hetgeen het ergste in de toekomst doet vreexen.
I)c zijde-fabrieken staan geheel stil j de indigo
die na den laatst gevallen regen geraaid is, is
totaal uitgedroogd, honderden uitgeteerde kinde
ren zwerven langs de wegen en in sommige
streken moet zelfs reeds aan zeer gegoede inge
zetenen onderstand verleend worden.
Het aantal dat reeds aan de aardwerken
arbeidt groeit met den dag aanniettegenstaande
het -loon telkens moet verminderd worden
reeds worden zij niet meer in geld maar in
rijst betaald. Tevens heeft men ook groote
moegelijk heden te doorslaan bij het vervoer
van door de regecring toegezonden levensmid
delen.
Al het bijecngebragte geld is door den lui
tenant-gouverneur van Bengalen ontvangen en in
handen gesteld eener centrale commissie tot
-leniging van den hongersnood.
In hel Engelsche parlement wordteen belang-
Tijke post bekleed door den whipper-ind. i.
letterlijk vertaald, de man, die de leden met
de zweep noopt op hun post te zijnals er een
gewigtige stemming op handen is. Aan den heer
Gerard Ecël was sedert jaren deze moeijelijke
post bij de conservatieve partij toevertrouwd.
Thans trad hij af en hem werd een zilveren
servies vereerd ter waarde van f200 pd. st.
Verleden jaar, toen Glynde whipper-in der
liberalenaftradwilde men hem evenzeer
een geschenk aanbiedenmen kon echter het
geld niet bijeenbrengen.
Koning Leopold II heeft een nieuwe decoratie
ingesteld voor militairen beneden den rang van
officier, en daarmede hij één en hetzelfde
besluitonder dagteekening van den Oden Julij
jl.niet minder dan 365 onder-officieren be
giftigd.
Het meest interessante archief van Frankrijk
bevindt zich volgens de Temptin den buik
van het paard van Hendrik IV, in het ruiter
standbeeld op den Pont-Neut, te Parijs.
Dit standbeeld is in de dagen der Restauratie
onthuld, in een tyd toen revolutionaire ideeën
werden veroordeeld en overal een schuilplaats
moesten zoeken. Alle verdachte documenten wer
den door de Koningsgezinde politie opgespoord
en de brochures uit de eerste jaren der republiek
werden zonder genade met vernietiging bedreigd.
Eenige patriotten smeedden nu het volgende
zonderlinge plan Het standbeeld van Hendrik
JV was onder bandenniets was gemakkelijker
dan de hulp der werklieden te verwerven en
in den buik van het bronzen paard een compleet
stel revolutionaire brochures te verbergen. Der
gelijke standbeelden worden by stukken ineen
gezet men kreeg aldus een bergplaatsdie
voor het meest nauwgezette onderzoek beveiligd
was. Men zocht zooveel mogelijk verdachte
documenten bijeen en deze criminele bibliotheek
werd door elkander in de diepte vin het door
luchtige ros geworpen. Aan den berigtgever
van de Tempt werd dit door een der getuigen
medegedeeld die hem verlof gaf het feit publiek
te maken. »\Vat zal, vraagt deze, de prefect
vran politie hiervan zeggen Het standbeeld
van Henri IV is onschendbaar, onbescheiden
doorsnufTeling zou heiligschennis wezenwie
durft dan den raad te geven dit beeld te
behandelen als een gewone leesbibliotheek Het
schoone Frankrijk moge van meester veranderen,
de reactie moge zich wederom op de bouwvallen
oneer burgertwisten vestigende brochures
zullen niettemin ia vrede blijven rusten. En
met vertrouwen kin men zeggen datdank
zij deze samenzweringmet wier bestaan men
zoo lang is onbekend geblevenue revolutie
onsterfelijk is. Wordt zij ook van alle overige
oorden dezer wereld verbannen men is altijd
zeker haar terug te vinden in den bnik van
het paard vau Henri IV."
Men meldt uit Alblasserdam van 18 Julij
Meermalen werd ons nil Amerika het ver
plaatsen van trotsche paleizen medegedeeld. Met
het oog daarop kunnen wij berigtendat bet
aanzienlyk woonhuis van een onzer eerste in-
duatrieëelendal 38 centimeters was schuin ge
bakt, met behulp van 40 vijzels door honderd
werklieden in 6 uren tijds ia een horizontalen
stand is gebragt. Ofschoou vooraf alle maatre
gelen genomen waren om dit werk tot een be
vredigend resultaat te leiden, moesten echter
de grootste voorzorgen genomen worden bij het
opwinden der vijzels. De inriglipg, de uitvoering
en de einduitkomst getuigen zeer voor den
pracliscben blik van den belanghebbende.
De Amtterd. Cl. meldt:
In de vergadering van het fransche Aardrijks
kundig Genootschap van jl. Donderdag werd
mededceling gedaan van een nieuw vet lies door
da wetenschap geleden au waarvan in onze
particuliere parysche correspondentie onlangs
melding is gemaakt. De nog jeugdige fransche
reiziger en natuuronderzoeker Dournaux-Dupéré
heeft omstreeks hel midden van April in de
Sahara-woestijn het leven verlorenop eene
nog betreurenswaardiger wijze dan kort te voren
zijn verdienstelijke landgenoot Garnier in Tonkin.
Na verscheidene wetenschappelijke togten onder
nomen te hebben o. a. naar Mexikovormde
de heer Dnpéré in 1871 het plan om zich uit
Algerié naar Tombuctu te begeven j eene onder
neming nog slechts door twee fransche reizigers
vóór hem volvoerd. Om de arabische taal aan
te leeren vertoefde hij eea geruimen tijd te
Algiers, en om zich met eenige dialecten dier
taal gemeenzaam te maken en zoo veel mogelijk
inlichtingen aangaande de door hem te bereizen
streek der woestijn te erlangen getroostte hij
zich een verblijf van anderhalfjaar in een der
grensdorpen van het landschap Teilwaar hij
de betrekking van onderwijzer waarnam. Op het
einde van 1873 gaf hij zich over een tot dusver
aan Europesche reizigers onbekenden weg, naar
Ghadames, waar hij ingsgelijks een zeer geruimen
tijd vertoefde. Den 12 April zette hij zijnen logt
voorten wel naar Ghatdat hij langs een
omweg trachtte te bereiken. Reeds op vijf dag-
marschen van Ghadames werd hij echter door
stroopende benden van den stam der Chambas
■naar sommige berigtgevers meenen door dezelfde
horden van den stam der Thouaregs, die eenige
jaren geleden freule Tinne ombragten met
een anderen hem vergezellenden iranschen
reiziger, den heer Joubert, uitgeplunderd en
vervolgens vermoord. Bewoners van Ghadames,
ook door dien rooverslroep uitgeschud hebben
hunne lijken op den weg gevonden. Een der
gidsen van Üupéré zekere Nahecurben-Ettahar,
wordt verdacht het verraad, waarvan zijn meester
het slagtoffer is geweestgesmeed te hebben.
Die Arabier is door den kaïmakan van Ghadames
aan den franschen cousul te Tripoli uitgeleverd.
Reeds acht dagen vóór het plegen van den
moord had de khalifa van het algerijnsche
district Souf berigt dat dit misdrijf was gepleegd.
In de Parysche wijken van la Glacière en
Deux-Moulins werden in den laatsten tijd her
haaldelijk aanvallen gedaan en soms ook personen
vermistzonder dat men kon nagaan hoe en
door wie. Eindelijk echter heeft men eene fa
milie van voddenrapers, vader, moeder, drie
jongens en twee dochters, op heeter daad be
trapt, toen zij bezig waren vier personen aan
te vallendie zich door de twee meisjes hadden
laten verleiden om haar te volgen. Toen deze
personen merkten dat zij in eene hinderlaag
waren geloktbegonnen zij geweldig te schreeu
wen, wal gelukkig door een paar agenten van
politie in de buuit gehoord werd, doch vóór
deze met genoegzaam sterke magl op het terrein
konden komenhadden zij ernstige wonden
bekomen. Met groote moeite werden de misda
digers daarop in hechtenis genomen. De geheele
bevolking in de buurt was hoewel bet midden
in den nacht was op de been en zou de schul
dige familie bepaald gelyncht hebbenals de
politie haar niet hadde tegengehouden.
Te Arrican-Bordes [kanton Lembayearron
dissement Pau] heelt men een merkwaardig
voorbeeld van de emancipatie der vrouw. Daar
wordt de gemeenteraad gepresideerd niet door
mijnheer den maire, maar door mevrouw. De
dame «neemt ijverig deel aan de discussies,"
zeggen de bladen.
Brieven en dagbladen uit O.-Indië zijn ont
vangen met berigten van den 6dcn Junij.
Den 3den Junij zijn van Batavia naar Atchin
vertrokken 360 man troepen en een aantal in-
landtche vrouwen. Van Samarang vertrokken
dien dag naar Atchin 101 Europeanen en 98
Amboioezen. Ook het getrokken geschut, dat
uit Atchin weer naar Batavia was teruggezonden
ia nu op aanvrage van kolonel Pel naar Atchin
lerugvervoerd. Overigens komt in de thans ont
vangen berigten geen nieuws omtrent Atchin
voor.
Zooals reeds vroeger per telegraaf bekend is
gemaaktheeft de raad van onderzoek den ka
pitein van Daalen wegens zijne beleediging van
den gouverneur-generaal vrijgesproken. Met 4
tegen 3 stemmen is nl. ontkennend geantwoord
op de vraagof die officier al dan niet uit de
gelederen behoorde te worden verwijderd.
Algemeen, zegt bel Dagbl. v. N. werd
het er voorgehouden, dat de beleediging, den
gouverneur-generaa. aangedaan, hooger reikte
en regtslrecks Z. M. den koning trof. Men kon
zich niet voorstellendat een officier van het
Indisch leger, die in den persoon van den
opperlandvoogd den souverein brutaliseerde, in
uienst blijven mogtallerminst nadat hij door
het viagen van vergiffenis schuld beleden had.
Het lijdt geen twijfel, dat deze gebeurtenis,
gevoegd bij zoo veel meerwat in de laatste
jaren ons zedelijk gezag in Indië heeft onder
mijnd, in de inlandsche wereld een verderfelijken
indruk maken zal. Aanzienlijke Javanen en hoog
geplaatste Chinezen moeten het monsterachtig
vinden, dal een officier, die 's konings kleuren
draagtstraffeloos 's konings vertegenwoordiger
zoo goed als souffleteren mag.
«Het voornaamste isechler, dat de uitspraak
van den raad van onderzoek op nieuw aan het
licht is komen brengen hoe schromelijk bij
het officierscorpr van het Indisch leger het be
grip van krijgstucht verbasterd is, en dattoen
het niet-eervol ontslag indertijd afhankelijk is
gemaakt vai* de uitspraak van raden van onder
zoek men eene instelling in het leven heeft
geroepen waarvoor de meeste officieren niet rijp
zijn.
Door in openbaren strijd met art. 301 a
zijn ontslag te vragen heeft de generaal Vertpyck
verleden jaar een voorbeeld gegeven, dat nood
lottige vruchten dragen moesten de hooge
onderscheidingen aan dien officier toegekend
hebben de zaak verergerd. Wanneer een generaaf-
majoor in Indië [sedert tot commandeur der
Willemsorde bevorderd eu met luitenant-gene-
raalsrang gepensioneerd] uit gekrenkte eigenliefde
in tijd van oorlog zijn ontslag vragen en zijn
degen voor de voeten van den gouv.-gen. werpen
magwaarom zou dan een kapitein dien gouv.-
gen. niet in het openbaar eén knip voor den
neus mogen geven En wordt er een kapitein
gevonden wien het daartoe niet aan vrijmoedig
heid ontbreektwas is natuurlijker dan dal
een raad van onderzoek betuigtwel is waar
heeft deze kapitein zich op de grofste wijze
aan 'skonings vertegenwoordiger vergrepen, maar
dat is geene reden om hem uit de dienst te
ontslaan
«Men behoort te wenschendat de geest
van indisciplinedie sedert geruimen tijd bij
het Indisch leger heerscht, thans zijn laatste
woord gesproken hebbeen wij nooit weder
eene voor het nationaal gevoel zoo vernedereode
tijding zullen hebben op te nemen."
AMERSFOORT, 23 Julij 1874.
OpDingsdag, den 28. Julij 1874des namid
dags te één uur zal de gemeenteraad van Amers
foort eene vergadering houdeu waarin het punt
van behandeling is
Benoeming van eene hulponderwijzeres aan
de openbare armenschoolmet voordragt vau
Burgemeester en Wethouders.
Z. M. heeft benoemd tot regter in de
Arrondissemenls-Reglbank te Amersfoort Mr.
W. R. Alinghthans regter ia de Arr.-Regtbank
te Winschoten.
Te Amersfoort zijn sedert eenigen tijd diverse
belangstellenden, naar wordt opgemerktwerk
zaam met het opriglen eener liberale debating-club
waaraan welligl eene liberale kïetvereeniging wordt
verbonden.
Met debating-club wordt bedoeldzaken van
publiek belang onderling op de te houden ver
gaderingen met zaakkennis te onderzoeken te
overwegen en te beredeneren en weldra zal een
bestuur worden benoemd.
Zijn er, die niet toetreden willen, omdat zij
liever meer tijd aanwenden om hunne eigen zaken
te overwegen en te besturen anderen daarente
gen bezield met liefde om hunne bekwaamheden
dienstbaar te maken aan behartiging van rijks-,
provinciale- en gemeentezakenwillen gaarne
hunnen tijd enz. aan het opriglen en bloeijend
voortbestaan dezer club wijden.
Doch er zijn ook, die bezwaar maken tot
toetreding, omdat de club reeds dadelijk werd
bedeeld met eene politieke kleurde liberale
waardoor zij wotden afgeschrikt, meenende dat
verscLillende rigtingen aldaar dienen te worden
ver tegen wooidigd zoodal mede aan voorstanders
van de niel-liberale rigting het woord kan wor
den gegund.
Tevens zijn erdie het wenschelijk achten
dat niet zoo spoedig een bestuur benoemd
maar eerst gewacht wordt tot het ledental meer
is aangegroeidzoodat een grooler personeel
bestuurders kiezen kan eu alzoo ook ruimer
keus beeft.
Een en ander zal jnisschien wel de overwe
ging kunnen uitlokken der betrokkenen, die
deze attentie der pers ongetwijfeld met weder-
keerige attentie zullen gelieven te begroeten,
ook omdat, mede naar den hedendaagschen
geest, voor hel bevoideren van zaken van pu
bliek belang de pers zich gaarne beschikbaar
stelt en ingelicht wordende van hetgeen behan
deld en beredeneerd wordt, dit onder het alge
meen publiek overbrengtwaardoor des te beter
leering en nut kunnen worden verwekt.