meesteresverkeerde Olivier tocli in den waan,
dat zijn broeder zijn begunstigde medeminnaar
was.
De hierdoor tusschcn de twee broeders ont
stane spanningwelker oorzaak voor niemand
anders een geheim schijnt geweest te zijn dan
voor mevr. de Kennel, gaf den I2den April
aanleiding tot een heiligen woordenstrijd tus
schcn hen, ten gevolge waarvan Ernest verklaarde,
dat hij alles aan zijne moeder tnededeelen en
haar verzoeken zou Marie Lcclech weg te zenden.
Hij behoefde die bedreiging niet uil te voeren,
want de dienstmaagd, hel gevaarlijke van haren
toestand beseffende bragt mevr. de Kennel dien
eigen dag op de hoogte der zaak en verliet
met bewilliging van hare meesteres onmiddellijk
het kasteel. Ook hiervan gal Olivier zijnen broeder
onverdiend de schuld. Er viel op nieuw een
heftig toonccl tusschcn de broeders voorten
gevolge waarvan Olivier besloot niet alleen het
ouderlijk huis maar ook de gemeente te verlaten
en zijn ambt van maire neder te leggen. Hij
liet zich hiervan door zijne moeder niet albren-
gen en had de toebereidselen tot zijn vertrek
reeds nagenoeg voltooid toen de gedachte, dat
zijn broeder, zijn gewaande begunstigde mede
minnaar, door zijn vertrek de handen geheel
vrij zou bekomen zijnen minnenijd en zijne
wraakzucht zoo zeer deden ontvlammendat
hij een geladen revolver greep endaarmede
gewapend, Ernest opzocht, dien hij in de biblio
theek aantrof. Zonder een woord met zijn slagt
offer te wisselen, joeg hij den ongelukkige een
kogel door het hoofd, en toen Ernest daarop
terstond nederviel, verbrijzelde hij hem met
twee andere schoten de hersenpan. Terstond
daarop sprong hij te paard en reed naar den
vrederegter van Leuhan om dezen met de door
hein bedreven misdaad bekend te maken en
hem te verzoeken hem in hechtenis te nemen;
en nog was die beambte van zijne ontroering
niet bekomen toen Olivier op nieuw in den
zadel sprong en naar Coarcaulin hoofdplaats
van het arrondissement, reed om zich daar in
handen van den officier van justitie te stellen.
Zoodra den löden Julij de acte van be
schuldiging was voorgelezen, waarbij Olivier werd
aangeklaagd van moord, met voorbedachten
rade, op den persoon van zijnen broeder Ernest
gepleegd, vroeg dc heer Lachaud, een der twee
advocaten van den beschuldigde, het woord
om te eischen, dat het hof deze zaak naar eene
volgende lercgtzilling zou verwijzen en inmid
dels den toestand der geestvermogens van zijnen
cliënt aan een naauwkcurig geneeskundig on
derzoek zou doen onderwerpen. Als gronden
voor dezen eisch werd door pleiter aangevoerd,
dat in de familie de Kermel verscheidene ge
vallen van krankzinnigheid waren voorgekomen,
die de daad van den beschuldigde alleszins sche
nen te verklaren en dat deze naar de mee
ning van enige getuigen op het oogenblik
waarop hij zijne daad bedreef, blijkbaar in een
staal van verstandsverbijstering verkeerde. De
juistheid van dit beweren werd door een door
den heer Lachaud cn diens ambtgenoot geraad-
pleegden deskundige van erkend gezagden
geneesheer Brièrc de Doismonlals alleszins
bewezen beschouwd.
De officier van justitie ondersteunde den eisch
der verdedigers van den beschuldigde, maar gaf
levens te kennen dal hij in de verwachtingen,
welke- zij op het in te stellen geneeskundig
onderzoek bouwden, niet deelde. Olivier de Kennel
zeidc bij, is ongetwijfeld hel slagtoffer van zijne
hartstogtcn geweest, maar daatin staat hij met
alle misdadigers gelijk. Dc hartstogtcn, die tot
het bedrijven van misdaden aanzetten, moeten
bestreden cn beteugeld worden, maar mogen
niet tot verschooning van gepleegde misdrijven
strekken. Het is voorts vreemd, dat men eerst
ter elfder ure hel vermoeden van krankzinnig
heid opwerpt. Doch er behoort een volledig
licht over de zaak verspreid te worden en bij
do gezworenen mag geen zweem van twijfel aan
dc ware toedragt overblijven.
Toen de president den beschuldigde vroeg,
of hij cenige bedenking tegen het voortel had,
gaf hij een ontkennend antwoord cn barstte hij
tevens in tranen uit; dit was dc eerste maal,
dat een blijk van aandoening Lij hem werd
bespeurd. Het hof vcreenigde zich met het voor
stel en de beschuldigde zal alsnu gedurende dc
eerstvolgende drie maanden aan liet onderzoek
van deskundigen worden onderworpen.
Allerlei.
De Union bevat liet nieuw, merkwaardig-fiaai
manifest van den mislukten Spaanschen kroon
pretendent. Karei VIIspreekt aldus: «Cataloniërs,
ArragoniéisValenciiirs I Den 2den Mei rigUc
ik uit Vera eenc oproeping aan alle Spanjaarden,
die vertrouwen steller, in dc heiligheid der zaak,
welke God in mijne banden gesteld heeft. W.<t
toen slechts een hoop was, zal weldra werkelijk
heid zijn Dc grondslagen van het herstel van
den troon van Reccared rusten op de lauweren
van Onate, Manaria, Urbasa, CeberioMas
de Roigenz. De weg der overwinning is be
sproeid met het bloed der martelaren.
Uribarri enz. (volgens een paar andere benden-
aanvoerders) hebben daarin hunne onsterfelijke,
namen gegrift.
«Nu als toen, maar met nog meer vertrouwen,
herhaal ik met hoogmoed als de koning van
eene heldhaftige nati Vrijwillige strijders, die
u edelmoedig opoffertde oogen gerigt naar den
hemel en naar mijne vlag; ik bewonder ul
En gij die verblind genoeg zijl orn den
vreemdeling te willen dienen, ik bewonder u, ik
bewonder ook uwen moed.
«Ik roep u allen, omdat gij allen Spanjaar
den zijt; de wereld houdt het oog met aan
dacht op u gevestigdde revolutie schrikt en
alle regtschapencn verheugen zich.
«Ja de dag is nabij, die mijae vurige wenschen
zal bckroonen.
«Ook herhaal ik thans, wal ik u vroeger
beloofd heb. Wat een mijner voorouders Phi
lips V u als koning meende te moeten ont
nemen uwe lueros, geef ik u als koning terug
omdat ik de kampioen ben van 't regt".
Dc weener Preste verhaalt het volgende over
den voorgenomen moordaanslag op den stadhou
der des keizers in fiohemen
«ln hel laatst van Mei ontving de minister
president, prins Auersperg, uit Praag een
ongeteekenden brief, houdende waarschuwing
dat er een plan bestond lot een aanslag op hel
leven van graat Andrassy en genoemden stad
houder, baron Roller. Acht dagen later volgde
een tweede brief, blijkbaar van dezeltde hand
en meldende, dat men zich voorloopig zou
bepalen tol een aanslag op den stadhouder.
De minister-president, die den eersten brief
als eene mystificatie had beschouwd, zond nu
beide brieven naar Praag. Inmiddels had ook
de directeur van politie aldaar een ongeteekend
schrijven ontvangen waarin werd medegedeeld,
dal de stadhouder den 27 des morgens ten 7
ureop zijn zomerverblijf bij zijn vertrek
en wel bij het uilrijden der laan, zou worden
doodgeschoten. De politie nam de noodige
maatregelen om het feit te voorkomen, niaar
er gebeurde niets, waaruit zij kon opmaken dat
er een plan lot een aanslag bestond. Twee
dagen later ontving de directeur weder een
brief. Daarin gaf de schrijver berigt, dal de
daders hun voornemen niet hadden kunnen
uitvoeren, dour dien zij juist ter. plaatse, waar
zij zich wilden posleren, een tuinman en een
knecht op eene bank hadden aangetroffen; dat
echter naar een audere gelegenheid werd uit
gezien cn dal de zamcnzwccrdcrs hunne wapenen
hadden geborgen in de bestuurskamer van de
Vcreeniging Aleceur. ln dien brief werd zekere
Ilzchack als een der hoofden genoemd. Op
last der justitie is bij dezen eene huiszoeking
gedaan, en toen vond men eenige stukken be-
treffende de zaak o. a. verschillende aanteeke-
ningen uit een geheime zamenkomst en ook
dit vonnis: ««Het centraal europeesch revolu
tionair comité heeft den stadhouder van Bohe-
nien, vrijheer von Roller, wegens zijne hande
lingen ten nadeele der Czcchen, ter dood ver
oordeeld en het convent le Praag met de
uitvoering van dit vonnis belast."" Hieraan was
vastgehecht eene bijlage, niets anders inhoudende
dan de woorden: ««Het prager convent heeft
kennis genomen van deze vcroordeeling en zal
zooveel mogelijk trachten haar ten uitvoer le
brengen."
«Daar nu in den laatsten naatnloozcn brief
aan den politie-directeur genoemde Rzehack
niet onduidelijk ais voorzitter van het convent
werd aangewezenvond de justitie zooveel te
meer aanleiding om hem in hechtenis te doen
nemen, hetgeen dan ook geschiedde. Uitandeie
napieren scheen men te moeten opmaken dat
Milos Ccctvcnka met de leiding der uitvoering
was belast; ook hij werd derhalve gearresteerd.
Bij verdere nasporing vond men stukken van
dezelfde hand als die der anonyme brieven.
Dit bragt de justitie op het denkbeeld dat de
schrijver van die brieven zelf tot het complot
kon bchooren en hel misschien had willen
verraden, ten einde de gevreesde gevolgen zijner
deelneming aan dc zaak af tc wenden. Zij be
sloot dan ook dien persoon in verzekeide bewa
ring te stellen. Blijkens zijne handleekening
onder een der gevonden stukken was zijn naam
Jozef Milfail. liet bevel tot zijne gevangenneming
werd uitgevaardigd maar toen de politie hem
wilde halen, wat bij verdwenen. 6'poedig echter
kwam het uil dal hij zich te Carolinenthal had
verscholen en da4r werd hij dan ook gegrepen.
«Uit het voorloopig verhoor is gebleken, dat
Milfail vroeger aanzoek had gedaan om de hand
cencr zuster van Rzehack cn door de ouders
afgewezen zijnde, besloten had dit op Hzchack
zelvcn tc wreken. Te dien einde had hij d
anonyme brieven geschreven in de hoop zieh
later als schrijver bekend te maken en het te
doen voorkomen alsof hij zich om geen andere
reden bij de zamenzweerders had aangesloten
dan om achter hunne plannen te kumen en
deze aan den regter bekend te maken."
In het mail-overzigt van het Dat. Hand. leesl
men het volgende
«Om een denkbeel te geven, van de taak,
die den nieuw benoemden resident van Ridirï
wacht, werd ons medegedeeld, dat zich daar o.
a. dertien gevangenen bevinden van wie geen
vonnissen te vinden zijn. Dat hunne perkara's
in der tijd voor den regter behandeld zijn
schijnt aan geen twijfel onderhevig, doch nie
mand kan op dit oogenblik zeggen', aan welk
misdrijf zij zijn schuldig verklaard, noch met
welke straf dat moet geboet worden. Intusschen
zijn en blijven zij in de gevangenis wat eigenlijk
onwettig is, maar hen te ontslaan, daartoe
acht niemand zich bevoegdin de hoop dat
misschien die vonnissen nog wel hier of daar
onder andere papieren zullen gevonden worden.
«Als er zulk een verwarring heerscht op het
bureau van den president van den landraad
dan kan men nagaan dat het op andere afdee-
lingen van dat residentiekantoor niet beter zal
zijn gesteld, en dan is het nog zeer de vrtag
of de beide eerste commiesen die nu door de
regeering zijn aangewezen om den achterstand
aldaar te gaan bijwerken, cr wel in slagen
zullenden verwarden winkel geheel in het
reine te brengen. In allen gevalle is het voor
de nieuwe functionarisseu een heet hangijzer."
Met het in gereedheid brengen van het kamp
te Wiesel, 'twelk van den llden tot den
18den Augustus e. k. door de scherpschutters-
vereenigingen zal betrokken wordenvordert
men goed. Zaturdag 1. 1. is tol bel opslaan der
tenten enz. een detachement infanterie aldaar
gearriveerd.
Naar men verneemtzullen aan de wedstrijd
deelnemen 49 vereenigingen of 14 hoofdoffi
cieren 188 officieren en 1050 onderofficieren
en manschappenzoowel van de weerbaar-
heids-vereenigingen als van hel leger en de
schutterijen. Te oordeelen naar de toebereid
selen, welke gemaakt worden, belooft de wedstrijd
regt feestelijk te zullen zijndaar noch moeite
noch kosten door de regelingscomraissic gespaard
woiden om het den schutters en de dagelijksche
bezoekers van het kamp aangenaam te maken,
liet muziekcorps van hel 8ste regement inianlerie
is voor den gcheelen kamptijd geëngageerd en
zal zich in een schoonen bij dc groote cantine
geplaatsten muziektempel dagelijks laten hooren.
Ook het muziekcorps der scherpschutters van
de Vel uwe zal van tijd tot tijd stukken uit
voeren.
Ten einde de runderpest tegen le gaan is
aan den pruissischen minister van landbouw
voorgesteld en dit voorstel wordt in overwe
ging genomenom aan de oostelijke grenzen
groote slagtplaatsen te vestigen cn het uit Kus-
land en Oostenrijk ingevoerde vee onmiddellijk
onder toezigt van veeartsen en politic-beambten
aldaar le doen slagten. Men wil aan de vraag
naar vleesch der grootere sleden voldoen, zonder
gevaar van besmetting voor den binnenlandschen
veestapeldoor der» handel in het altijd min
of' meer gevaarlijke veehetwelk over de ooste
lijke grenzen komtle veranderen in een handel
in vleesch daarbij aan het publiek waarborgen
geven dat dit vleesch niet van verdacht vee
afkomstig is. Mer. stelt bij dit plan op den
voorgronddat er wel spoedig middelen ge
vonden zullen worden om het vleesch zonder
gevaar van bederf zelfs over groote afstanden
te vervoeren.
In doorgaans wel-onderrigte residentiekringen
loopt het gerucht, dat de heer Geertsema voor
bereid'. en spoedig aan den Raad van State zal
verzenden een ontwerp van wet lot regeling
van 't hooger onderwijs. Ofschoon de Minister
daarbij een «dankbaar gebruik" zou hebben
gemaakt van den gewigtigen arbeidwaaraan de
heer Thorbccke schier zijne laatste krachten
heelt hesleed, zou in hoofdzaak tot rigtsnoer
zijn genomen 'l wetsvoorstel van den heer Fock%
den 17dcn Maart 1869 bij dc Tweede Kamer
ingekomen.
«Gelijk men zich herinnert, sloot dit laatste
ontwerp zich naauwer aan bij de denkbeelden
der Staatscommissie benoemd bij Kon. besluit
van H» Jan. 1849 (Stbl. no. 3), dan bij de «aan
Duitse,liland ontleende" beginselen neergelegd
in 'l wetsvoorstelvan den Minister Ilecmskerch
Ai., dd. 25 Febr. 1808.
Iemand, die met den trein van Schagcn naar
Noordscharwoude reed, heeft de onvoorzigtighcid
gehad hij Zijdewind met een pak op den rug