•*34*8. EERSTE Ml BLAD.
Donderdag 17 September 1885.
rnnau gm.
Uitgever l>it bind rerichljnt Mmndsy «n IhntUrdtgmiddmg. Aimnnomont p*r g mukden /I.-. Franco pc. Bureau
A. H. V A N C L E E F F po,t /uy A11™*"1'*» *-• m.cr 10 Cu.irroou i«-«e« amr *r TT TT tt h li 7 w w
tfl A rr»Arnfr»r»»»f plaaUruimU»oor randan en undare ratra inrii(ting Kracl.ie.lt liooKera prijilwrekuning. LrK»le, UttUUlfifiUI
ofEcieéle en onteigen. Ad», per regel 15 CU. Roclumc* pnr regel 85 CU. Aft. nam „n in <:u. hook KortograchtWUk B 00.
De GRIFFIER der STATEN van de Provincie
UTRECHT
Brengtals daartoe gemagtigd ter kennis
van de daarbij belanghebbenden dat de be-
grooling der enkel provinciale en huishoudelijke
Inkomsten en Uitgaven voor 1886. bij koninklijk
besluit van den 4. September 1885. No. 20,
goedgekeurdtegen betaling van 40 cents per
Exemplaar ter Provinciale Griffie verkrijgbaar
is gesteld.
Utrecht, den 10. September 1885.
De Griffier dei1 Staten voornoemd
DE KOCK.
De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR
alhier maakt bekend dat in verband met de
aankondiging d.d. "2 Sept. jl., voortaan op Zon
en algemeen erkende Christelijke feestdagen geen
verzending zal geschieden per Ccnlraalspoor
richting Utrecht ten *2.16 's nam.
Amersfoort, 15 Sept. 1885.
De Directeur,
C. SMIT T.
Politieke Revue.
Er zijn toenemende kenteekenendat de
tusschen Duitschland en Spanje aanhangige eilan
den-kwestie weldra vredelievend zal worden op
gelost, volgens onderstaand bericht.
Behalve enkele kleine internationale en na
tionale incidenten, die wol altijd in verschillenden
aard in Europa voorkomenhcerschl er vrede
en in andere werclddeelen is dit meerendecls
ook gelukkig alzoo.
Minder gunstig dan den algemccnen staat
kundigen toestand ja zelfs ongunstig is in den
laatsten tijd de stoffelijke-handels-fabrieks-
en financieele toestand in Europa en grooten-
deels elders.
Gaat het onder de gegoede standen en in
zaken gansch niet bestzoo werkt dit natuurlijk
xeer nadcelig terug op de arbeidende standen.
Is er thans nog weinig vooruitzicht dat dit
«zeer spoedig" zal verbeterentoch is het best
mogelijk dal «geleidelijk" daarin eene voor hel
algemeen favorable wending zal komen.
In de Spaanschc ministerieelc kringen wordt
geloofd, dat de quacstie over de Carolina-eilandcn
FEUILLETON.
1) EENE
Inkwartiering en hare gevolgen
door S
«Hebt gij het gehoord Is het waar?
Gelooft gij het?Wat zegi gij er van
Deze en dergelijke uitroepen werden erop zekeren
dag van eene zekere maand in een zeker klein
stadje door eenieder geuitdie een kennis op
straat ontmoette. Men konen men wilde
het niet gclooven, dat er inkwartiering van cenige
honderd man soldaten met hunne officieren te
wachten was. Het gerucht bracht alle gemoe
deren in beweging en maakte het onderwerp
van alle gesprekken uitzoowel van het dienst
meisje met hare «kameraadals van hare mees
teres op de dameskrans. Dien avond werd er daar
over niets anders gesproken en goedkeurend
knikten de damestoen de vrouw van den dok
ter eene zeer gezette dame van vijftig jaar
die zoo gaarne een tiental jaren jonger wilde
schijnenzeide
«En hoe of het zijof ze komen ol nietik
wil geen officier in mijn huis hebben. Ik betaal
liever dubbel geld voor liet besteden van eenige
manschappendan dat ik zoo een" en een
minachtende beweging vergezelde hare woor
den «logies geef. Daarenboven zal mijn man
het niet toestaan, want men kan nooit weten,
hoe dwaas zoo'n heerschap zich gedragen kan."
Hoewel al de aanwezigen overtuigd warendat
officieren dwaas kunnen handelenwaren zij
er echter ten zeerste van overtuigd dut zij alle
nog vóór het einde dezer maand in der minne
zal geschikt worden De opgewondenheid onder
de Spaansche mariniers is bedaard na de be
lofte van den minister van marinedat hij de
instructiën zal openbaar makenwelke aan de
commandanten der drie naar Yap gezonden
vaartuigen gegeven zijn. In het geheele land
heerscht rust. De in omloop gebrachte geruchten
als zou de toestand in het binnenland van Spanje
ernstig zijn, worden door niets gerechtvaardigd.
Het laatste bericht over hetgeen op de Philip-
pijnen en de Carolina's is voorgevallenisals
het juist iszeer belangrijk. I)e bevelhebber
der marineschepen te Manila heeft het aldus
medegedeeld. Toen de Spanjaarden, zagen dat
de Duitsche vlag op het eiland was gehcschen
zocht de benoemde gouvernour der Carolinm
Dahrilis den Duitschen commandantdie nog
aan wal vertoefdeop en verweet hemdat
hij zich had schuldig gemaakt aan zeeroof en
schending van het internationale recht. Hierop
antwoordde de kapiteindat hij slechts de be
velen van zijne regeering had uitgevoerd. Een
zeer warm dispuut volgdedat eerst eindigde
toen de Duitscne kapitein naar zijn schip terug
keerde.
De gouverneur ging toen aan boord van de
San Quintin en eischtedat kapitein Espana
de commandant van het schip het vuur op de
Duitsche boot zou openen. De kapitein weigerde
dit daar het in strijd was met het uitdrukkelijk
bevel van den gouverneur-generaal der Philip-
pijnen om eene botsing te vermijden. Senor
Babrilis nam toen alle verantwoordelijkheid op
zichmaar kapitein Espana bleef weigeren
waarop Babrilis den officieren en manschappen
gelastte te vuren. Toen greep echter de kapitein
een revolver en verklaardedat hij ieder zou
neerschietendie het bevel herhaalde of uit
voerde. Babrilis herhaalde het bevelde kapitein
gaf vuur, schoot hem door den schouder en
bracht hem als gevangene naar Manila.
Bij de wet op de recidivisten in Frankrijk
is het politietoezicht over ontslagen misdadigers
afgeschaft. In eene circulaire van den minister
van binncnlandsche zaken worden te hunnen
aanzien nieuwe bepalingen uitgevaardigd. Het
verblijf te Parijs en omstreken Lyon Marseille
en acht andere groote steden wordt aan reci
divisten ontzegd evenals dat in het district
waar zij gevangen gezeten hebbenen in som
mige gevallen ook dat in de plaats, waar zij
hun misdrijf pleegdenalles op strafe van vijf
jaar gevangenis Maatregelen zullen genomen
worden om eiken recidivist de hem persoonlijk
betreffende verbodsbepalingen kenbaar te maken.
De Regeering heeft haar antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over den
spoorweg Amersfoort—Nijmegen ingezonden.
Voorop stelt zijdal geen enkel argument
te beantwoorden bleek waarom de lijn niet
aan de II. IJ. S. M, en wel aan een ander moest
zijn toegewezen.
De Regeering blijft voornemenseen recht-
strecksche spoorwegverbinding Amersfoort
Nijmegen lot stand te brengen. Slaagt de minne
lijke schikking daartoe nietdan mag echter
al is zij geringde kans niet over net hoofd
worden gezien datloopende een rechtsgeding
gedurende eenigen tijd het rijden van treinen
tot Nijmegen wordt belet; het is dus niet won-
schelijkin de wet een termijn te bepalen.
Overwegend bezwaar blijft de Regeering voor
shands hebben legen de groote uitgaven welke
vereischt zouden worden door ook de Expl Mij.
te Amsterdam te doen aansluiten. Met die Maat
schappij is er ook niet over onderhandeld om
zulk een lijn door haar te doen leggen.
Een regeling omtrent fibre parcours op de
fijn Amsterdam—Amersfoort is aan de li. IJ.
S. M. voorgesteldmaar door haar beslist ge
weigerd. De Regeering meende echterdaaraan
het nu beoogde hoofudoel niet te moeten op
offeren.
De Regeering verdedigt voorts den voor do
schadeloosstelling voor het medegebruik aange
nomen maatstafdie reeds meermalen als grond
slag werd aangenomen bij belangrijke stations.
Welke schadeloosstelling de Ë.-Mij. cischen
zal als haar het medegebruik van de lijn Res
terenNijmegen wordt opgelegd op die vraag
kon de Regeering niet antwoorden de rechter
zal die vergoeding nooit hebben te bepalen
want de II. Raad heeft beslistdat der maat
schappij in zoodanig geval geen vordering toe
komt.
gedachten aan eenige dwaasheid ten opzichte
van de doktersvrouw zouden laten varen maar
men wachtte er zich wel voor om dit te kennen
te geven.
«Och," hervatte de vrouw van een rentenier
hoewel we in het midden willen laten of haar
man die betrekking wel naar zijn ver
mogen kon bekleeden enfin de man was
eenmaal rentenieren men wil zich in het ge
heim ontbering getroosten om dien naam te dra
gen «ik heb liever een officierik zou geene
enkele reden wetenwaarom ik hem minder
gaarne in mijn huis zou ontvangen. Ik geloof,
dat hij zich wel naar de leefwijze van mijnen
man en mij zal kunnen voegen't is zelfs to
hopen voor hem dat hij nimmer slechter inge
kwartierd zal worden."
«Dat is verstandig geredeneerd zoo mengde
de vierendertige juffrouw van der Staak zich in
het gesprek«als allen van hetzelfde gevoelen
waren als umevrouw van der Kroondan
zouden de officieren geen logies bekomen. Ik
magik kan niet zoo handelen als gijen
een deftig knikje in de richtingwaar de rente
niersvrouw gezeten waszette hare woorden
meer nadruk bij, «want dat zou in mijne positie
ongepast zijnmaar ik zou gaarne"...
«Een officier te logeeren hebben," viel eene
jeugdige frissche stem genoemde juffrouw in de
rede. «Nudat heet ik eerlijk voor zijne opinie
uitkomen ik echter schaar mij gaarne aan uwe
zijde en hoop hartelijkdat l'apa er ook zoo
over donken zal." Allen staarden do moedigo
spreekster verwonderdsommigen zelfs een
weinig donker aanmaar een blik uit de
schalksche oogen deed hare verstoordheid wijken.
Geen wonder ook want Lizzy von Grader was
het aardigste achttienjarige wijsneusje dat men
zich kan voorstellen. Mooi in den eigenlijken
zin des woords was ze nietdaarvoor zou men
haren mond te grootharen neus te spits ge
vonden hebbenmaar haar geheel voorkomen
maakte toch eencn alleranngenuamslen indruk.
Haar korte weelderige lokken omgaven in on
telbare krulletjes haar frisch lief gelaatboven
dien wist zij door eene elegante wijze van kleeden
haar beelderig figuurtje voordeehg te doen uit
komen.
Zij was het eenig kind van den schatrijken
ex-bankier von Grader, die eerst onlangs tot den
adelstand verheven was. Nadat hij zich uit zijne
zaken had teruggetrokkenhad hij een mooi
huis in het stadje gekocht, 't Valt gemakkelijk
te begrijpendat Lizzy door hare ouders met
afgodische liefde bemind werdhaar wil was
eene wet en men was blijde daaraan te kunnen
voldoen. Een wonder was hetdal Lizzy's karak
ter bij zooveel liefde en toegevendheid onbe
dorven bleefzij bezat eene kinderlijke vrijmoe
digheid die aller harten deed winnen en hare
onbezorgde vroolijkheid riep zelfe op het som
berste gelaat een glimlach te voorschijn. Jon
gelui waren er niet veel in het stadjemaar
die weinigen waren hare trouwe aanbidders
sinds hare terugkomst van de kostschool. Zij
ging met allen op dezelfde ongedwongen wijze
om; nu eens scheen zij hunne oudere zuster,
dan weer eon vriendin doch nooit gaf iets
in hare woorden of in hare bewegingen te
kennendat zij in hunne beleefdheden iets
anders zag dan vriendschap.
Maar nu wordt het lijd uat we naar de dames