BE MS VAN CLEOPATRA. Donderdag 12 Juni 1890. M 3939. FEUILLETON. Politieke Revue. mbimim COM. Uitgevern., TTAMr.rr.cnn «'MT.rwhijBt .n Donderdogmiddu,AhoBDem,n« per S maaaden f 1.-. Franco per Bureau A. H. VAN C t E E P P F-* /Us. Ad..„.„,1f10 c„ te Amersfoort "II"m *00' r*niion en ,lnilere ®*tr|i infigting geschiedt hooger piijsberekening. Legale 'C'" nnl"Ken- Ad'- per rcgel 15 Cts. Reclame, per regol 25 Cts. - Aft. nummer, II) Cts. hoek Kortögracht. Wijk B 80 HULPBANK te A MER3FOORT. Tot het geven van gelden ter leen zal eene Commissie uit liet bestuur op MAAN I) A G den Ui JUNI aan slaande 's namiddags van tialftweb tot liALFDitiEzitting houden in een der localen van liet Raadhuis, alwaar de be langhebbenden zich kunnen aanmeldenook voor bet teruggeven van gelden. I1EHM>. P. VAN IIASELEN, Secretaris-Penningmeester. K e ii t» i n o v i ii g e I» De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMEIl.-KOORT Gezien art 8 der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad No. 95) i Rrengen ter kennis van het publiek dat door ben aan A IIEERE en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend om eene koper- en blikslagerij opterichten in hel perceelalhier gelegen aan de .Muurhuizen wijk F, No. 507, kadastraal bekend onder sectie E No. 706. Amersfoortden 10 Juni 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester W. A. GROOCKEWIT Do Secretaris Welh. 1°. Br. W. L. SC11ELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT Gezien art. 8 der wet van den 2 'Juni 1875 (Staatsblad No. 95, Brengen ter kennis van het publiekdat door hen aan S. H. VAN BEEK en zijne rechtver krijgenden vergunning is verleend om eene slachterij opterichten in hal perceelalhier gelegen aan de Bloemendalschebinnenpoort wijk FNo. 560kadastraal bekend onder sectie E No. 2560. Amersfoort, den 10. Juni 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester W. A. GROOCKEWIT De SecretarisWelh.1°. Br. W. L. SCHELTUS. Slot) Naar het Duitsch door S. Het was nu stil en somber in de stad, waar nog voor weinige maanden drukte en levendig heid geheersclit hadden. In het oude paleis liep voor de vertrekken der koningin men had haar daarheen ge voerd om zich voor den triomltocht des over winnaars feestelijk te kleeden— de schildwacht heen en weer. «Wat hebt gij daar?» vraagde hij den Nuhicr toen deze toegang lot de gevangene verzocht «Bloemen,» was 'tantwoord. De Romein lachte. «Een fraai geschenk voor eene koningin zij zal daarnaar in Rome vruchteloos verlangen.» En hij liet den slaat voorbijgaan, Deze betradna eene gang doorgeloopen te hebbenbel boudoir der koningineen zoele, bedwelmende geur van rozen stroomde hem tegemoet. «Komt gij zelf?» vraagde zij verwonderd. Zij was nu niet de godinvol kouden trots en evenmin de koningindie hij later om ringd van glans en grootheid had gezien neen, zij was thans slechts eene liefdevolle vrouwdie hem eensal zij het slechts voor oenige oogcnblikkcntoebehoord had Sidderend zonk hij neer voor het rustbed waarop zij lag zij streek liefkoozend mot de blanke hand over zijne weelderige lokken een glimlach verhelderde even haar doodsbleek gelaat. «Ik heb u vergelen in het geluk en gij komt Keizer Frans Josef van Oostenrijk heeft de leden der beide Delegaliën te Pest ontvangen en hij gaf zijn vaste vertrouwen te kennen in de voortduring van den vrede; in het samen gaan van de bondgenooteo zag de keizer ook in de toekomst een borg voor den vrede. De keizer gaf zijne oprechte tevredenheid te kennen over de verzekeringen van genegenheid en wees er op, dat de ontwikkeling van de weerkrachten van Oostcnrijk-llongarije zooveel mogelijk in overeenstemming moei blijven met de gewichtige positie, die Oostenrijk Hongarije in neemt. Hoewel rekening houdend met den financieelen toestand des rijkszal men toch voorzorgsmaatregelen moeten nemen om niet achter ie blijven bij andere landen. 's Keizers woorden hebben zoo te Pest als te Wcenen een gunsligen indruk gemaakt, want dal er immer meer noodig is voor den gowa- penden vrede weet men reeds sinds lang en zelfs een medcdeeling als zou de Duitsche mi nister van oorlog nu weer 200 millioen mark noodig hebben voor den aanleg van strategische spoorlijnenbaart geen groot opzien meer men gewent aan alles. toch worden de pessimistische beschouwingen van de Times door velen beschouwd als een voorbode, dat de ondethandelingen te Berlijn geen uitslag zullen opleveren. Met zekerheid kan dit echier eerst blijken zoodra Sir Percy Andersonde Engelsche onderhandelaar, die nog te Londen vertoeft, naar Berlijn is teruggekeerd. Verschillende bladen hebben verhaalddat Louise Michel zich bij hare in vrijheidstelling als een dolle heeft aangesteld. Een medewerker der Débals heeft haar te Parijs een bezoek ge bracht en vond haar met een nichtje en een anarchistdie haar tot eene «conférence» kwam uilnoodigen. Zij had een koffertje op den schoot, eene verhongerde zwarte kat dwaalde door de kamer en een papegaai in een kooi riep van tijd tot tijd: «Dat varken van een Constans 1» Voor het overige was zij kalm en wel bij haar verstand. Zij erkende onbewimpeld dat zij als niet aansprakelijk werd losgelaten ofschoon hare medegevangenen in hechtenis werden ge houden. Ook zeide zij vier dagen hallicuna'ies gehad te hebben gedurende welken lijd zij zichzclve nauwkeurig had waargf nomen. Hare bevindingen had zij reeds opgeschreven en zou zij uitgeven. De Times bevat een uitvoerig artikel over de onderhandelingen tusschen Duitschland en Engeland over Oost-Alrika dat blijkbaar een officieus karakter heeft en daarom vooral in Duitschland bijzonder de aandacht trekt. «Engeland heeft Duitschland geholpen bij Waterloohet ondernam den veldtocht naar Abessinië ona een paar Duitsche zendelingen te reddenhet bleef onzijdig tijdens den Fransch- Duitschen oorlog het bevrijdde Duitsche zen delingen in Ashantihet liet aan Duitschland Kameron en Zuid-west Afrikaeen deel van Zanzibar en Kilemadscharo overhet hielp de kust blokkeeren en bevrijdde Emin-Pacha kortom het heeft aanspraak op meer tegemoet koming van Duitschland als dit land betoont.» Indien de Engelsche regeering ook op deze wijze de wederzijdsche rekening opmaakt, zul len de onderhandelingen natuurlijk op niets uiiloopen. Dat Lord Salisbury het niet eens is met Stanley is reeds meermalen gebleken, maar tot mij in het ongeluk... doch ik kan u niet meer danken!» Hij staarde haar vertwijfelend aan daar boog zij zich tot hem en drukte een gloeienden kus op zijn voorhoofd. «Geel mij nu de bloemen,» beval zij zich half oprichtende. Hij reikte haar 't mandje en met dc hand in de rozen woelendehaalde zij de zwartachtige groene slang te voorschijn en drukte deze tegen hare borst. Zuchtend liet zij daarna 't hootd in de kus sens zinken. En zoo stierf de schoone koningin nie mand anders dan de arme slaaf, wien zij eens hare Helde schonk, was bij haar! Een gil weerklonk door het palcis. Door de straten van Alexandria ijlde eens klaps een jonge man op wenhopigen toon uitroepende «Uwe koningin is dood uwe koningin is dood schoon Egyptenland I» En zonder zich door mannen of vrouwen te laten weerhoudensnelde hij steeds voort totdat hij bij den breeden stroom kwam. «Jaro Jaro,» jubelde hij, in den vloed springende. Voor de laatste maal hief hij 't oog naar den hemel op daarna nam bij van zijne borst eene verwelkte roos en bet was hem aisot hij bij dien aanblik wederom den kus der irotsche Pharao-dochlcr op zijne lippen voelde. Zacht voerde dc heilige stroom heiu met zich modeen de golven gleden zacht over de roos in zijne steeds kouder wordende hand... de roos van Cleopatra nam hij, naar beneden, in de diepte mede In Transvaal houdt men blijkbaar het oog op den wedstrijd tusschen Engeland en Duitschland in Afrika. De Transvaalsche Volksstem schrijft o. a.Aannemende dat Groot-Britlannië ons in de laatste jaren alles heelt aangebodenbe halve wat wij het meeste nocdig hadden na melijk oprechte en eendrachtelijke samenwerking, aannemende verderdat ook in de politiek slechts zij ware vrienden heetendie daden van vriendschap plegenzoo zouden wij tot het besluit komen om na de opgedane erva ring, dat we Engelands vriendschap moeten laten voor wat ze isdewijl toch deze voor ons meer lasten dan lusten meebrengt. Wij zouden er zelfs niet tegen opzien er voor te pleiten om onze kracht te zoeken in ons isolementware het nietdat sinds betrekkelijk korten datum in een der continentale Europee- sche rijken, zoodanige gebeurtenissen hadden plaats gegrepenals welke voor onze republiek van het grootste gewicht kunnen zijn. YVij heb ben men heeft het wellicht reeds geraden het oog op Duitschland dat vooral in de jongste tijden eene krachtige koloniale politiek volgt en zich niet ontzien heeftzelfs tegen het machtige Engeland met forschheid op te treden. Hel is bekend te achten welken vasten voet de Duitscherg langs de kusten van Oost-Afrika hebben verkre gen en hoe talrijke en aanzienlijke Duitsche handelsbelangen tot ver naar het zuiden dier kustlijn zijn gevestigd. Over Georges Sand doet baron Haussraann in zijne «Herinneringen» de volgende interessante mededeelingen. Als onder-prefcGt van Nérac had hij de gescheiden baronnes Düdevanldie ender hel pseudoniem Georges Sand later zoo beroemd geworden isgeholpen haar door haar echt genoot ontvoerde dochter Solange te bevrijden. Vandaar zijne bekendheid met de beroemen Fransche schrijfster. «Mevrouw Sand» zoo ver telt Haussraann«was toen eenenderdig jaar oud- Zij was klein van gestalte had donkerbruin haar, hel profiel en ae tint van eene Spaan.-che. Zichtbaar vrij van elke koketterieontbrak haar daardoor in mijne oogen elke vrouwelijke be koorlijkheid. Daarentegen was zij eene hartstoch telijke rookster van geparfumeerdeTurksche tabak." Toen Ilau^smann haar eens te Parijs opzochtwaak zij bij mevrouw M «rianide ge malin van den Spaanschen consullogeerde werd hij niet bij naar toegelaten. Den volgenden dag ontving hij een brief van tiaar, welke ein digde met de woorden: «Ik ben als de sterren, van middernacht tot vier uur des morgens zicht baar.» Haussman antwoorde haar: «Het is uw goed recht te leven naar het voorbeeld uwer zustersde sterren. Wal mij betreftik heb alleen dit gemeen met de zondal ik evenals zij des avonds slapen ga en des morgens weer opsta.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1