Donderdag 26 Februari 1885. 5569. FEUILLETON. EENE 11 A It 1) E LES Uitgever A. B. VAN CLEEPF to Amersfoort. Uit blad verschijnt Mnandag nn Dunderdafmiddf. Abonnement per 3 miuiuilcii f I.—Franca per pu«t/1.16. Adverteuliïn 1S regel. *0 Ole. elke regel «eer 10 Cle.prnete letter, war pluUraimtevoor renden en andere extra iarigtinf geeckiedt lioogere prij.berekeiiing. Legale officieéle en onteigen. Adv. per regel IS Cu. llecleine. per «gel 25 Cts. - A/z. nmmwrt 10 Cu Bureau MUURHUIZEN hoek Kor togr achtWijk B 60. A it ii i s e v i n De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet, op dc missieve van de openbare gezond heidscommissie d.d. 28 Juli 1884. waarbij mei bel nog op de in dal jaar dreigende Cholera- epideimeop toepassing der artikelen 245 en 246 van hel algemeen politic-reglement wordt aan gedrongen Gelet op eone missieve der openbare gezond heidscommissied.d. 15 Januari 1685, waarbij wordl medegedeeld dal volgens het oordeel van den Inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht voor Geldorland en Utrecht ons land met eene Cliolera-cpidemie wordt bedreigd, die misschien binnen eenige maanden zal ui tb eken in welk schrijven met nadruk wordt Verklaard dat de lot hiertoe ge nomen maatregelen betrekkelijk het opruimen van mesthoopenenz., volkomen onvoldoende zijn waarom wor it voorgesteld te bepalen dat vóór 15 Maart 1885 alle mesthoopendie zonder vergunning binnen de kom der gemeente gehou den worden moeten zijn opgeruimd dat er nauwkeurig zal gewaakt worden dat het misbruik niet weder insluip»en dat verder dc enkele vergunningen die nog bestaanvoorzoover mogelijk spoedig ophouden Gelet op arlt. 245 en 246 van het algemeen politie-reglement dezer gemeente.luidende als volgt Artikel 245. «Het is verboden binnen de kom «der gemeente mesthoopen l« hebbenzonder «schriftelijke vergunning van Burgemeester en «Wethouders." Artikel 246. «Binnen de kom der gemeente «zullen alle sekreten pullen, riolen en goten «die door hunne slechte ol ondoelmatige in- richting. alle verzamelingen van bloed «afval, vuilnis of andere stoii'en die door hare «uitwasemingen, —alle riolen of andereplaal- «sen alwaar slijk of andere vochten te zamen «loopen en blijven staan die door hunnen stank «en iiildampingen kunnen geacht worden na- «deelig voor de gezondheid der bewoners of «hinderlijk voor de naburen te zijn. op bevel «van den Commissaris van politie, binnen den «tijd daarbij aangeduid moeten opgeruimdin «orde gebracht en verbeterd wordendesnoods «niet verliooging van liet terrein, en zulks door «dengene aan wien dit bevel gedaan ishetzij «den bewoner, hetzij den eigenaar van het «perceel. «Zij die zich hierdoor bezwaard achten, kun- «nen hun beklag indienen bij Burgemeester en «Wethouders, die daarover naar bevinding «zullen beslissen." Gelet o)i art. 180 der wet van den 29. Juni 1851 (Staatsblad n°. 85); Overwegende dat van bevoegde zijde verklaard wordt dat de Cholera ons land bedreigten dat van diezelfde zijde wordt aangegeven dat het hebben van mesthoopen nadcclig is voor de ge zondheid vooral in Lijden van epidemie Overwegende dat in eenc gemeente waar een groot aantal inwoners leven van den landbouw en waar zelfs binnen de kom der gemeente het landbouwbedrijf wordt uitgeoefendook op die. belangen behoort te worden gelet, en derhalve een bepaald verbod tot het hebben van mest hoopen nadeelig zou werken op de welvaart der gemeente Overwegende dat echter maatregelen bchooren genomen te worden om de nadeelige uitwerking zooveel mogelijk wegleneinen 1 lebben goedgevonden on besloten 1.dat den 1. April eerstkomende alle mest hoopen, welke zonder vergunning binnen dc kom der gemeente beslaan moeten zijn op geruimd. 2. dat zij die vergunning wensrlien voor het bewaren van mest, daartoe aanvraag kunnen doen vóór den 15. Maart aanstaande doch datindien de vergunning verleend wordt deze voor meslverzamelingcu binnen de be bouwde kom der gemeente alleen kan ver leend worden op de navolgende en zoo noodig andere door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorwaarden o. dat die bergplaats zal worden gemetseld water dicht van harden klinkersteen in sterken trasmortelmet een onderbodem ter dikte van minstens 18 Centimeters en vier wanden ter dikte van 23 Centimetersen in dien toestand zal worden onderhouden b. dal die bergplaats zal zijn gedekt met opge- Rlamptc en geteerde houten luikenzwaar minstens U026 Meter, welke luiken zullen moeten nedergelaten lijn wanneer geen in breng of ruiming plaats heeft. Gedaan en ter openbare kennis gebracht te Amersfoort, den 20. Februari 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester T. A. J. VAN ASCH VAK WIJCK. Dc Secreiaris W L. SCHELTUS. HULPBANK ta AMMFÖÖBT. Tot het geven van gelden ter lien zal eene Commissie uil het bestuur op MAANDAG den 2. M A A It T aanstaande 'a namiddags van nalftwke tot halfdriezitting houden in een I der localen van het Raadhuisalwaar de be- i langhebbenden zich kunnen aanmeldenook voor liet teruggeven van gelden. J. C. LEINWEBER Socretaris. Mr H. V or L o ren van Them&at. Na het verschijnen van ons vorig nummer vernamen wij met groot leedwezen het overlijden van den Heer Mr. H. VerLoren van Themaat Toonnaals raadsheer in 't Utr. Gerechtshoflater president der Utr. Rechtbank lid van den Utr. I gemeenteraad enz. In 't Utr. Dagbl. is veel omtrent zijn nuttig leven en werken vermeld doch achten ook wij het ons ten plicht een waardeerend woord den verdienstelijken overledene te wijden wien wij zoo veeljarig te Amersfoort hebben gekend toen hij president der Rechtbank aldaar was en zich ook in vele andere betrekkingen en functiën zoomede door zijne minzame soms hartelijke persoonlijkheid in hooge mate achting vriendschap en genegenheid verwierf. llij was ook vele jaren lid van den Amerstoort- door S 13) «Door deze bijzonderheden nog meer geprik keld bleef ik achter den stoel des grijsaards staan. Hij won voortdurend stapels goud lagen voor hem op de tafel.hij ging steeds voort met spelen... Eensklaps echteriuist toen hij het geld in een lederen zak had doen ver dwijnen bedekte eene doodelijke bleekheid zijn gelaat en hij ware van zijnen stoel gegle den indien ik hem niet juist vlug ter rechter tijd omvat had. Ik geleidde hem naar eene an dere zaal en wiesch daar zijne slapen met eau de cologne. De verdooving week spoedig en weldra was hij in zooverre hersteld dat hij spreken kon. «Dank u, mijnheer, voor uwe hulp," klonk het harsch van zijne lippen «ik gevoel mij nu weer geheel wel. Laat ik u niet langer ophou den en met een koelen groet wilde hij zich verwijderentoen hij zich aan eenen stoel moest vasthouden om niet te vallen. Ik trad op hem toe en zeide op vasten toon «Gij bemerkt nu zelf. mijnheer, dat uwe ongesteldheid niet geweken is. Alleen kunt ge niet naar huis gaan, daarom zal ik ugeleiden. Geef mij dus uwen arm, en laten wij langzaam voortstappen. De oude heer keek mij wantrouwend aan maar of hij begreep dut er veel waars in mijne sclien gemeenteraad waarin hij ruim en degelijk deelnam aan de discussion en werkzaamheden doch met nog vier van de veertien raadsleden ontslag nam toen door kiezerskabaai een nieuw raadslid met zeer hatelijke antecedentenwerd gekozen. Als Voorzitter van het XVe, in 1860 te Amers foort gehouden Landhuishoudkundig Congres onderscheidde hij zich door het aanhoudend besludecren van vele der te benandelen gewich tige puntenvraagstukken enz.zoomede aan wending van groote moeiten en zorgen omtrent vele andere congresaangelegenheden en blonk hij uit door onbezweken werkzaamheid daarin krachtdadig ter zijde gestaan en ondersteund door den len Congressecretaris den Heer Mr. J. van der Leeuwzoodat dan ook gerustelijk meerendeols aan beider grenzenlooze toewijding en arbeid mag worden toegeschreven hetin alle opzichtenglansrijk welslagen van het Congresen tijdens zijn duur duizende adellijke en voorname dames en heerenburgeressen burgera en landlieden uit alle standen zich recht charmant amuseerden. Zeer kundig en werkzaam van aard grondig de vele zaken onderzoekende waaraan hij ver bonden of waarbij hij betrokken was of waar aan liij zijur belangstelling hechtteheeft hij ook alhier vele goede en nuttige zaken en in stellingen helpen totstandbrengenvooral door zijne urgumenlatief-heldere adviezen en zijne vrijmoedigheid om op onkwejtende wijze, doch krachtig en klemmend zijOT meening zonder aanzien des porsoons bloot te leggen. Tevens mogen wij niei onaangestipl laten en erkennen wij gaarne dankbaardat hij in dien geest soms onze courant met zijne opstellen sierde waaronder die nopens de rivier de Eem in 1857 len zeerste hebben uitgemunt en waar aan bij inzonderheid door langdurignauw gezet onderzoek veel tijdmoeite en zorgen heeft aangewend. Ofschoon in hoogste betrekking en stand al hier geplaatstmet groote bekwaamheden toe gerust en vermogend manwas hij volstrekt niet pedant en niet trotsch. Integendeelge naakbaar voor eeniederinnemend in algemeen discours en conversatiewars van alle zoo hin derlijke stand- en positiearrogantie wist hij zich in alle betamelijke kringen van diverse standen vlug en gemakkelijk te bewegenterwijl zelfs f woorden lag of dal hij nog een weinig duizelig was, hoe 'tzij, hij deed wat ik hem verzocht had. Weldra bevonden we ons op straat en de frissche lucht deed hem goed. Hij noemde mij de straalwaarin zijne woning stond en na eene kleine wandeling bereikten wij die. Waarschijn lijk zoude de oude heerdie onderweg geen woord geuit had mij te verstaan hebben ge geven dat ik hem niet naar binnen behoefde te vergezellen, indien een jong meisje dat zich aan dc huisdeur bevond en bij onze nadering een vreugdekreet geslaakt had, hein niet voor komen was door mij vriendelijk uit te noodigen een weinig bij hen uit te rusten. Ik nam haar aanbod gratig aan want de lieve stem der spreekster deed mij verlangen om nader met haar kennis te maken. Zij bracht ons in een klein vertrek waarvan de meubelen hoewel het wasdat zij reeds jaren lang dienst hadden gedaanzeer goed onderhouden warenkort om hel geheel gaf duidelijk blijkdat eene nette vrouw gewend was het oog over alles te laten gaan. Ik zette mij in eenca stoel neder, terwijl de grijsaarddie nu geheel hersteld scheen spoedig de kamer verlietwaarschijnlijk om zijn schat we$ tc sluiten. Ik bevond mij dus alleen met liet jonge meisjedat eenig naaiwerk ter hand genomen haa. Zooals zij daar zatbe sehenen door liet licht der lamphad ik ge legenheid om haar gade te slaan. Hare wezens- strekken waren regelmatig en fijn; hare zachte, fluweelachtige huid werd nu en dan gekleurd door een blosje, dot telkens verscheen en ver dween terwijl twee groote zwarte oogen haar

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1