V r ij d a
October 1880.
M 2875.
UitgeverA. H. VA.N CLEEPPte Amersfoort
Bureau: Muurhuizen hoek Eortegraoht, Wijk B No. 60.
K e n ii i s g o m i jr
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS der
gemeente AMERSFOORT
Gezien het Kun. besluit" van 4 Sept. 1880
(Staatshl. n°. 170), houdende bepalingdat met
1 October 1880 in werking treedt de wet van 25
Mei 1880 (Staatsbl. n°. 89) tot bescherming
van dieusoorten, nuttig voor landbouw of
iioutteelt j
Brengen ter kennis van de ingezetenendat ge
noemde wel o. a. de volgende bepalingen inhoudt:
Artikel 1. Het is verboden in hel wild levende
zoogdieren of vogelsnuttig voor landbouw of
houtteelt, te vangen, tedooden, te vervoeren,
te koop aan te biedente verkoopenal te leve
ren of ten verkoop of ter allevering in voorraad
te hebben.
Arlikel 2. Het is verboden van de in art. 1 be
grepen vogels
1°. de eijeren uit te halente vernielente
vervoeren, te koop aan te biedente verkoopen
af te leveren of ten verkoop of ter allevering in
voorraad te hebben
2°. de nesten te verstoren ol te vernielen.
Artikel 8. Door ons wordt bij algemeenen maat
regel van inwendig bestuur aangewezenwelke
in liet wild levende zoogdieren ol vogels, hetzij
ten allen tijdehetzij gedurende een gedeelte van
het jaarworden geacht voor landbouw ol hout
teelt nuttig te zijn.
Daarbij wordt tevens bepaald ten aanzien van
welke dezer dieren de verbodsbepalingen van artt.
1 en 2, hetzij geheelhetzij ten deele, lijdelijk
en onder zekere voorwaardendoor onze com
missarissen, in de provinciën kunnen worden op
geheven.
Artikel 4. Bij gemeenschappelijke beschikking
van onze met de uilvoering dezer wet belaste mi
nisters kanvoor een wetenschappelijk doelaan
bepaalde personen ontheffing worden verleend
van cene of meer der in de artt. 1 en 2 vervatte
verbodsbepalingen.
Arlikel Het vangen of dooden van de in deze
wet bedoelde dierenzich bevindende hetzij op
aan of in eene woning of op het daarbij behoorende
afgesloten erf, hetzij in tuinen, fruitboomgaarden
of kweekerijenis den bewonerden gebruiker
van den grond enmet hunne toestemmingook
aan derden vrijgelaten. Gelijke uitzondering geldt
voor hel uithalen vernielen of verstoren van de
zich aldaar bevindende eijeren en nesten.
Als afgesloten wordt beschouwd het erf, dat
ter hoogte van ten minste één meter omringd is
door een muurheg, schutting, raster- of tralie
werk of omgeven door eene sloot ter breedte van
ten minste twee meter op cn ter diepte van ten
minste één metervijftig centimeter onder het
maaiveld.
Artikel 6. Behoudens de uitzonderingen inde
drie voorgaande artikelen aangewezenwordt
overtreding van de artt. 1 en 2 gestraft met geld
boete van vijftig cents tol twintig gulden.
Indien tijdens het plegen van het feit nog gccne
twee jaren verloopen zijn sinds de schuldige
krachtens dezelfde strafbepaling werd ver9C)£-
decldwordt het maximum der boete verdub
beld en kan in plaats van de boete gevangenisstraf
van ten minste één dag en ten hoogste zeven dagen
worden opgelegd.
Artikel 7. Bij elke bekeuring worden de ge-
doode of gevangen dieren alsmede de eijeren en
alle voorwerpenwaarmede de overtreding werd
gepleegd, in beslag genomen.
De levende dieren worden in vrijheid gesteld.
De doode dieren cn de eijeren worden aan de
ambtenaren van liet openbaar ministerie bij het
kantongerecht, onder welks rcgtsgebiod de aan
haling geschied is, zoodra doenlijk uitgeleverd
cnop diens machtigingvernietigd.
Alsmede, dat ter uitvoering van art. J. hier
boven aangehaald bij Kon. besluit van 25 Aug.
1880, (Staatsbl. n°. 164) is bepaald
Artikel 1. Ten allen tijde worden geacht voor
landbouw ol lioullcelt nuttig te zijn
1. dc egel (Erinaccus europaeus)
2. dc gewone vcldspitsmuts of molinu» (borex
vulgaris)
3. dc vleermuizen (Yespcrtilio)
4. de koekoek (Cuculus canorus)
5. de zwaluwen (llirundo)
6. de gierzwaluw, haker ofsteenkrijter(Cypselus
apus)
7. de geitemelkernachtzwaluwdagslaper
vliegende pad (Caprimulgus europaeus)
8. het boomkruipertje (Gerthia familiaris)
9. de boorakleverblaauwspecht (Sitta euro-
paca)
10. het winterkoninkje (Troglodytes europaeus)
11. de zvyartkop (Sylvia atricapilla)
12. dc tuinlluitergroote hofzanger, kersepikker
(Sylvia hortensis)
13. dc grasmuschhet erwtepikkertje of koe-
wachtertje (Sylvia cinerea)
14.de braamsluiperhet molenaartje, babbe
laartje, garendiefje, de kersepikker (Sylvia
curruca)
15. de fluiter (Phylloscopus sibilatrix)
16. de li tis of hofzanger (Phylloscopus trochilus)
17. de tjiftjaf (Phylloscopus rufa)
18. de spotvogel, het geelborstjegeelbuikje of
citroentje (Phylloscopus hypolaïs
19. de groote karekiet ol rietlijster (Calamoherpe
turdina)
20. dc kleine karekiet (Calamoherpe arundinacea);
21. de boschrietzanger (Calamoherpe palustris),
22. de rietzanger (Calamoherpe phragmitis
23. dc sprinkhaanrietzanger (Calamoherpe lo-
custella)
24. de nachlegaalrietzanger of snor (Calamoherpe
luscinoïdes)
25. hetroodstaart je of de muurnachtegaal (Lus-
cinia phoenicura)
26. het zwarte roodstaartje (Luscinia iiiytis)
27. het roodborstje (Luscinia rubecula)
28. het blaauwborslje (Luscinia suecica)
29. dc gewone tapuitwijntapperwitstaart
heid'eschupper (Saxicola oenanthe)
30. het paapje (Saxicola rubetra)
31. de roodborsttapuit (Saxicola rubicola)
32. de graspieper (Antbus pratensis)
33. dc boompieper (Antbus arboreus)
34. de duinpieper (Antbus campestris)
35. de groote pieper (Antbus richardii)
36. de gele kwikstaarthet koevinkje of het gele
akkermannetje (Motacilla flava)
37. de witte kwikstaarthet akkermannetje of
bouwmannclje (Motacilla alba)
38. de groote gele kwikstaart (Motacilla sul-
phurea)
39. dc koolmees (Parus major)
40. dc pimpel of blaauwmees (Parus coeruleus)
41. de zwartkopmees, het korstjekaas, hetossc-
kopje (Parus palustris)
42. de knuil'mees (Parus cristatus)
43. de zwarte mees (Parus ater)
44. de slaartmeeshet langstaartjepijlslaartje
of doodshoofdjede ijsbeer (Parus caudatus);
45. het baardmannetje (Parus biarmicus)
40. de goudhaantjes (Regulus cristatus en Regulus
ignicapillus)
47. de bastaardnachtegaalwinterzangerboe-
rennachtegaaldoornkruiper (Accentor mo-
dularis).
Arlikel 2. Behoudens de uitzondering in het
tweede lid van dit arlikelworden mede ten al
len tijde geacht voor landbouw of houtteelt
nuttig te zijn
1. de wielewaalgele gouw (Oriolus galbula);
2. de bontekraai (Corvus cornix)
3. de roek (Corvus frugilegus)
4. dc kaauw kerkkaauw, torenkaauw, toreaka
(Corvus monedula)
5. de spreeuwpanlijsterspraansprasprot
ter (Slurnus vulgaris)
6. de graauwc gorsgierstvogelgraauwstjirt
(Emberiza miliaria)
7. dc geelgorshavci kneu, gcelgiersgeelvink
schrijvergeclstjirt (Emberiza citrinella)
8. dc rietgorsrietmuschslootmuschrietvink
(Emberiza schoenielus)
0. dc hiitsiuusch (Magma domestic»)
10. de ringmusch boom-, berg- of veldrausch
(Fringilla monlana).
Ten aanzien van de vogels in dit artikel ver
meld kunnen, overeenkomstig art. 3 der wet
van 25 Mei 1880 (Staatsblad N°. 89)de verbods
bepalingen van art. 1 dier weten ten aanzien
van de vogelsonder noa. 23 en 4 vermeldook
de verbodsbepalingen van ark 2 dier wet tijdelijk,
en onder zekere voorwaardendoor Onze Com
missarissen in de provinciën worden opgeheven.
Artikel 3. Gedurende de eerste negen maanden
des jaars worden geacht voor landbouw of hout
teelt nuttig te zijn
1. de zwarte lijster, meerl of gieteling (Turdus
Merula)
2. de bellijsterdorainé of kranslijslcr (Turdus
Torquatus)
3. de groote lijsterdubbele graauwe lijster
(Turdus viscivorus);
4. de kramsvogel (Turdus pilaris)
5. de zanglijster, graauwe lijster (Turdus mu
sicus)
6. de koperwiekschatlijster, oranjelijsler (Tur
dus iliacus)
7. de veldleeuwerik (Alauda arvensis)
8. de boomleeuwerik (Alauda arborea)
9. de kuifleeuwerik (Alauda cristata)
10. de vink, schildvink, maan vink, k winker
(Fringilla coelebs);
11.de ortolaan, vreemdeling (Emberiza hor-
tulana).
Amersfoort, den 18. October 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,,
De Secretaris, VAN PERSIJN.
W. L SCHELTUS.
Spaarban k.
Het Bestuur zal zijne eerstvolgende zitting honden
op MAANDAG 25 OCTOBER e. k. ten Raadhuize te
Amersfoort, des namiddags van 12 tot 1 ure.
A. J. BOSSecretaris.
Politieke Kevue.
Generaal de Cisseykommandant van het elfde
Fransche legercorpsheeft eene. dagorder aan
zijne troepen uitgevaardigd, waarin hij zegt:
«Ten einde snoode lasteraars te beschamendie
mij als bevelhebber zouden kunnen treffen,
heb ik den minister van oorlog om ontslag uit
mijne functiën verzocht. Dit verzoek is toege
staan. Voorloopig is generaal Benoit met het
koramando belasL Wal mij betreft, ik zie met
vertrouwen den uitslag van het onderzoek te
gemoet, waaruit zal blijken dal uw gewezen
generaal nooit heeft te kort gedaan aan de
waardigheid van een verledenwaarop hij
met regt trotsch mag zijn, ook niet aan de eer
die hem bewezen werd met hem aan het hoofd
van het elfde legercorps te plaatsen."
Het verlangen naar een enquête geeft hij aan
den min. van oorlog te kennen, in een brief,
dién de dagbladen van Nantes openbaar maken.
Hij acht het verspreiden van licht over zijne
handelingen noodigomdat niet slechts zijn ge
drag als particulier persoonals menschmaar
zijne soldaleneer aangevallen wordt en hiertegen
komt «zijn verontwaardigd geweten" op. Let
tende op zijne vijftig jaren van tróuwen dienst
op de vriendschap tusschen hem en zijne wapen
broeders en op zijn lidmaatschap van den senaat,
welk ligchaam voorzeker de eer zij«er leden
op prijs stelt, acht hij een onderzoek noodig.
Hij betoogt dat het proces Yung-de Woestyne on
volledig is geweesthijniet gedagvaard en niet
gehoord, heeft de gevolgen er van te verduren.
De buitengewone commissarisdoor de Porte
gezondenom de overgave van Dulcigno te be-
rigten is te Rveka aangekomen, en heeft de
Monlencgrijnschc regering uilgenoodigd gedele
geerden te zenden om zich met hem te ver
slaan waaraan door prins Nikita is voldaan.
Admiraal Seymour, de commandant der Euro-
peesclie vloot, heeft besloten geen vertegen
woordigers aan land te zendenvan oordeel
zijnde dat de overgave een zaak iswelke ge
regeld moet worden tusschen de diplomatieke
agenten der mogendheden. Griekenland schijnt
niet tevreden te zijn over de wending, welke
de zaken genomen heeft.
Dc Standard verneemt 'dat dc Grieksche re
gering een protest aan de Europcesche mogend
heden zal zenden.