M 1959.
D i li g s d a g' 13 jjpËif Februarij 1872.
AintRSFOOITSClL
NRnr.nLANPsr.HE Centraal-SPOORWEG. W T 1HÉ A TM T fVl
Vertrek van Amersfoort naar Utrecht |B II II II II II III
9.17 1.42, 2.20, 8.06. I I I VE lB I B I naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en
Vertrek van Amersfoort naar Zwolle 11 I I I I I M I Ml I Rotterdamen namiddag 4.30.
9.14,2.5,4.19,8.25. BI BJ IB I BI I m van Amersfoort naar Barneveld
V SV M WÊ s avonds 8i na aank. der laatste t re in
Dit blad verschijnt Maandag en Donderdagavond. Abonnementsprijs per kwartaal f\.franco per post 1.15 Prijs der Advertenticn van I tot 6 regels CC Ctselke regel
meerder 10 Cts; legale en officiëele Advertentiën per regel IT> Cts. Reclames per regel 20 cents. Aft. nummert 5 cents; Bestellingen bij den Uitg. A. II. van Cleeffte
Amersfoort Bureau Itnertfoorltche Courant. I.angrslraat, Wijk F, N° 43, over de Oude Vischmarkt en hij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in het ilijk. Bi iet-en franco.
Ellbctoii-bos|)iogeIiu^.
II.
Uie «onc volledige beschrijving wilde geven
van de schuldbrieven, aan de Amsterdamsehe
beurs te koopen en te verkoopenleverde, wij
ronden baast zeggen, een reuzenwerk, en gal
hij van de meer of mindere soliditeit dier
- papieren" een beredeneerd overzigt, dan zoude
hij toegerust moeten zijn met eenc algemeene
kennis van de geschiedenis, van den toestand en
van de verschillende bronnen van bestaan der
onderscheidene geld-leenende staten der wereld.
Aan oaze Betns gaan stellig een honderdtal
verschillende effecten van de eene hand in de
andere ca deze allen te tcekenen in hun oor
sprong verdere lotgevallen en toekomst, zou
al de pagina's vragen van een lijvig octavo boek
deel. Er zijn dan ook betrekkelijk weinig
financiers, die zich aan zulk een arbeid wagen
of den moed hebben dien te ondernemen.
Wel hebben wij couranten aan het papier-geld
gewij en prijsnotecringen, alsmede zooals in
het begin van dat artikel gezegd is li nan-
tiële romanciers, die in Dagbladen elke week
een smakelijk verhaal vóórdienen van de be
wegingen op de cffectenmarktmaar of de
goedgunstige lezer, in elke dier feuilletons, een
contpas vindt, waarmede hij op de effectenzee
goeden cours kan houden, betwijfelen wij. Eene
vlugtige revue over het papieren-corps 't welk
in hel atgeloopen jaar dagelijks ter beurze eene
min of meer schitterende'of droevige parade
maakte, doet ons zien, dat de finantiële fisionomie
van ons Rijf, eerst wel wal betrokken, tegen dun
afscheids-groet van hel jaar meer opgeruimd,
ja vrolijk werd, zóó zelfs, dal wij onze deftige
staatsschuld met tien millioen guldens kunnen
verminderen Op die van de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika, ten bedrage van ruim twee
duizenddrie honderd en vgflig millioen dollars
werd in 1871 negentig millioen dollars afbetaald,
terwijl de Republiek door intrest-verlaging en
door de amortisatie ruim zestien millioen dollars
minder rente heeft tc betalen dan in 1869.
Oostenrijk, een Rijk met talrijke finantiële hulp
bronnen, maar die niet alle geven wat zij
kunnenomdat men ze niet naar bohooren
weet te leiden, streed in 1871 weer den ouden
6trijd, waardoor men beletten wilde dat de
bodem der schatkist vóór het .einde van den
finanliëlen jaarkring ziglbaar werd, maar, vol
gens ouder gewoonte de schatbewaarder werd
verslagen.
Hij stond niet alleen bij eene ledige Staats-
geldkist, maar er werd aanvankelijk gemompeld
dat eene schuld van ongeveer vijftig millioen
florijnen onbetaald bleef, welk cijfer later tot
vijfentwintig werd leruggebragt.
GenoegOostenrijk heeft een te kort en de
geldhemel van bet groote, schoone Land, is
bewolkt.
Ook die van liet jeugdige koningrijk Italië,
is niet zonnig. De Minister van Finantiën, van
de politieke schepping onzer dagen, verrekende
zich ongeveer ccnhonderd en tachtig millioen francs
of onvoorziene omstandigheden verwisselden
zijne cijfers met de hare. lloe 'tzij, de som, zoo
even genoemd, is er niet en do vraag is nu
jnnnr koe die tc vinden?
Daar liet de faam verluiden: «du belasting
op de rente der staatsschuld zal 20 pCt. worden
verhoogd of de 5 pCt. schuld wordt gedegradeerd
tot 4 pCt. schuld 1"
Of dal wezenlijk geschieden zalmoet nog
blijken.
Is er één Land dat de papierraannen in
kwaden luim bragt, dan mag men Spanje noemen.
Om te betalen wat liet verpligt was, opende
het eene lecning van vijfhonderd millioen francs
nominaaldie, gerekend den cours der uitgifte,
31 pCt.een honderd en vijftig millioen francs in
de schatkist deed vloeijcn. De gretigheid, waar
mede Rothschild Spanjes gelddorst leschte
niet meer dan 12.27 pCt. der ingeschreven
sommen konden worden aangenomen stutte
in hooge mate het crediel van den Staat
maar zietl alsof Spanje zich zplven de herlevende
goede reputatie op de cffectenmarkt niet gunde,
daar komt eensklaps de tijding«er zal eene
belasting geheven worden op de rente, zoowel
dei Buitculandschc als der Rinnenlandsche schuld
en die belasting zal zijn 18 pCt.
Opregt gesproken als Spanje dat deed
was het ellendig, maar het veto der Cortes
moet nog gevraagd worden en er is niet geheel
en al ongegronde hoopdat deze Spanje niet
willen plaatsen onder de Staten die in het
trouw brcukig schandhockjc staan.
Frankrijk, het zoo geteisterde en diep ver
nederde Frankrijk, ging eene der grootste lee
ningen aan, die immer werden gesloten. Het
vroeg twee duizend millioen francs en het verkreeg
dieja zag zich zóóveel aangeboden dat de
inschrijvingen tot op 45 pCt moesten worden
gereduceerd.
Dat mogt heeten een vrolijke zonnenschijn
tusschen de zwarte wolken door.
«Ik doe mijn geld op Rusland I" plagten
vele landlieden te zeggen die «secuur" heetten
te gaan en zij hadden er in 1871 weer gele
genheid toe.
De groote Czaar, die toch niet te groot is
om geld te leencn, vroeg weer eenhonderd en
vierenveertig millioen guldentot Voltooijing van
hét Slaats-spoorwegnet.
Turkije, dat in den jotigslen tijd vol van
«leeninglusteti" zat, beproefde eene leening te
sluiten van ongeveer zeventig millioen gulden en
presenteerde Egypte 't welk jaarlijks negen mil
lioen schatting moet betalen, als borg, maar of
dat gelukte is ons nog niet bekend.
De Amsterdamsehe beurs was althans niet
erg lekker om tot do bewuste operatic in Turkije
de hand te leenen.
Do Nederlandsche Bank kon in 1871 aan haar
aandeelhouders van de winstwelke ruim vier
millioen guldens bedroeg23 pCt. aanbieden en
de aandeelhouders der Nederlandsche Handel
maatschappij verkregen 70 als dividend.
Hel bestaan van dit Ligcbaan. is voor een
tijdperk van vijfentwintig jaren verlengd.
Ziedaar ccnige finanliocle medcdoelingcn die
misschien van tijd tot tijdzoo wij hopen tot
genoegen onzer lezers, door andere gevolgd
zullen worden.
Politieke Revue.
Dc indirecte schadedoor kruisers in Engclschc
havens uitgerust toegebragt aan N.-Amerikaansclie
schepen, behooil door Engeland te worden vergoed
zoo zegt het Bewind lo Washington.
Maar Engeland weigert dat zeer vriendelijk.
Dc Engelschc pers bespreekt den twist op kitlel-
oorigc manier en dat vinden Ncw-Yorksche Dagbladen
niet overeenkomende met waardigheid en als niet
gcreglvaurdigd.
Koningin Victoria, zoo voorspelde menzou eene
troonrede uitsprekendie in veel woorden weinig zegt.
't Interessantste zou zijn 'tgecn zij van de Alabana-
kwestie zegt.
In do Belgische kantcr wil men dal de politie te
Brussel versterkt worde, ook opdat dc Wetgevende
Magt ten allen tijde beter beschermd zal kunnen
worden tcgan den invloed van volksdemonstratiën.
Er zijn die meenen dat de vraag den toeleg ver
raadt om aan het Bestuur der hoofdstad een voornaam
deel van het gemeentelijk zelfbeheer te ontnemen.
De hoofdstukken op de Belgische begrooting rakende
het onderwijs, hebben in de kamer nog al aanleiding
gegeven lot belangrijke diseussiën en tol eene ver
klaring van dezen inhoud: «ik zie in den schoolmeester
en den hoogleeraar twee verschillende hoedanigheden.
Ten eerste de hoedanigheid van burger, die hem in
de ruimste male aanspraak geeft op vrijheid en hem
het regt verzekert om deel te nemen aan den poli-
tieken strijd om zichnaar zijne rigting bij de eene
of andere partij te voegen. Doch nevens de hoeda
nigheid van burger heeft hij die van onderwijzer en
deze brengt heilige pligten mede, vooral voor wie ze op
zich nemen. Het behoort tot mijne roeping, Mijne
Heerente zorgen dal die pligten vervuld worden en
dit zal ik niet verzuimen
De houding der schoolmeesters behoort hun ambt
waardig te zijn, niet enkel in de school zelve, maar
ook daar builen in het particulier leven.
Aan reglstreekschc lusschenkomst in de verkiezingen
denkt bet Gouvernement zelfs niet. 't Gouvernement
zal zich buiten dc verkiezingen houdenhet heeft ia
zich zelf en in de achting, welke het in den Lande
genietwel zoo veel krachtdat het niet de toevlugt
lot zulke middelen behoeft te nemen.
Nadat onze partij zoo dikwerf aan het Bewind is
geweest en steeds de conslitutionneele vrijheid onge
deerd heeft achtergelatenis dat eene verouderde
beschuldiging, die geene wederlegging waardig is."
De heer Malou, de minister van fuiantiën, voerde
ingelijks het woord in die discussie, en zeidc inden
loop zijner rede Het betreft hier twee punten: 1 ste
het lager onderwijs en de mate van vrijheid, die uit
liet politieke en het maatschappelijke oogpunt aan den
schoolmeester gelaten dient te worden: en 2de de
politieke rigting van het ministerie.
Aangaande het eerste punt in ons voornemen de
wet van 1842 (de organieke wet op het lager
onderwijs) eerlijk en ter goede trouw toe te passen
in deu geest waarin zij ontworpen en vastgesteld is
en zoodoende gclooven wij juist in het belang van liet
lager onderwijs tc handelen en deszclfs vooruitgang te
bevorderen. Volstrekte vrijheid van den schoolmeester
zal hier wel door niemand worden verlangd. Al wie
ccncn lastbrief van den Slaat, ccnen publiekcn last
brief aanneemt, doet daarmede afstand van een
gedeelte zijner persoonlijke vrijheid.
Aangaande het tweede punt zitten wij hier niet
als eenc partijwij zijn hier een gouvernement, niet
eenc partij. Wij hebben hier wederom bet verwijt
moeten hooien dal wij onze persoonlijke vrijheid de
zelfstandigheid van oordeel hebben laten varen, en dc
grond voor dat verwijt is onkel het feit dat wij aan
de godsdienst onzer vaderen verknocht zijn!"
Wat is het nieuwe Duitsche keizerrijk
De conservatief-kerkelijkc partij in Duitschland ant
woordt: «in 't hart van Duitschland is eene doode
opgestaandie terugkeert met alles wat middenoeuwsch
is en die tot zijn hoofddoel heeftden verlaten we
reldlijken stoel van Rome's opperpriester weder tc
doen innemen door Pius IX"
Von Bismarck echter zeide toen hij hel Duitsche
keizerrijk had geschapen rn alles goed was in zijne
oogen: «Ziedaar iels nieuws; den nieuwen Duilschen
mensch het oude kleed gansch en al hebbende afge
legd en gegroeid in den nieuwen vorm der 19de eeuw
Er is groot verschil van opvatting en daarom he-
vigon twist onder de aanhangers van de beide politieke
stelsels,
Tusschen Frankrijk en Italië is liet geen couleur
dc rose-
't Schijnt dat Thiers op voor mis nog onbekende
wjjze, liet Hof van Victor Emanuel in 't harnas jaagt,