Maandag 27 September 1886. jh 5559. Uueever A. a. VAN CLKËPF te An^ersfoort. Uit h|»rt "r.cnnni Hr.aHlla9m, Jiam,er>ia,jmi,U*3 Ai.onaamn.it yrt 3 manden fl.-. Pruco p-i pmt/1.16. \d*art«nti«B I 0 regeli 00 UU.elke roKel uieer 10 Cu «root» letter, .ui pluetaruiintf. *our r»nueu en nuilrre eitre mrnrtioR (eecluedt boogcre prgiberakeniag. Lagele officieCle en o»le.Kei. Ad», per reKel 16 Cu. lteelMue per re«.l 36 Cu. - J/,, u.mmtr, 10 Cu. hO0k KortOlZracht Wjjfc II 00 Bureau MUUUHUIZEN K li ii i s <4 v i :i De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSKlOHT doen lis welcn l.<I door den Itaad diei gemeente in /.ijne vergadering van .'JO Augus tus 1886 is vastgesteld <lo volgende verordening VcfUORDS8INJ1 liouioudo bapalia goa ia oht ta ao non bij bet oatsta&a ea met betrekking tot bl ispchin* van braai. Ar'ikel. I Wanneer ergens brand ontslaat is ieder die zulks bemerktverplicht daarvan lade- lijk aan den bewoner ol bruiker van liet gebouw crl ol vaartuig kennis Ie geven Art 2 D" bewoner ol'bruiker van een gebouw, erf of vaartuig waarin brand ontslaati?zoodra bij daarvan kennis draagt verplicht dadelijk zijne naa«le buren te waarschuwen. B-ze doen biervan zoo spoedig mogelijk aaneen politiebeambte aan liet bipviiii van politie of narlilwarhihuisjc mede- deeling \rt. .1 De bevelen van den Burgemeester, van de beambten ln| de brandweer en der politic moe ien iloo ei-nieiler nagekomen worden en niemand zal liet hliHM b-n op eenigci lei wijze mogen ver hinderen Art 4 lel i* vei bmlen zonder vergunning of zonder daal loc terzake van ambt.- ol dienslbetrek- king geroepen ol door de politie toegelaten Ie zijn bij brand binnen den al'gezetlcn kring le komen ol /.irh daarbinnen opleboii-len tenzij men ei genaar gebruiker ol huurder van perceelen of erven binnen den afgefloten kring gelegen. Art 5 be wonerah- uikers of eigenaars van gebouwen ei ven of vaartuigen waarin d<* brand ontslaan en van die binnen hel afgesloten lei rein gelegen moeien aan de leden van bel dagclijksch be Iiiiir der gemeente, de beambten van de brand weer, en ben die mei hel blussehen belast zijn op bun verlangen, dadelijk den toegang tul den brand en de gelegenheid tot het aanwenden der blusrlimidilelen verle,enen Art. t». De bewoners bruikers of eigenaars van ge' ouwen ol getimmerten zullen moeten ged agen dal die gebouwen of getimmerten indien de Burgemeester zulks gelast, geheel ofgedeeltebjk wot den ontruimd ol omver gehaald tri. 7. Zond r to 'stemming van den bewoner bruiker ol eigenaar mag builen de leden van liet dagelijkseli bestuur der gemeente'de beambten van de brandweer ol de politie niemand de door bi »n«1 aangetaste of bedreigde gebouwen erven ol vaartuigen binnentred- n Ait 8. liet is verboden goederen buiten den afgezelten kring te brengen, indien men niet daar toe bepaaldelijk vei lof heell bekomen van de politie. Art. 0. Alle voorwerpen uit het brandende ge bouw of vaartuig ol de nabij gelegen woningen erv n ofvaai tuigen afkomstig benevens alle za ken behoorende tot het bluschmateriëeldie ter gelegenheid van den brand in hel bezit van der den mochten geraakt zijn zullen doorden houder daarvan uiterlijk binnen 24 uren aan de eige naars teruggegeven moeien worden. Wanneer de eigenaar hem niet bekend is zal hijbinnen gelijken termijndaarvan aan het bu reau van politie kennis geven Art. 10. Na gemeld tijdsverloop is ieder, die weet dat een ander dergelijke voorwerpen onder zich heell, verplicht zulks binnen 24 uren op hel bureau van politie kenbaar te maken. Art. 11. Ingeval het personeel der brandweer en de vrijwillige hulp onvoldoende zijn lot blus sehen, is iederdie door of van wege hem die bij den brand het bevel voert, daartoe wordt gelast verplicht dadelijk zoodanigen dienst te doen of hiistand te verinenen als van hern gevorderd zal worden, tenzij hij door lichaamsgebreken of uit anderen hooide daartoe builen slaat mocht zijn De ingevolge de b-palingen van dit artikel aan liet werk gesteldenbehoeven hoogstens gedu rende drie achtereenvolgende uren diensl te doen. Art. 12. De bewoners ol de bruiker* van ge bouwen erven en vaartuigen biuuen den afge- zelten kring moetenwanneer zulks door of van wege hem. die bij den brand het bevel voert, wordt gelaslbij nacht of duisternisgedurende den brand uil hunne gebouwenerven of vaar tuigen eene lanlaain hangen, waarin behoorlijk licht brandt, of voor hunne vensiers behoorlijk brandende lichten plaatsen, of wel hunne lanta rens voor de brandweer beschikbaar stellen. Art 1.1 De personen in art. 12 vermeldmoe ien wanneer zulks door of van wege hem die bij den brand bel bevel voert, wordt gelast, voorde beambten van de brandweer en voor ben die met hel blussehen belast zijn hunne woningen en erven openslell-nen toelaten dal deze uil de pompen putten of vijvers daar aanwezig water balen eene tobbe of emmer gevuld met water naast den ingang van hun huis plaatsen, en zorg dragen dal die gestadig worde aangevuld of wel toelaten dat de slangen der brandspuiten over de erven en door de woningen gelegd worden en in pullen of vijvers worden gebracht tot dadelijkeo aanvoer van water Art 14 De peisonen in art 12 vermeld, moeien hij vriezend wederwanneer zulks door ol van wege hem die bij den brand het bevel voertworth gel istlot na liet inrukken van liet personeel met de blussching belast voortdurend kokend water voor dal personeel beschikbaar stellen. Art. 1f» Ingeval van brand 'zal een ieder wien dit door ol van wege den Burgemeester wordt gelast de hooldkraan der gasleiding in zijn bui? inoe'en afsluiten Art 16. Ter uitvoering der voorschriften van deze verordening wordt aan de beambten van de brandweer en aan de brandmeesters der vrijwillige brandweer, mits van hun on derscheidingsteken voorzien de bevoegdheid gegevenomdesnoodig vergezeld van hunne ondergeschiktenmet hunne bluschmiddelen de woningen der ingezetenen ook huns on danks ten allen tijde binnen te treden met inachtneming der bepalingen van de wet van den 11 Augustus 1851 (Staatsblad no. 83.) Art 17. Voorzooveel daartegen geene straf bedreigd is bij eene weteen algemeenen maatregel van inwendig bestuur of provinciale verordening, wordt elke overtreding van de artikelen 5. 6. 7 en 9 gestraft met eene hech tenis van ten hoogste drie dagen of eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig gul den en wordt elke overtreding van een der andere artikelen gestraft met eene geldboete van ten hoogste vijl en twintig gulden. Art 18 Deze verordening treedt in werking den 1 October 1886. met welk tijdstip buiten werking zijn ge-teld de bepalingen vervat in de artikelen 189 tot en met 258 van het algemeen oolilie-reglement der ge meente Amersfoort, vastgesteld den 1856 FEril LLETON. NELLY. 37) Oorspronkelijke Novelle door S Zich in hare volle lengte verheffendevraagde zij op onbeschrijfelijk koelen toon «Waaraan moet ik het toeschrijven, hoer baron dat pij hel waagt op dat uur onaange diend mijn huis en nog wel mijn kamer te betredenIk kan mij geen enkele oorzaak voorstellen, die uw handelwijze verontschuldigt." «Ook dan nietwanneer het verlangenom u. te zien en te spreken mij daartoe dreef. Ik weet zi'ils niet wat ik deed toen ik de lage tuinmuur overklom, en afgaande op het licht, dat uil dit venster straalde, uwe woning on opgemerkt door de achterpoort betrad en als een diet naar dit boudoir sloop. Vergeef mij mevrouw, maar ik moest u zien ik geloof dat ik krankzinnig wetd van verlangen om in uwe donkere oogen te staren." «Houd op, mijnheer, hol voegt mij niet en afgekondigd den 2 Augustus daaraanvolgende, zooals die zijn gewijzigd bij de verordening vastgesteld den 29 Juni 1875 en afgekondigd den 10 Augustus van dat jaar Zijnde deze verardening aan de Gedeputeerde Staten van Utrecht volgens bun bericht van den,10 September 1886 in afschrift medegedeeld. En is biervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 16 September 1886, de* voormiddags te elf uren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. T A J. VAN ASCII VAN WDCIL De Secretaris W. L SCI1ELTUS. NEOERLANOSCH METTRAY. In druk is thans verschenen het jaarverslag der Landbouw Kolonie Mettray" op Rijsselt bij Zulfen (Beschermheer Z M. de Koningt, uitgebracht in de 15e gewone vergadering der Hooldcommissie ran de Yereeniging Ned. Met tray. gehouden op de kolonie den 4 Juni jl. Aan dit verslag dezer nuttige in>telling welk verslag wij gaarne aan onze waarde stad- genooten. de? verzocht, ter lezing geven onileenen wij beknopt (want plaatsgebrek belet uitvoeriger behandeling) meerendeels het vol gende Nkderlandsch MeTTfiAY is eene stichting, welke ten volle de sympathie van eenieder verdientdie het wél meent met onze Neder- landsche bevolking, vooral met het opkomend geslacht. Daar toch vinden hulpbehoevende en ver waarloosde knapen van den llerv godsdienst bij gepast streng toezicht, eene liefdevolle be handeling. en wordt er op uitstekende wijze door de Commissie voor gezorgd dat zij in het vak hunner keuze de noodige bekwaamheid in de daarvoor aanwezige werkplaatsenkun nen verkrijgenopdat rijwanneer zij de ko lonie verlatenin hunne behoeften kunnen voorzien Een schitterend bewijs omtrent een en ander leggen de rapporten ?f. welke de directeur omtrent de in de laatste vier jaren ontslagen kweekelingen ontving Daaruit blijkt datmet weinig uilzonderingen allen een goed ged ag leiden en in staat zijn het dagelijksche brood te verdienen. Voorwaar eene schoone belooning voor de Commissie en voor hendie Ned. Mettay gel delijk en op andere wijze steundendoch bo venal eene groote satisfactie voor henaan wie het onderwijs c a aan de inrichting is toe vertrouwd. Alleen door hunne uiterst moeielijke taak met hart en ziel te vervullen, kunnen zij gunstige resultaten van hun onderwijs enz. als fatsoenlijke vrouwuwe hartstochtelijke taal aan te hooren. Verlaai. mij dadelijken ik wil uw onbetamelijk gedrag vergelen." «Zou ik nn heengaannu ik u eindelijk eens zonder getuigen ontmoet. Dan kent gij mij niet. irotsche schoone; 'tduurt lang voor dat eene vrouw mij behaagt, maar is dal ook eenmaal het gevaldan «Moet ik mijne bedienden schellen, mijn-- beerora u uitgeleide te doeoi? Ik wil u niet lenger aanhooren." «En toch zult gij dat schoone vronw 1 Want als uwe bedienden mij hier zien dan zullen zij zich daarover eerder om uwent- dan ora mijnentwille verwonderen. Gij kent de werekl te goed om niet le weten dit den man «Spaar mij verdere disenssiënbeer beron en vertrek." 3Niet alvorens gij mij gezegd heb', dat gij mij mijn indringen niet euvel duidten dat ik in het vervolg hopen magop eene meer gunstige gezindheid van u jegens mij." «Mij dunkt, baron, dal gij, om daartoe le geraken slechte pogingen in het werk stelt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1