Dingsdag 14 Augustus 1883.
m 3194.
FEUILLETON.
iiasn comm.
Uitgever D'1 verschijnt Maandag en Donderdagavond. Abonnement per S maunden ƒ1.— Franco per BUfOaU 0
A H. VAN CLEEPP post 1.16. Advertentie»1-8 repla 00 Cte. elke rcBe! meer 10 Cu.grnoU letter, naar JVT TT TT R TT TT T 7 Tï1 N
T e plaaUruimtivoor randen en ander. ..tra inrigt.ng geschiedt honger, prlj.ber.kening. LegaleMUUHHUlZliN
te Amerstoort. oflicieelé en onteigen. Adv. per regel 15 Cu. Reclames per regel 85 Cts. Aft. nummert 10 Cts. h06k KortOgraCht Wijk B 60.
Publicatie.
De COMMISSARIS dus KONINGS in de
PROVINCIE UTRECHT
Gezien hel besluit van hoeren Gedeputeerde
Stalen der provincie Utrecht,. dd. 2 Augustus
1883. No. 42,
Gelei op art. 11 der wet van 13 Junij 1857
(Staatsblad No. 87)
Brengt Ier kennis van de belanghebbenden
dat de opening der jagt in de provincie Utrecht
is bepaald op Zaterdinj den September aan
staande met uitzondering der jagt op fazanten
waarvan de opening wordt bepaald op Maandag
15 October daaraanvolgende, en dat de lange
jagt alleen des Üingsdugs en Vrijdag* van iedere
week zal mogen worden uitgeoefend dat bet
jagen in ongemaaid te veld staand korenpeul
vruchten en klaverzaad, welke nog in 1883
moeten geoogst worden verboden is even als
het jagen in tabak zoolang bel zoogenaamd
best goed niet is geoogst.
Enten einde niemand eenigc onwetendheid
biervan kunne voorwendenzal deze worden
afgekondigd en aangeplaktwaar zulks te doen
gebruikelijk is.
Utrecht, den 4. Augustus. 1883.
De Commissaris des Konings voornoemd
s' J A C O B.
Politieke Revue.
In Spanje, bij voorkeur 'tland van talrijke klei
ne revolution en van enkele groote, is weder eene
miniatuur-revolutie uilgebroken, die vooral de
dagbladen welkom is in dezen komkommertijd
van politiek nieuws onder de Europeesche volken.
De nu bedoelde omwenteling heeft echter
geen gewiglig karakter en de officieren van liet
regiment Nuinancia hebben een bende oproerige
soldaten achtervolgd, die Santo-Domingo hadden
verlaten. Zij zijn er in geslaagd hen na een togt
van 13 uren te achterhalen en hun tot onder
werping te dwingen.
De Legitimislische zamenzwcering te Parijs
heefteen kort leven gehad en eindigt belagchelijk.
Er zijn gevangen genomen een koetsiereen
huisknecht en een stalknecht.
De koetsier had in kennelijken staat zijne
vrouw ter degc afgeranselden deswege naar
LIEFDE EN PLICHT.
2) Eene Novelle.
Wij doorleefden een gelukkigen tijddoch
waanden nietdat hij zoo kort zou zijn. Of
men iets van onze verhouding bemerkt had en
men daarmede mijne ouders had bekend ge
maakt, kan ik u niet met zekerheid mede-
declenmaar hoe 't ook zijik ontving op
zekeren dag een brief van henwaarin zij
melddendal zij mij ten spoedigste te huis
verwachtendaar zij mij niet langer missen
wilden. Die tijding vernietigde eensklaps al
onze luchlkasteelen. Hoe zwaar 't mij ook viel
ik moest aan het verlangen mijner ouders vol
doen en Eduard (zoo heette mijn graaf) be
loofde mijdat hij mij weldra te Milaan be
zoeken zoude om den zegen mijner ouders af
te smeeken. Ik nam met een bezwaard hart
afscheid van hemdien ik reeds als mijnen
toekomsligen echtgenoot beschouwde. Ik werd
tehuis met vreugde ontvangen en ik gevoelde
mij spoedig gelukkig in de woning, die ik als
kind verlaten had en als jonkvrouw weder be
trad. Mijne komst werd door eon prachtig feest
gevierd en van toen af nam ik deel aan alle
vermaken, welke in onzen uitgebreiden vrien
denkring zeer veelvuldig plaats hadden. Echter
in dien maalstroom van genot vergal ik Eduard
nietevenmin als de beloftewelke hij mij
gedaan had. Hij liet evenwel niets van zien
hooren en nadat er twee jaren verloopen waren
moest ik eindelijk lol mijne suiarl gelooven
het politiebureau gebragtvond men in zijn
zak een kaartje waarop stond «Groep van van
Essling" en een brief zonder datum waarin
hij tol eene bijeenkomst genoodigd en verzocht
werd geld bijeen te brengen om «geweren te
ontroesten."
Geweren te ontroestpn dal verwekte arg
waan en leidde tol arrestatiën.
Inlusschen is het later gebitkendat die
figuurlijke uitdrukking beteekendede keel nat
te maken.
Het wekt in frankrijk bijzonder de aandacht
dat de Parijsche republiktinsche bladen zich
niet evenals andere jaren beijverden orn hunne
candidaten voor de hernieuwing der Algemeene
Raden aan te bevelen. De Paris betreurt deze
onverschilligheid en bevestigtdat de positie
der republikeinen sedert 1881 niet in haar voor
deel veranderd is. Hel oileanisiische blad Ie
Soleil bevatte een paar dagen geleden een be
langrijk artikel over deze quaestie, waarin het
o. a. zeide«De republikeinsche partij is nu
zoo verdeeld als dat zij vroeger vereenigd was.
Dat de conservatieve partij zich toch wachte
haar na te volgen. Het uur is thans aange
broken tot hel geven van een teeken tot een
reactiedie de bevrijding zou zijn. Een depar
tementale verkiezing is wel niet zoo belangrijk
als een verkiezing van leden voor de Kamer
maar de eene bereidt de andere voor." Deze
bemerking van het orleanislische orgaan is eene
waarschuwing, die door de republiekeiosche
partij wel in acht genomen mag worden.
Voor het oogenblik beslaat nog weinig kans
voor de verwezenlijking van het plan dat alle
Duilsche spoorwegen door den Slaat zouden
worden overgenomen. De maatregel eischl zoo
groote voorbereidingdal het nog eenigen lijd
duren zal eer de regering dien openbaar aan
de orde steil Het denkbeeld strookt anders
bijzonder met de strategische en nationale po
litiek van Bismarck.
De dood van Cetewayo is al te spoedig be
treurd. Het blijkt thans zoo goed als zeker te
zijn, dal Engebnds beschermeling nog leeft en
zich in het Natives reserve (het onzijdige grond
gebied) bevindt.
De Britsche regering kan dus nog pleizier
van hem hebben.
hoe zwaar 't mij ook vieldat hij mij vergeten
had. Mijne ouders wilden mij doen huwen met
een rijken graaf en hoewel ik in het eerst
daarnaar volstrekt geene ooren hadzoo wisten
zij mij eindelijk tol een huwelijk met hem te
overhalen door 't schilderen van al de weelde
en gemakken waarmede ik mijeenmaal zijne
vrouw zijnde, zoude kunnen omringen. Alzooik
was nog geen negentien jaar oudtoen ik voor
God beloofde al de plichten eener gade getrouw
te vervullen ik vatte toen werkelijk het voor
nemen op om zulks te doen, maar helaas, ik
kende de uitgestrektheid dier belofte niet. De
graaf had mij innig lief en zocht mijne geringste
wenschen te voorkomen. De geboorte van eene
dochter deed hem mij met andere oogen be
schouwen hij was toch dc vader van mijn kind
en als zoodanig begon ik hem reeds liefde toe
te dragen. Ik was gelukkigdoch 2ulks mocht
niet lang duren.
Mijn kind telde reeds zes jaren toen ik den
man ontmoette die mij mijne plichten als vrouw
en moeder deed vergetendie mij gemaakt
heeft tot hetgeen ik thans ben, tot eene mis
dadige vrouwdie zooeven uit de gevangenis
is ontslagen geworden. Omijn God als ik
hel tegenwoordige met het verledene
vergelijkals ik bedenk wat ik had kunnen
zijn en wat ik thans hen, o, dan rollen mij
de tranen langs de wangendan zou ik wel
van schaamte en berouw willen stervenen
zij verborg snikkend haar gelaal in de handen.
«Bedaar, bedaar, Mevrouw, laat u niet door
uwe ontroering meeslepenzeide gravin ller-
mance deelnemend, «geloof mij, ik gevoel,
hoezeer gij lijden moetik kan mij zeer goed
De uitgebreidheid der leerstof op de
scholen voor Middelbaar Onderwijs.
Bij de bespreking van de uitgebreidheid der
leerstof op onze middelbare scholen heeft prol
Evers in den tlaagschen gemeenteraad zijne
denkbeelden daarover geformuleerd in een voor
stel om aan de leerlingen vrijstelling te ver-
leenen van sommige leervakkenwanneer dit
door hunne ouders of voogden werd verlangd.
De heer Evers betoogdedal deze gedachte
geenszins tegen den geest der wel op het m. o.
wasmaar zelfs daarop gegrond mocht heeten.
De wet zoo luidde sprekers argumen
tatie schrijft niet voor, dal iemand verpligt
is de vakken le volgendie hij niet verkiest.
De verontacliizaming van het beginsel had tot
groot nadeel van de jeugd gestrekt. Dal voor
schrift der wel was tenvolle geregivaardigd.
Niemand is verpligt alle talen te leeren om
een knap rnensch te worden. De exacte weten
schappen zijn aan vele overigens hoogst bekwame
mannen niet inteprenten geweest. Zoo heelt een
der uitslekendsle hoogleeraren te Leiden nooit
wiskunde kunnen leeren. En meende prof.
Evers bezwaar tegen zijn amendement kon
le minder bestaanomdat de gemeente niet
gesubsidieerd wordt en dus vrij is in de inrig-
ting van haar middelbaar onderwijs.
Ten slotte beriep de spreker zich op Thor-
becke dien hij als doctor ter zijde stond tijdens
de zamenstelling van de wet zelve. Deze staats
man hadop sprekers opmerking dat de wet
te veel leerstof bevatte, geantwoord: «Wel
neenieder kan aanieeren wat hij noodig denkt
te hebben en hel o.erige laten liggeD."
Met het oog op hel groote gewigt der zaak en
op het onverwachte van het voorstelbesloot
de raad op voorstel van den heer Mouton
het debat daarover tol nader te verdragen.
Daaromtrent wordt aan de Roti. Cl uit 's Gra-
venhage gemeld
Dat een man als prof. Evers die de diagnose
zoo goed weet op te merkende ziekte onder
hel oog zagheeft le meer waardeomdat de
oud-hoogleeraar wordt geleid onder de liberalen
en wel onder die liberalen, die zweren bij het
woord van Thorbecke, de vader van de mid
delbaar onderwijswet. Professor Evers was zelfs
de speciale vriend en gunsteling van genoemden
voorstellen hoe smartelijk het is wanneer..."
«Men, zooals ik, bij zich zelve de over
tuiging heeft," zoo viel Mevrouw Werner haar
in de rede, «datde kinderen de nagedachtenis
hunner moeder vloeken moeten. Maar laat
ik voortgaan. Ik ontmoette dien duivel in
menschengedaanle op een bal bij den franschen
gezant. Ik had juist een lied gezongen waarbij
graaf Eduard mij eertijds altijd accompagneerde
en onwillekeurig dacht ik terug aan den tijd
welke ik le Parijs doorgebracht had. Ik begaf
mij naar eene andere zaal om mij aan al de
loftuitingen te onttrekken, waarmede men mij
overlaadde. In de vensternis stond een heer
somber naar den grond starende. Mijne voet
stappen hoorendekeek hij op en naderde
mij toen snel. Ik herkende hem dadelijk
het was Eduard. Volgens zijne woorden had
hij mij al vroeger gehoopt le ontmoeten daar
hij mij veel te vertellen had. Hoewel mijn ver
sland mij gebood om zijne gevaarlijke nabijheid
te ontvliedenzoo kon ik aan de betoovering
zijner blikken geen weerstand bieden en ik
bleef. Weldra waren wij in een druk gesprek
gewikkeld en de schoone graaf liet mij niet
vertrekken alvorens mij eenige ophelderingen
over zijn gedrag te gevendie door mij ge
loofd werden. Sedert dien avond ontmoetten
wij elkander zeer dikwijlsin 't kort de oude
liefde ontwaakte weder en vergeten waren
eer en plichl Ik zal niet uilweidenwelke
pogingen Eduard in 't werk stelde om mij le
doen begrijpendat mijn echtgenoot niet ge
schikt voor mij wasdat hij mij niet genoeg
waardeerdein éën woordhij wist mij ondanks
mij zelve eindelijk le doen gelooven dal mij