A1IBSF00RTSCHE C 0 D111 M 833* TUD DIHGSDAG, J* Mei J86J. Dit Blad verschijnt tweemaal ia de waek de» Ding,dag, en Vrijdags. De Prij. ran het Abonnement i» ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertentie»I tot 6 regel» «OCenU elke regel meerder 10 Cent», behalve het Zegelregt. AWonderlijke nummert, ƒ0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. II. r--i CUcff, te Amersfoort, Bureau Amertfoortsche Courant, Singel Wijk E N°. 61, soomede bij alle Boekhandelaren en l'ost-Directeuren in het Rijk. VERVOLG DER KENNISGEVING nqpens het Beurtveer tusschen Amsterdam en Noten, ccne baal, circa l*/« mud n het mud Oesters, de Ion kleine partijen van 100 lat 300 stuk», als Bestelgocderen. Olie, Room-, Lijn-, Patent-, Raap-, llcnnip- of Traanliet vat boven de 10 vatenper vat Onderstel, van een rijtuig met 4 wielen a >2» Oranjeschillen, de 50 pd boven de 50 pd.iedere 50 pd. ,30 -,20 -,30 —.40 2.50 .—,40 ,30 Os. Zie Beesten. P. Paard. Zie Beesten. I'ak. met allerhande waren. Zie Baal of Zak. Pakmand, een met allerhande. Zie Baal of Zak. Pannen (Dak-), de 1000 stuksƒ3,— a bij partij boven de 2000 stuksper 1000 stuks Papier, de riem. per enkele ,07' bij 5 riem en daarbovende riem ,05 Patrijsen levendeper stuk 10 dood. per koppel ,15 hij 5 koppels en daarboven, per koppel. .12* Pelterijen de 50 pd. ,50 Pendule. Zie Meubelen. Pennende 50 pd,30 Peper <le 50 pd. ,20 Pers. Zie Meubelen. Piano Zie Meubelen. Pikde ton—,25 de halve ton a,15 de kwart ton,10 Pijpen, het mandje,10 ii hij 5 mandjes en daarbovenper stuk a ,07* de ton.40 Pleister, de 50 pd. .20 Ploeg, een—.40 Porselein de 50 pd.50 Potloodde 50 pd.20 Potten fltergsche)de 100 worp 1, (Franschc). dn 100 worpa 1, Pruimen gedroogde in vaten de 50 pd. .20 l'ruimedanlende geheele kist,20 a de halve kista ,12* a hij 5 geheele kisten en daarboven per kist. ,15 a hij 5 halve kisten en daarboven, per halve kist ,10 Wordt vervolgd.) Hei knblnct ras» Meemtlra-GorterJ'rol. Had de groote politieke wonderdoctor door eene loven-'en biedcn-cliarlatanncrie de Nederlandsclie spoor wegziek te tijdelijk geheeld, nu evenwel geene nieuwe belangrijke kuur meer werd toevertrouwd, kon bij zich niet langer handhaven, lij) verdween, om thans, naar men algemeen hoopt, voor goed van het staatstounecl verdwenen te blijven. Na de verdwijning van den President-Minister, hood ook de standpunt kunst, waardoor zyne collega's zich onder zjjne leiding met hem hadden staande ge houden, geene redding meer, en spoedig nadat de leider geëclipseerd was. begon er eene minis- teriëele crisis, welke zoo uitermate lang duurde, dat men in het algemeen in de meening verkeerde nimmer uit die crisis te zullen geraken. Onzerzijds begrepen wjj spoedig, dat nu de Minister van Heemstra aan bet zoeken was naar een stel ambt- genooten, hij dat bepaald, zij hel dan ook by eene lange crisis, zou weten «e vormen; want wie als wij, het onverzettelijk-Friesch karakter van Mr. S. Baron van Heemstra kent, weet dan ook. dat hij niet wijkt voor en aleer hij wildat hij den woedenden stormpas der interpellatie de Branie wist te wederstaan. toen hij voor het eerst naast den Minister van Hall als Minister in de Tweede Kamer verscheen, zal inen zich nog wel herinneren. De ultra-liberalen bleven zich steeds vleijen. dat de heer Thorbeckc, de glorie-man der Arnh. Cl., de kolossale theoreticus van het nooit uit te meten politiek beginsel, kans kon krygen thans aan het f hoofd van een kabinet tc zullen komen, zarnen- gesteld uit mannen in hunnen geest, b. v. Thorbeckc, Dinncnlandscbe ZakenBelsFinanciënvan Hoëoell Koloniën; en dergelijke ultra's als titularissen. De Nederlandsclie natie gevoelt echter geene behoefte om den meester op nieuw de ijzeren roede te zien rwaayen, en na geruimen tyd zoek ens was het kabinet van Heemstra ineengeschroefd. Wat zjjn leider. Minister van Heemstra aangaat, wjj houden hem voor den meest énergicken Minister na Thor beckc; doch tneer in den zin van onverzettelijkheid zelfs zóó dat hij moed bezit, om alle vooroordeelen te tarten; ja, zelfs in liet ongelijk is hein de moed der onverzettelijkheid eigen. Zijn ambtgenoot de Minister Godefroi, die met hem aanbleef, geniet èn individueel, èn als spe cialiteit voer de portefeuille van Justitie, in zoo ruime male het vertrouwen en de genegenheid van Z. M. den Koning, de achting en sympathie van de leden der beide takken van vertegenwoor diging, dat zijn aanbljjven in het hernieuwde kabinet algemeene tevredenheid verwekte, niet alleen persoonswille, maar mede vermits door hem, beter dan door wien ook, de regterlijke reorgani satie kan worden beëindigd, en daarna mede onder zijne vleugelen allengskens de regtswetlen kunnen worden herzien. Wel is waar kan ook hij geene volmaakte wets-onlwerpen leveren, maar wie volmaaktheid verlangt, vaoge aan zich zeiven te volmaken. De aftreding van den Minister Bochussen be schouwen wij als een groote ramp voor Nederland in betrekking tot Nederl. Oost-Indië. Niet ligt, ja volstrekt niet is in Nederland een man te vinden, zoo juist en diep als hij doordrongen in de vele Indische zaken en in de Indische buishouding. De ultra-liberalen wilden zyne verwijdering, omdat hy bun magtigste tegenstander was voor de toe- pussiog hunner Westerscbe begrippen op Oostersche toestanden. Het is hun gelukt den man te doen wyken. die hel vertrouwen des Konings en van het edele deel der natie bezat, en (de korte ver schijning van den heer Cornets de Groot als Minister van Koloniën slechts aanroerende) zijne plaats werd ingenomen door den heer Loudon, die, lang als secretaris-generaal van Koloniën onder hem gearbeid hebbende, naar ons inzien welligt voor thans zijn geschiktste plaatsvervanger is, het meest geschikt oin in de tegenwoordige omstandigheden tusschen liberalen en conservatieven nopens Indië hel juste milieu te houden, zvlfs al zou de schijn tegen hem zijn, dal hij naar de ihe'oriëu der ultra's op kolo niaal gebied neigt. Het aanblijven van den Minister van Oorlog de Casembroot mag worden beschouwd als heilzaam voor de verdediging des Yaderlands en het bezit der Koloniën, vermits, sedert hij de portefeuille van Oorlog aanvaard heeft, allengskens hel leger, onze sterkten en het materiëel uitnemende impulsie verkregen, daaraan steeds kracht wordt gegeven, en de herhaalde uitzending van krijgslieden, ge boren Nederlanders, naar Java in de laatste tijden, hoogst weldadig voor de koloniën zal blijken te zijn. Men zal zich nog wel herinneren hoe in onze Oost-Indische militaire artikelen voortdurend op die uitzending werd aangedrongen, als iets waar van het behoud van Java voor Nederland afhangt. De intreding van nieuwe Ministers voor de departementen van Marine en Eeredienst mag mede nuttig worden geacht en zullen de titularissen door hunne handelingen moeten bewijzen, of men zich met hunne optreding mag gelukwenschen; terwijl omtrent den nieuwen Minister van Buitenlandsche Zaken va» Zuijlen van Neijeoeldt, het oordeel nog moet worden opgehoudenomdat hijvroeger uiterst vrijzinnig was, en niettegenstaande hijloeu het nieuwe Ministerie dezer dagen voor het eerst de Tweede Kamer te gemoet trad, als Minislre Orateur een staatsstuk voorlas, dat op woorden rijkheid. maar niet volkomen op bevattelijkheid mag aanspraak maken. Verklaarde hy, dat het Ministerie was: homogeen onzerzijds ineenen wij, dat diergelijke staatsstukken te dikwijls door de ondervinding, wat hunneu inhoud en hunne beloften betreft, zijn wedersproken., dan dat men daarbij lang zou behoeven stil te staan. Gelyk de Minister Thorbecke zeide: wacht op onze daden, moet ook tot dat Ministerie worden gezegdbewijs door wetten en handelingenen niet door woorden dat uwe hotnogeuileil tol beil van hel Vaderland strekt. De nieuwe Minister van Financiën h«h Tets, heeft door het uniform-briefport en het frankeren van gedrukte stukken met postzegels werkelijk eene. verbetering aangebragt; wel is waar, hadden wij bet verpligte frankeren van al hetgeen met den post gaat, tnede nuttig geacht, doch ineenen, dat men niet te veel op eens in dergelyke aangelegenheden inag verlangen. Men hoopt, dat hjj geen gehoor zal schenken aan het drijven der groote bladen, die in hun eigenbelang voor de afschalling van het daghladen-zegel y verendoch daaraan de afschaf fing van het advertentie-zegel niet verbinden. Zon der het eene mag naar regtvaardigheid en billijk heid het andere niet wordeu afgeschaft. Een vast regt van daghladen-zegel, onverschillig de grootte van het biad, gelijk sommigen willen, zou de grootste onrcglvaardigheid wezen. Men moge het dagblad-zegel drukkend noemen, men kan echter niet zeggen, dat bet, met de grootte van hel blad tot grondslag, onbilljjk in maatstaf ia. liet Patent- regt, bet personeel, de grond belasting en meerdere belastingen, hoe drukkend ook. hebben maatstaven naar waarde, bedrag, grootte en dergelijke; het tegenwoordig dagbladzegel wordt, bjj vergelijking met deze, naar eenen juisten en billijken maatstaf geïnd. Als de Minister van Financiën in zyne wela- voordragten het algemeen belang zoekt, gelijk bet door eerlijke beoordeelaars wordt ingezien, zal hij bij het gewigtig departement hem toevertrouwd, goede diensten kunnen doen. Hel Ministerie in zijn geheel genomen, is nog te kort aan he' werk en heeft dus nog te weinig gedaan, dan dat men nu reeds zich voor of tegen hetzelve zal mogen verklaren. Laat oashopen, dat het betrekkelijk weinige goede, sedert de invoering der Grondwet van 1848 verkregen, thans zal wor den gevolgd door vele heilzame wetten en Ha«L»n. De vertraagde betaling van de gaoaeente Utrecht der 10 op hare aandnnlm In de Neder 1Centr .wSpoorw .«Maatschappij In de zitting van den Utrecbtscheu gemeente raad van 2 Mei j.l. sprak de beer Ram als volgt: In verscheidene dagbladen de aankondiging gelezen hebbende, dat spoedig (31 Mei) eene algemeene vergadering der Ned. Cenlraal-Spoorweg-Maatschappij zal gehouden worden, vraagt bjj of er ook plan bestaat, de stad op die vergadering te laten vertegenwoordigen." De Voorsitter antwoordt «dat hjj gelooft, dat de stadnog niet gestort hebbende, niet bevoegd is, zich te laten vertegenwoordigen." Daaruit blijkt dus, dat de stad Utrecht hare 10 zijnde ƒ30,000.— van de ƒ300.000.— «aa- deelendoor baar in den Centraal-Spoorweg ge nomen, nog niet heeft betaald. ArL 11 van de Statuten der Ned.-Centr.-Spoorw.-Maatach. luidt als. volgt: Ianezl «n Deelhebber mogt remimtm mm 01 moet dar verschuldigde stortingen binnen den daarvoor gestelden knii t* voldoen zullen de Lommer, der Aandeeleuwaarop die Mostiw niet heeft plaats gehadin de dagbladen*"tiiH kf ArtöuL negenworden openbaar genaakt en de Inschrijvers nowmaala ter beuling opgeroepen. Wanneer de alortingen op deze Bommen binnen dettig dagen na de oproeping tol beuling niet zjja voldaan, zal de Raadkan Administratie bevoegd zjjn duplicaal-recepiasenzoowel voor dn achtcrsullige stortingen als voor de stortingen wetka reed* op din nommers mogten zijn voldaanin het openhaar te Amrtertba te doen verkoopenen de daaruit voortvloeiend» voordeden onher roepelijk komen ten bate der VenuooUchapterwijl de vroegere onder zoodanig nommer uitgegeven recepia of reccpiaaon alln waarde zullen verloren hebben, aU zijnde alle regten en verplig- tingen, aan die Aandeelen verbonden, overgegaan op den nienwesz nistratie om, des geraden achtende, zoowel stortingen als de schade voor de Vennootschap nil de inlatiahmj van den Deelhebber eventufel voortspruitendeonmiddellijk om den verbonden persoon na verloop van de boven bepaalde dertig dagen te verhalen. Zullende de Aandeelhouders over het bedrag hunner schtersullige stortingen van den dag waarep don ver schuldigd zjjn lot de werkelijke voldoening toemet etM rente gerekend legen zei ten honderd 'sjaars, worden beUrt. Men beeft nog niet vernomen, dat de Raad r. Admin, van den Cenlr. Spoorw. een of meer der bovenstaande bepalingen, op verzuim van betaling gesteld, op de stad Utrecht heeft toegepast, geljjk de regtvaardigheid dateischt, vermits in geldzaken geen onderscheid des persoons mag worden ge maakt. en juist bet bestuur eener stad. en dat* nog van eene groote stad als Utrecht, het voor beeld van promptitude in betaling behoort to geven. Volgens art. 11. is nu de stad Utrecht bij de ƒ30,000.— die zjj nog moet stoften, op nieuw 8 maanden rente a 6 van 30,000. dus ƒ1200.aan de Maatschappij schuldig. eo zoude bet dan niet een schreeuwend onregt zjjn, den anderen aandeelhouders aangedaan, bjjaldien de Raad v. A dm. thans, en wel vóór de atgem. vergadering, de stad Utrecht niet zou dwingen ƒ31,200.te voldoen? Doch, hoe is de niet-betaling der stad Utrecht te rjjmen met hel besluit van dën Utr. gemeenteraad van 21 Maart, waarin met algemeene stemmen is besloten de 10 te storten Waarom heeft de Voorzitter Kien nog geen uilvoering aan dat besluit gegeven? Zou de Raad van Adm. de bljikens art. 11 verschuldigde G rente bjj de hoofdsom gevorderd hebben? Zoa de betaling dier rente geweigerd zjjn, omdat mengde exceptie opwierp, als zou art. 11 der statuten niet op de gemeente Utrecht van toepassing xjjn? Of zou de betaliug zoowel van hoofdsom als rente verschoven worden, omdat de Voorzitter en de leden van den Utr, gemeenteraad eindelijk begrijpen, dat de Raad van Administratie wat meer vopr de aandeelhouders inoel verrigten dan aandeden plaatsen, dan 10 laten storten, en dan opmetingen doen?

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1861 | | pagina 1