Maandag- 14 September 1885. inotB COJMT. Ditgover Dit blad Terachljnt Maandag en Donderdagmiddag. Almnnemnnt ynr 3 imwndon f I.—Kriuico pci IilireaU A. H. VAN CLEEFF port ƒ1.16. Adrertentiëiil-o regel. 00 Ctt.elke regel meer 10 Cu.grootc letter, miar M n n U U tl T 7 u M ta Amorsfonrf pluUruimf; roor rende, en andere ..tra inrigting K~cl„c,|. h.mgere prijeberekening. Legale, mUUHUUlZÜN t. officieéle e. onteigen. Adr. per regel 15 CU. Reclame» per regel 25 CU. Aft. nummer, 10 OU. hO0k KortOgraCtlt Wijk B 00. Politieke Revue. Verbeelding is soms erger dan koorts. Want verbeelding is aanstekelijk. Eenige dagen geleden heell zich iemand ver beeld m «de Times" dat is het Engelsche Monsterbladdat vrij bestwegens zijn grootte voor een tafellaken kan worden gebruikt dat de Keizer van Duitschland een brief aan den Koning van Spanje schreef, vol suiker, honig en krenten met excuses wegens de Duitsche annexatie van de Caroline-eilanden. Bij nieuwsgebrek zeker is dit interessante vcrbeeldinc-nieuws of 't waar of niet waar was deed er minder toe door duizende andere bladen overgenomen en vond met graagtegeloof. Reeds dadelijkdachten wijdat die brief imaginaar was en maakten er derhalve geen melding van. En werkelijk verklaren thans de meest geloof waardige Duitsche bladen dat dit Keizerlijk epistel niets meer en niets minder is dan het utiliteits product der ontvlambare verbeelding van een Timesjournalist of correspondent. Hij neemt evenwel daardoor eene extra-ordi naire plaats in bij het groote legioen der poli tieke tinnegieters. Het crediet van de Times zal er, wat geloof waardigheid betreft, gewis niet door gerezen zijn. De bladen met name de Engelschehouden zich thans bezig met de vraag eene psycho logische vraag of vorst Bismarck eene ver gissing beging toen hij een der Carolinen liet bezetten dan wel of die daad hel uitvloeisel was van eene fijne staatkundige bereking De geleerden zijn het niet eens over dat punt. Zóó groot is het gezag van vorst Bismarck zoo groot het vertrouwen op zijne scherpzinnigheid zoo algemeen de erkenning van zijn buitenge woon staatkundig genie dat men aan eene ver gissing aan eene overijlde handeling niet wil gelooven. Bismarck moet een «plan" gehad hebbeneene bedoeling. Welke bedoeling Maar men behoeft nog niet eens aan een verreikend plan of aan eene vergissing te denken in dit geval. Het programma der Duitsche koloniale politiek is bekend. Het Duitsche rijk laat zich alleen FEUILLETON. Generaal Graat. De gedenkschriften van generaal Grant zullen binnen kort verschijnen. De spreekwoordelijke stilzwijgendheid van den schrijver veroorlooft ons niet te hopendat zij veel nieuws zullen mededeelenof ons zijn karakter geheel zullen lecren kennen. Maarschalk Moltke weet in zes talen te zwijgen Grant kent slechts eene taal maar hii heeft de kunst geleerd om zich daarvan niet te bedienen en die gewoonte eenmaal aan genomen zijndeblijft men daarbij. Men zwijgt niet zevenenzestig jaar lang om na zijnen dood te spreken. Misschien zullen de aangekondigde Gedenkschriften enkele punten in 't licht stellen maar zij zullen ons den man wel niet beter leeren kennen dat reeds bliikt uit de uittrek sels door Amcrikaansche bladen gepubliceerd. Een vroeger ordonnansolficier van Generaal Grant heeft het ontbrekende willen aanvullen en geeft in Harpers Magazine merkwaardige bij zonderheden omtrent zijnen generaal. Niet dat hij dezen door en door kentna negen jaren met Grant verkeerd te hebben is diens karak ternaar hij verzekert, hem nog een onoplos baar raadsel gebleven. Miscchien is het niet zoo onoplosbaar als hij meent. De eigenaardigheden van generaal Grant zijn niet alleen hem eigen. Na hem van alle kanton beschouwd te hebben komt men tot de conclusiedal hij een geniale boer wasdoor de natuur begaafd met een zeldzaam militair talentinaar in zedenge leiden door de belangen van zijnen handel en waar Duitsche handelaars zich gevestigd hebben verleent de regeering hun beschermingwaar zij in onbezette streken nagenoeg alleen den handel in handen hebben hijscht de Duitsche regeering hare vlag altijd in overeenstemming met de thans geldende regelen van inbezit neming. Nu hebben sedert twintig jaren de Duitschers handelsbelangen op de Carolinen behalve de Duitschers slechts de Engelschen de Spanjaarden hebben op geen der eilanden eene nederzetting. Men weet dal in 1874 reeds Duitschland en Engeland zich verzetten tegen de aanspraken van Spanje in 't belang van hunne onderdanen. Engelana had niets tegen het bezetten van een of meer der Carolinen door Duitsche troepenSpanje kon geene rech ten doen gelden Het Chemnitzer socialisten-proces zal nu ein delijk na eene voorbereiding van ongeveer anderhalf jaareen aanvang nemen. De arresten van verwijzingbenevens de dagvaardingen tegen 28 September en volgende dagenzijn aan de beklaagden verzonden. Onder hen be vinden zich o. a. de heeren Auer Bebel Dielz FrohmeViereck en Vollmarallen leden van den Duitschen rijksdag. De aanklacht is gegrond op de socialistenwetzij betreft de deelneming aan verboden geheime vereenigingen en ver gaderingen en het verspreiden van verschillende geschriftenwaarvan de openbaarmaking bij de wet is strafbaar gesteld. De heer Gladstone is met zijn gezin op zijn landgoed Hawarden teruggekeerd. Hij geniet eene volmaakte gezondheid doch moet zijne stem nog sparen. Aan het slation Carlisle ten minste waar het publiek hem aanriep om eene speechwees hij op zijne keel en zweeg iets wat den man door allen die hem kennen als eene daad van buitengewone zelfbehecrsching zal toegerekend worden. De voornaamste Fransche staatslieden houden te genwoordig politieke redevoeringen. Na den heer Brisson heeft de heer Floquetpresident der Kamerin het openbaar het woord gevoerd en wel te Perpignanwaar hij in hoofdzaak gewe zen heeft op de weldaden door de Republiek aan Frankrijk bewezen. Hij zeide dat men reeds veel verder zou zijn, woonlen en denkwijze steeds den landman ver radende. Een farmer uit Connecticut of Ohio dieden ploeg in den steek laat voor het zwaarddie net genie van den oorlog heeft, die opperbe velhebber wordt en president van de republiek zal tien tegen eenjuist op generaal Grant gelijken. In zijn militair en staatkundig leven de gewoonten behoudende van zijne boersche diplomatiezal hij stout in 't wagen zijn zoo zijn gestel daartoe leidt, maar zuinig op zijne woorden altijd den grond onderzoekendedien hij betreedt de manierende kunstendie hij niet kentminachtendebarsch uit be schroomdheid en stelselmatig berekenende. De wereld die slecbts aanzietwat voor oogen iszal in die hoedanigheden de eigenaardig heid van aangeboren kracht en oorspronkelijk heid bewonderen zal achter de stilzwijgendheid groote ontwerpen zoeken en een raadsel zien waar slechts een gebrek aan opvoeding bestaat. Grant is noch de eerste noch zal hij de laatste zijndie tot dergelijke vergissingen aanleiding geeft. Zij spruiten voorl uil de algemeene dwa- liug die meentdat het genie eene buitenge wone ontwikkeling is van alle vermogens en krachten van den geestterwijl het integendeel slechts eene buitengewone ontwikkeling is van sommige vermogens. Eensin den tijd van zijn tweede president schap bezocht Grant te 81. Louis de kleine hoevewaarin hij vroeger had gewoond. Daar hij volgens gewoonte zweeg, vroeg een der heeren van zijn gevolg of niet de merkwaardige gebeurtenissen die hem van dit kleine huisje als niet de oplossing vertraagd was door den strijddie daar evenals elders ontstaan was «tusschen de overmatige beschroomdheid der kabinettendie zich slechts door een geest van juristerij en routine laten beheerschenen het voorzichtig maar vastberaden streven naar een hooger ideaal van sociale gerechtigheid." Ver volgens kwam een betoogten einde te bewijzen dat de Kamertoen zij Ferry omverwierp wel wist wat zij deedeu niet aan verbijstering en schrik toegaf. Het duurde langeer Floquet aan het woord kon komen de zamenstelling van het bureau ging met onbeschrijfelijk rumoer gespaard. In het begin werd hij voortdurend in de rede ge vallen. Nadat hij geëindigd hadtrachtte een opportumistde heer Rollandhem te ant woorden maar werd uitgefloten. Floquet sprak toen wederommaar hel geschreeuw en geraas belette dat men zelfs een woord van zijne repliek verstond. Nu zoo meldt men door dc wet van den 26sten Juli 1885. St.blad 169. houdende wijziging van art. 240 der gemeentewet, aan de gemeenten den regel is gesteld omindien daaraan behoefte bestaatop de jaarlijksche begrooting van inkomsten eene vaste som uit te trekken als vier vijfde der rijks personeele belasting, waarvoor krachtens de aangehaalde wet als maatstaf is dienende de opbrengst van die belasting in hoofdsom en rijksopccnlen ge durende de laatstverloopene drie dienstjaren en derhalve de gemeenten voortaan niet meer pro- fiteeren van de toenemende meerdere opbrengst van dat middel daarwaar zulks het geval was schijnt de minister van financiën 't voornemen te hebben belangrijke wijzigingen aan te bren gen in de wet op de personeele belasting daaruit zou zijn de g.gevens juist ver dwijnen de remissie, die, hetzij voor twee derde, hetzij voor een derde van den aanslag, de be lastingschuldigen wordt toegekend, naargelang van de geschatte huurwaardeen een bepaald minimumcijfer voor dien grondslagnaar gelang van het zielentalworden aangenomen. Ver volgens zouden de tweede en derde grondslagen vervallenn.l. de belasting op deuren en ven sters en die op haardsteden en een equivalent naar het Witte Huis te Washington hadden overgebrachtop hem den indruk maakten van een tooververhaal uit de Duizend-en-een Nacht. «Ik dacht daar in 't geheel niet aan" antwoordde Grant. Waaraan dacht hij dan Misschien aan niets misschien aan het weer, misschien aan de aard appels die zijn opvolger had gepoot. Min of meer romantische gedachten kwamen bij hem niet op. Generaal Grant was niet stilzwijgender dan een ander tot op het oogenblik waarop het gevoel van zijne verantwoordelijkheid hem begon te drukken. Ilij had altijd in middelma tige omstandigheden verkeerd. Om her.i in zijne kracht te doen kennenmoest het toeval te hulp komen en hem een leger te bevelen geven. Zoo niet de oorlog ware ontstaanzou een hel grootste generaalsdie ooit leefdenonbekend zijn gebleven. Hij groeide met zijne taak. Ken gewoon man in gewone omstandighedenwerd hij een reus in 't gevaar. Toen hij nog aan de westelijke grens a's sub altern officier diende, trok niets in hem do aan dacht van zijne medeofficieren, maar nauwelijks gebood hij over honderdduizenden of hij toonde de eigenschappen van een groot bevelhebber. Zoolang hij zelf het hakhout van zijne kleine hoeve voortsleepte om het te St. Louis te ver knopen, gelukte hel hem niet iets te worden hoe hard hij ook werktemaar nauwelijks moest hij tegenover de beste diplomaten van Europa eene zoo ingewikkelde zaak als de Alabama- quaestie behandelen of hij toonde eene be kwaamheid en handigheiddie hem de overwin ning deden behalen. Toen hij te Galena zijn

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1