Dingsdag1 5
November 1872.
M 2035.
aheesfoomschi
AVinterdienst aangevang 1 Norcmber 1872.
Nederlanosche Centra al-Spoor weg.
Vertrek van Amersfoort naar Utrecht
9.01,11.02 snelt. 1 en 2 kl., 139, 8.18.
Vertrek Tan Amersfoort naar Zwolle
9.05,1.34, 6.16 snelt. 1 en 2 kl., 9
ddüeait.
diligence-drenstin
Van Amersfoort naar Maarsbergen
"s morgens 6[ op de eerste treinen
naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en
Rotterdam; en namiddag 3 nnr.
Van Amersfoort naar Barneveld
's avonds 9 na aank. der laatste trein.
Diligence-dienst J. Fioob, tan Amer»fuorl naar Amsterdam 1 u. nam., ,an Soeatdijk 8j u., van Baarn 3 u., Eemncs 3J u, aank. te Amsterdam te 6 uren
Dit bladI verschijnt Maandag en Donderdagavond. AbonnemenUprij» per kwartaatyiT- fran^o^er post 1.15. Prijs der AdfertintiëiT van I tot 6 regels 60 Ctaelke regel
meerder 10 Cts; legate, officieele en onteigen. Adrerlentiën per regel l5Cts. Reclame* per regel 20cenls. Aft. nummer» 10cents Destellingen bij den Uitg. A. H. tan CkefFU
Amersfoort Bureau ^neri/oorticAe Courant, Langestraat. Wijk P, N». 43, over de Oude Visebmarkt, en bij alle Boekhandelaren en Postdirectearen in het Rijk. Brieven /raneo.
Advertentiën voor dit bl.id uit /to»er»/an»jTorden^aangenomen door het Algemeen Advertenlieburaeu van Much en vas Dithar Wijnstraat, Rotterdam.
LIJST VAN BRIEVEN aan personen geadresseerd
wier adres als onbekend is opgegevenverzonden
onder het postmerk Amersfoortgedurende de
helft der maand October 1872.
plaats van
Namen der geadresseerden. bestemming.
1. J. Zwart Amsterdam.
2. van Haaien
3. R. Kleinfeld Kamp bij Milligen.
4. H. Buisman Leiden.
van het Hulpk. Darneveld:
5. L. van Meekeren Ruinen.
Regthebbenden vervoegen zich aan het post
kantoor te Amersfoort.
Middelbaar Onderwijs.
De Arnh. Ct. behelst
s In verband van hetgeen wij meermalen over
het onderwijs schreven, doet het ons genoegen
in het verslag der commissie voor hel eindexa
men der hoogere burgerscholen in Gelderland
het volgende te lezen
Het zou misschien gewaagd zijn voor de af
zonderlijke vakken veel gevolgtrekkingen uit
(bovenstaande) cijfers te maken bij een grooter
aantal candidaten zou men dit met meer regt
kunnen doen. Toch wil de commissie niet on
opgemerkt laten het enorme verschil tusschen
het getal punten die voor duitsch en fransch
aan den ééncn en voor scheikunde en geschie
denis aan den andeten kant verkregen zijn.
Minder gewaagd evenwel is bet om uit de tweede
labei voor de geheele groepen af te leiden, dat
de uitslag van het examen in de wis- en natuur
kundige vakken goed kan genoemd worden,
maar dat het examen in de talen weinig be
vredigende resultaten heeft opgeleverd. Het ver
schijnsel is zeker niet nieuw en de waarschijnlijke
oorzaken er van werden gewis niet voor het
eerst besproken in deze commissie.
Worden de talen te stiefmoederlijk bedeeld
inde programma's der hoogere burgerscholen?
Schieten juist de leeraren in de talen in be
kwaamheid, geschiktheid ol ijver te kort? Doet
het programma van examen te hooge eischen
op het gebied ven taalkennis aan jongelieden
van 17- tot 18jarigen leeftijd?
De commissie helt het meest over naar een
bevestigend antwoord op de laatste vraag. De
eisch, dat de jeugdige candidaten zich dragelijk
in vier talen zoowel mondeling als schriftelijk
uitdrukken, komt haar inderdaad te hoog voor,
wat de drie vreemde talen betreft.
Men heeft bij de beoefening der vreemde talen
tweeërlei doel voor oogen: o. hel lezen en de
daaruit voortvloeijende wetenschappelijke, ae-
sthetische en morele vormingb. het spreken en
schrijven, dal hoofdzakelijk van practische waarde
is. Daarbij kan nog de studie der spraakleer
genoemd wordenals dienstig tot ontwikkeling
van het algemeen taalbegrip des leerlings.
Nu komt het der commissie voor, dat het
eerste doel het hoofddoel moet zijn en blijven,
omdat het ongetwijfeld het meest de algemeene
wenschelijke vorming in zich sluit. Daarom zou
zr ook grootere waarde willen toexennen aan
een juisie vertaling, zoowel schriftelijk als mon
deling uit de vreemde talen in de moedertaal.
Omgekeerd zou ze de eischcn voor de moeder
taal eerder willen verhoogen dan verlagen. Een
opstel in het nederlandsch zou de openbaring
moeten zijn van een gezonden logischen gc-
dachtengang in behoorlijk zuivere taal. Met
opstellen, zóó onbeduidend, zóó nuchter van
inhoud cn gebrekkig van vorm als zc tot dusver
in den regel geleverd wordenzou men in geen
geval genoegen moeten nemen. Bij het mondeling
examen in het nederlandsch zou de candidaat
verder blijken moeten geven van een gezond taal-
begrip. Eindelijk zou men, misschien nog meer
dan tot dusver geschiedde, minder gewigt kunnen
leggen op de geschiedenis der letterkundeen
meer op de letterkunde zeilop de lectuur van
den candidaat."
Wie geeft een welligt doelmatiger antwoord
op de 3 vragen der commissie
De Drentsche Courant zegt daarvan
In het verslag betredende het eind-examen
aan de hooge burgerscholen in Gelderland wordt
onder anderen gezegd
«Het programma eischt te veel.
«Voor de Nederlandsche taal raogt echter
wel wat meer worden gevraagd. De opstellen
in die taal waren meestal onbeduidendnuchter
van inhoud en gebrekkig van vorm.
■'t Onderzoek in de mechanica gaf slechte
resultaten.
't Publiek stelde geen groot belang in de
examina".
Regeling der Spaansche coupons.
De Engelsche houders van Spaansche fondsen
besloten op eene meetingwelke dezer dagen
te Londen werd gehouden genoegen te nemen
met eene regelingdie door het Spaansch Gou
vernement was voorgesteld. Zij bestaat hierin
Gedurende vijf jaren zal de Spaansche Regering
van den verschuldigdcn intrest in contanten
betalen en het resteerende in 3 pet. certifi
caten, uit te geven tot den koers van 50 pet.
De verwachting wordt gekoesteid dat de Re
gering, na verloop van de vijf jaren, de betaling
weder intregaal zal kunnen doen plaats hebben.
De regten der crediteuren, zegt de Economist
worden hierdoor blijkbaar verkort.
Een derde gedeelte van den hun veischul-
digden interest wordt in certificaten betaald,
wier koers is 30 pel.maar die zij tot 50 pet.
moeten aanvaarden. Op dit verliezen zij dus
40 pet. of circa 13 pet. vau het geheele bedrag
van den verschuldigden intrest. De Spaansche
Regering legt dus eene belasting van 13 pet.
per jaar op de rente der Spaansche schuld. Zij
ontvangt daardoor in den loop van vijf jaren
ongeveer 17.000.000 pd. st.bovendien neemt
zij geld opdoor het uitgeven van certificaten
3 pet.tol den koers van 50 pet. a 6 pet.,
terwijl zij op de open markt moet betalen 9
pet. Wat de crediteuren opofferen, vloeit in
de Spaansche schatkist.
Deze regeling noemt de Economist een schande
voor het Spaansche Gouvernement en volk.
Bankbreuk wordt op die wijze gemakkelijk ge
maakt. Het Gouvernement redt bovendien zijn
goeden naam de crediteuren immers hebben
zeiven genoegen genomen met de regeling. De
eenige verontschuldiging voor het Spaansche
Bewind is, dat er slechts te kiezen valt tus
schen deze regeling en een Staatsbankroet
aangezien de oude sleur, altijd maar geld te
borgen om den intrest te betalen niet meer in
practijk kan worden gebragten de Spaansche
Minister is misschien in zoover te prijzendat
hij een Staatsbankroet heeft vei meden.
Maar Spanje kan betalen. 16 000000 menscken,
die een der vruchtbaarste landen van Europa
bewonen, moesten gemakkelijk 25.000.000 pil.
st. aan belasting kunnen opbrengen en die
som is voldoende om aan alle vcrpligtingen te
voldoen. Ging men dus eerlijk te werk, dan
moesten er, om in tijdelijke moeijelijkhedea te
voorzienobligation (Uitgestelde Schuld) worden
uitgegevendie tot de marktwaarde van het
origineele fonds zouden kunnen verkocht worden
zoodat de crediteuren ten volle zouden zijn
gedekt. Nu het Spaansche Gouvernement een
anderen weg inslaat, profiteert het van de be
staande moeijelijkheden ten koste van de credi
teuren.
Maar hoe komt het vraagt voorts de
Economist dat de crediteuren genoegen namen
met die regeling? Waarom moet Spanje worden
ontziennu hel inbreuk maakt op de regten
van de crediteuren Billijke redenen bestaan
daarvoor niet tenzij dat de schuldeischers
van het denkbeeld uitgingenbeter een half
ei dan een ledige dop. De Ecomomisl had 't ver
standiger geachtdat men zich niet zoo gehaast
had om zich angst te laten aanjagenen dat
men meer vertrouw! had op den maatregel
om geen Spaansche fondsen meer ter Beurze
te noteeren, zoolang Spanje niet ten volle zijne
verpligtingen naleefde. Intusschen hecht het
blad er niet veel aan oin raad te geven
't is den Moriaan gewasschen. Want men kan
't publiek toch niet van 't dwaalspoor brengen
om te leenen aan Staten als Spanje.
Over het geheel acht de Economist het gebeurde
een gevaarlijk precedent, dat door den invloed
van eenige groote finanlieele huizen is door
gedreven.
De Delische Expeditie.
De Javasche Courant van 17 September behelst
het volgende uit Üeli
«Den 19 is de 2e, 3e en 6e kompagnie van
het 9e bataillon hier in garnizoen, per stoom
schip Koning Willem lil naar Riouw vertrokken,
ter versterking en aanvulling van de expeditio
naire koloune in het rijk van Deli. Naar men
verneemtzou door den expeditie-kommandant,
den overste Hombracht, aan het legerbestuur
per telegram twee kompagniën versterking ge
vraagd zijnmaar is onmiddellijk besloten, in
plaats van tweedrie kompagniën en eenige
artilleristen te zenden. Aan het hoofd van die
militaire magt is als kommandant de kapitein
Voogtterwijl de kapiteins Logeman en IJssel
de Schepper hem vergezellen. De overige offi
cieren zijn de luitenants Thieme, Stutzer en
Cochius. Naar men zegtzou de overste Hom-
bracht ernstig ziek eu genoodzaakt zijn naar
Batavia terug te keerenals zijn vervanger
wordt genoemd de majoor van Sluwe, die ven
Riouw naar Muntok zal woiden overgevoerd
met hetzelfde stoomschip, dat heden morgen
de troepen derwaarts zou brengen.
De Javasche Courant van 20 Sept. bevat het
volgende aangaande Deli:
Naar aanleiding van een den 18 dezer, des
namiddags bij het legerbestuur ontvangen tele
gram van den commandant der expeditionaire
troepen in Deli, landende aanvraag om die
troepen te versterken met twee compagniën
infanterie en een sergeant met 14 artilleristen
en 100 dwangarbeiderszijn gisteren ochtend,
19 dezer, met eene der booten van de Ned.
Ind. Stoomvaartmaatschappij van hier ter ver
sterking naar Deli afgezonden: een half bataillon
infanterie, onder bevel van den kapitein der
infanterie, Voigt; een len luit. der genie, oen
officier van gezondheid 2e kl.een adjudant-
onderofficier kwartiermeester en voorts 20 Eu-