Dinsfsdasr 25
Januarij 1881.
m 2004.
FEUILLETON.
4) DE OEVERROOS.
Uitgever
A. H. VAN CLEEFP
te Amersfoort
Dit bltd Terachijnt Jloandag en Donderdagavond. AbonnemenUpriji per 8 maanden
f\—Franco per poat ƒ1.18. Prijs der Adeertentiên1 9 regela 80 CU. elke
regel meer 10 Cti; legale, offleie'le en onteigen. Ad». per regel 16 cta. BecUmee per
regel 25 cta. Afzonderlijke nummert 10 cta.
Bureau
MUURH UIZEN
hoek KortegrachtWijk B 60.
Politieke llevite
De laatste bijzonderheden uit Zuid-Afrika
betreffen een gevecht lusschen kolonel Carrington
en de Hasutos. De kolonel schijnt leelijk in hel
nuauw gezeten te hebben en zijne stelling alleen
le hebben kunnen behouden door zijnen man
schappen te gelasten van 't paard le stijgen en
voel het gevecht voort le zeilen.
In Portugal wordt eene beweging ten gunste
der Hoeren op touw gezetwat meer te be-
teckenen heelt dan men welligi zou denken
daar Porlugals bezittingen in Z.-Afrika aan den
Transvaal grenzen en bij eene manilestalie ten
gunste der Hoeren de Üelagoa-baai waarschijn
lijk wel gedurende den worstelstrijd voor de
Kngelsclien gesloten blijll en dus een aanval in
den rug der Hoeren onmogelijk wordt gemaakt.
De toestand in Ierland blijft steeds uitbreiding
van magl vereischen. Nog heelt de onderkoning
in een proclamatie verklaard dat het graafschap
Clare en drie districten van het graafschap
bligo in een toestand van beroering verkeeren
zoodal een versterking van de pulilicmagl aldaar
noodig is.
Kindelijk zij nog gemeld dat sir Ch. Dilke
cordnal in het Lagerhuis een zeer belangiijke
verklaring heelt afgelegd in zake de Grieksche
quaeslie. ilij zeide nl. dat de Engelsche rege
ring, na den "28 Julij 1880 waargenomen te
hebben dal de, overige mogendhedenhoewel
Griekenlands mobilisatie niet billijkend, haar
protest «laarlegen hadden teruggetrokken, den
29 Jtilij aan Griekenland heelt doen welen dat
zij de mobilisatie wel is waar ontijdig achtte,
maar niettemin niet langer bare meening aan
Griekenland wilde opdringen.
De laatste circulaire der Poriehoudende
voorstel tot bet beleggen van oen gezantencon-
ferentie te Konstanlinopelheeft bij hel Weener
kabinet een gunsligen indruk gemaakt. Alleen
reeds bel leil dal Turkije op nieuw zijn geschil
met Griekenland tot een punt van discussie wil
maken, bewijst reeds dat de Pui te geneigd is
mot hare concession ineer le geven dan in hare
nota van .'I October is aangeboden anders toch
waren ondei handelingen noodeloos. De mogend
heden zullen alvorens op die laatste circulaire
te antwoorden, afwachten tot dal over het arbi
trage-voorstel definitief beslist zijaan het niet
bijeenkomen van arbiters valt echter niet meer
te twijfelen.
Allerlei.
Wederom is c-en upenhuis ditmaal in den
zoolugischen tuin te Hannover mei zijn be-
NOVELLE
Ken paar jaren verliepen weder onder deze
omstandigheden en Margarelba bad nu den
leeftijd van ruim eenentwintig jaren bereik.
Hel tijdstip naderde, waarop Jörun zyn schuld
moest terugbetalen.
Op een' schoon, n lenteavond riep Thorslen
zijne zoon Lol zich
«Paulsprak bij, «gij zijl reeds drieëntwintig
jaren. Ik heb naar eene vrouw voor u uil gezien.
Mijn vriend Hjerregaard lioelï eene dochter,
ik heb met hein gesproken en gij moei er morgen
heengaan. Ilij woont drie mijlen van hier. Gij
kunt hij hem blijven en zijne dochter Ellen
dagelijks zien. Zij is een vlijtig en hupsrh
meisje en zij krijgt eene mooie bruidschat van
haren vader«lus doe uw best om haar te
bevallen. Wal overkomt u, Paul! Ik geloof
bijna «lat mijn voorstel u deed schrikken
komt 'i u niet goed voor? Gij bezoekt Hjerre
gaard ziel zijne dochter le bekomen die u
reeds is toegezegd binnen een a twee jaar
viert gij bruiloft en brengt eene wakkere buis
vrouw te buis. Gij zijt mijn jongste kind en
woners verbrand. Zondag morgen ongeveer 3
uur brak «le brand uil. De vlammen verlichtten
in den donkeren nacht de besneeuwde hoornen
en sloegen na eenigen tijd boog daarboven uil.
Eer den bewoners, wier gekerm op verren
alsland le hooi en was hulp kon gebragt wor
den waren zij allen gestikt. Hel is daarom zulk
een groot verlieswijl de omgekomen apenla-
milie geheel geacclimateerd was, en de jaarlijk-
sclie sterile door aanlokking gedekt kon worden.
In den nacht van 31 Dec. werd in het district
Sharaja-Hussa een medisch student, Jelissew
door wolven verscheurd. Het is in dit district
bet derde geval van dien aard. Hij had goed
gewapend des nachts bel landgoed van zijnen
vriend Wasseljew verlaten om op de wolven
jacht te gaan. Wasseljew bad zijn vriend nog
gesmeekt vooral niet alieen op weg te gaan.
Zijn lust in de jagl bad echter de overhand ge
kregen. De ongelukkige schijnt zich dapper ver
dedigd te hebben maar moest toch eindelijk
voor de bloedgierige beesten onderdoen.
De Figaro deelt de volgende staaltjes van
vorstelijke mildheid uit de «oude doos" mede
Lodewijk XVIII, die der spilzieke gravin du
Cayla groote genegenheid toedroeg, wist daarvan
geen beter bewijs le geven dan door telken jare
«Ie le korten aan te vullen zoo zond hij haar
een bijbel, geïllustreerd met talrijke gravinnen
op elke waarvan in plaats van een blaadje vloei
een bankbiljet van 1UUU bancs was gelegd. Een
andermaal «leed de koning baar een zakje met
suikeramandelen toekomenelk in een dergelijk
bankbiljet gewikkeld. Een derde geschenk voor
dezeltde schoone bestond uiteen gou«Jen Iriseer-
ij zcr en een pakje papillotten in den vorm van
bankbriefjes.
Franjois I vereerde aan de gravin de Chate
aubriand juweelen met naamcijfers zinspreuken
en zinnebeeldige voorstellingen. Toen de Mo
narch later de onwellevendheid had die kost
baarheden terug te vragendeed de trolsche
dame ze smelten en zond den koning het in
baren vervormde goud met liet volgend schrij
ven «Ziehier het goud en de edelgesteenten;
wal de zinspreuken betrellzij blijven mij te
dierbaar dan dat andere oogen ze zouden mogen
lezen."
Het eerste geschenk van Lodewijk XIV aan
mejuffïouw de la Vallière was t-en nouden bra
celelversierd met een antieke camee omringd
van groole diamanten. Dal kleinood had de
vorst voor zich aan de koningin Anna van Oos
tenrijk gevraagd aun wie hel toebehoorde. Men
zuil mijne hoeve bekomen, l'we broeders en
zusters zijn allen bezorgd en wonen ver van
bier. Ik wil u bij mij houden en mijne rust
nemenzoodra gij Hjerregaards Ellen als schoon
dochter tol mij voert."
Paul had zijn vader verschrikt aangehoord
en stond sprakeloos voor hem.
«Ha," riep de oude, «wel knaap, hoestaai
gij daar zoodat is wel iels nieuws. Heeft
men ooit gezien dal een flinke knaap, alsgij,
bang isals bij eene knappe vrouw met eene
goede bruidschat kan bekomen
Paul bad inlussihen tijd om zijne indrukken
meester le wordenen daar hij niet gelooide
dat zijn vader hein tegen zijn zin zou dwingen
zoo was bij kalm geworden en antwoordde
onverschrokken:
«Vader Ik heb nog volstrekt niet aan trouwen
gedacht. Als gij het echter zoo vurig wenschl
zoo zal ik er mij inschikken maarniet
Hjerregaards dochterik ken haar welzij is
hupsrh en braaf, dal is waar; maar als ik eene
vrouw neemzoo moet zij eeno zijndie ik
vurig bemin, waarmede ik gelukkig kan zijn;
vader! gij zuil mij begrijpen, eene die ik mij
zelf zal kiezen en niet om haren bruidschat
begrijpt, welke gewaarwordingen de koningin
moesten bezielentoen zij hel door haar aan
baar gemaal afgestane juweel later aan den arm
van een hofdame zag prijken.
Eindelijk schonk Napoleon III aan eene schoone
dame die in een labieau-vivantgecostumeerd
als Cleopatra zijn opmerkzaamheid had getrok
ken een mandje met rijpe vijgenuil Provence,
waaronder zich een diamanten adder verborg;
dit kostbare en schitterend nagebooisle dier
dat zich verscheiden malen om den arm van het
«levende standbeeld" kon wikkelen, was af
komstig uit Golconda.
Te Leiden kon uil loffelijke bezorgdheid dat
het nieuwe stoomgemaal onveilige plekken in
het ijs kon hebben gemaaktgeen vergunning
worden gegeven tot staanplaatsen mei kraampjes
en dergelijke. De schaatsenrijders enz. waren
in groot getal opgekomen
Stoelen waren er echter in overvloed of
schoon ook daarvoor eene vergunning geweigerd
was. De arme stakkertsdie gewoonlijk bij
't kleinste vorstje hun huisraad al \ast opeen
wagen pakken om er het eerst bij te zijn
hadden hei er echter maar op gewaagd, hopende
dat de poliiie wel een oogje zou dicht knijpen.
Hierbij rekenden zij echter buiten den waard
of liever buiten de kra< lit der gewoonte, want
naauwelijks weerklonk het: «Leg ereis aan!"
of daar kwamen de om hunne voortvarendheid
bekende Leidsche dienders aan om proces-verbaal
op te maken. Veel gal bet echter nietdaar de
stoelenverhuurdeis zich rustig lieten bekeuren,
lol twee, driemaal toe, met de gewone vlugheid
van berekening, dal volkje eigen, overwegende
dal ze door rustig le blijven en de ongenade
der dienders te trotseerennu broo«J voor
vrouw en kind konden verdienen en later op
den koop to« nog een paar dagen vrij logies
en vrij kost konden verkrijgen.
Een diye sneeuwbal. Aan het Oude-Kerks-
plein te Amsterdam, vermaakte een heer zich
met sneeuwballen gooijen. Met een sneeuwbal
wierp hij zijn gouden vingerring wegdien
hij niet heelt kunnen terug vinden
Te Marcinelle heelt een vre- selijk ongeluk
plaats gehad. Een werkman wilde een doos
dynamiet, die nat geworden was, aan liet vuur
droogentoen eensklaps een vei schrikkelijke
ontploffing plaats had. De vader en twee doch
ters werden afgrijselijk verminkt en gedood
twee andere kinderen werden zoo zeer gekwetst
dal men voor hun leven vieest. De twee laatslen
neem.
«Zijl gij gek?" riep Thorslen. «Heelt men
ooil zulken onzin meer gehoord Bjerregaards
dochter, gij erkent 't zeil is hupsch en goed!
Waarom zult gij haar dan niet vurig kunnen
beminnenevengoed als eene andere bleekt
hier misschien iels achter? Kom er dan rond
voor uit
«JaVader" antwoordde Paulnog steeds
argeloos; «gewis steekt er iets achter en dat
gij hel moogt welen. Waarom zou ik hel ook
voor u verzwijgen Ik heb reeds een goed
I braai meisje gevonden dal ik zoo innig lief
I heb en is als mijne toekomstige trouw zijn
moeten van wie ik overtuigd ben dat zij
mij gelukkig maken, voor u eene lieve dochter
zijn zal. Moet ik dus trouwen, dan zal 't met
haar zijn."
«Dus zelf gekozen en ik wist daarvan niets
riep de oude tooinig uit; «en sedert wanneer
hebt gij die lieve schoondochter gevonden?"
«Vader! «lat is reeds langen lijd," antwoordde
Paul «sedert ik hij den predikant kwain. toen
ik pas veertien jaren was en ik heb sedert dien
tijd geen mooier en heter meisje lecren kennen."
«Zoo, en wie is zij dan?" vroeg Thorslen.
«Het is Margarelba, de dochter van den
oudenbraven visscher Jöranmijne ocver-
roos was Paul's antwoord
«De dochter van visscher Jöran f' riep Thor-