Dingsdag* 18 February 1873. M 2065. Winterdien»t aangevang 1 Nofrmber 1872. Nederlanpsche Centra al-Spoorweg. Vertrek van Amersfoort naar Utrecht 9.1, 11.2 snelt. 1 en 2 kl., 2.39, 8.18. Vertrek van Amersfoort naar Zwolle 9.5, 1.34, 6.16 snelt. 1 cn 2 kl., 9. comm. Diligence-Diensten Van Amersfoort naar Maarsbergen 's morgens 6 j op de eerste treinen naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en Botterdam; en namiddag 3 our. Van Amersfoort naar Barneveld 'savonds 9 na aaok. der laatste trein. Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam 1' u. nam., van Soettdijk 2} u., van Baarn 3 u., Eemnes 3J u., aank. te Amsterdam te 6 uren* Dit blad verschijnt Maandag en DnndrrtlagueondAbonnementsprijs per kwartaal I.franco per post 1.15- frijs der Adsertcnlien van I tnt 6 rrgels 60 Ctsrlke regel meerdrr 10 Cts; legale. olliciëele en onteigen. Advertentie» per regel 15 Cl». Keel.mies per regel 20 cents. tfs nummert 10 cents Bestellingen bij den Uitg. 4H uam Cteefjfte Amersfoort Bureau 1 mert/norliehr Courant. I..ingest raat. W ijk F, N® 43. over de Oude Vischmarkt, en bij alle Koekbandrlarrn en Fostdirecteoren m bet Ekijk. Britten franco. Ad verten! ien voor dit bl id uit Botterdam «orden aangenomen door het Hgtmrtn Idcertentieburaeu van Nuoa en v*s IhvaiaWijnstraat, Rotterdam. P it b I i c n t i o De COMMISSAHIS DES KONINGS in de Provincie UTRECHT, Gezien hel besluit van heeren Gedeputeerde Staten der provincie Utrechtdd. 6 February 1873 n°. 29; Gelet op art. 11 dei wet van 13 Junij 1857 (Staatsblad n°. 87) Brengt bij deze ter kennis van de belang hebbenden a. Dat de isscherij binnen deze provincie wordt gesloten van den 16 Haart tot en me' den 18. Hei aanstaande dal evenwel van die sluiting is uitgezonderd het viischen op aal en paling, waartoe echter alleen zullen mogen gebezigd worden luikenkorven ol neltendaartoe uiuluileud bekwaam, terwijl de vissrherij op spiering met liet kruisnet geoorloofd blijlt tot den 4. Hei aanslaande, doch niet cal mogen worden uitgeoefend dal alleen buiten de Waard- barrière te Utrechtin hel water, gelegen lusscheti de Groote sluis en de Roodebrugen te Amersfoort, in hel water vanaf de Koppel poort lot aan liet gebouw, genaamd de Spijker, cn slechts van des middags 12 tol des avonds 10 urezijnde de bovenstaande bepalingen niet toepasselijk op de riviereu den Rijn, boven Wijk bij Duurstedeeu de Lekdaarbeneden. b. Dal de sluiting is bepaald van het jaglbedrijt, vermeld in art. 15, litt. h en f der voor melde wet (het vangen van eendvogels in eene eendenkooi of een daarmede gelijkstaand toestelen het vangen van waterwild met slagnetten), op Zaturdag den 22 Haart aanstaande, van het jaglbebrijf, vermeld in art. 15, lilt. d. (het schieten van waterw ild), mede op den 22. Haart aanstaande; terwijl het schieten van watersnippen geoorloofd blijft tot en met den 12 April 1873. c- Dat het Weispel van kwartelen met steek garen en vliegnet, bedoeld bij art. 15. lilt. e van voormelde wetwordt opengesteld op 28 April en gesloten op 5 Julij aanstaande En, ten einde niemand eenige onwetend heid hiervan voorwende, zal deze worden afge kondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Utrechtden 11. Februari), 1873. De Commissaris des Koninqs voornoemd VAN DOORN. De afgetreden koning van Spanje. De Times schrijft naar aanleiding van'der abdicatie van den Koning van Spanje: Dcnzeltden dag, waarop Prim, door moor denaars getroffen den adem uitblies stapte de hertog van Aosta te Barcelona aan wal. Hij was met 191 stemmen in de cortes verkozen. Met eerbied werd hij ontvangen. En dadelijk aan vaardde hij vol moed vol verttouwen op zich zelf en lijn nieuwe onderdanende taak van constitutioneel souverein. Die taak heeft hij niet mogen volbrengen. Indien ooit een voist gezegd kon worden, door de natie op den troon geroepen te zij t.'twas Amedeus. Desniettemin was hij naauwelijks cenige weken te Madridof de Car listen begonnen 't hoofd op te steken, en de republikeinen waag den een zet. In de twee jaren van zijne regering, heeft Amedeus naauwelijks één rustige maand beleefd. «En ware nu de oppositie tegen den koning slechts beperkttot ééne partytot een paar provinciëndan behoefde hij nog niet te wan hopen. Doelt juist Ie Madrid schijnen zijn onderdanen 't meest van hem vervreemd. Zijn populariteit, zoo hij die ooit bezat, is er vetdwenen, en vooral in de hoogere klassen heelt men *t begrepen dal een vreemde monarchie een boom is, die in Spanje geen wortel vatten cal. Als directe oorzaak van 's konings besluit wordt gewezen op een geest van insubordinatie onder de officieren van de artillerie zoo niet vau geheel 't leger, 'lis nog niet regt duidelijk, wal daarvan is. In 't algemeen echter kan gezegd wordendat 't stug en halslarrig verzet van 'tSpaansche volk legen al wat Amedeus ten beste bedoelde en ondeinam hem toch eindelijk heeft doen inziendat hij niets goeds in Spanje kon uiliigten en dat hij 't aan zijn eigen eetgevoel verschuldigd was in zulk een land den scepter neer te leggen. Zal dus ook zijn naam geschreven worden op de lange lijst van vorsten, die in deze eeuw genoodzaakt werden een troon vaarwel te zeg gen toch zal de geschiedenis een groot verschil maken tusschen die allen en Amedeus van Spanje. Andere gekroonde hooiden kwamen door liuii onverstand of hun roekeloosheid ten val. Niet alzoo de hertog van Aosta. Door een vreemd en ongelukkig volk ten dringendste daartoe uitgenoodigd, belastte hij zich meteen zware taakvan welke hij zijn best deed zich wakker en eervol te kwijten. Geen daad van tyrannie of laagheid heeft zijne regeling bevlekt; cells geen enkele onvoorzigtigheid kon hem ver beten worden. Hij faalde, omdat de Spanjaar den gelijk zijeelf bekennen, niet kunnen en niet willen geregeerd worden door een vreemdeling. Zijn éénige misgreep was, dat hij coit de souveremileit over zulk een volk zich liet opdragen. Doch die misgreep moet hem vergeven worden, wanneer men bedenkt, hoe plegtig en vastberaden de Spaanschc natie hem de kroon aanbood." De gedeporteerde communemanneii. De Figaro deelt de volgende bijzonderheden mede over den toestanden der gedeporteerde Communeraanncn in Niew-Caledonie. Zoodra zij ontscheept waren, weiden zij vrij gelaten, en terstond begonnen zij naar middelen van bestaan te zoeken. Trinquet nam weder zyn oud ambacht van schoenmaker bij de hand, en maakt thans schoeisels voor de lot dwangarbeid veroordeelden in de centrale gevangenis van hel eiland Nou. Het cosluum der gedeporteerden gelijkt des zomers vrij goed op dal van een matroos; des winters geelt men hun kleederen van grijs mol ton. De politieke gevangeneu diagen niet even als de tot dw angarbeid verooi deelde» een nummer op hun kleèrennoch ook op hun hoofddeksel. Wat de gewone gedeporteerden betreft, deze zijn op het eiland geheel vrij, op voorwaarde dat zij zich niet te ver van zekere plek verwijderenen elke acht dageu op het appèl verschijnen. Elk dépot van veroordeelden heeft zijne bij zondere cultuur. Zoo houden die te Noumea zich be'.ig inel werken van terrassering en het aanleggen van wegen. Op die wijze is hel eiland reeds vele nieuwe wegen rijker geworden, en bezit Noumea thans een prachtig boulevard, loopende van hel eene tot het andere einde. Eenige getransporteerden hebben zeer ge riefelijk ingerigte steenen hnizen gebouwd, en teelen in hun luin bananen, auanasseu en groen ten Ongelukkig liggen vele tuinen braak, bij gebrek aan handen om ze bebouwen'; sinds de aankomst van de «Rhin" en de «Jura" is is dit een weinig beter gewordjn. Ook hebben de veroordeelden een hospitaal voltooid, hetwelk, wal inwendige gemakken be treft, het primitief voor de kosten van het Gouvernement gebouwde ver overtreft. Des Zondags namiddags laten de liedertafels en muziekcorpsen, die zij uil bun midden ge. vormei hebben, zich hooren op het plein voor bel hólel van den gouverneur. Het een en ander in aanmerking nemende, is de toestand van hen die werken kunnen, niet verschrikkelijk. Zoodra zij aankomen vinden zij wat te doen men stelt hen in het bezit van een stuk grond, waarvan de opbrengst in hunne behoeften voorziet, en tells hebben zij kans, wanneer zij werken en zich goed gedra gen eenmaal op hunne beurt eigenaars te worden. Dien dagzegt Figaro zullen zij con servatief wordenen hun eigendom tegen eiken aanval verdedigen, met even groote verwoedheid als zij tot de omverwerping van den eigendom van anderen hebben aan den dag gelegd. Het Utr. Dagbl. behelst het volgende inge zonden stuk van den Heer L. Gruet: Ouder dankzegging voor de vereerende wel willendheid waarmede U in uw blad van den llen dezer, wel melding hebt willen maken van het zoo piotselijk ophouden mijner tunclien als Chef der Exploitatie van den Centraal-Spoor- wegverzoek ik u beleefdelijk nog wel de na volgende ophelderingen in uw geacht blad te willen opnementeneinde gemeld voorval geene aanleiding zoude kunnen geven tol veronder stellingen kwetsend voor mijne honorabiliteit. De veranderingen in den dienst en het beheer der Exploitatie van den Centraalspoorweg door de H li. Leden van den Raad van Administratie, niettegenstaande mijne herhaalde en gegronde aanmerkingen sedert 1 Januarij 11. ingevoerd, maakten nrij een verder beheer volgens plicht en geweten onmogelijk en ik verkoos liever af te treden dan mij te onderwerpen aan voor schriften die allen praclischen zin missende, óf onuitvoerbaar, óf ten nadeelc van de belangen der Maatschappij moesten zyn. Dien ten gevolge verzocht ik den Raad van Administratie, mij met den eersten Junij e. k. ontslag te willen verleenen als Chef der Ex ploitatie. Per aangeteekende missive van den 10 dezer ontving ik den eltden dezer kennisgeving van den Raad van Administratiedal met in gang op voorlaatslen datum de Heer David J. C. van Lennep was aangewezen om mijn dienst over te nemen. Deze handelwijze van dct< Raad van Adiuiuistratiezeker zonder voorbeeld in de administrative geschiedenis zoude aanleiding kunnen geven tot veronder stellingen ten koste van mijne eerlijke en trouwe plichtsbetrachting gedurende de 10 ja ren die ik me' den mcesien ijver aan de belangen der Maatschappij gewijd heb. Dc tijd is echter vuur mij de beste recht vaardiging. Voor het oogenblik zal ik my onthouden verder over deze zaak uil te wijden maar aan het tal van geachte personen aan wie ik de eer heb bekend tc zijnaan het verlichte en bezadigde gedeelte van het Nederlandach publiek

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1873 | | pagina 1