V r ij d a g 29
Augustus 1873.
M -J 122.
ZoraerdieiHl aangerang 15 Mei 1873.
Nkdkrlandsche Centra al-Spoorweg.
Vertrek ran Amersfoort naar Utrecht
7.44, 1!.!, 2.17, 3.18, 8.18.
Vertrek van Amersfoort naar Zwolle
8.49, 9.43, 1.34, 6.16, 8.59.—.
muit
Diligence-Dienste*
Van Amersfoort naar Maanbergen
'a morgens 6J, op de eerste treinen
naar Arnhem, en namiddag 6 our.
Van Amersfoort naar Barneveld
'savonds 9 na aank. der laatste trein.
Van Barneveld naar Ameisfoort'tav. 9u
Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam IJ u. nam., van Soestdijk 2J u., van Baaru 3 u., Eemnes 3}., aank. te Amsterdam te 6 uren.
Dit blad «erachijnt Maandag en Donderdagavond. AbonneinenUprij* per kwartaal f I.franco per poit 1.15. Prijt d«r Advertentien van I tot 6 regel* 60 Ct»elk* regel
meerder 10 Cts; legale, ofliciëele en onteigen. Advertentien per regel 15 CU. Reclame* per regel 20 cent* 4ft. nummert 10 cent* Beitelliagea bij dea Uitg. .4. van CUeffu
Anirrifoort bureau AmertfoorUeke Courant. Stoo*e*traat bij de Langeetraat, Wijk B, N*. 83, en bij alle BoekbaadeUrea en Poetdirecteuren in bel Rijk. brieven franco.
Adrertentiëo «oor dit blad uit Rotterdam worden eangeoomen door bet Algemeen AdverienOeburatu «an Nuea en Diriaa Wijnitraat, Rotterdam.
Do vorming van oen nieuw
MINISTERIE met MINISTER-PRESI
DENT ZONDER PORTE FEUILLE.
De tijdingna de terugkomst des Konings
in liet Vaderland, dat de Ministers collectie!
hun ontslag hebben aangebodenbragt geen
verrassing te weeg, want dit werd verwachten
juist waren hel weder tijrich noemende de
vrienden vau bet Ministerie, thans in de pert
als vroeger in de Tweede Kamerdie door hunne
polemiek liet Kabinet, ook in de jongste periode
veel hebben geschaad en belet dal de Ministers
niet rustige genegenheid hunne nog roulerende
werkzaamheden en de zware taak der departe-
menls-begrootingen enz. vervolgden.
Later is vernomen dat Z. M de Koning
diverse Ministers ten gehoore heelt ontvangen
en hij het opstellen van dit artikel is nog niets
met tekerheid omtrent het begin van de ophtting,
ol de nederig van het einde der crisis gepubliceerd;
want wat in diverse bladen daarover en in
verband daarmede werd vermeld verdient geen
vertrouwen en spruit groolendeels uit partij-
teentenen.
Ofschoon tevens de Minister van Koloniën
Franten van de Pulle zijn ontslag aanbood, mag
inen het er voor houden, dat hg ter wille van
hel ten einde brengen der Atchineesche kwestie
waarin speciaal hij meer dan wie ook, doorkneed
en geroutineerd is en waarin nog veel duisters
en geheimzinnings steekt, toch gaarne aan het
hoofd van zijn departement zou wenschen te
blijven en dit zal, dunkt ons, rationeel eo in
's Lands belang zijndoch het wat zeer natuurlijk
dat ook hij zijn ontslag aanboodals kunnende
ttiel nu geïsoleerd blijven en zijne portefeuille
vastgeklemd bouden.
Het mag derhalve wenschelijk worden geacht,
dat hij aan het hoofd van het departement van
koloniën zal zijn ook in een te vormen nieuw
kabinet en omdat de liberale partij de vol
strekte meerderheid in de Tweede Kamer niet
meer heeft en de conservatieve partij aldaar
mumeriek te zwak is er geen partijbewind op
treedt maar een ministerie bestaande uit titu
larissen, gematigde en conciliante politieke prin
cipes in regeringsbeleid en in hun contact met
de Vertegenwoordiging beoogende toetepassen.
Het vormen van zoodanig ministerie zal te
beter kunnen slagen indien er mogelijkheid be
staatdat een mimiter-prerident zonder porte-feuille
in bedoeld ministerie zitting neemt, nadat bij
het zal hebben gevormd. Het spreekt van zelf
dat deze titularis ieuiand moet zijndie de
daartoe vereischte bekwaamheden en talenten
in ruime mate bezit, vooral door welsprekend
heid en vlugge, bij juiste opvatting van zaken
uitmunt en, niet gebonden aan eene porte-feuille,
alzoo geene zware .lagelijksche minislerieele werk
zaamheden behoeft te verrigten want ons land
is niet rijk aan geaccrediteerde talenten, die
hunne maatschappelijke positie hun domicilie
enz. willen verlaten teneinde zich in de residentte
te vestigen. Een zoodanig eventueel optetredeu
minister-president behoort tevens zonder minis
lerieele antecedenten te zijn.
Een geschikt minister-president heeft boven
dien het groot nut dal hij, op minder gebonden
standpunt dan andere ministers, in hel parlement
bij de bt.inndeling van wetsvoorstellen enz. de
taak van den betrokken minister vergemakkelijkt,
het entente condiale lussclien den minister en de
kamerleden bevordert en zoo deze niet uitmunt
door welsprekendheidwelk gemis dikwijls tot
ministerieel* nederlagen leidthij in het debat
groolendeels als zijn plaatsvervanger kan op
treden.
Zooals wij reeds vroeger te kennen gaven
zijn er voor zoodanig ministerie, met minister
president als maar goed wordt gezochtwel
genegene en doelmatige titularissen te vinden
en tevens een uitmuntend minister-president
gelievende veel persoonlijke en partij-conside-
raiien opteofleren om eenstemmig mogelijk met
het parlement werkzaam te zijn, en er aldus
een bewind optreedtdat niet spoedig, als vorige
kabinetten, weder moet aftreden, maar jaren
achtereen de sympathie van de overgroote meer
derheid der Volksvertegenwoordiging en der Natie
kan genieten.
Kennisgeving.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT
Gezien de aanschrijving van den heer Com
missaris des Konings in de provincie Utrecht
van den 19. Augustus 1873, N9. 1 N. M en S.
(Provinciaalblad N°. 95),
Brengen ter algemeene kennis het navolgend
koninklijk besluitmet de daaromtrent door
den Minister van Oorlog gegeven voorschriften,
luidende
AFSCHRIFT.
MINISTERIE VAN OORLOG.
n&aorcsL ex militure zaksn.
Na 41 P.
dr MINISTin van oorlog
Ontvangen hebbende Zijner Majesteit» besluit
van 29 Julij 1873, n°. 39 (Staatsblad n9. 119),
uitgegeven op 12 Augustus 1873, luidende als
volgt
Wij Willem III, «»z.
Op de gemeenschappelijke voordragt van Onze
Ministers van Oorlog, van Binnenlandsche Zaken
en van Koloniën van den 3. Julij 1873, n°.
101 P,
Overwegende
dat het noodig is verdere maatregelen te nemen
tot versterking der hndmagt in Nederlandtch
Ooit-Indié
Gelet op art. 185 der Grondwet en op de artt.
121 en 120 der Wet betrekkelijk de Nationale
Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad n*. 72);
Den Raad van State gehoord (advies van den
23. Julij 1873 n°. 8);
Gezien hel nader rapport van Onze Ministers
voornoemd van den 26- Julij 1873 n9. 58 P;
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen;
dat de ingelijfden bij de militie te land, onder
behoud hunner positie als milicien, met hunne
toestemming envoor zooveel minderjarigen
betreftook die hunner ouders of voogden
voor den tijd van ten minste twee jarenbij
de landraa?'. dienende in Nederlandsch Oost-
Indie kunnen gedetacheerd worden en zulks
onder genot van de gunstige voorwaarden bij
Ons besluit van 4 Mei II., n° 1omtrent het
aangaan van vrijwillige verbindlenissen voorde
militaire dienst in Nederlandse!» lndië vastge
steld, met dien verstande, dat zijdie, binnen
Jen tijd hunner detachering, regt verkrijgen
op ontslag uit de militie-dienst, behoudens dat
ontslag den tijd, voor welken zij bij de landmagt
dienende in Nederlandsch Oost-Indic zijn gede
tacheerd, zullen volbrengen.
Dit besluit treedt in werking op den vijfden
dag na dien der dagteckening van het Staatsblad
en van de Stauls-Couranlwaarin het geplaatst is.
Onze Ministers voornoemd zijn ieder voor
zooveel hem betreftbelast met de uitvoering
van dit besluit, dat in het Staatsblad en gelijk
tijdig in de Slaals-Courant zal worden geplaatst.
Veveyden 29. Julij, 1873.
(get.) WILLEM.
De Minister van Oorlog
(gei.) VAN STIRUM.
De Minister van Binnenlandscue Zaken
(get.) GEERTSEMA.
De Minister van Kolonién
(get.) F. d. PUTTE.
Heelt ter uitvoering van dat besluitvoor
zooveel hem betreftgoedgevonden te bepalen
1#, Voornoemd besluit is voorshands niet toe
passelijk op de miliciens der bereden korpsen
die zich in werkelijke dienst bevinden of hun
eersten oefenlogstijd nog niet hebben volbragt.
2*. Omtrent de toelating van miliciens tot
detachering bij de landmagtdienende in Neder
landsch Oost-Iodiëgelden in het algemeen de
voorschriften, die voor de vrijwillige wervir.g
daarbij zijn vastgesteld; in stede echter van
ee.n. e.nsa§emeni®-acte zal door eiken betrokken
milicien een bewijs iu tweevoud worden gelee-
kendingerigt volgens het hierbijgevoegd model,
terwijl voorts geen aanbrengpremie wordt toe
gekend.
3°. De miliciensdie, in voege voorschreven,
bij de landmagt dienende in Nederlandsch Oost-
Indië gedetacheerd zijn, zullen op de stamboeken
der korpsenwaartoe zij behooren, als gedeta
cheerd gevoerd worden moelende hiervan in de
4e kolom op de navolgende wijze aanteekening
worden gedaan
Krachtens Zijner Majesteils besluit van 29
Julij 1873, n\ 39 (Staatsbod n". US)op
dengedetacheerd bij de landmagt
in Nederlandsch Oost-Indiê voor den lijd
van.
49. 3ij bel Koloniaal Werfdepót worden zij
onder de navolgende bewoordingen in het stam
boek ingesehreven
Krachtens Zijner Najesteits besluit van 29
Julij 1873, n°. 39 (Staatsblad n9. 119), op
den overgenomen als gede
tacheerd van het regement
voor den tijd vaningaande van
en met den dag der ontscheping in Nederlandsch
Oost-Indi6, met f. gratificatie."
5*. Van het eventueel verleend ontslag uit
de militie-dienstzoo mede van het overlijden
of op eenige andere wijze uit de dienst geraken
van miliciens bij de landmagt dienende in Ne
derlandsch Oost-Indië gedetacheerdzal door het
departement van Oorlog aan de betrokken korp
sen, onder overlegging der betrekkelijke extracten-
stamboek uit Indiö opgave geschieden tol bij
schrijving der stamboeken. Die mutaliéneven
als ook de detachering zelve worden door da
korpskommandanten vermeld op den eerstvol-
genden mutatieslaat model lilt. a. a.gevoegd
bij de aanschrijving dezerzijds van 7 Junij 1862
n9. 56 B (recueil militair bis. 173).
6". Bij terugkeer uil lndié worden de mili
ciens, bchoorende tot eene ligtingdie nog
niet is ontslagen, bij het Koloiiaal Werfdepot
niet weder in de sterkte gebragt, doch onver
wijld in het genot van onbepaald verlof gesteld.
De kommanderende Officieren der betrokken
korpsen zenden tot dit einde tijdig de verlof-
Itassengeheel ingevuld met uitzondering al-
een van den datumwaarop het verlof ecu
ranvang neemt, en van de gemeente waarheen
dc milicien zich begeeftaan den komman Jan t