die gemaskerde strijd nog wel drie dagen tal aanhouden. De ontruiming van het Fransche grondgebied schijnt toch bepaald den ien September te rullen plaats hebben. Veler oogen rijn opdien datum gevestigd, die bet oogenblik zal rijn van vertrek van vele leden der Kamer. Allerlei. Eene dame te Springfield, die van de trappen viel met hel hooid naar benedenis door den grooten omvang van baar kapsel van een wissen dood gered; zoodat chignons toch nog nut kunnen hebben voor vallende dames. In Petersburg is dezer dagen een militair proces gevoerd dat groote belangstelling wekte onder alle rangen der maatschappij. Een jonge kapitein van den stat der artillerie, geacht om ■zijn karaktergedrag en buitengewone bekwaam heden kon geeu genade vinden in de oogen zijner onmiddellijke cbets en 't werd hem op allerlei wijzen lastig gemaakt. Zijn toestand werd onhoudbaar en eindelijk volgde zijne verplaat sing naar Warschau. Nog voor hij bij zijn nieuw regiment aankwam, waren daar voor hem beleedigende brieven aangekomenwaarin de hooid- en andere officieren werden aange spoord zich niet met hem in te laten. Tege lijkertijd werd op aandringen van Generaal Gubski en van de overste Chljebnikoffzijn hooidvijand, door officieren van hel regiment, dat hij reeds verlaten had, een schrijven aan hem gerigt waarin zij hem den raad gaven rijn ontslag te nemen. Tengevolge daarvan bagaf de kapitein zicb uit Warschau weder naar Petersburg eu daagde zyn overste en een ander hoofdofficier, die het meest aan de vervolging deelgenomen hadden, lol een duel uit. Beiden weigerden en toen besloot hij zich zelf regt te verschaffen. In een huis, waar hij wist zijn vijand te zullen ont moeten herhaalde hij zijne uitdaging en toen op nieuw een weigering volgde, deelde hij zijnen tegenstander oorveegen toedeze nam daarop de vlugt; de ander volgde hem tot op dea straat en sloeg hem toen men het plat van den sabel op het hoofd. Den te hulp geroepen polie agenten gaf hij zijn naam op en terstond daarop begat hij zich naar de militaire autoriteiten om mede le deelen wat hij gedaan had. Een krijgsraad werd belegd; geen minister van Oorlog gaf een wenkdat hij de veroor deeling wenschte; 't was een eerlijk militair pro ces dat twee dagen heeft geduurd en 'twelk onafgebjoken werd bijgewoond door de Gioot- vorsten Constantin Nikolcjewilsch en Nikolas Nikolaje- wilicb, vader. Het vonnis luidde: verlies van burgerregten en verbanning naar een weinig afgelegen plaats in Siberië. Het geregishof verklaarde voorts dat er zeer veel verzachtende omstandigheden aanwezig waren en dat de veroordeelde niet zou onder worpen worden aan de onteerende formaliteiten die met het verlies der burgerregten gepaard gaanterwijl tevens door het hol besloten werd om den Keizer de algeheele kwijtschelding der straf te vragen. Daarentegen werd den procureur-generaal opgedragen een onderzoek in te stellen naar de houding van de beide oversten, van den generaal- majoor Gubski en onderscheidene officieren Dat de overste Chljebnikoff zyn ontslag zal moeten nemen wordt door niemand betwijfeld, maar bovendien zullen waarschijnlijk onderscheidene officieren, in deze zaak gecompromitteerd, ge straft worden. Meesters in de regtendie ter beschikking van den Gouv.-Gen. van Ned. Indië worden gesteldom te worden benoemd lot regteilijk ambtenaar daar te Lande, zullen in het vervolg, in plaats van eene tegemoetkoming van /400, eene gratificatie van ƒ2500 erlangen. Dit de Veenkoloniën schrijft men Na men met het veengraven voor dit jaar in deze streken is aangevangenverdient de aandacht er op gevestigd te worden dat het verschijnsel, meer en meer in ons land waargenomen dal nl. de zoogenoemde Bovenlanders, Hannekemaaijers Velings (of zoo als ze verder genoemd plegen te worden), vergeleken met vroeger, naauweiijks meer in ons land werk op het veld of in hel veen komen zoeken dit jaar in deze grensgemeenten vermoedelijk bijzonder sleik zal in het oog loopen. Het graven van kanalen toch in Pruissen, «ven over onze grenzenzal daar de meeste arbeiders bezig houden. Dat za! te eerder ge schieden omdat in Piuissen gebrek is aan arbeiders en dientengevolge in den taatsten tijd., omgekeerdvele Nederlanders in Pruissen werk hebben gezocht en gevonden. De Fransche geneesheer Decaisne schreef dezer dagen in de Franc* een merkwaardig artikel J over onthouding. Hij beweert o. a. dat de uiterst 1 gesttenge levenswijze der P.P. Trappisten niet in het minst schadelijk is. De Trappisten eten slechts eenmaal in de vier en twintig uren, van den Uden September af tot en met den eersten Zaturdag in de Vasten. Deze maaltijd geschiedt ten 12J uur des namiddags, d. 1.12 uren nadat de kloosterlingen hunne legerstede hebben vei laten. Deze 12 uren worden met gebed en handenarbeid doorgebiagt. De kloos terlingen bevinden er zich wel bijen maag ziekten zijn bij ben uiterst zeldzaam. Hun voedsel beslaat in 370 grammen brood waarbij naar believen drooge aardappelen kunnen wor den een soepwaarin noch vet, noch boter, noch olie komt, en bovendien wal groenten, in water gekookt. Vleesch, visch, boter en e ij eren zijn voor de gezonden verbodeu olie wordt slechts bij de salade veigund. De gewone drank is een halve liter appelwijn, en het dessert bestaat uit vruchten of rapen. Welnu die strenge regelwel verre van den duur des tnensclielijken levens te verkorten is integendeel een uitstekend middel voor de gezondheid en een lang leven vooral wanneer men het werken in de open luchtwaarmede de P.P zich voortdurend bezig houden, daarbij voegt en dat zij niet van kwaad humeur van vrouwen le lijden hebben 1 Niet alleen is de jicht in 'l klooster der Trappisten onbekend maar sedert de 28 jarendat pater Debreyne de praclijk in bet klooster van la Trappe waarnam, is geen enkel geval van beroerte, slagaderbreuk, waterzuchtjichtgraveel of kanker voorge komen, en wanneer vreeselijke epidemiën de omstreken verwoestenwordt hare magt aan den drempel der abdij gebroken. Bij kon. besluit van den llden is aan M. de Leeuwmaréchaussee der brigade Gennep, als blijk van 's konings goedkeuring en teviedenheid wegens de redding van een in de rivier de Niers in de gemeente Gennep door bet ijs gezakt kind, op den 5den February jl. toegekend de bronzen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift. Voorts is aan A. A. Lobihankapitein van het Fransche vaartuig Normaen aan Jules Méran en Lobinoschepelingenbehoorende tot de bemanning van dat vaartuig, wegens de redding der bemanning van het den 5den February jl. op eenige afstand ten Noorden van Ouëssant verongelukte Nedeilandsche vaartuig Pomona van Vlaardingentoegekendaan genoemden kapitein de zilveren medaille en aan ieder der beide schepelingen de bronzen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift voor elk. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemecne kennisdal de examens ter ver krijging van aclen van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs voor hel jaar 1873 zullen worden afgenomen in den loop der maanden Met en Junij aanstaande. Zijdie zoodanig examen wenschen af te leggen worden verzocht zich vóór den 15den April 1873 schriftelijk aan te melden aan hel departement van binnen landsche zaken. Over de opening van den Dnilschen rijksdag wordt 't volgende gemeld: De witte zaal van 't ko ninklijk paleis was voor deze plegtigheid geheel veranderd. De koningstroon was heiscbapen in een Duilschea keizerstroon. In de plaats van hel gebruikelijke karmozijn fluweel was de zetel bekleed met goudbrocaat; het behangsel van den troonhemel was versierd met den Duitschen rijksadelaar en de Duitsche keizerskroon, welke heraldieke teekenen elkander afwisselden. Toen de ministers, zoo Pruissische a's andere, be nevens de leden van den bondsraad en een menigte andere personen zicb ter linkerzijde van den troon hadden geschaard en de leden van den rijksdag een halven kring om den troon hadden gevormdwerd den keizer door den beer v. Bismark bekend gemaakt, dat de ver gadering gereed was om hem te ontvangen. Met de troonrede in de hand keerde de heer von Bismarck onmiddellijk daarop terug en werd door den keizer op den voet gevolgd, met de piinsen van zijn huis en een groot aantal var» zijn civiele en militaire hofhouding. Terwijl de keizer, de vergaderden vriendelijk groetende, naar den troon stapte, hief de heer Simson president van den rijksdag, een driewerf her haald «Leve Z. M. de Duitsche keizer, koning Wilhelm van Pruissen I" aan welke kreet door al de vergaderden telkenmale werd herhaald. Zoodra hij op den troon had plaats genomen zette de keizer zijn helm op; de rijkskanselier, die aan het hoofd der ministers enz ter linkerzijde van den troon stond, plaatste zich voor den keizer en overreikte hem, met een diepe buiging, de troonrede. Met stille opmerkzaamheid werd de lezing der troonrede aangehoord. Toen zij geëindigd was zette de keizer den helm af en verliet groetende de zaal. Toen hief de Beijersche minister, de heer von Fduslleden kreet aan: «Leve Z. M. de keizei I" welke driemalen werd herhaald. Binnen een kwartiei uur lijd» was de gansche plegtigheid afgeloopen. Een stoute diefstal is in de Belgische gemeente Ledegem gepleegd. Een landbouwer, die een aardig fortuin bezat leefde daar rustig met zijne vrotiw van hunne inkomsten. Zij hadden eene nog al aanzienlijke som gelds in huis, die zij, na de laatste crisis, aan geen ban kiershuizen meer toevertrouwden. Terwijl de landbouwer en zijne vrouw in diepe rust lagen, drong eene bende dieven hunne woning binnen eenige der bandieten plaatsten zich gewapend met pistolen en messen voor het bed van den landbouwer, dien zij wakker maakten en met de pistool op de borst noodzaakten te zeggen waar zijn geid geborgen was. Onderwijl eenigen der bende de door den boer aangeduide plaats doorzochten riep eene stem Kapiteinals hij zich verroertdoodt dien lummel dan maar! Een uur lang duurde het doorsnuffelen van kasten en laden en werd de boer door alletlei bedreigingeu beangstigd. De bende bestond uil 8 man en beeft eene som in geld ten bedrage van 10,000 tr. en andere voorwerpen ter waarde van 5000 fi. medegenomen. De justitie is van dit voorval dadelijk onderrigt en stelt alle mogelijke pogingen in 't werk om de boosdoener in handen te krijgen. Tot heden is zij bun echter nog niet op 'l spoor. Het nieuwe blad van de regterzijde l'Assemblee Nationale geeft tot hartsterking van baie partij de volgende onovertrefielijke dwaasheden ten beste: «Wij ontvangen uit Berlijn zeer beden kelijke mededeelingen omtrent vorst Bismarck hij moet door krankzinnigheid zijn aangetast. Sinds jaren was bij trouwens reeds lijdende aan zenuwtoevallen. Zijn troisch en driftig ka rakter kan geen tegenspraak dulden en voert hem tegenover zijne ambtenaren en zijn gezin tot dadendie in ware dolheid ontaarden. Zijne ijdelheid draagt slechts met tegenzin de autoriteit des keizers. Dikwijls verlaat hy woe dend diens kabinet en op zekeren dag wierp bij de deur zoo heftig achter zich digidat het slot in stukken sprong. Hij kan het den Keizer niet vergeieu dal deze hem niet tot vorst van Elzas-Lulharingen heelt gemaakt. Om den eenvoudigen vorstenlilcl geelt hij niets." De Assemblee vindt, dal de krankzinnige Bismarck «de geregte stral ondergaat voor zijne misdaden legen den vredehel regt en de gcregtigheid." In de volgende maand zal te Parijs eene verkooping worden gehouden ten voordecle van hel «Werk van bescherming der wcezt n uit den oorlog van 1870/71". Reeds drie jaren voorziet die Veieeniging, waarvan mevr Thiers de presidente, mevr. Mac Mahon de vice-presi- dente en mile Dosnede schoonzuster van Thiers, de penningmeesteres is, in de behoeften van 5000 weezen, van welke 500 te Parijs wonen. De financiële toestand van de Verceniging, welke tol dusverre nog geen beroep op de algemeene weldadigheid heeft gedaan, is van dien aard, dat die 5000 weezen tol op lAjarigei» leeftijd kunnen worden onderhouden en opge voed. Nu wil echter het comité door een bazar in de gelegenheid worden gesteldom voor die oudeiloozen te zorgen lot dal zij den leeftijd van 16 jaren hebben bereikt. AMERSFOORT^ 7 Maart" 1873. De verkiezing te Leiden voor een lid van de Tweede Kamer morgen, Dingsdag, ter ver vulling der plaats van den overleden baron Taelt ra» Amerongenwordt eene olla podrida van de pikantste soort. De liberalen stelden tot candidaal den Heer Mr. Neeb advocaat en nog zelfs geen sporen aangeschroefd hebbende op staalkundig gebied. Beter hadden de liberalen gedaanzooals diversen wilden, Professor Evert of den Heer Sloet van de Beele te stellen, als candidaten die op staatkundig gebied reeds iels wegen. Maar neen I De meerderheidde tirannie van het cyfer behaalde bij de candidatuur de over winning (en lijdt dus vermoedelijk de nederlaag bij de slembus) op bet intellect en hel doorligt van de minderheid. Helaaseen droevig beeld of pendant van hel fataal vigerend census-systeem. We schrijven dat niet omdat die beide heeren als liberalen voor ons charme hebben maar enkel om op nieuw te pointeren, hoe weini" invloed het intellect dikwijls bij candidaten- keuzen kan uitoefenen. In partij-gareel loopen we niet en bij verkie zingen vtagen we ons eenvoudig af wie de geschiktste is, komende ons geen dezer drie geschikt voor.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1873 | | pagina 2