Donderdag 9 Augustas 1888.
J\i »>7 4»>.
AMERCFOORTSCHE COURANT.
K D" «'"Chljnt KB DondeedngmMog. Abninrmnnt par 8 maandnn <1.—. Franco per hOök Kortegracht Wijk B 60
A. H. VAN CLE EPF P-« /l-IS. Adr.rtcntiCn 1-6 reKeli (IllOt,,; .Ike rrfcl near I* Cu. „root. lrHar, Cmx Buroail
te Amornfoort pUnUrnimtc rnor rule, a, „„J™ «lm i„ri*ling R«ohiadi prijib-rrt,,»- LarUi w rr rr r,
mernroort. offlciniU aD onteigen A4* per rep-l 15 Cta Haetamaa per natel 35 Ctt Af, imifl Cta MUUBHÜIZEN
SPAARBANK
Hot bestuur zul zijne eerstvolgende zitting
houden op MXANDAG 1.1 AUGUSTUS e k. ten
ilaudhuize te Amersfoort, des namiddags van
12 lol 1 ure.
A. J. BOSSecretaris.
HULPBANK te AMERSFOORT.
Tot hel geven van gei.den ter leen zul cene
Commissie uil liet bestuur op M A A N D A G,
den l.l. AUGUSTUS aanslaande, 's namiddags van
liAi.t'TWKK tol iiai.kdrir zitting bonden in een
der localen van hot Üaadliuis, alwaar de be
langhebbenden zicli kunnen aanmelden, ook
voor liet teruggeven van gelden.
lIKIl.Mv P. VAN IIASKLEN,
Secretaris-Penningmeester.
PUBLICATIE
I). COMMISSARIS J". KONINGS in d- Provincie UTRECHT,
Gerieu Int. bmluil va» lieorru Go le|Mili'crJ<' StatOB der provincin
HJlri'i'litdd 2 Auguslu* 1888, Nu
"del. np »rt I I der wot van 13 Jnuij 1857 (Stuatablad No. 871.
Uri'iiK1 r kennis van de belanghiibhrn.Uli dal de opening der
jagt tn de provincin 'tre-hl ia bepaald op Donderdagden 0. Sep-
iemhrr aamtaandrmet som-opgang rael uitzondering der jagt op
fazanten waarvan de opening wordt bepaald op Maandag 1 (Jrla/,rr
daaraanrntgeiide en dat de lange jagt alleen des Uinjsdagt en dea
irijdagt van iedere week zal mogen worden uitgeoefend dat het
jagen in ongeinaaid te rcld itaand koren peulvrucliteu en klavor-
zaad, welke nog in 1888 moeten geoog.t wordcu verboden ia,
even alt lint jagen in tabak zoolang liet zoogenaamd teel gotll
mei ia geoogat.
F.n tea einde niemand eanige onwetendheid hiervan kunne voor.
wenden zal deze worden afgekondigd on aangeplaktwaar zulks
te doen gebruikelijk i».
Utrecht, deu 8. Augustus 1883
lie Commissaris des Koningi voornoemd
Bij afw ezen
Het Lid vau Gedeputeerde Staten
11. G. RoMElC
Teneinde eens in een enkel nummer de ro
mantische feuilletons altewisselen is aan voet
dezer bladzijde eene rede betreffende de Grieksche
en Lalijnsche talenenzgeplaatst.
Politieke Revue.
Te Parijs zijn de republikeinen zeer gerust,
misschien al te gerustwant de overeenstemming,
die tol stand gekomen was lusschen de fraction
der republikeinen tegen Boulangeris door de
socialisten bepaaldelijk opgezegdomdat zij be
weren dal Boulanger slechts een der Bonapartislen
De Crisis in
het klassieke onderwijs.
Bij <le prijsuildeeling der Parijsche lyceums
in de Sorbonne (f) beeft de minister van onder
wijs onlangs eene in die omgeving merkwaar
dige rede gehouden. De ministerde heer
Lockroy meende dat het klassieke onderwijs
in Frankrijk zoowel als in andere landen
eene crisis doorleeft, liet beeft zijne verdedigers,
die de minsle verkorting van het klassiek on
derricht een gevaar achten voor de maatschappij
ol eene heiligschennis. En het heelt ook zijne
besliste bestrijders in hen die, de behoelten der
tegenwoordige samenleving boven alles stellen
de alles van bet leerprogramma zouden willen
schrappen, wat niet van practisch nut is. Hij,
spreker, behoort niet tot degenen die in on
derwijszaken plotseling veranderingen wenschen;
doch hij denkt evenmin, dal hel geraden is de
bewegingdie zich allerwege openbaart ten
gunste eener andere richtingte minachten cn
halsstarrig wijzigingen in het onderwijs legen
le werken Als alles om ons been verandert,
kunnen wij dan hopen dat het onderwijs aan
deze wet der revolutie ontsnapt
Spreker zou niet gaarne willen dat hij ge
acht werd de schoonheden der oude letteren te
miskennen. Hij gelooft dat niets ter we raid de
bekoorlijkheid van sommige aloude meesterwer
ken kun evenaren. De Grieksche dichters b. v.,
Lyceum was aanvankelijk een gerecht te
Athenewaar liet standbeeld van den held
Lyons in willsgelaanto stond; daarna was het
dé si hooi van Aristotelcs voor de muren van
Athenethans helcckenl lyceum eene school
voor honger ouderwijs.
iszoodat geen buitengewone maatregelen tegen
over hern meer noodig zijn.
Hel lagerhuis heeftzooals men weetin de
algeloopen week eene reeks van de Fransche
bladen zouden zeggen «slormachtige» zit
tingen gehouden. Hel is geregeld storm in
't lagerhuis als Icrsche quaesties aan de orde
zijn en de thans behandelde was van zeer ver
bitterend karakter F.en voorstel om de hande
lingen de staatkundige agitatie van Parnell
en zijne volgers a.in eene enquête te onder
werpen moest wel de hartstochten in bewe
ging brengen en aanleiding geven tot onstui
mige tooneelen.
AVat Italië in Egypte wenschl wordt steeds
duisterder. De Massowah-quaeslie is nog niet
opgelost en nu neemt dit rijk de kust van Zula
in bezit, officieel door Abessinië aan Frankrijk
algeslaan in 1840. Terwijl nu Frankrijk betref
fende Massowali opponeert en Turkije formeel
ontkentdat Italië recht heelt op souvereini-
teilsrechiendie de Porte toekomenkomt het
bericht dat de Negus van Abessinië zijn leger
opnieuw verzamelt otn tegen Italianen op te
trekken men meldtdat de strijdmacht onge
veer .100.000 man bedragen zalnu beter ge
wapend dan verleden jaar.
Ingezonden.
it IJ If.
Er is bijna geen woord dat meer gebruikt en
minder begrepen wordt dan hel woord r ij k. Wij
willen trachten hieromtrent eenig licht te ver
spreiden. Rijk is iederdie x uitgaven en aH-*
inkomsten heeftdat is wiens inkomsten meer
zijn dan de uitgavendie hij doen moet. Nu
hebben zeker niet alle menschen evenveel in
komsten en ieder is geneigd hem die meer
inkomsten heeft dan hij zelf, voor rijk te houden.
Dit is echter in vele gevallen onjuist. Een mi
nister b. v. heelt zeker veel meer inkomsten
dan een klerk maar de minister is door zijnen
stand tot veel meer uitgaven gedwongen. De
president der Fransche republiek ontvangt een
aardig sommetje voor reiskosten. De vorige
stak dit op en reisde niet. Dit werd hem zeer
en vooral de oudsten onder henhebben het
gelukkige voorrecht vóór ons de gevoelens uit
gedrukt te hebben die gemeengoed zijn ge
worden. Zij waren de eersten die hel noensche-
'hjk hart genaderd zijn en door hunne fijnheid
van onderscheiding ons vervuld hebben met
bewondering. Zij hebben hunne indrukken we
ten te vertolken met eene naïeveleildie in de
woorden alle kracht en (rischheid van dat ge
voel heeft behouden. Er is bij Homerus eene
verbeeldingskracht, zoo keurig, dat men haars
gelijke niet terug zal vinden.
De Lalijnsche letterkundeaan welke tot in
den laalsten lijd eene misschien overdreven
waarde in de leerprogramma 's is toegekend
komt mij voor evenals aan meer dan uwer.
minder heerlijk te zijn zij is niet oorspronkellijk
als de Griekschezij is minder geschikt voor
het bevattingsvermogen van den jongeling. Zij
heeftwaar zij edel wil zijn van gedachteiets
gekunsteld» dat wij in zekere tijdperken nage
volgd hebben maar waarvan wij ons los hebben
gemaakt Maar tochdu Lalijnsche letterknnde
is met hare gebreken nog eene zeldzame bron,
die, als de Grieksche groote denkbeelden, fiere
gevoelens en edele uitdrukkingen verspreidt.
De minister begrijpt dus dat de studie der
beide talendal de meesterwerken dier letter
kunde meer dan één prooien geest in hartstoch
telijken gloed gezel hebbenen is ver van hem
de gedachte zei Is een zweem van minachting op
de studie der oude letterkunde te werpen. Hij
(f) De SonnoNNK is te Parijs een groot ge
bouwwaarin vóór de 1e Fransche revolutie
een theologisch college zetelde. Het was in de
13e eeuw door Robert de Sorbonne. biecht
vader van Lodewijk deu heiligegesticht.
kwalijk genomen en is zeker een der oorzaken
van zijne afzetting geweest. De tegenwoordige
president denkt er anders over. Hij reist veel
doet overal aanspraken gedraagt zich overal
heel vriendelijk, en zegt, als hij wordt toe
gejuicht dit geldt niet mijCarnot maar de
republiekwelke ik vertegenwoordig. Dit maakt
én hem zeiven én de republiek in geheel
Frankrijk bemind. Stel nu. dal hij al het geld,
dat hij voor reiskosten ontvangtop reizen uit
geeft dan maakt dit hem niet rijkermaar hij
wordt geacht en bemind. De vorige deed het
nietwerd rijkermaar werd geminacht en
afgezet. Bovendien heeft hijals president der
republiekeen groot inkomen. De vorige had
dit ook gaf veel minder uit en werd dus rijker.
De tegenwoordige geeft veel uil aan maaltijden,
waarop hij allerlei menschen van invloed noo-
digt Deze maaltijden maken hem bekend en be
mind en strekken dus ook tol bevestiging van
zijn gezag en dat der republiek. Zij zijn geen
overdaadal wordt er op één zoodanigen
maaltijd meer verteerd dan hel inkomen van
verscheidene klerken. Hij moet ze gevenof het
hem vermaakt of nietomdat zijn post dit ver-
eischl'. Een klerk, behoeft geen maaltijden te
evenen zóó is het mogelijk dat de presi-
ent k inkomen heeft en x uitgeeftterwijl
de klerk x+n inkomen heeft en x uitgeeft,
zoodat de klerk in zijnen stand rijker is dan
de president.
Wanneer men dus spreekt van ambtenaars
die rijkelijk bezoldigd zijn dan bedenke men
daarbijdat de eersten reel meer moeten uit
geven dan de laatsten. Indien men dus zegt,
datde rijkelijk bezoldigde ambtenaars het onderwijl
hunner kinderen geheel moeten betalen zonder
dal de staat, door aan de leeraars traktementen
le gevenhierin te gemoet komtdan vergeet
mendat die rijkelijk bezoldigde ambtenaren
door hun ambt tot uitgaven verplicht zijn die
van de karig bezoldigde ambtenaren niet gevorderd
worden en als men dit niet vergeetdan zal
men inziendat deze eisch onbillijk is Wij
blijven dus bij onze beweering datindien de
bezoldiging der leeraren werd ingetrokken en
van de rijken gevorderd werddal zij de leer
aren betaalden al heel weinig menschendie
zou zelfs het peil dier studie nooit verlaagd willen
zien. Maar men mag zich niet vleien met de
hoopdat men ze aan ieder kan opdringen. Er
zijn hersenenwelke met die studie niet dan
met nadeel overladen kunnen worden en wij
opvoeders, hebben niet het recht een deel onzer
intelleclueele krachten te laten verloren gaan of
slecht aan te wenden Het raadzaamst is dus
eene schifting te maken en de studie der oude
letterkunde te bestemmen voor hendie daar
voor eene bijzondere roeping gevoelendie door
aanleg en smaak daarvoor aangewezen zijn.
Vervolgens sprekende van de meesterwerken
der letterkunde van den nieuweren tijd en van
de eischen der tegenwoordige samenlevingzeide
de minister dat wijons ondank*er wel toe
moeten komen Cicero minder te lezen dan Vol
taire. De tijd schrijdt voorwaarts; de mensche-
lijke geest houdt niet op voort te brengen. De
werken van groote mannen komen ons hierbij
in de gedachte. Die van Chateaubriand van La-
marline van Micheletvan Ernest Renan eischen
de aandacht zelfs der scholieren.
De letterkunde van andere Europeesche natiën
vergat de spreker niet in herinnering te brengen.
Om slechts bij Engeland te blijvengelijk hij
zeidewilde hijvoor de beoefening der ge
schiedenis, wijzen op Hnme en Macaulayop
redenaars als Chatham en Foxop dichters als
Shakespeare Tennyson en Shelly op roman
schrijvers als Dickens, Thackeray en George
Eliot, op wijsgeeren als Locke en Herbert Spencer.
De beoefening dezer nieuwe letterkunde is
niet de vijandin van de oude klassieke litteratuur.
Integendeel zij vult haar aan zij deelt haar een
verlcvendigendcn adem mede.