Ding-sdag 25 Februarij 1878.
JU 3067.
AKEfiSfQOETSCHE
Winterdiemt I No.<n.b.r 1871. DuieiItCI-OiniTU
Nederlandsche Cbntraal-Spoorweg. BH BH
Vertrek tan Amersfoort naar Utrecht [1 TT Tj fl III o r« nT 6 Fo dD dV ter&le i rpJ n n
9.1, 11.2 .nelL l,n 2 kL, 2.30, 8.18. I II II L/ II 111 I uT, iïnhem, Wed.., kmtortmt*
Vertrek van Amersfoort naar Zwolle II II I I I f| U I Rotterdameo namiddag 3 oor.
9.5, 1.34, 6.16 loeit. 1 en 2 kl., fi. y y y AU BI I J-TS-."
Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam 1J u. nam., van Soestdijk 2} u., van Baarn 3 u., Eemnes 3{ u., aank. te Amsterdam te 6 nren.
Dit bUd verschijnt Maandag en Donderdagavond. AbonnemeoUprij. per kwartaal J\.— franco per pst 1.15. Prqt dcT^AdVerte^liêïT van 1 Ul S regeU 60 Cu elfca regel
■eerder 10 Culegale, offic.ëele en enteigen. Advertentiên per regel 15 CU. Reclames per regel M cenU. Aft. ■mam 10 cents Be.tellingen bij den üitg. A. H. een CUtjfte
Amersfoort Bmrtau AmanfaarUah, Coarant. Ungestraat. Wijk P, N*. tt, ever de Oude Viscbmarfct, en bq alle Boekhandelaren en Postdireeteoren in bet Bijk. Br*ma» frmmao.
Advertentiên root dit blad oil RolUrdam «orden aangenomen door bet Algemeen AdrtrUnUeinratu van Nuaa en ui Dttui, Wijnstraat, Rotterdam.
LUST VAN BRIEVEN aan pernmen geadretteerd
wier adre» al» onbekend i» opgegevenvertonden
onder hel poilmerk Amersfoortover de maanden
October November en December 1872.
plaats van
Namen der geadresseerden. bestemming.
Vertonden geweest naar
Belgie.
1. P. Rans valBrussel.
2. wed. J. P. Jonkergeb. Hast.
3. Goedvinke
(van het Hulpk. te Leusden.)
4. N. H. de Witn
Engeland.
1. Miss. E. MarksLonden.
Frankrijk.
1. L. CliristoflauTours.
Zwitserland.
1. Mejvr. van DrielBasel.
(van de Hulpkantoren)
Baarn.
2. wed. WendelaarMartigny.
Woudenberg.
3. E. Tutein Nolihenius .Interlaken.
Regthebbenden vervoegen zich aan het post
kantoor te AmersfoorL
REGTSZAKEN.
In de sluitboom-zaak (zie vorig N#. 2066)
F. W. de Ridder Ft. werden Donderdag jl. 12
getuigen gehoord in die van H. de Ridder Ft. 6.
De verklaringen dier getuigen in beide zaken
liepen voornamelijk over de rigting van den
wegde vraag ol die vroeger afgesloten was
geweestof men vergunning moest hebben om
over dien weg te gaan, enz.
Wij willen de uitspraak van de Regtbank
niet vooruitloopen en dus niet mededeelen
den indruk welken wij verkregen omtrent het
al of niet openbaar zijn van dien wegen eene
volledige mededeeling van hetgeen elk der ge
tuigen verklaarde zoude te veel plaatsruimte
vereischen.
In beide zaken nam het 0. M. hetzelfde re
quisitoir namelijk dat de beklaagden zouden
worden ontslagen van alle regtsvervolgiogop
grond dat de te laste gelegde feilen ofscboon
erkend en bewezen noch misdaadnoch wan
bedrijf nocb overtreding opleverden.
Dit requisitoir was gegrond hoofdzakelyk op
de overweging dat geene enkele strafwet in deze
toepasselijk was. Immers het provinciaal regle
ment op de wegen in de provincie Utrecht
stelde alleen strafbaar (art. 56) bet afsluiten
van wegen in dat reglement bedoeld en dat
waren de wegen die volgens art. 6 van dat reg
lement op de leggers der wegen waren gesteld.
De weg in quaestie nu kwam noch voor op
den legger der wegen van Leersum noch op
dien van Araerongen.
Art. 471 N*. 4 C. P. kon niet worde» toe
gepast omdat de vordering voor de toepassing
van dat art. was verjaard, en bovendien in
de dagvaarding niet was ten laste gelegd dat
de sluitboom tonder noodtakelqkheid was gesteld.
Evenmin was dit het geval met art. 471 N\
C. F. omdat er geen plaatselijk reglement be
stond.
De beide pleiters voor de beklaagden veree-.
nigden zich geheel met dat requisitoir, doch
meenden niettemin nog menige gronden te
moeten aangeven waarom ook huns inziens
ontslag van regtsvervolging moest volgen.
Heiden deden uitkomen hoe duidelijk was
gebleken dat de wag in quaestie geheel bij-.
zonder eigendom isen volstrekt niet openbaar.
Ook zij tradeo vervolgens in eenige beschou
wingen omtrent het provinciaal reglement, ten
einde nog meer te doen uitkomen dat deze weg
niet onder het bereik daarvan kon vallen. Terwijl
bovendien werd betoogd, vooral door Mr. J.
van der Leeuwdat art. 471 N*. 4 nimmer van
toepassing had kannen zgnal ware er geene
sprake van verjaring, of al ware in de dag
vaarding sprake geweest van de al of niet nood
zakelijkheid van de afsluiting, omdat dat arU
niet straft het afsluiten van een' weg, maar het
belemmeren van den vrijen doortogt, door het
zonder noodzaak nederleggen van voorwerpen
en alzoo alleen doelt op tijdelijke beletselen.
De Regtbank heeft in beide zaken de uit
spraak bepaald op Donderdag 27 Febr. a. s.
des voormiddags te halielL
Men leest in de RotL Cl. omtient de Haagsche
viering van 's Konings verjaardag
Ik kom uil het ieestgewoel in de residentie.
Een ferme drooge konde en des ondanks of
misschien juist daarom een onafzienbare menigte
langs de dit jaar buitengewoon taltijk met de
nationale driekleur getooide straten. Het is afsof
wij Europa op deze» dag wilden toeroepen
mogen- allen deinzenwij staan pall" «Een
feestverlichting, klein maar rein. De overschoone
Vijverberg in een feestzaal herschapen, laags
de geheele breedte A giorao verlicht en op het
lantaslische eilandje het zachte matte, licht van
gekleurde lampions, op den dichten groep, der
twijgen den nellen glans temperend van de
duizendvoudig op den waterspiegel weèrkaat-
sende gasvlammen van de trotsche facadedie
voor dezen avond waarom slechts voor de
zen de vormelooze en ordelooze steen
massa verborg van den achtergevel van Bin-
nenlandsche -Zaken. Vóór u en achter u de
alléé begrensd door schoone verlichte muziek
tempels waarin alleen muziek ontbrak en
zoodoende een eindeloos verschiet van licht ef
fect dat het prachtigst zich liet waarnemen van
den Korten Vijverberg, vanwaar de blik rustte
op efcn laoge lichlketen, die den Vijver scheen
te omzoomenomdat op een afstand de ver
schillende guirlandes tot één geheel als 't ware
samensmolten. Ziedaar een maar al prozaiscbe
beschrijving van het midden- en glanspunt on
zer kleine, maar reine verlichting. Eenvoud had
met smaak ditmaal een verbond gesloten en wij
hadden gaarne vrede met het sierlijke «weinig
maar uit een goed hart," dat .ons de stijve,
akelig-regte lijnen van hel overtollig smake-
looze, dat ons vroeger wel eens werd aangeboden
niet deed terug verlangen.
De winterkoaing gedoogt geen lange wande
lingen langs uitgestrekte dreven en van den
bekoorlijken voorhof van onzen lusttuin was
alle partg getrokken, die men er van trek
ken kon.
Niet het minst genotrijk was de schuldeloos-
vrolijkeecht-opgeruimde en toch kalme stem
ming der burgerij en vooral de voor den
niet-nurkscben opmerker altijd opwekkende
levenslustige dartelheid vau de helden onzer
nationale feestendie ieder op een afstand
houden: ik bedoel het ras onzer gamin», voor
wie heden avond hel verbod tegen het onste
ken van vuurwerk stilzwijgend was opgeheven,
op de pleinen, die zij tot de republiek hadden
verhevenwaar zij allen zooals het thans
betaamt de souvereine heerschers waren.
Allerlei.
Men herinnert-zich de bloedige Jnlijdagen
van 1872toen de partg der kolonels door de
gebroeders Gullieret geleid, een coup félat be
proefde, die op de jammerlgkste wgze mislukte,
en eindigde met de vreeselgke wraakneming
der bevolking tegen de hoofden van den opstand.
Men herinnert zich ookdat de toenmalige
vice-president Manuel Pardo terstond na het
straatgevecht als president der Republiek werd
erkend en beëedigd. Pardo heeft zich ten
taak gesleld om eene werkelgke burgerregering
in Peru in te voeren; zgn programma bevat
een regeling van de finantien, eene reorganisatie
van de reglerlijke magteen juiste afpaling
van de bevoegdheid der slaatsmagtenin één
woord al datgene, wat tot de levensbeginselen
van den modernen Staat behoor L Naarmate de
president deze taak met meer gver en energie
voortzette, naar die mate wies ook de tegenstand
der militaire partg Herencia Ceballos Gamto
Loco ter a en anderen trachtten eene beweging in
de provincie ta organiseren, doch hunne plannen
werden ontdekt. Ceballo» en Gamlo werden naar
de wildernissen aan de bronnen van de Ama
zonen-rivier in ballingschap gezonden. De woede
der militaire partg steeg nierdoor ten top en
een plan om den president te vermoorden kwam
tot rgpheid. Eenige mijlen van Lima ligt
Chorilloseen lievelingsplek van de bewoners
der hoofdstaddie hier van December tot April
de hitte ontvlugleneen spoorweg verbindt
beide steden. Ook Pardo had hier zgn intrek
genomen en reisde dagelijks naar Lima om den
ministerraad te presideren. De bovenbedoelde
spoorweg loopt door de straten van Limaen
maakt bij het uitgaan der stad een bogt juist
laags het huis van een zekere mevronw Valienle
Hierop bouwden de zamenzweerders hun plan.
De eigenlgke aanvoerden verwijderden zich
voorzigtig uit de stad en spanden de draden
van hun net van het veilige Chili uithunne
werktuigen te Lima ware'n ontslagen officieren
die met haat jegens de Regering vervuld waren
en-burgers, die in fatsoenlijke kringen niet
werden gedold en gaarne wilden medewerken
om_ den president te vermoordendaar bij de
regeringloosheidwelke dan zou uitbreken, alle
onreine elementen der maatschappij van den
bodem zouden oprijzen.
Door dezen was aan een officier der marine,
Beautéjour, de aanwerving van strijdlustig
gemeen opgedragenterwijl Pirolalid van de
vroegere Regering en een letterkundige, Bogardu»y
zich voorbehouden hadden de gebeurtenissen in
Lima te leiden. Men wilde nit het hais van
Mevrouw Valienle eene mijn aanleggen onder den
spoorweg, deze met buskruid vallen en door
eeneelectriscbe batterij doen springen, op het
oogenblik dat het eerste rijtuig van dan trein
die smalle straat doorkwam. Er was bepaald, dat
men met vuurpijlen signalen geven zon, om
aan de deelgenooten der moordbende de tegen
woordigheid van Pardo nit de verte van station
tot station aan te kondigen.
Door een gelukkig toeval kon de politie nog
te regter tijd het schandelijk complot verijdelen,
waaryan de uitvoering de gansche stad in rouw
en droefheid zou hebben gedompeld. Een dar
medepligtigen, zekere Heredia, wies het aanlegen
van de mijn was toeverucuwdbegaf zich naar
Bogardut om hem eene groote sou gelds af te
persen. Tusschen deze twee edele mannen ooi-
stond daarop een heftige twist; de zusters vau