vond liij zich in geen geringe verlegenheid en
wist niet wat aan te vangen met de ontzettend
groote hoeveelheid diamanten. Hij verborg ze
gelijk uit zijn voorloopig verhoor gebleken is
en begroef de brieven met de traites enz, op
een plek, waaiomtreul hij aan de autoriteiten
de meest volledige informatie heeft gegeven
met het doel om ze terug te vinden. Bij zijn
verder verhoor voor den magistraat heelt hij
berouw gevoelende, zijne bekentenis volkomen
gehandhaafd De gevangene heet John William
Harding en is civiel-ingenieur of landmeter van
beroep. Zijne familie-betrekkingen wonen te
Anton in het graafschap Stafford in Engeland.
Allerlei.
Hoor het Fransche genootschap tot 't tegengaan
wan 't misbruik van alcoholische dranken is een
prijs uitgeloofd van 500 francs voor den schrij
ver van een werk in den vorm eener novelle,
van een zedelijk verhaalvan spreuken oi van
geïllustreerde inededeelingcn, waarin de gevaren
der dronkenschap op de meest aanschouwelijke
en aangrijpende wijze worden geschetst. Een
andere prijs van 500 francs is door dat genoot
schapuitgeloofd voor de beste verhandeling tot
aanwijzing van practische middelen om het
gebruik van alcoholische dranken in de Fransche
zamenleving te vervangen door niet enkel on
schadelijke, maar ook heilzame dranken, gelijk
bijv. thee en kofüij. Eindelijk is nog een prijs
van 1500 lrancs uitgeloofd voor een werk,
waarin op chemische en clinische gronden
zoowel de overeenkomst als het verschil wordt
■aangetoond die uit hel tweeledig oogpunt van
zamenstelling en van uitwerking op het organis
me bestaan tusschen den wijngeest en de alcohols
van andere herkomst, die in den handel vau
sterke dranken en likeuren voorkomen.
Dezer dagen is door den Pruissischen Generalen
Staf, onder den titel: de Fransch-Duitsche oorlog
een uitvoerig verslag over de krijgsbedrijven van
4870/71 in hel licht gegeven. Het merkwaardigste
daarvan is een memorie van graaf von Uollke
waarvan de eerste aflevering over den ooreprong
van en de toebereidselen tot den oorlog handelt.
Het veldplan van von Mollke was reeds in 1868,
waaruit blijktdat men toen reeds den oorlog
voorzag. Alles was vastgesteldtot zelfs de
vertrekuren der spoortreinen. Ook was beslist
dat men zou trachten aanvalleudcrwijze te werk
te gaan en den vijand door groole overmagt
■te verpletteren Voorzien had von Mollke dat de
Franschen eene vloot zouden zenden naar de
Oost- of Noordzee en stellig verwachtte hij eene
poging van Fransche^ijde om een inval te doen
in Zuid-Duitschland. Ook een concentralisatic
van aanzienlijke strijdkrachten bij Metz had von
Mollke waarschijnlijk geacht. In zijne berekenin
gen was geen enkele fout, en men kan daaruit
nagaan, hoe de Pruissische Generale Staf gewerkt
heeft en nog werkt. Men wist aldaar vóór het
uitbreken van den oorlog, hoeveel rails elke
Fransche spoorweg heefthoeveel wissels aan
elke station voorhanden zijn hoeveel transport
wagens den Franschen Minister van Oorlog ten
dienste stonden.
De militaire attachés van den Staf zijn dan
eenparig van oordeel dat er nooit iels dergelijks
in de krijgskundige liberaluur verschenen is
en dat dit document graaf von Mollke't roem zou
verzekeren, al had hij in zijn leven niets anders
verrigt. De eerste aflevering van het belangrijke
werkwordt dan ook bij honderden verkocht
en reeds is men begonnen het in hel Fransch,
het Engelsch en het Ilaliaansch te vertalen
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich
zacht, zegt het spreekwoord en als men het bo
venstaande leest, zal men wel mogen vragen of
onze waarde Pruissische huurlieden von Mollke
c. s. niet even goed weten hoe alles bij ons in
Nederland is, zooals zij dit destijds in Frankrijk
wisten
Men zou bijna moeten veronderstellen dat
ton Mollke ook met onze hoofdvcrdedigingsliniën
uitmuntend bekend is.
Dij de regering is van hel Russische gou
vernement mededeeling ontvangen, dat in den
herfst van 1873 te St. Petersburg een inter
nationale tentoonstelling zal gehouden worden
van planten en voorwerpen betreffende de
spinnerij.
Dc National Zeilung dringt er ten krachtigste
op aan, dat er in Berlijn doortastende maat
regelen zullen genomen worden, om de hoofd
stad minder ongezond temaken nu de cholera
in aantogt is. Volgens genoemd blad zijn som
mige gedeelte der stad verpest door alles be
halve welriekende geuren en bet bestuur is
zóó nalatig dat zum f/immel itinkt."
Vergadering van don RAAD der gemeente
Amersfoort van Diugsdag 23 Julij 1872.
Afwezig de H.H. CroockewU en Melhorslj de
laatste me', kennisgeving.
De notulen der vorige verga lering worden
gelezen en goedgekeurd.
Daarna komt in behandeling
1°. het verzoek van den hulponderwijzer Jan
sen om verhooging van traclemenlmet advies
van de schoolcommissie.
De plaatselijke schoolcommissie adviseert tot
afwijzing van het verzoek, hoezeer zij de ver
diensten van den requeslrant erkenten zulks,
omdat dergelijke verhooging een gevaarlijk ante
cedent zou daarstcllen daar men vele andere
verzoekeu van gelijken aard zou omvangen,
die men alsdan moeijelijk zou kunnen afwijzen.
De commissie acht het boter en in 'l algemeen
wcnschclijk het maximum van f 100 te verhoogen
voor alle hulponderwijzersten einde de be
zoldiging meer in overeeuslemiuing te brengen
met dc behoeften dos tijds.
De Voorzitter merkt opdat de Commissie
zich naar zijn oordeel op een verkeerd stand
punt heeft geplaatstnamelijk op dat van
Burg. en Wethouders. Van haar werd alleen
gevraagd dat zij inlichtingen zou geven omtrent
de verdiensten van den requeslrant. Dit was
ten minste zijne bedoeling. Hij zou ook be
zwaarlijk eene algemeene verhooging van trac-
tementen durven voorstellen onder de tegen
woordige omstandigheden. Iets anders is het
wannee- er slechts sprake is van den persoon
des requestrants en van eene tijdelijke toelage.
De bedoelde hulponderwijzer staat hoog aange
schreven bij den lieer de Heus zijnen hoofdon
derwijzer, die het een groote slag voor de school
zou noemen, als hij thans vertrok. De requeslrant
wil ook, zoolang hij hulponderwijzer is, gaarne
hier blijven, maar kan niet blijven leven zoo
als tot dusverre, zoo hij geene toelage bekomt,
daar zijn vader, die hem iels toelegdeonlangs
is overleden. Met het oog op dit een en an^er
stelt hij vóór lieni eene persoonlijke toelage te
geven van f50 per jaar.
De heer van Walchren meent dat men op die
wij/.c onbillijk zon kunnen handelen tegenover
die andeie hulponderwijzers, welke eveneens
iu de termen vallen maar het niet gevraagd
hebben, of althans dat het voor hen een aandrang
zou zijn om insgelijks verhooging te vragen. Als
de tractcuienten werkelijk te laag zijn, wil hij
ze liever allen gezamenlijk verhoogen.
De Voorzitter wijst er nogmaals opdat de
requeslrant niet verkeert in gewone omstandig
heden. Deze heeft reeds vóór 3 jaren den hoofd
onderwijzers-rang verkregen en kan hier zonder
verhooging niet blijven. Verhooging der tracte-
mcnlen in het algemeen zou hoogslbezwaarlijk
zijn voor de gemeente uit een financieel oogpunt.
De heer L. E Lagerweij kan zich in 'l algemeen
wel vereenigen met het gevoelen der school
commissie, al is het niet te ontkennen, dal
deze zich ccnigszins op verkeerd terrein heeft
geplaatsten dat hare le-len meer als leden
van den gemeenteraad hebben gesproken. Ook
hij acht, dat het hier een gevaarlijk antece
dent geldt. Hij herinnert, dat in de jongste
vergadering van hoofdonderwijzers besloten is
er op aantedringen dat hel minimum der hulp-
onderwijzcrs-traclementen op f A00 worde ge
steld daar men begreep dal die som minstens
noodig was ter bestrijding van hunne behoeften.
Doch hoe dit zij toen hij nog lid was der
schoolcommissieheeft hij kennis gemaakt met
den requeslranten dezen als een zeer verdien
stelijk man leeren kennen. Daarom zou het hem
veel leed doen als deze de stad verliet, en het
is om die reden dal hij bij wijze van uitzon
dering, en zonder daaraan voor hel vervolg
eenig antecedent te willen ontleenen zal stem
men voor het voorstel van den Voorzitter.
In stemming gebragt wordt dit aangenomen
met 7 legen 6 stemmen, die der HH. Scheltus
Visser, van Beek, J. F. Lagerweijvan Burg steeden
en van Walchren.
2°. Voorstel van Burg. en Wethouders met
betrekking tot het onderwijs in dc Staathuis
houdkunde en Handelswetenschappen aan de
Hoogere Burgerschool, en benoeming van leeraren.
Burg- en Weth. geven daarbij te kennen,
dal niettegenstaande herhaalde oproeping zich
niemand had opgedaandie bevoegd was tot
bet geven van onderwijs in al de bedoelde vakken,
waaraan door den Raad eene bezoldiging was
verbonden van f600.— Zij hadden daarom,
in overleg met de Commissie van toezichtin
overweging gegeven om dat onderwijs te splitsen
en voor het onderrigt in de Staathuishoudkunde
loetekennen f 350, voordktin hel boekhouden,
warenkennis, enz. f250.
Tot leeraar in hel eerstgenoemde vak dienden
zij eene voordragt inbestaande uit de HH.
Mrs. Sluiter, procureur te Amersfoort, en van
Steenbergen Staaladvocaat te \s llage. liet on
derwijs in de andere vakken wenschtcn zij voor
loopig opgedragen te zien aan den heer Brikken,
leeraar aan de II. B. S.onder gehoudenheid
om zich binnen een nader te bepalen tijd daartoe
het radicaal te verwerven.
De heer Herschel zegt bezwaar te hebben tegen
bet laatstbedoelde voorstel. Het onderwijs in
het boekhouden is niet zoo gemakkelijk. Hoe
weel men dat de voorgedragen persoon daartoe
de noodigc geschikheid heeft 1 Hij wenscht dat
men niet benocine, eer men zich daarvan over
tuigd heeft.
öe Voorzitter antwoordt, dat men die voordragt
moet doen bij gebrek aan sollicitanten. Buig.
en Weth zijn daartoe echter niet overgegaan
dan na behoorlijk onderzoek bij den Directeur
en de Commissie van toezicht. Als leeraar aan
de H. B. S. staalde heer Prikken zeer gunstig
bekendterwijl hij zich sedert cenigen tijd op
de bedoelde vakken heeft toegelegd. Met het oog
op de wet mogt men niet langer wachten met
eene benoeming, en daarom konden Burg. en
Weth. niet anders handelen.
De heer Herschel acht zich door dat antwoord
niet bevredigd, maar wil bewijzen hebben dat
de te benoemen persoon bekwaam is tot het
geven van onderwijs in het boekhouden. Hij
verlangt dus nog eene nadere oproeping om le
zien of er zich ook nog iemand zou opdoen.
De Voorzitler herhaalt, dat zich voor het
vastgestelde tractemenl niemand zal aanbieden.
De heer Herschel wenscht dit alsdan te ver
hoogen.
De heer van Walchren vraagt of er bezwaar
tegen is om nu reeds te bepalen dat de heer
Prikken bij het eerstvolgend examen een diploma
voor die vakken zal moeten verkrijgen.
De Voorzitter heeft daartegen bedenking. De
heer Prikken kan wel in bet volgend jaar examen
doen in het boekhouden, maar moeijelijk ook
in dc warenkennis. Daarbij is ook geen haast
omdat er nog geene leerlingen in de vijfde
klasse zijnen dat onderwijs door die klasse
later kan genoten en zoo noodig ingehaald worden.
De heer L. E. Lagerweij deelt ook wel het
bezwaar van den heer Herschelmaar hij acht
het nu niet meer mogelijk om aan diens wensch
te voldoennu er reeds leeraren zijn benoemd
voor alle andere vakken en de verschillende
traktementen zijn geregeld.
Het voorstel tot splitsing der bedoelde be
trekkingen wordt daarop in stemming gebragt
en aangenomen met 12 stemmen tegen ééne
die van den beer Herschel.
Tot leeraar in de staathuishoudkunde wordt
daarna benoemd met elf stemmen de heer
Mr. Sluiter. De heer v. Steenbergen Staal
erlangt 1 stem, terwijl 1 briefje in blanco is
ingeleverd.
Hel voorstel totopdragt van het onderwijs in
het boekhouden en de handelswetenschappen aan
den heer Prikken op de vermelde voorwaarden
wordt aangenomen met 12 stemmen tegen ééne,
die van den heer Herschel.
3°. Voorstel van Burg. en Weth. tot verkoop
van ijzeren hekken, thans slaande aan de ingan
gen der stad, wanneer de gelegenheid daartoe
geschikt zal voorkomen, wordt zonder discussie
aangenomen, nadat aan de HH. van Burgsleeden
en Herschel eenige inlichtingen daaromtrent waren
verstrekt betrekkelijk hel niet-verkoopen a tout
prix, en het nut der wegruiming, namelijk ver
betering en verruiming van den toegang.
4°. Tot zetters worden door den Raad aan
den Commissaris des Konings voorgedragen de
HH. J. F. Lagerweij, B. W. van Burgsteeden, L. A.
Schaap, W. van Eeden, J. Zandijk Jr. en C.
B. Kok, zijnde de3 eerstgenoemden aftiedende
leden van het collegic.
Vervolgens wordt door den Voorzitler ingebragt:
a. Het verslag der Commissie van Wetgeving
over de alsnog van kracht zijnde strafverorde
ningen dat na voorlezing wordt nedergelcgl
ter secretarie ter inzage van de leden.
b. Verslag der laatste kasopname, blijkens
hetwelk op 15 Julij jl. in kas was f8419,12}.
Besloten als voren
c. Rekening en Verantwoording van het Bur
gerlek Armbestuur over 1871 en begrooling
over 1873.
Verzonden naar de Afdeclingen.
d. Adres van den smid J. Blokvragende
schadeloosstelling voor het wegruimen van twee
hoefstallen.
Nedergelegd ter secretarie, en behandeling
in eene volgende vergadering.
e. Request van den varkenslager van Veen
vragende alsnog teruggave van vermindering van
directe belasting.
Ofschoon het request te laat is ingediend
wordt daaromtrent toch besloten als voren.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt ver
volgens de raadszitting gesloten.