hem gepleegd drie jaren gevangenisstraf onder
gaan en 5000 Ir. boete betalen moet. Het an
dere gediuglegen Hugeluianneindigde met
zijne veroor deeling tot vijf jaren gevangenis
straf en 2000 fr. boete, ter zake van opligterij,
bankbreuk enz. Een van de handelingen welke
Hugelmann meende zich te mogen veroorloven
was het bezorgen der decoratie van hel Legioen
van Eer, voor een belooning die* afwisselde
tusschen vijftien- en twintigduizend francs.
Het besluit tot de oprigting der Indische
brigade is volgens het Dagblad door den Koning
onderteekerul. De infanterie van dat corps zal
te Haarlem de artillerie te Delft in garnizoen
komen. Het commando over de brigade zal door
een luitenant-kolonel worden gevoerd.
Zooals men echter weet calblijkens ver
klaring van Minister van Koloniën dezer dagen
in de Kamer afgelegd, aan het besluit tol op
rigting voorloopig nog geen uitvoering worden
gegeven.
Nationaal Potpourri.
Men meldt ons uit 's Hage:
Naar wij vernemen heeft Z. M. de Koning
nog geen besluit genomen ten aanzien van het
:gebruik der som, die H.D. op 12 Mei door
het Volk zal worden aangeboden trouwens dat
zou ook, zoolang hei cijfer der bijdragen niet
ten naastenbij bekend is nog al zwarigheden
hebben.
Men zegt dat Z. M. de Koning op den zilveren
feestdag in de Nieuwe Kerk onder 't gehoor
zal zijn van een redenaar van naam en volgens
de plannen, die te Amsterdam gemaakt zijn
en nog altijd gemaakt wordea, zal 's Konings
regeringsjubilé zeer grootsche festiviteiten uit
lokken.
Amsterdam wil ook op 12 Mei toonendat
zij de hoofdstad is.
Dat de Keizer van Ruslanddie te Vlissin-
gen op 11 Mei zou aankomen, fgeen bezoek
aan den Koninklijken Jubilaris zal brengen,
valt velen moeijelijk te gelooven.
Nog altijd krioelt de Nederlandsche Helicon
van Mei-dichters en die veel lijd over heeft kan
des lezens zat worden.
Er komen regl bespottelijke liedjes uit en wij
treffen rijmwoorden aandie iri Witsen-Geijs-
beeks Rijmwoordenboekdie ezelsbrug voor
prul-poëten niet zijn te vinden.
Na 12 Mei zullen tal van d;2 liedjes nog als
winkel-juffers op de planken staanvervolgens
naar den zolder verhuizen en eindelijk in het
scheurpapiermagazijn van de Amsterdamsche
firma Koster teregt komen.
't Is te hopen dat dan de vervaardigers" van
die rijmelarijen afdalen en er van afzien om weer
onzen Vaderlandschen zangberg optekruipea.
Men is zeer nieuwsgierig naar de lijnen
welke door den Minister Geerlsema over onzen
bodem gelrokken zijn en ten doel hebben om
het hoofdspoorwegnet wat minder epen vakken
te laten.
Die nieuwsgierigheid is te grooteromdat
elke lijn. speculaties in 't leven roept, zoowel
■tot koopals tol verkoop.
Als men hier bij bekendheid der nieuwe lij
nen gaarne zon verkoopen, omdat men van
de groote route alkomt elders wint menige
plek beduidend aan waardeomdat eene lijn
baar doorsnijdt, of omdat zij een punt wordt,
waar de stilte plaats maakt voor levendigheid
en vertier.
Die eens zien kon in de Ministerieele porte
feuillewaarin de spoorweglijnen op zigt rus
ten zon waarschijnlijk een kijkje nemen dat
•aanleiding gal tol speculatieve berekeningen.
Een spoorweg is revolutionnair en verwoest
zonder mede loogen menige stille neringdie
•een bescheiden deel des levens aan eenvoudige
menschen gaf.
Hij doet in 'tgroot, en die niet tegen zijn
invloed is opgewassen, moet elders gaan, of
verdwijnen.
Dat is ha<d voor hem, maar vooreen ander
clrekt het tot zegen.
Op 16 April zal te 's Hage op 't Binnenhof
een groot parlementair assaut plaats vinden,
althans men verzekertdat de voortgezette iu-
tcrpellalie over Atchin dan zal veranderen in
een gedeoiasqueerden aanval op het Ministerie.
Wat vooraf wordt aangekondigd, heeft, op
het oogenblik der actie, gewoonlijk al veel van
zijne kracht verloren.
Wij voorspellen den aanval, indien hij wer
kelijk plaats heeft, weinig succes, ook omdat,
ouzes inziens althans, de lijd voor zulk eeu
parlementair gevecht, niet gunstig is.
Men zal, bij zoo veel aanwijzing om éensgc-
zlnd tc zijn, de hand niet willen leenen lot
bet brengen van verwarring in onze eigene huis
houding. Zal van hier de uoodige kracht uit*
gaan om in onze koloniën de orde te blijven
handhavendan is de eerste voorwaarde daartoe
deze «om ginds te heerschen moet gij in uw
eigen huis één zyt»'l"
AMERSFOORT, 30 MaaTT1874.
Gistermiddag tegen 1 uur is brand uitgeslagen
aan 't bovengedeelte van den kort bij Amersfoort
aan den Utrecbtschen straatweg gelegen stooin-
molen van den Heer M. Wolff -Min.dié, aan
gewakkerd door den feilen wind naar stadszyde,
eene zoo groote uitbreiding verkreeg, dal alles
in den'molen:, de machinekamer, eu wijders
schuur, nieuw gebouwd kantoor, stalling, woon
huis enz. allengs door de vlammen werden
aangetast en vernield. De aanwezige handels
goederen zijn -een prooi der vlammen geworden,
doch een zeer groot gedeelte van den inboedel
ken &og worden gered.
De vlammen werden door den steeds in feite
toenemenden wind voorlgezweept, en toen door
de spoedig ter plaatse toegeschoten autoriteiten,
brandweer, enz. het blusschen van den brand
in de voornoemde gebouwen onmogelijk kon
worden geacht, werden alle krachten ingespan
nen om twee zeer nabij gelegen villa's van
overslaan der vuurzee vrij te houden. Ook de
brandspuit van het garnizoen deed goede dien
sten terwijl de hoold- en verdere officieren van
de schutterij en het garnizoen met de onder
officieren en manschappen mede spoedig aanwezig
waren en met de brandweer grootendeels lang
durige zware dieust te verrigten hadden.
Geassureerd zijn het woonhuisde schuur
stallingdaghunrderswoaing en koopmansgoe
deren in de maatschappij der Heeren de Jong
Co. te Amsieidam; de inboedel bij de Arn-
hemsche Maatschappij directeur de heer Andre
de la Portej de machines en het verdere bij
twee andere maatschappijen.
Het geassnreerd bedrag kan echter nu reeds
worden geschat te zya verreweg beneden de
aangerigte schade.
Reeds kort na den aanvang van den brand
werd het met stroo gedokte dak eener op be
langrijken afstand gelegen slalhoudersbergplaats
en woonhuis door zich verspreidende vonken
aangetast, zoodat ook daar op onderscheidene
plaatsen brand moest worden gebluscht.
De caissons van het op eenigen afstand Van
den brand gelegen artilleriepark werden door
de rijdende artillerie, -als maatregel van voorzorg,
naar de militaire stallen ov^rgebragt.
Hit eene in dit nummer voorkomende adver
tentie blijktdat, het meerendeel der ter jongste
vergadering benoemde leden voor de permanente
feestcommissie, voor het kroningsfeestbedankt
hebbende voor de benoeming, tengevolge van
dien deze aldus gevormde commissie te Amers
foort niet in bet leven zal treden.
Intusschen verdienen de ijverige pogingen der
Voorloopige Commissie, hoewel door omstan
digheden geen gunstig definitief resultaat erlangd
hebbende, algemeene erkenning.
De Heer H. C. Voorhoeve, predikant te Amers
foort .heeft voor het beroep naar Veenendaal
bedankt.
Ter Zaturdagavond jl. gehouden vergadering
der kiesvereenigicg Amersfoort is tot lid van het
bestuur benoemd de Heer B. W. van Burgsleeden
bij herstemming met den Heer P. E. van Ittersum.
Tot candidaat voor het lidmaatschap van den
gemeenteraad is, bij herstemming met den Heer
A. J. Bosgekozen de Heer E. L. Visserdie
den volgenden dag heeft te kennen jjegeven de
candidatuur niet aantenemen.
Met de functien van adjudant voor het ma
terieel te Naarden is belast de kapiteio L. F.
Maas Geesleranus bij bet le. regiment vesliug
artillerie, tot dusver in garnizoen te Amersfoort
als fe. luitenant bij het reg. rijdende artillerie.
Madrid 28 Maart. Telegram. De regerings
troepen hebben Abanto bezet. Decarlisten zijn
teruggeslagen.
Men telegrafeert uit 's Gravenhage aan den
Monde een Parijsche Dagblad dat aldaar
het gerucht looptdat von Bismarck voornemens
is Luxemburg te annexeerenen omtrent dit
Elan reeds eene Nota aan de Kabinetten van
onden en Weenen heelt verzonden.
't Is bekend dat men te 's Hageevenals in
vele andere plaatsenvele dingen meent te
weten die niet waar zijn.
Blijkens een Zaturdagavond bij het Departe
ment van Koloniën ontvangen telegramvan den
luitenant-generaal Van Swietengedagteekend
Atchin 24 Maartkwam er meer neiging tot
toenadering. Dit hadden eenige hoofden doen
blijken, zonder evenwel nog openlijk in onder
werping gekomen te zijn omdat men nog dacht
dat de expeditionaire troepen tegen den regentij'l
den teruglogt zouden aannemen. De waarheid
(schrijft de opperbevelhebber) zal spoedig blijken.
Gighen heeft de Nederlandsche souvereiniteit
erkent. Van andere staten geen verder bericht.
Het is waarschijnlijk (aldus luidt het slot van
het telegram) dat zij, wanneer onze bedoelingen
beter bekend zijnzich even als Groot-Atchin
met de Nederlandsche heerschappij zullen ver
zoenen.
In Zeeland's hoüldstad heersebt «en ware
paniek, tengevolge van een aantal vergiftigingen
■door het gebruik van leverworstafkomstig van
een spekslager in den Langen Delft. In de vorige
week hebben zich de eerste gevallen voorgedaan
en de bedoelde slager moet toen dbor een der
geneesheeren zijn gewaarschuwd, doch sedert
nog een massa leverworst, die bij hem goedkooper
was dan bij zijne collega's hebben verkocht.
Volgens de geruchten nam het aantal lijders
schrikbarend toe ea waren enkele reeds gestorven.
Gelukkig is dit laatste nog niet het geval, maar
het is een feit, dat er tot nog toe in Middelburg
200 lijders zijn, behalve enkele gevallen te
•Goes en te Arnemuiden. Een man is overleden.
Welke de oorzaak der vergiftigingen is weet
men nog niet.
Men meldt uit Delft van 25 Maart
Heden middag omstreeks half vijf had hier
een allervreeselijkst ongeluk plaats. Twee zoontjes
van den tuinier P.in de nabijheid van de
Lakelaan alhier, liepen le spelen in eene schuur,
waar ten gevolge van schromelijke nalatigheid
een geladen geweer aan den muur was blijven
hangen. Dat gevaarlijke voorwerp trokfl dadelijk
de aandacht der kinderen en de oudsteeen
knaapje van zes jaarhaastte zich het geweer
van den wand te nemen, ten einde hel le be
zien en er zich mede te vermaken. Hij toonde
het aan zijn broertje betastte het aan alle zijden
en wilde juist zijn spel voortzetten, toen het
geweer afging en het jongt e kind, slechts drie
jaar oudhel volle schol in het oor ontving.
Het knaapje was onmiddellijk dood. Het ongeval
heeft hier eene algemeene verslagenheid le weeg
gebragt.
Te Deventer is bij den veehouder Zoethof,
een kali met 7 pooten geboren waarvan er 4
op de gewone plaats 2 bij den staart en eeu
op den rug zaten.
Het laatst gekozen lid van de kamer van koop
handel le Zaandam, de heer J. Avis Jzn., is
gekozen metééne stem.
En nu durft men nog zeggen«dat één
zwaluw geen zomer maakt."
In eene particuliere coirespondenlie uit Atchin
wordt over het «Roode Kruis" aldus geschreven
Die daarb'j behooren zijn bijna allen inlanders
welke zich tegen hoog maandgeld hebben laten
werven en, onder de leiding van den voortref-
felijken heer G. von Bultzingslöwen, een le Soerabaija
gevestigd Duiisch koopmanuitstekende diensten
bewijzen. Iedereen, soldaat en officier, spreekt
met verwondering over dien man. Waar gevoebteu
wordt en gekwetsten vallenis hij te vinden.
Als een soldaat op een voorpost aan iets gebrek
heelt, bidt hij bij zich zeiven«kwam die mijn
heer van het «lloode Kruis" maar 1" Voor de
ziekeu en gewonden is hij een troost en hulp
brengende, voor de gezonden een tabak, pijpen,
zeep en andere versnaperingen verschaffende
voorzienigheid.
Bij de beantwoording van het verslag der
tweede kamer over het welonlwerp tot wijziging
van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1873,
heelt de minister een staat gevoegd omtrent
den tegenwoordigen stand der longziekteaan
wijzende het getal ziekte-gevallen in de ver
schillende provinciënin de tijdperken van
vier weken, sedert den' 5den October 1873 tot
den 21 sten February 1874.
(Jii dien staat blijkt, dat alleen in Friesland
de longziekte zich in de laatste maanden heeft
uitgebreid en dat zij in de overige provinciën
óf tot slaan gekomen óf belangrijk verminderd
is. Ook het getal gemeenten waarin de long
ziekte zich vertoontis afgenomen.
In het eerste tijdperk van vier weken
heerschte die ziekte: in 1871 in 157 gemeen
ten, in 1872 in 94 gemeenten, in 1873 in 71
gemeenten en in 1874 in 40 gemeenten.
In het tweede tijdperk: in 1871 in 168 ge
meenten, in 1872 in 119 gemeenten, in 1873
in 74 gemeenten en in 1874 in 41 gemeenten.
De uitbreiding der ziekte in Friesland is
hoogstwaarschijnlijk een gevolg van onvoldoende