V r ij d a g 22
Januarij 1875.
jk 2275.
tmsroou
comm.
NBDERLAND8CHE CENTRAAL-SI'OORWEG.
Vertrok ran Ameilfoort naar Utrecht
7.35 alleen Zat., 0.27, 11.00, 2.20, 8.25, 8.15.
Vertrek van Amersfoort nuur Zwolle
8.54., 9.4.7, 1.37, 6.10, 9.—
OOSTBRSPOORWEG.
Vertrek van Amersfoort naar Amsterdam
8.25; 0.32; 11.11 3.22; 8.40.
Vertrek van Amsterdam naar Amersfoort
8.18; 12.10; 5.— 0.55; 9.10.
Diligence-Diensten
van den lieer A. SCHIMMEL.
Van Amersfoort naar Maanbergen 'smorgens
7-op den eersten trein naar Arnhem en
's namiddags 2'/, nor.
Van Maanbergen naar Amenfoort '1 morgens
9.24 en avonds 8.19 nur.
Van Amersfoort naar Barneveld 0.15 's avonds.
Van Barnevold naar Amenfoort 7'/» morg.
Dit blad verschijnt Maandag en Donderdagavond. Abonnementsprijs por kwartaal /Ifranco por post /1.15. Prijs der AdvertentiAn van 1 tot 0 regels 00 Ctaelke regel moerder 10 Cta legaleofllciAle
n onteigen. AdvertentiAn por regel 15 Cts. Reclames por regel 20 conts Aft. nummert 10 cents; Bostollingun bij den Uitg. A. II. van Clerjf te Amenfoort Bureau Amertjoorlteke Courant. Stooveatraat bij
0 Langostraat. Wijk B. No, 88en bij allo Boekhandelaren en Postdirecteuren in het Rijk. Brieven franco.
AdvertentiAn voor dit blad uit Rotterdam worden aangenomen door het Algemeen Advertentiebureau van Nuoil en YAM Dm ar Wijnstraat Rotterdam.
Keun isgeyin^en.
Nationale Militie.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT
Gelet op art. 26 der railitiewet.
Doen te weien dat het register van inschrij
ving voor het jaar 1874 en de alphabetische
naamlijst, bevattende de ingeschrevenen voor
de lichting der nationale militie over 1875,
gedurende acht dagen te rekenen van heden
's voormiddags van 10 tot 1 uur des namiddags,
ter Secretarie voor eenieder ter lezing liggen
binnen welken tijd bij den heer Commissaris
des Konings bezwaren kunnen worden ingebracht
door middel van een door de noodige bewijs
stukken gestaald verzoekschrift op ongezegeld
papierintedienen bij den Burgemeester der
woonplaats.
Amersfoort, den 18. Januari 1875.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
De SecretarisA. G. WIJERS.
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
Gelet op art. 265 der gemeentewet
Doen te weten dat het 4de aanvullings-kohier
der plaatselijke directe belasting (Hoofdelijke
omslag) over het dienstjaar 1874 door den
Raad is vastgesteld en gedurende acht dagen,
te rekenen van heden alle werkdagen 's voor
middags van 10 tot 1 uur des namiddags, op
de Secretarie der gemeente voor eenieder ter
lezing zal liggen.
Amersfoortden 20. Januari 1875.
Burgemeester en Wethouders vooruoemd
De Burgemeester
De Secretaris A. G. WIJERS.
W. L. SCHELTUS.
S a a r b a u k.
Het Bestuur zal zijne eerstvolgende zitting houden
op MAANDAG 25 JANUARIJ e. k. ten Raadhuize
te Amersfoort, des namiddags van 12 tot 1 ure.
A. J. BOS, Secretaris.
De mededeelingen des Ministers
VAN GOLTSTEIN.
liet debat over de Staatsbegrooting heeft, in
de Eerste Kamer bijna volkomen uitgemunt
door zakelijkheidbezadigdheid en welwillend
heid.
Daarmede hebben de Volksvertegenwoordi
gers der Eerste Kamer een navolgenswaardig
voorbeell^aan de Volksvertegenwoordigers der
Tweede Kamer gegeven en onmiskenbare blijken
geproduceerd van hun ernstig streven om het
rustig regeren mogelijk te maken aan het nieuwe
Bewind, dat in dezen tak der Vertegenwoordi
ging eene imposante meerderheid van consequen
te en cordate liberalen tegenover zich heeft.
De verklaringen des Ministers van Koloniën
omtrent het ontslag vragen van den Gouverneur-
generaal Loudon gaven natuurlijk aanleiding tot
ietwat pikante discussie, waarbij de Minister
van Goltstein zich omtrent een der Kamerleden
cene scherpe qualificalic liet ontvallen die hij,
deswegens geïnterpelleerd zijnde later wijslijk
introk.
De mededeelingen des Ministers omtrent dit
ontslag waren van geheel feitelijken aardzeg-
zende hijbij het doen daarvanniet in be
schouwingen te kunnen treden.
Hij verklaarde, dat reeds den 15 Febr. 1874,
onder den vorigen minister de gouv. generaal
ontslag had gevraagd, dat toen niet werd ver
leend. Bij de optreding van het nieuwe kabinet
werd op den voorgrond gestelddal de gouv.-
generaal op zijn post zou worden gehandhaafd.
Intusschen werd den 23. Aug. op nieuw door
hem ontslag gevraagdwelk verzoek de minister
den 27. ontving. Het was gegrond op hetgeen
door den minister vroeger als lid der Eerste
Kamer gesproken was, waarin de gouv.-generaal
gebrek aan vertrouwen onderstelde. Mogt de
minister zijne woorden in de zitting van 16
Juni jl. gesprokenniet intrekkendan drong
de heer Loudon aan op ontslag. De minister
leest de woorden door hem op 18 Jan. en 16
Juni gesproken voor, ten betooge, dat daarin
geen wantrouwen was uitgedrukt, maai alléén
gezegddat zijn vertrouwen door zekere maat
regelen, welligl bij gebrek aan voldoende in
lichtingen, niet versterkt was. Verlrouwe|jjk
heeft hij den gouv.-gener. het dringend belang
om aan te blijven betoogddoch de heer
Loudon bleef, blijkens zijn missive van 18
October volhardentenzij de minister eene
publieke verklaring gaf van zijn vertrouwen
hetgeen de minister niet noodig oordeelde
daar hij bij de Oost-Indische begrooting bewijzen
gegeven had van zijn steun. Eindelijk kwam
het onvoorwaardelijk ontslag, naar aanleiding
van 's Ministers telegram van 4 Nov.tot staking
der reis van den algemeenen secretaris. Hierdoor,
meende de gouvem.-gcncr.was inbreuk ge
maakt op zijn zelfstandigen werkkring, zoodat
hij volgens eer en pligt zich genoopt achtte af
te treden. Toen heeft de Ministerondanks zijne
persoonlijke gevoelens, geen vrijheid gevonden
den Koning te adviseerenhel ontslag niet aan
te nemen.
Daaruit blijkt dat de Heer Loudon reeds
zes maanden voor de optreding van het
nieuwe kabinetzijn ontslag had gevraagd
dit inzendende aan den toenmaligen Minister
van Koloniën Fransen van de Pulte. Hij herhaal
de dit bij de optreding van het tegenwoordige
Ministerie en zich tot aanblijven latende vinden,
vroeg hij later zijn ontslag op nieuw en ten
dringendste aan, hetwelk toen werd aange
nomen.
Sedert 15 Febmarijdatum van zijn eerste
verzoek om ontslag, zijn de zaken op Atchin
ganseh niet beter uitgevallen en ook op Java
en in verdere Oost-Indische bczitlingen is, als
gevolgen van den oorlog met Atchin, hefcregcren
steeds verdrietelijke!' voor hem geworden.
Groen heeft in der tijd gezegd: «ministers
die niet willen heengaanblijven lang." Dit
werd door 't vorig kabinet verwezenlijkt. Thans
kan men zeggen«een gouverneur-generaal
die niet wil blijvenvindt expediënten om te
kunnen heengaan."
In den Atchinkrijgonder het Indisch beheer
van Loudon aangevangen, hem zwaar drukkende
en waaraan hij zich thans onttrektlaat hij aan
zijnen opvolger eene gevaarlijke erfenis achter.
De leden der Eerste Kamer beseffen zeer wel,
dat het heengaan van den Ileer Loudon een
dringender drijfveer had, dan die door hem
was aangegeven. Maar zij konden moeijelijk
treden in hetgeen hij niet had blootgelegd.
De Eerste Kamer heeft bovendien door z w ij-
gen over de benoeming van den Heer van
Lansberge tot gouveineur-genemal eene behar
tigenswaardige les van kicschheid aan Professor
Vreede en de bladen gegevendie deze benoe
ming zoo verregaand ongepast hebben besproken.
Ook de Amersf. Ct.geen partijblad zijnde
heeft over deze benoeming gezwegen met
intentie.
Doch evenmin als uit het zwijgen der Eerste
Kamermag daaruit instemming met de optre
ding van dezen titularis en van den titularis
voor de administratie van financiën in Suriname
worden afgeleid.
Wij blijven wachten op hetgeen uit deze
benoemingen na tijd zal spruitenwant in beide
titularissen en in den betrokken Minister van
Goltstein heeft men rekening te houden met
een drietal bedreven diplomaten.
Door aanvankelijk over deze benoemingen te
z w ij g e nwordt des te beter de weg gebaand
om, zoo noodig, op gepasten lijd «metklem"
daarover te spreken.
A Ilerle i.
De berigten van leiuggekomen ooijevaars en
leeuwerikken begiuucn op te dagen.
leder «eet dat zulke vogels zich vroeger wel
eens deerlijk vergisten als zij hier de lieve
lentelucht en zoeten zonneschijn ineenden le
vinden, maar toch blijven velen er aan vast
houden dat met de verschijning van den
ooijevaar de winter voor goed is algetrokken.
iioop doet leven en vrolijk zijn.
Het getuigenverhoor in de zaak van den
machinist Roesinkbetreffende hel spoorweg
ongeluk bij Warmond, is Vrijdag en Zaterdag
voor de arr.-rechlbank te Leiden gehouden en
algcloopen; 32 getuigen werden gehooid eu
bovendien nog als deskundigen eenige ingenieurs
en enkelen van het ambachtspersonccl der maat
schappij. D ^eschuld'gde bekende le hebben
gezien een rood onveiligheids-signaal nabij War
mond maar de voorgeschreven uiaaliegelen oin
te sloppen te hebbeu genomen. 11 ij scbreei de
botsing toe aan plichtverzuim van de remmers of
den slechten toestand der remschoenen. Daarna
voerde mr. Ph. A. Haas namens zijn cliënt het
woord, liacluie de beschuldiging leontienuweu
en concludeerde tol vrijspraak.
De ofTtcicr van justitie nam Maandag zijn
requisitoir, hield de schuld van den beklaugde
vol en cischle, mei inachtneming van verzach
tende omstandighedeneen cellulaire gevange-
nisstial van 10 maanden cn de kosten van het
geding, vcrhaalbaat bij lijfsdwang.
Na hi cede re- cu dupliek eindigde de silling