeurend oordeel heeft
uitgesproken.
Al de drogredenen waarmede de verdedigers van
het stelsel van bescherming gewoonlijk te velde
trekken en waarvan de redevoeringen der heeren
Regout, van Dam van Iuelt en andere ook bij deze
gelegenheid overvloeide^ zyn (vooral in eenige
boolö-artlkelen der N. Eotterd. Courant] in al bare
onhoudbaarheid; in al hare inconsequentie naar
verdienste ten toon gesteld.
Een ieder die de welvaart van ons vaderland
ter harte neemt en in wien de overtuiging is ge
vestigd, dat de meest mogelijke handelsvrijheid de
hoofdvoorwaarde van die welvaart uitmaakt en dat
derhalve de Begering een harer duurste pligten
vervult, wanneer zij alles tracht uit den weg te
ruimenwat nog heden ten dage het handelsver
keer belemmert, heeft de pogingen van onzen
Minister van Financiën toegejuicht, om op den
ingeslagen weg naar radicale hervorming van ons
tarief, weder eene belangrijke schrede voorwaarts
te doen. Met hoeveel genoegenmet hoeveel vreugde
zelfs, werd dan ook door het geheele land de
gunstige uitslag der stemming in de Tweede
Kamervernomen. Maar hoe teleurstellend was
daarentegen de houding der Eerste Kamer; hoe
weinig beantwoordde zij aan hare roepingHoe dui
delijk merkbaar was het, uit de redevoeringen van
sommige leden, dat niet het nut der geheele natie,
maar wel kleingeestig eigenbelang hunne afkeu
rende stem uitlokte. Andere leden die slechts wei
nige woorden te zeggen haddeninaar daarin toch
genoeg zeiden, om een elk te overtuigen dat zij
volstrekt niet op de hoogte waren van het belang
rijk onderwerp, lieten zich door de hoofdleiders
medeslepenom dat ongelukkige véto uit te spreken
waardoor de edele pogingen der Regering, zoo
krachtig door de Tweede Kamer ondersteund,
eensklaps werden verijdeld.
En wat zullen nu de Provinciale Stalen doen?
Zullen zijde ooren sluitende voor al wat de voor
treffelijkste leden der 2e Kamer, in het voordeel
der tariefsherziening aanvoerden en zoo bondig be
toogden, op nieuw hun mandaat geven aan die
leden der eerste Kamer, die door het uitbrengen
hunner afkeurende stem niet slechts door den ge-
heelen handelsstand, maar door alle consumenten
in Nederland worden gewraakt? Neende Provinciale
Staten zullen de lessen der wetenschap en der er
varing niet in den wind slaan; zij zullen zich zorg
vuldig wachten voor het geven van hun mandaat
aan personen, die, óf door gebrek aan de noodige
kennis, óf door dwaze gehechtheid aan een verouderd,
geheel onbruikbaar stelsel, óf door eigenbelang ver
blind, op de klaarste wijze getoond hebbendat zij
ten eencnmale ongeschikt zy.i om de belangen des
volks te helpen behartigen.
Zonderling mag het inderdaad genoemd worden
dat er heden ten dage ook nog menschen'zyn, die
zich in gemoede verpligt rekenen, het stelsel van
bescherming aan te kleven en er voor in de bres te
springen. Weet dan nu nog niet een ieder, dat
met het behoud van dat stelsel, de belangen van
allen, aan de belangen van enkelen, worden ten
offer gebragt? Is het dan nog noodig daarvoor cenig
bewijs aan te voeren Het schijnt zoo. En evenwel
is eene enkele hypothese toereikend om het onge
rijmde van het stelsel van bescherming in het
klaarste licht te stellen.
Men verbeelde zich eene kleine stad van tien
duizend inwoners, alwaar een Nederlander een
groot magazijn heeft geopend, bestaande uit een
aantal zaken waaraan iedere huishouding dagelijks
behoefte heeft en die alle, zonder eenige uitzonde
ring, van Ncderlandschen oorsprong zijn. Uit dit
magazijn het eenige in zijne soortmoeten de inwo
ners dagelijks in hunne behoeften voorzien. Worden
de prijzen van sommige artikelen ook al wat hoog ge
vonden men moet zich dit wel getroostenwant wilde
men van elders zijne bcnoodigdhedeu ontbieden,
nameljjk: van zulke plaatsen, waar ten gevolge
der concurrentie alles tot meer normale pry zen
verkrijgbaar is, dan zou men in vele transport
kosten vervallen, zonder nog te rekenen het
schromelijk ongerief, dat daarmede vooral bij het
aanschaffen van kleinigheden, zou verbonden zijn.
Maar ziet: daar daagt een vreemdeling opdie zich
in hetzelfde stadje vestigt en er ecu tweede geheel
gelijksoortig magazijn opent. Al dadelijk maakt hij
nllerwcgc bekend, dat de meeste artikelen in z\jn
magazijn, van 10 tot 20 en 30 pCt. lager, dan
bij den Ncderlandschen magazijnhoudcrte verkrij
gen zijn en dat de qualiteit zijner waren even
goed, ja, van sommigen zelfs, nog beter is.
Geen wonder dat oen ieder met graagte gebruik
maakt van de aangebodene gelegenheid tot eene
zoo aanzienlijke besparing op de dageljjksche uit
gaven.
De Nederlandsche magazijnhouder, wiens nering
daardoor veel schade lijdt, roept de bescherming
in van het Stedelijk Bestuur, tegen den vreemden
indringer die hem het brood uit den inond neemt;
taf) verk 1 akrttoctfr "OHffTOgëlylt Is "tot too
lage prijzen als de vreemdeling te verkoopen, en
verlaDgt dus dat op alle artikelen, die de stads
poort inkomen en ter aanvulling van het magazijn
des vreemdelings bestemd zijneen regt van 10 tot 20
en 30 pCt. zal worden geheven, dan ten minste
zal de vreemdeling gelijke prijzen, als hij, moeien
bedingen en dan zullen de inwoners hem, als
inboorling, hunne gunst niet onttrekken.
Gesteld nu, dat het Stedelijk Bestuur, zonder
inmenging van hoogere autoriteiten, bevoegd ware
aan het verlangen des Nederlandschen magazijn-
houders te voldoen en werkelijk aan dat verlangen
gehoor gaf, dan wierd immers door dien maatregel
de eenige winkelier in de stad, ten koste van de
tien duizend inwoners op eene onvergeeflijke wijze
bevoordeeld.
Ziedaar met een enkelen trek een der noodlottige
uitwerkselen van het beschermend stelsel geschetst,
welks toepassing door de meerderheid der Eerste
Kamer verlangd wordt. Hetgene zij daarbij dan
geheel uit het oog verliest, is, dat wanneer men
den vreemdeling niet met zijne waren op onze
markt toelaat, wij ook de vreemde markten voor
onze waren ontoegankelijk makenwant voeren wij
niet in, dan kunnen wij ook niet uitvoeren. De
fabriekanten derhalve, die te gelijk met den maga
zijnhouder (om tot het gekozen voorbeeld terug te
keeren) door het inkomend regt op de vreemde
waren bescherming zouden meencn te genieten,
wierden juist daardoor in den verkoop bunDer
artikelen beperkt tot de vervulling der behoefte van
de Nederlandsche markt.
Misten zij daarentegen alle bescherming en konden
zij alsdan door verdubbelde activiteit, by grondige
kennis van hun vaker in slagen om met den
vreemdeling in qualiteiten en prijzen te wedijveren;
ja dan, maar ook dan alleen, stond de geheele
wereldmarkt voor hen open.
Het is derhalve wcnschelijk, ja dringend noodig
eenigzins terug te keeren tot den oorspronkelijken
vorm van den handel, namelijk: tot onbelemmerde
ruiling tusschen alle volken en derhalve lot af-
schalling van een stelsel van bescherming, dat
eigentlijk niets anders beschermt dan dwaze routine,
tot vermeerdering van de nooddruft der minvermo
genden in alle landen.
De Provinciale Staten, zullen bij de aanstaande
verkiezingen van Leden voor de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, voorzeker toonen, dat de lessen,
die uit de discussiën in de Tweede Kamer over de
tariefsherziening en vooral ook uit de ltoudige en
kernachtige taal des Ministers van Financiën, te
putten warendoor hen worden ter harte geuoincn
in het belang der welvaart van ons land.
Het wets-ontwerp lol herziening van het tarief
van regten op den in- uit- en doorvoer is verworpen
met 19 tegen 16 stemmen.
Vóór de heeren: Loopuyt. 'I Hooft, v. Rhenen,
v. S winder en, v. Becck Vollenhoven, Cost Jordcns,
Cremers, v. Bijckevorselv. Goltstcin, v. Weel.
v. d. Lec de ClercqBosch v. Drakensteinv. Eysinga
de Villers de Pité, Blankenheym en de Voorzitter.
Tegen de heerenv. Damd'AblaingHartcvelt
Paspoort, v. Meeuwen, Becrenlrroek, Huydecoper,
Insinger, v. llceckeren, Sassen, Regout, v.d. Dries,
v. Nispen, v. Wessemv. Sasse t>. Yssvll, v. Aylva
van Pallandte. d. Ouder mailen, ile Kempenaer
eu Borski.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER ei* WETHOUDERS de* GEMEENTE
AMERSFOORT
Gelet op Art. 56 van het Algemeen Folicio-Rcglcment
voor deze Gemeente;
Doen te weten, dat alle Gebruikers of Beheerders van
GEBOUWEN en ERVEN, of, wanneer deze niet gebruikt
worden, d« Eigenaars daarvan, verpligt zijn de Straat
vóórachter en terzijde van dicGEROUWEN of ERVEN,
uit te wieden of te doen uilwicdenzoodat die on Dingsdag
den 11 Junij aanstaande, des namiddags ten 3 ure, be
hoorlijk gezuiverd is, op straffe hij voorzegd Reglement
bepaald.
Amersfoort, den 4 Junij 1859.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester
A- G. WlJERS.
De Secretaris
W. 1„ SC.H KLTUS.