Maandag' 23 Februari 1885. jis i)«)68« Uitgever A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt SimmUj en ItuHilerJaymidtUf Abonnement |ier 3 niiuiiiilen f I. Franco per post/1.16. Advertentiên1--0 regels 00 Cla elke rtgnl laeer 10 Cts. groote letters naar plaatsruimte voor randen en andere extra iurigtiug gesehimlt Uoogere prgelierekeaiag. Legale oflicieéle en onteigen. Adv. per regel 16 Cts. Reclames per regel S6 (Ju. A/c. nimmer» 10 L'U. Bureau MUURHUIZEN hoek KorlegraohtWijk B 60. Nationale Correspondentie. (Vervolg on slot van No. 33(57 van 19 Februari.) De verleden jaar verworpen klassenbelasting maakte de wcderindicning van een ontwerp tot wijziging der gemeentewet noodig en stelt eene inwerkingtreding op 1 Mei in het voor uitzicht. Mochten bij de leden der Kamer nog dezelfde bezwaren bestaandie tegen bel eerste ont werp bestondenen dit vermoeden ligt voor de handomdat de landbouwloeslandcn en de haiideismalaise in het algemeen er niet op zijn vei beleid, dun zie ik de wel nog niet in het Staatsblad veel minder in werking. Eene reden voor dit laatste vermoeden moge zijn dat de commissie van rapporteurs in hel voorloopig verslag zeidedat er leden waren die niet begrepenhoe de Regeering er bij den kwij nenden toestand van handelnijverheid en laridboiivv aan denken konom de gelegenheid te openen lol verhooging van bestaande directe belastingendie nu reeds zeer zwaar drukten. Eene terugneming van een vijlde van het personeel kwam sommigen geheel onaanneme lijk vooromdat dit een ruwe greep zou zijn in de verhouding lusschen de Rijks- en gemeen tebelastingen waardoor in de linanciën der gemeenten groole verwarring gesticht en bijna overal ontevredenheid veroorzaakt zou worden. Een betere middenweg werd door andere leden aangegeven en waarlijk die is nog zoo kwaad niet. Deze categorie nl. had eveneens bezwaar tegen de bepaling van het wetsontwerpzoo als die in den aanhef dezer luidt; zij meenden en mijns inziens terecht, dat het niet aangaat om alle gemeenten zonder onderscheiddus ook aan zoodanigedie in benarde linancieele omstandigheden verkcerenhet een vijlde ie ontnemen. Met de toegekende beschikking over vier vijfden van het personeel was alleen eene tegemoetkoming aan de gemeenten bedoeld en nooit had het in de bedoeling van den wetgever gelegen dat daarin voor sommigen de cenigeol zelfs de voornaamste bron van inkomsten zou beslaan. Wanneer alzoo elke gemeente in de aller eerste plaats zelve in hare behoeften te voor- FEUILLETON. EENE II lil DE 12; door S LES «Ik begrijp niet, Willy, wat die uitval be- teekenthernam de heer Waltorn ernstig «deel ons openhartig medewaarom gij eene rancune ja dat is het woord tegen von Laehnitz koestert. Indien ge dat niet wilt, zoo moet ik u dringend verzoeken om met een weinig.Een zacht kloppen stoorde de heer Waltorn. Op zijn binnen verscheen een be diende die zijnen meester verzocht om dadelijk op de fabriekdie zich aan het einde des grooten tuins verhief, te komen, daar de opzichter hem onverwijld over eene ernstige zaak moest spro ken. Terstond volgde de heer Waltorn den be diende terwijl Kmy mede de kamer verliet. Moeder en zoon bleven dus alleen. Eene wijle zaten beiden in gepeins verdiept. Mevrouw Waltorn was de eerste, die hel zwijgen verbrak. Zij naderde zacht den jongeling en den arm om hem heen slaandesprak zij liefdevol «Mijn groote en toch ook kleine zoon, wees niet zoo ernstig. Uw somher gelaat bedroeft mii. Als ge wist, hoe pijnlijk liet mij treftdat ik zelden een glimlach om uwen mond zie spelen dal ik nooit een schertsend woord van uivi lippen verneem. Willymijn lievelingkunt gij dan nog niet die ongelukkige geschiedenis vergelen «Neen, moeder, nooit," riep hij heftig uit, terwijl hij zich uil hare omhelzing losmaakte «neen nooitO mama als ge wistwat ik zien heeftbehoorde de uitkeering der vier vijfden te worden beperkt lol die gevallen waarin de behoefte daaraan blijkt en de ge meente zelve een zeker bedrag aan eigen be lastingen heft. Thans helfen de gezamenlijke ge meenten ongeveer tweemaal zooveel aan plaat selijke directe belastingen en opcenten op de grondbelasting en het personeelals de uit keering van vier vijfden van het personeel bedraagt. Dezen gemiddelden toestand lot maat staf nemendezou men bijvoorbeeld kunnen bepalendat de gemeenten over vier vijfden van het personeel alleen kunnen beschikken voor zoover het bedrag daarvan de helft van de opbrengst der belastingen in eigenlijken zin door haar krachtens art. 240No. 2 der gemeentewet gehevenniet te boven gaat. Door een dergelijk voorschrift zou men alle gemeenten in de noodzakelijkheid brengen althans een zeker bedrag aan belasting te hef fen hetgeen alleszins billijk ware. Daar het niet is aan te nemen dat eene gemeenteom het volle bedrag der vier vijfden te erlangen zelve meer belasting zou heffen dan ter voor ziening in hare behoeften vereischt werd zou die uitkeering voor vele gemeenten ver minderen. De gemeenten daarentegen die de uitkeering der vier vijlden werkelijk behoeven zouden haar ten volle blijven genieten. Voorts ware te bepalen dal de gemeenten in het vervolg over de vier vijfden slechts zouden kunnen beschikken tot het bedrag dat deswege over 1884,1885 zou zijn uitge keerd. Eene zoodanige bepaling zou de strek king hebben om de toenemende ongelijkheid tusschen de verschillende gemeenten tegen te gaan. De gemeenten zouden daardoor geen rechtstreeksch verlieslijden, waarin door an dere middelen zou moeten worden voorzien en de toeneming der opbrengst van het per soneeldie op 2 2$ ton 'sjaars te stellen is zou alleen aan het Rijk ten goede komen. Werden volgens den wensch der hier be doelde leden de beide aangeduide beperkingen in art. 240 der gemeentewet opgenomenzoo zou de noodzakelijkheid vervallen om een equi valent voor de gemeenten te zoekenen zou tevens een stap worden gedaan in de richting van meer gelijkmatige verdeeling van lasten. geleden heb en nog lijd «Maar, is zij het waard geweest, dat een man. «Bespaar mij uwe woorden ik weetwat ge zeggen wiltik heb mij dat alles zelve ook niet ééns maar honderdmaal voorgehoudendoch te vergeefs. Daarvoor heb ik haar te lief gehad. O moederlaat mij met u over haar spreken want hoewel ik weetdat zij trouweloos was dat zij verraad jegens mij gepleegd heefttoch kan ik haar niet haten.ik heb haar nog lief. moeder... ik zal de eerste avond onzer kennis making niet vergeten. «Eigenlijk is het mij onbekend, onder welke omstandigheden deze plaats had. Toen ge naar lichaam en ziel ziek te huis kwaamthebt ge me alleen het einde uwer lijdensgeschiedenis medegedeeld... doch ook niet meer. Ik vraagde nietsomdat het mijn stelregel is om geen ver trouwen uil te lokkenwaar het mij niet ge schonken wordt." «Nu, moeder, ik zal u nu alles verhalen. Maar zet u neder't ii eene lange geschiedenis. Welnu dan. Toen ik de ouderlijke woning ver lietwas ik twintig jaar. Ik trok met een lucht hartig gemoed de wijde wereld inmet de ge dachte om zooveel mogelijk van alles te ge nieten wat de reis mij aanbood. En dat deed ikmoeder. In het eerste jaar leerde ik genoe gens kennen die mij ten deele aanlokten ten deele mijn afkeer wektenik bezocht het looneelom mij een andermaal naar een speel huis te begeven. Den eenen avond smaakte ik het hoogste kunstgenotaanschouwde den kun stenaar en was vol bewondering jegens den uienschdie het zoover in de kunst brengen Nog eene andere opinie over dit wetsvoor stel werd aangegevennl. om de uitkeering der vier vijfden van het personeel voortaan te beperken tot die van de helft der hoofdsom daarvanmaar daarentegen de 20 opcenten op het personeel in hun geheelook de 21 i op centen op de ongebouwde eigendommen en de 28 opcenten op het patentrecht aan de gemeenten af te staan. Bij deze regelingdie de plattelandsgemeenten zoude batenzon der de handeldrijvende en industrieele gemeen ten te zeer benadeelenzou het Rijk nog on geveer 2 ton winnen. Zij zou ook dit voordeel opleveren datwanneer mettertijd het verband tusschen belastingen en kiesrecht vervielde hoofdsom van het personeel zou kunnen wor den verminderd tot de helft van het totaal be drag del thans geheven wordtterwijl dan aan de gemeenten grootere vrijheid zou kun nen worden verleend om daarop opcenten te heffen. Langs dezen weg zou men tot den ineer zuiveren toestand gerakeu, dat het Rijk alleen de hoofdsom der drie directe belastingen hief, en daarop alleen door provinciën en ge meenten opcenten werden geheven. Deze laatste denkbeelden zijnnaar mijne bescheidene wijze van zien verreweg te ver kiezen boven de door de Regeering voorge stelde maatregelenomdat ze rekening houden met de verbetering van de geldmiddelen van den Staat en de gemeenten; de laatste niet te veel beknibbelen en summa summarum don burger en landbouwer nier. zwaarder belasten dan thans. Evenwicht in de ontvangsten en uitgaven is noodigde tekorten moeten worden ingekrom pen of verdwijnen, kon dit gepaard gaan met juiste verdceling der lastenzoo is dit verre weg te verkiezendan voortdurend maar op hetzelfde aanbeeld te kloppen en hen te be lasten. die, behalve den verschuldigden cijns, ook nog zoovele concurrentie het hoofd moe ten bieden. In de hoopmijnheer de Redacteur! dat het vorenstaande de aandacht vooral van regeer ders en belastingschuldigen zal trekkenben ik als steeds Uw oprechte amice JANTJE ACTIEF. kon.den anderen avond zag ikwaartoe de hartstocht hem vervoeren kan. Aan de groene tafel, moeder, bemerkte ik, uit welk een m ui- gelmoes toch van tegenstrijdigheden »le mensch bestaal en daar was het dat onwillekeurig het denkbeeld bij mij opkwam hoezeer men zich kan verlagen Jongelingen berekenden daar angst vallig de kansen van 't spel.mannen in de kracht des levens wierpen den croupier haastig hunne goudstukken toe... grijsaards lelden nut glinsterde oogen het voor hen liggende geld. menig blanke handdie meer geschikt scheen om de rimpels van het voorhoofd eens gelieulert weg te vagenwerd uitgestrekt om ongeduldig de winst te ontvangen.kreten die vreugde ongeduld, verlangen, teleurstelling uitdrukten, mengden zich met den klank van 't goud door een terwijl alle aanwezigen als het ware een elektrischen schok bekwamen bij den uitroep des croupiersRouge A gagnë of noir A gagne. Eu daar moederwas het dat ik zwoer om mijzelf nooit in zooverre te vergelen(Lor was hetdal ik de vrouw in een ander licht zag als waarin uw voorbeeld baar mij luid doen voorstellen, liet was daar, dat ik mij voornam om nooit eene kaart aan te raken het was daar.maar laat ik kort zijn. Het was de laatste maal, dat ik mij daar bevond; ik zou den vol genden morgen naai' eene verwijderde plaats vertrekkenbij mijn binnentreden aanschouw de mijn oog hetzelfde tooneeldat mij echter telkens nieuwe stof tot opmerken aanbood. Ik had er reeds een uur doorgebrach. met achter den stoel te staannu eens van dezendan weer van genen, en ik wilde mij reeds uil de zaal begeventoen een gesmoorde kreet mijne

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1