AHEBSFOOBTSGHE
COD
647.
Iel
van DIN GS DAG,
Augustus d859.
GEMEENTE
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
AMERSFOORT,
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat het lste Aanvullings-koliier der
Plaatselijke Directe Bclastinz over het dienstjaar 185!)
Morloopig vastgesteld is en gedurende 14 dagen, te rekenen
van heden, alle werkdagen van 10 tot 1 ure, op de Se
cretarie der gemeente voor een ieder ter lezing zal liggen
biorien welken termijn elk op het kohier aangeslagene bij
och Raad bezwaren tegen zijnen aanslag kan inbrengen.
Amersfoortden I Augustus 1859.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester
A. G. W IJ E R S.
De Secretaris,
W. L. SCHKLTUS.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS oer GEMEENTE
AMERSFOORT
Gezien Art. 219 der Wet van den 29 Junii 1851 (Staats
blad, N". 85);
Brengen ter kennis van de Ingezetenen dat de Rekening
van de ontvangsten en uitgaven der Gemeente o-'er liet
jaar 1858door ben aan den Gemeenteraad aangeboden
gedurende veertien dagen, te rekenen van lieden (dein
te vallen Zondagen uitgezonderd), dagelijks van 10 tot 1
ore, op de Plaatselijke Secretarie voor een ieder ter lezing
I liggen; en dat men van voorzegde Rekening afschrift
in bekomentegen betaling der kosten.
Amersfoortden 1 Augustus 1859.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester
A. G. WIJERS.
i De Secretaris
W. L. SC HELT US.
AMERSFOORT, 1 Augustus 1839.
In de beide laatste zittingen van het Bestuur
r Snarbank is door 18 personen, waaronder 5
Jinbrengers waren, ingebragt ruim 127.
oeg allen bchooren tot den arbeidenden stand.
inrigiing bestaat nu sedert 3 maanden, in
Mken tjjd door 41 personen meer dan f 1200 in
waring is gegeven. Bij den aanvang der maand
lgustus ontvangen vele vrouwelijke dienstboden
driemaandelijksch loon. Wij hopen dat de
tirmen bij die uitbetaling haar aan de Spaar-
j sullen herinneren.
Het voornemen schijnt te bestaan om de
^dmhting te dezer stede op 17 Augustus e. k.
*V»vaiigeii.
M hèiï? ï:ft.dcn we8ens vergiftiging (cr
1\ Voó'rdeelden gcWcS"." gepensioneerden gene-
Cunhd, gratie raavle d°°d»'verleend
rif reranderd in 20 jaE" telithuialnf.
/,VC1 gunning "lit nnni Jj" I
'Ij' rdige ongesteldheid, te onde%tan..m liet
arrest te 's Gravenhagealwaar h'ï tf,ans
ïerd.
elk "'v'f Ter8|(,'''"'?,tr 'u,eemaa' 'n *'R weRk des Dingsdugt en V'rijdags. - De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Adverteotiën1 tot 6 regels 60 Cents,
e rege meer er 0 Cents, behalve liet Zegelregt. Afzonderlijke nummers, ƒ0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. van Cleeff, te
Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directcren in het Rijk.
kennisgevingen.
DE BURGEMEESTER VAN AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de Ingezetenen dezer 'gemeente
Uat liet door den Commissaris des Konings in deze pro
vincie executoir verklaarde kohier No. 5 van de personele
belasting: over het dienstjaar 1859/60 (Schattingen) aan
den Ontvanger van 's Rijks Directe Belastingen alhier is
ter hand gesteld, aan wicn ieder verpligt is zijnen aan
slag, op den hij de Wet bepaalden voet, te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
aangeplakt te Amersfoortden 29 Julij 1859
De Burgemeester voornoemd,
A. G. W IJ E R S.
M. heeft aan II. II. van Deventer. W,e
'provinciaal geregtshol' van Noord-Brabant,
fcipifvan moedwillige brandstichting, waardoor
levens in gevaar zijn gebragt, tot de
was veroordeeld, gratie vau die straf
die veranderd in eene tuchthuisstraf
tijd van twintig jaren.
~L leest in de Amst. Ct.
f deelden wij mede, dat 32 burgemeesters
iel aan Gedeputeerde Staten van dat
8t een adres hadden ingediend tot verhooging
jaarwedden. Thans vernemen wij dat Gedëpu-
de Staten bij besluit van 23 dezer daarop
f iben geantwoord als volgt:
IAén de adressanten bij afschrift dezer kennis
I gflTpo. dat Gedeputeerde Staten voornemens zijn
li j^rweddennadat de uitslag der op handen
Ijooe volkstelling bekend is, te herzien en dat
fmradres alsdan in ernstige en gezette overweging
j&I Worden genomen.
tóe bêrigtgcver is van oordeel dat de uitslag
fjoljiatelling hier een verkeerde maatstaf is,
jfbverhooguig van wedden op grond van werk-
[amheden, en niet wegens het zielental der ge-
jevraagd wordt. Immers, voor enkele in
jplkiny achteruitgaande gemeenten, waar even
wél'de burgemeesters met nog grootere zorgen en
^iWaren'tc kampen hebben, cn onder nog meer
arbeid gebukt gaan dan in bloeyende gemeenten,
zouden de wedden, neemt men de volkstelling
tot grondslag der bepaling daarvan, verminderd
moeten worden. Men zou dus liever zien, en dit
verlangen is zeker niet onbillijk, dat de omvang
der werkzaamheden en niet het zielental bij de
beoordeeling der gedane aanvrage in aanmerking
werd genomen.
Donderdag morgen werd te Nieuwediep het
stoffelijk overschot van de slagtoffcrs, omgekomen
op de kanonneerboot Pro pair ia, plcgtig ter aarde
besteld. Ten 9 ure zette de schier onafzienbare
stoet, die de lijken zou volgen, zich in beweging.
De treurmuziek van het instituut der marine,
voorafgegaan door een detachement mariniers,
opende den trein; daarop volgende de lijkkoets
met het lijk van den braven en algemeen bemin
den kommandant, en onmiddellijk daarop de lijk
wagens die de vijf lijken der matrozen bevatten,
een bedroevend gezigt, dat menigeen tot diepen
weemoed stemde; achter de lijkwagens volgden
de naastbestaanden, al de officieren der zee- en
landinagt, drie predikanten dier gemeente, de
manschap der noodlottige kanonneerboot die aan
de ontzettende ramp was ontkomen, en de adel
borsten, terwijl de verdere matrozen en mariniers
daar in garnizoen, den plegtigen somberen trein
sloten. Op het kerkhof hielden een der officieren,
de heer van Goghen daarna Ds. Ledeboer gepaste
toespraken, die hij allen een zigtbaren indruk te
weeg bragten. Nadat de lijken in de graven waren
neêrgelaten en ieder der officieren op de verschil
lende lijkkisten een schop aarde had geworpen,
verliet de trein treurig te moede het kerkhof.
Het springen van kanonnen.
[Ingezonden.)
Nu er nogmaals een ijzeren Kanon van GO ffi,
te Luik gegoten, te Nieuwe Diep is gesprongen,
zoude liet niet ongepast zijn te lezen bladzijden
41, 42 en 43 van het: Beknopt Overzigt der Proe
ven en werkdadigc Oefeningen welke in 4849 bij
het personeel der Artillerie hebben plaats gehad,
in November van dat jaar gedrukt bij de Erven
Doorman te 'sllage, door den Luitenant Generaal
Falter bijeenverzameld en aan alle do artillerie
officieren gezonden.
Men vindt op gemelde bladzijden omschreven
het springen
1°. van een ijzeren Kanon van 30 ffi bij de
Mar'rie te Vlissingen op den 20 Seplemher 1849,
gegoten te Luik in 1828 en gemerkt L N® 14;
2°. van een ijzeren Kanon van 18 ffi. gespron
gen 4 April 4816 op het polygoon te Breskaat,
gegoten te Luik in 1828 en gemerkt N®. 11. Deze
vuurmond was in 1845 voor het eerst gebruikt,
stond in dat jaar 280 schoten door, en sprong
het volgend jaar bij het 2Ge schot
3°. van drie ijzeren Kanonnen van 24 ffi in
18321834 in het fort Bath gesprongen, vermoe
delijk gegoten te Douai, l'an 13 de la Re'publiquc;
4°. van een ijzeren Kanon van 36 të in 1813
of 1814 gesprongen op het fort de Ruijter bij
Vlissingen, te Luik gegoten in 1812.
In Oost-Indiö zijn bij de Marine ook eenige
stukken gesprongen.
Waarom laat men niet liever in Zweden gieten
Het zij gezegd.
Vergadering van den Raad der gemeente Amers-
Dort van Zaturdag 30 Julij 1839.
Afwezig de II.II. van Beek-, J. F. Lagerwcij, Schee-
renWg en Schlatter; de drie laatsten met kennis-
ge viife.
Nabel voorlezen cn goedkeuren der notulen van
de v rige vergadering, zegt de Voorzitter dat zijn
ingezonden de geloofsbrieven der leden, onlangs
bij vciiieuwing verkozen tot vertegenwoordigers der
gemeerte. Zij worden gesteld in handen eener Com
missie, bestaande uit de II.TI. van Ilockom Maas,
van Lochorst en L. E. Lagcrwey. Nadat door hen
was geapporteerd, dat er geene bedenkingen be
stonden legen de toelating der nieuwe leden, worden
achtereenvolgend goedgekeurd de geloofsbrieven der
11.11. vai Bel, Scheltus, Schluiter, van Werkhoven
en Dienont.
Aan cfc orde is 1°. het request van Kievits C°.
om subsdi^ voor het verschuldigde vuur-, haven-
eu tongcl v«or de stoomboot.
De Vorzitkr zegt, dat blijkens de ingewon
nen inforaati^a voor eene dergelijke stoomboot te
Amsterda\ bik wijze van abonnement wordt betaald
f 30 in Int \wr voor havengelden dat te Zwolle
wordt betaal 2 ceuts per ton voor iedere reis,
waarvan echter de stoombooten slechts j betalen.
Moesten de requestranten hier volgens tarief beta-
ien, dan zou dit voor 240 dagen in het jaar be
dragen ƒ1800. In het belang der zaak stellen Burg:
en Weth. voor hiervan remissie te verleenen bij
wijze van subsidie voor een bedrag vanTV alsdan
zouden Kievits C#. ongeveer /180 in het jaar
verschuldigd blijven.
De heer L. E. Lagerwcij herinnert, dat hij vroe
ger tegen zulk eene subsidie was gestemd geweest,,
omdat de beurtschippers, die circa ƒ1200 geza
menlijk aan vuur-, ton- en havengeld betalendoor
de concurrentie der stoomboot veel zullen lijden.
Hij was echter nooit tegen de zaak zelve ingenomen.
Hij zal nu voor het subsidie stemmen, in de hoop,
dat men ook billijk zal zijn jegens de beurtschippers,
wanneer hun verzoekschrift ter sprake komt. De
heer Diemont vraagt of bet hier niet betreft eene
belasting, die niet tot een hooger bedrag mag ge
heven worden dan noodig is ter bestrijding der
kosten van aanleg en onderhoud. Kan men een
subsidie verleenen, dan zou hij dit ook wel willen
uitstrekken tot de schippers, als de gemeente daarbij
niet te veel geldelijk verlies zou lijden.
De Voorzitter antwoordt, dat het hier geene be
lasting geldt, omdat de Eem grootendeels ligt buiten
de gemeente; dat het dus meer is een tol, die ge
heven wordt. Het request der beurtschippers is nu
niet in behandeling, alleen dat der stoomboot-
onderneming. Door het verzoek toe te staan za! er
geenerlei verlies geleden worden, maar hoogstens
eene winstderving.
De heer Wolff vraagt, of de stoomboot, die nu
slechts tot Baarn vaart, thans reeds vuur-, ton-en
havengeld schuldig is. en of het niet raadzaam zou
zijn er op aan te dringen, dat de vaart spoedig tot
Amersfoort worde voortgezet.
De Voorzitter antwoordt op beide vragen toe
stemmend, en voegt er bij, dat de bedoeling van
het voorstel alleen is om hel subsidie te verleenen
wanneer de vaart van Amersfoort begint, daar men
hier bij die tot de Eembrug geen belang beeft.
De heer L. E. Lagerweij merkt op, dat er wel
mag gedacht worden aan de toekomstige aanlig-
plaats der stoomboot, daar hem verzekerd is, dat
daartoe buiten de groote Koppelpoort geene plaats
ruimte bestaat. Zal die aan de overzijde gemaakt
worden, dan sleept dit weder kosten na zich.
De Voorzitter hervat, dat het in het belang der
gemeente is, dat buiten de kleine Koppelpoort be
hoorlijke aanligplaalscn bestaan, niet alleen voor
de stoomboot, maar ook voor andere schepen, en
dat daartoe zoo noodig eene voordragt zal gedaan
worden. Het Policie-Reglement bepaalt, dat de haven
meester bij verschil de aanwijzing geve, waar ieder
zal aanliggen.
De heer Herschel zegt, dat, daar het jaagpad,
waarvoor een gedeelte der havengelden wordt ge
bezigd, niet door de stoomboot gebruikt wordt,
het hem des te meer billijk voorkomt in dezen
eenige subsidie te verleenen.
In stemming gebragt wordt het voorstel van Burg.
en Weth. aangenomen met 10 tegen e'éne stem (die
van den heer Scheltus).
2°. Ilet request van eenige ingezetenen betreffende
het onderhoud van het Heerenpoorts-bruggetjc.
De Voorzitter herinnert aan de geschiedenis van
dit onderwerp. Reeds in 1839 was er besloten het
bruggetje af te breken, doch dat besluit is toen
weder ingetrokken. In 1832 werd wederom beslo
ten tot amotie. Toen verzochten eenige belangheb
benden, dat de brug mogt blyven bestaan, en
verklaarden zy zich bij contract bereid het onder
houd gedurende de zes volgende jaren te bekostigen.
Op die voorwaarde is dit toen toegestaan. Thans
is die termijn verstreken, en zijn zij ongenegen
langer de kosten blijven dragen. Zal men nu de
brug daarom afbreken? dit komt hem onbillyk
voor. Bij bet behoud der brug hebben velen in de
gemeente belang, liet is hier eene soort van buurt
last. Nu zijn de buurllasten, even als het onder
houd der werven enz. thans volgens de Gemeente
wet voor rekening der gemeente, lly gelooft daarom
dat er termen bestaan om de brug voorloopig te
behouden voor rekening der gemeente. Deze be
houdt altjjd het regt die af te breken, als dit ge
raden mogt zijn.
De heer van Hel vereenigt zich met dit gevoelen
daar ook hij van oordeel is. dat het behoud der
brug op dit oogenblik wenschelijk is voor de blee-
kerijen aan die zijde der stad gelegen. Hij weoscht
echter, dat men goed doe uitkomen, dat de Raad
zich tot niets verbindt voor het vervolg, omdat
buiten het bezwaar van het onderhoud der brug,
thans ook dat van het toezigt, het openen en sluiten
der poort enz. door de gemeente moet gedragen