al» hot ware binnen te smokkelen
X.
Uit tic Groninger Ct, van 29 September nemen
wij hot volgende over:
Groningen 28 September. In de heden morgen
gehouden vergadering van belanghebbenden bij
de levensverzekeringmaatschappij Sedert and werd
tloor tie commissie, die in de bijeenkomst van
tien 9den September benoemd wae om van de
directie inlichtingen te vragen omtrent den toe
stand der maatschappij en «Ie geruchtendie
nanlciding tot ongerustheid gegeven hadden
rapport uitgobragl nopens liet door haar inge
stelde onderzoek.
Dit rapport luidt als volgt:
De commissie, benoemd in uwe vergadering
van den Oden September 1872 en door u belast
met een onderzoek der administratie van de
levensverzekering-maatschappij Nederland, is ge
reed met haren arbeid en bereid u verslag te
geven van dal onlangs door haar ingesteld on
derzoek. Mogt dat verslag u niet in allen deele
bevredigen mogt baar arbeid u minder volledig
toeschijnen, dan zal haar het aangenaam zijn,
dat dit door u niet worde toegeschreven aan
gebrek aan belangstelling in de ontvangen op-
draglmaar .alleen aan den grootcn omvang
van de taak, op hare schouders gelegd, aan
de groote bezwaren, verbonden aan eene gron
dige volvoering er van. Gaarne eikent zij, dat
do loijale wijze, waarop h.h. directeuren der
maatschappij hebben gestand gedaan de belofte,
door hen gegevenom nl. de commissie alle
zoodanige inlichtingen te verstrekken, als deze
nuttig en noodig zoude achten, die taak aan
merkelijk heeft verligt.
Voor en aleer tot hel onderzoek over te gaan,
heelt uwe commissie zich iïc vraag gesteld, wat
aanleiding heeft gegeven tot de ongerustheid
die bij deelhebbers bestaat, eene onrust, die
bij sommige inschrijvers tot wantrouwen steeg
welke overweging haar geleidelijk zou voeren
tot de middelendie kunnen strekken lot een
onderzoek naar de meerdere of mindere ge
grondheid der bestaande bezwaren. Het feit,
dat nog altijd de heer Langrand Dumonceau is
adviseur van bedoelde maatschappij en als zoo
danig een gedeelte der behaalde winst trekt;
een verondersteld verband tusschen de maat
schappij Nederland en de Ncderl. hypotheekbank
te Amsterdam van welke laatste eveneens di
recteuren zijn de heeren P. L. Duhourcq en J. Dos;
de minder gunstige afloop der overlevingskas-
scngedeeld in de jaren 1809, 70, 71 en 72,
ziet daar de leiten, waarin de deelhebbers ge-
noegzatnen grond meenden te vinden om tot
buitengewone stappen omtrent de directie der
maatschappij Nederland over te gaan.
Omtrent bet eerste feit heelt de directie der
maatschappij in een open brief, geplaatst in de
N. Dotlcrdamiche Courant van den 11 September
en waarvan aan de deelhebbers bij circulaire
atsebrilt werd gezondenreeds het volgende
medegedeeld
De heer Langrand Dumonceau is oprigter der
maatschappij en heeft bij de oprigting gratis
verstrekt alle tarieven berekeningen (door de
Ncdcrlandsche regering goedgekeurd), formu
lieren enz.voor eene dergelijke zaak benoodigd
cn waarvoor anders duizenden guldens benoodigd
zijn. I)e door hem bedongen renruneratic Itad
dus een redelijken grond en herhalen wij, dat
wij ons zedelijk cn materieel verpligt achten
die na te komen. Andere betrekkingen tusschen
de vennootschap Nederland en den heer Langrand
Dumonceau on met zijne andere maatschappijen
van finanliólcn aard hebben niet bestaan cn het
lot van die maatschappijen oefent geen invloed
uil op de vennootschap Nederland."
Dij onderzoek is het uwe commissie ook ge
bleken dat dat adviseurschap wel in naam
maar niet in der daad bestaat. Litdc inlichtingen,
baar door HH. directeuren, in tegenwoordigheid
van den beer commissaris-voorzitter der maat
schappij Mr. J. Leonard Violier beekverstrekt,
bleek haar. dat meergenoemde heer Langrand,
in de laatste 10 jaren, geene vergadering van
aandeelhouders, noch van commissarissen heeft
bijgewoond; dat in a! dien tijd hem geen advies
is gevraagd cn hij zich op geenerlei wijze ne t
de administratie der maatschappij heelt bemoeid.
Het eenig verband, 't welk er gedurende dien
tijd tusschen hem en de mnalschappij heeft
bestaan, is, dat jaarlijks aan hem is uitgekeerd
pCt. van de winst, die overbleef, nadat eerst
aan de aandeelhouders 4 pCt. rente van hel
door hen gestort kapitaal was uitbetaald, bene
vens fi van iedere in dat algeloopen jaar afge
geven polis in voege hij art. 82 der statuten
is bepaald
Als adviseur der maatschappij is op dit oogen-
blik werkzaam de heer Dr. van Lankeren Malthes,
directeur der II. burgerschool te Amsterdam.
De meeningdat er verhand zou bestaan,
tnsschen de Nedcrl. Jijpotheekhank en dc maat
schappij Nederland, bleek uwe commissie geheel
ongegrond te zijn. Beide maatschappijen worden
geheel afzonderlijk geadministreerd en hebben
zielr nimmer in de reservefondsen der maat
schappij Nederland een enkele pandbrief der
hypotheekbank noch eenig aandeel van andere
maatschappijen, door den heer Langrand gesticht,
bevonden.
Te ontkennen valt het echter niet en uwe
commissie releveerde dit reeds, dat aan het hoofd
der beide administration dezelfde personen staan.
Uwe commissie heeft het dan ook in het belang
der maatschappij Nederland geacht(en zij deed
dit met den noodigen aandrang) om de heeren
Dubourcq en Dos opmerkzaam te maken op de
wenschelijkhcid meerdere openbaarheid aan den
toestand der Nedcrl. hypotheekbank (in liquila-
datic) tc geven om daardoor het wantrouwen
weg te nemen't welk onwillekeurig bij het
publiek omtrent hunne personen ook in betrek
king tot de maatschappij Nederland moet ont
slaan.
De ongunstige afloop der overlevingskassen
gedeeld in de jaren 1869, 70, en 72.
Uit het daaromtrent ingesteld onderzoek werd
het uwe commissie duidelijk dat daarop voor
namelijk de volgende omstandigheden van invloed
zijn geweest. Uit de registers van bedoelde kassen
haar welwillend door HH. directeuren verstrekt,
bemerkte zij, dat de koers der 4 pCt. Nederl.
fondsen, volgens welke in de jaren 18591862
de in genoemde kassen gestorte premièn op bet
grootboek zijn ingeschreven, varieerde van 97 tot
100 pCt.terwijl bij deeling die koers was in
1809, 1870 en 1871 84 pCt en in 1872 88 i 89
pCt.zoodat dit koersverschil voor de overlevings
kassen gedeeld in 1869, 1870 en 1871 een ver
lies van 13 S 17 pCt. opleverde en voor die
gedeeld in 1872 een verlies van 11 h 12 pCt.
In de tweede plaats bleek het uwe commissie,
dat het sterftecijfer, gedurende de jaren waar
over de kassen liepenveel gunstiger was ge
weest, dan waarop bij de opening der kassen
was gerekend, terwijl het hare aandacht trof,
dat de sterfte, welke onder de deelhebbers had
plaats gevonden, meestal de inschrijvingen van
een klein bedrag had getroffen. Tot staving
hiervan het volgende. Van de 102 inschrijvers
in de overlevingskas, verdeeld in 1870, vertegen
woordigende te zamen een kapitaal van f 40.405
waren gedurende de jarendat die kas liep
slechts 6 overledenvertegenwoordigende het
gering bedrag van 1067,50.
Deze omstandighedenaar. uwe commissie
bekend geworden door de inzage van meerge
noemde registers en de inlichtingen van h.h.
directeuren, zij.i ook medegedeeld aan de deel
hebbers, die bij de opening der kassen en vast
stelling der verdeeling zijn tegenwoordig geweest.
Uwe commissie acht het niet overbodig hierbij
in herinnering te brengen art 15 der voorwaar
den welk artikel ook in de afgegeven polissen
is opgenomen en 'l yvelk luidt
«Op de tijdstippen, bepaald zijnde voor iedere
deeling wordt de staat van de verdeeling vast
gesteld door een besluit van commissarissen
in vereeniging met vijfentwintig der grootste
deelhebbers, die hunne regten hebben bewezen
of met alle deelhebbers, wanneer hun getal
minder dan vijlentwintig bedraagt. Wanneer
deze deelnemers op de hun te dien einde gedane
oproeping niet verschijnen, zullen commissarissen
den staat van verdeeling vaststellen in vereeni
ging met de aanwezige deelhebbers, welk ook
hun getal moge zijn."
Is de staat der verdeeling door 26 of minder
deelhebbers nagezien en geteekenddan wordt
deze ter goedkeuring aan h.h. directeuren van
het grootboek gegeven die nagaan, ot die staat
overeenkomstig de voorwaarden is opgemaakt
en eerst bij accoordbevinding het bedrag ter
naam staande van bedoelde overlevingskas uit-
keeren. Deze staat van verdeeling blijft bij de
directie van het grootboek berusten.
Aan de deelhebbers is dus de gelegenheid
opengesteld bij de vaststelling der vcrdeeling
tegenwoordig tc zijn en de noodige inlichtingen
omtrent de geschiedenis en den staat der kas
te verkrijgen terwijl in de controle door de
directie van het groothoek uitgeoefend, waar-
horgen zijn gelegen tegen mogelijke misbruiken
van de zijde van lilt. directeuren van de maat
schappij Nederland.
Het is uwe commissie echter wenschelijk
voorgekomenten einde een meer geleidelijk
overzigt over den staat en cenige wetenschap
omtrent de vermoedelijke uitkomsten der kassen
tc verkrijgen, dat door de directie op de staat
jes, die jaarlijks aan de deelhebbers worden
verzonden nog worde vermeld, tol welken koers
de inschrijvingen op het groothoek zijn geschied,
aan welk verzoek de directie heelt verzekerd tc
zullen voldoen. Hel zaJ wel niet noodig zijn er op
tc wijzen, «lat. moge zoodanige mededeel ing ook
ai eenig meerder licht aanbrengen, ze tol geen
juiste kennis van den staal der kassen kan
leiden. Deze zou alleen verkregen kunnen worden
door de oproeping van deelhebbers, die ingevolge
art, 14 der voorwaarden nu bij de dceling der
kas geschiedt, jaarlijks te doen en telkens eene
gelijke berekening te maken, als nu op dat tijd
stip gebeurt, een arbeidvan zoo grootcn om
vang, dat ze als onuitvoerbaar mag worden
beschouwd.
Kon uyve commissie met deze mededeelingen
dat gedeelte van hare taak, dat liep over een
onderzoek der ieitendie aanleiding hebben
gegeven tot de ongerustheidbij de deelhebbers
beslaande als algedaan beschouwen toch heeft
zij gemeend de opdragthaar verleendin
ruimeren zin te moeten opvatten en haar onder
zoek te moeten uitstrekken tot de verzekeringen
hij overlijden en de grondslagen, die daaromtrent
door de maatschappij zijn aangenomen zoowel
wat betreft de berekeningen der premien als
die der reservefondsen.
Zij achtte het hare taakvoorzoover namelijk
haar dit mogelijk wasook den inschrijvers
op verzekeringen bij overlijden zoodanige in
lichtingen te verschaffenals noodig zijn om
hun de overtuiging te schenken, dat bij vol
doening hunnerzijds aan de op zich genomen
verpligtingen de maatschappij ook ten volle
aan de hare zal kunnen voldoen.
Als hoofdvoorwaarde hiervoor meent uwe
commissie te mogen beschouwen een reserve
fonds niet willekeuring opgemaaktmaar be
rekend naar wiskundige gegevens en dus in
wiskundige verhouding staande lot de risico's,
die de maatschappij loopt.
Uit de haar voorgelegde boeken bleek het
die commissiedat de maatschappij Nederland
zoodanig reservefonds beziteen fonds, waarvan
het bedrag telken jare wordt vastgesteld, nadat
is berekendhoeveel voor de risico van elke
post, die de maatschappij loopende heeft, in
het reservefonds aanwezig moet zijn. Deze
berekening wordt telken jare opgemaakt door
den wiskunstenaaraan de adminislialie der
Vennootschap Nederland verbonden naar ge
gevens vastgesteld onder goedkeuring van Dr.
Matthes, adviseur der maatschappij. Dit fonds
is grootendeels belegd in soliede fondsen van
verschillende rijken of erkend soliede maat
schappijen terwijl het overige ingevolge art.
21 der statuten op prolongatie is uitgedaan
om des noodigzonder verliesspoedig te
kunnen worden gerealiseerd. Op het oogenblik
van het onderzoek bedroeg dit reservefonds
aan effecten ƒ664.000, op prolongatie f 98,000.
Verder bezit de maatschappij een reservefonds,
voorgeschreven bij art. 32 der statuten cn
ontstaan uit de 15 pet., die wordt gereserveerd
van de winstdie nog is behaald nadat den
aandeelhouders 4 pet. van het door hen gestort
kapitaal is uitgekeerd, welk reservefond» kan
stijgen tot f 850,000 en op den 31 sten Deventer
1871 bedroeg f 85,724.
Ten laatste nog een zoodanig fonds geheel
vrijwillig door de aandeelhouders in de meest
voordeelige jaren van de winst afgezonderd en
bestemd om bij achteruitgang van den koers
der effecten, in hel eerste reservefonds aanwezig
eventuele verliezen te dekken zonder tot meer
dere storting te behoeven over te gaan. Het
bedrag van dit fonds was op den 31 sten December
1871 64,243. Al de waarden in deze reserve
fondsen aanwezig worden bewaard in eene
brandkast met drie verschillend yverkende slo
ten waarvan de commissaris-voorzitter en ieder
directeur één sleutel in bewaring heeft.
De tarieven den premièn hebben de konink
lijke goedkeuring verworven, ten blijkt, dat
zij bij het ministerie van binnenlandsche
zaken door den daarvoor aangestelden wis
kunstenaar zijn nagerekend. Ook bleek het uwe
commissie, dat het bedrag dezer premièn nage
noeg overeenkomt met dat van de premièn van
andere erkend soliede maatschappijendie, door
haar langdurig bestaan blijken van soliede
inrigting hebben gegeven.
Tot meerdere geruststelling der inschrijvers
acht uwe commissie het niet overbodig hen in
kennis te stellen met de mededccling, die zij
van h. b. directeuren ontvingdat nl. de maat
schappij bij posten boven f 5000 slechts dat
bedrag voor zijn eigen rekeniug neemt cn het
overige bij andere maatschappijen herverzekert,
zooals bij de Boyale Beige, la Suisc en het
Anker. Wel neemt de maatschappij ook zoo
danige posten van andere maatschappijen in
herverzekering, maar bestaat daaromtrent weder
zijds niet de minste verpligting cn wordt elke
aangeboden post niet dan na bijgevoegde be
scheiden aangenomen.
Eindelijk werd nog aan uwe commissie
inzage en afschrift verleend van de lijst der
tegenwoordige aandeelhoudersmeestal uit be
kend soliede personen bestaande, cn te znnicn
verbonden voor een bedrag van een millioen
gulden, waarvan op dit oogenblik slechts f 150000
is gestort.