Maandag 9 Februari 1891.
Jtë 1009. <1185%
FEUILLETON.
Politieke Revue.
inB C01AEI.
8 Dit blad varaahijat M*t*d*f en Donderdafmiddaf. Abon»,-e,t par I maanden fl,— Fraaeo pa* BUTOaU
A. H. VAN CLEEFF P0,t /L1'- 1--6 .«galt 60 eu.; alka re (fel naar 10 Cta. Oroata lattara Baar MOD BHÜ1ZFN
to mavmtr.nr.ï plaataraiartaraar raaiaa aa aadara aitt» iarigtUg (aaahiadt kaafer »*|ib«rBk«ning. Lagala
1,8 ^-moraioori;.oMci«<|««a oateigea. Ad*, per ragel li Cta. &**la«*a par rafal 61 Ou. Aft. aaaarn 10 Cta. h06k Kortegracht,Wijk BSO
Kcnnisicc vin«f.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan
AMERSFOORT doen te welen, dal door den Raad
dier gemeente xijn vastgesteld de navolgende
verordeningen
Verordening tot heffing van
sohooigelden voor het genot van
openbaar lager onderwijs in de
gemeente Amersfoort.
De RAAD der gemeente AMERSFOORT,
Gezien art. 40 der wel van den 17 Augustus
1878 (Staatsblad n\ 127), zooals die laatstelijk is
gewijzigd bij de wat van 8. December 1889
(Staatsblad n*. 175);
B esiuit:
Artikel 1 Ter tegemoetkoming in de kosten
van bet openbaar lager onderwijs, welke voor re
kening der gemeente blijven, wordt eene bijdrage
gelieven van ieder kind dat gebruik maakt van
het onderwijs gegeven op de scholen in hel vol
gend artikel vermeld.
Arl. 2. Dal schoolgeld bedraagl voor «lken
leerling
a. op de school 1 e soorl voor meisjes, voor hel
onderwijs in de vakken a-k, o, s en t van art. 1 der
wet op hel lager onderwijs ƒ25 per jaar; voor
dczellde vakken met die vermeid onder lo\ p o[
beide 40 pet jaar en wanneer bovendien onder
wijs wordt gegeven in een der vakken vermeld
onder letter m of n 55 per jaar en in beide vak
ken 70 per jaar
b. op de school 1e soort voor jongenszoolang
hel onderwijs zich bepaald lot de vakken a lol en
0 van art. 2 van bovengenoemde wet 25 per jaar
cn zoodra bovendien een der vakken lo[p of beide
onderwezen worden ƒ40 der jaar;
c. op de school 2e soort ƒ7.50 per jaar, en voor
ieder kind meer uit eeneelide gezin 5 per jaar
d. op de scholen 3e soort ƒ2.40 per jaar en voor
ieder kind meer uil een'ellde gezin /1.80 ptr jaar;
e. op de betalende aldeeling der herhalings
klasse 2 per jaar.
Arl. 3. Deze schoolgelden zijn verschuldigd door
de ouders ol voogden der leerlingenzoo die
ouders ol voogden niet in de gemeente Amersloort
wonen ol w ;l zoo zij er niet zijn door de ver
zorgers der leerlingen.
Voor de toepassing van deze bepaling zijn de
leerlingen verplicht een binnen deze gemeente
wonende verzorger, die zulks op zich neemt,
aantewijzen.
Art. 4. De schoolgelden zijn verschuldigd bij
vooruitbetaling en wel
a. voor de scholen 1 e soort in drie viermaande-
lijksche termijnen, aanvang nemende 1 Januari,
1 Mei en 1 September van elk jaar.
b. voor de scholen 2o en 3e soort in zes twee-
maandelijkschc termijnenaanvang nemende 1
Januarii Maart1 Mei, 1 Juli, 4 September
en 1 November van elk jaar;
c. voorde betalende aldeeling der herhalings-
klasse in twee driemaandelijksehe termijnen, aan
vang nemende 1 Octob. en 1 Januari van elk jaar.
Art. 5. Voc; den leerling die in den loop van de
in art. 4 vermelde termijnen wordt toegelaten oi
de school verlaatis de geheele loopende termijn
verschuldigd.
Deze bepaling is niet van locpassing op de leer
lingen met den 1 Maart toegelaten die niet de
betaling van net verschuldigde voor den halven
loopenden termijn kunnen volstaan.
Art. 0. Ter beoordeeling van Burgemeester en
Wethouders wordt van minvermogenden (ie helft
van het hiervoren vermeld schoolgeld gevorderd
en worden bedeelden en on vermogenden niet aan
de helling daarvan onderworpen.
Art. 7. Deze verordening treedt in werking op
den 1. Januari 1891 met welk tijdstip alle vroc-
gorc verordeningen te dezer zake vervallen.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van
den 2. September 1890.
De Voorzitter.
De Secretaris, T. A. J. VAN ASCII VAN WIJCK.
W. L. SCHELTUS.
Zijnde de heffing goedgekeurd bij het koninklijk
besluit van den 15. Januari 1891No. 4.
Verordening op de invordering
van schoolgelden voor het genot
van openbaar lager onderwijs ia
de gemeente Amersfoort.
De RAAD der gemeente AMERSFOORT,
Gezien zijn besluit van heden lot helling van
schoolgelden voor het genot van openbaar lager
onderwijs in die gemeente;
Gezien art. 40 der wel van den 17 Augustus
1878 (Staatsblad n°. 127)zooals die laatitelijk is
gewijzigd bij de wet van 8. December 1889
(Staatsblad n°. 175);
Besluit:
Artikel 1. De hoofden der scholen voor openbaar
lager onderwijs zenden bij den aanvang van eiken
termijn, vermeld in 4e verordening tol helfing,
aai Burg. en Welh. eene lijst van de leerlingen die
alszoodanig aan de school onder hunne leiding
slaande, zijn ingeschreven, met aanwijzing van de
namen en woonplaatsen der ouders, voogden of
verzorgers en met opgave van de door hen ver
schuldigde schoolgelden over het alsdan inge
treden tijdvak.
Arl. 2. De leerlingen die na het indienen der
lijsten en voor het indienen der volgende lijsten
worden toegelaten, moeten door de hooiden der
scholen met de in art. 1 vermelde aanwijzingen
terstond aan Burg. en Weth. worden opgegeven.
ArL 3. Binnen acht dagen na ontvangst der lijs
ten ol opgaven worden deze door Burg. en Weth.
onderzocht, na goedkeuring vastgesteld en ter in
vordering aan den gemeente-ontvanger gezonden.
Art. 4. De gemeente-ontvanger vordert de ver
schuldigde schoolgelden binnen acht dagen daar
na van dc belastingschuldigen in.
Art 5. Aan den leerling voor wien dan niet is
betaald kan hel verder bijwonen van het onder
wijs door Burgemeester en Wethouders worden
ontzegd totdat het schoolgeld is voldaan.
Art. 0. Terug-ave van betaald of afschrijving
van verschuldigd schoolgeld heelt nimmer plaats.
Art. 7. De bepalingen van de arl. 258 en vol
gende der gemeentewet, betrekkelijk de invor
dering van plaatselijke belastingenzijn verder
van toepassing.
Art. 8. Deze verordening treedt in werking ge
lijktijdig met die tot heffing van schoolgelden op
den 1. Januari 1891 met welk tijdstip alle vroe
gere verordeningen te dezer zake vervallen.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering
van den 2. September 1890.
De Voorzitter,
De Secretaris, T. A. J. VAN ASCII VAN WIJCK.
VV. L. SCHELTUS.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersloortden 6 Febr. 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De voorzitter
De Secretaris, T.A.J. VAN ASCII VAN WIJCK.
W. L. SCHELTUS.
41) Naar *1 Duitsch door S.
VIII
Dadelijk, nadat de kinderen vertrokken waren,
ijlde hij naar 't venster, van waar uil hij op
de straat blikken kon. Voor het huis liep een
jong meisje heen en weerzij hield het hoold
gebogenzoodat Johannes haar gezicht niet
zien kon. Hare slanke gestalte en hare be
wegingen wekten echter reeds door hare sier
lijke ongedwongenheid in hooge mate zijne
belangstelling op. Niet zoodra had zij evenwel
de kleinen bemerkt, of zij snelde hen haastig
tegemoetwaarbij zij 'l hoofd ophiel. Nauwe
lijks had Johannes een blik op haar wonder
schoon gelaat geworpen of een kreel van
verrassing ontsuapte zijnen lippenwanl van
ai de vrouwen die hij in Italië ontmoet had,
was zij eene der bekoorlijkste. Hare groote
donkere oogon schillerden van levenslust en
opgewektheidhet weelderigezwarte haar
golfde in ontelbare krullen om haar classiek
Tengevolge van het spectakeldat dezer dagen
te Parijs had omtrent Sardou's tooneelschepping
«Thermidor,» is de figuur van Labussière sterk
besproken en daarom volgt hier zijne beknopte
biographic.
labussière is, geboren in 1768, de zoon van
een marine-officier, ridder van Sl. Louis. Op
zijn zestiende jaar aam hij dienst in 't regiment
Savoye Carignan maar hel militaire leven beviel
hem niet en hij ging naar Parijs, waar hij
leelde men weet niet recht waarvan maar
zeker niet voorbeeldig. Men speeldegelijk wij
onlaags ter loops aanleekendenook in de
bloedigste dagen van de revolatie comedie in
alle hoeken van Parijs. Labussièrre zoo hij geen
groot acteur was, had zekere.i naam onder
de liel hebbers. Hij was geestiggevat wat
gevaarlijk is vooral in eenea tijd van omwen
teling' en hij was bovendien geen waar
revolulionnair. Zoo liep hij inderdaad gevaar.
Gelukkig wist hij eene betrekking te ver
krijgen bij het comité van openbaar welzijn
hij zal de comedie van den waren sansculotte
hebben gespeeldgelijk velen deden in die
dagenom zich te redden Als beambte, voor
zien van eene kaart van het comité, een werk
tuig van Robespierrekon hij zijne vijanden
Irolseerea.
Men plaatste hem aan het bureau, waarin de
acten van beschuldiging der gevangenen weiden
bewaard. De papieren waren in orde. Zij waren
netjes gerangschikt naar den datum en dage
lijks liet de revolutionnaire rechtbank ze naar
rangorde alhalen. Labussière had dus een oogen-
blik de beschikking over stukken waarvan tal
van menschenlevens aihingen, Welnuhij ver
nietigde die stukkenniet aile dat zou onmo
gelijk zijn geweestmaar zeer vele. In den
loop van ruim drie maanden redde hij hel leven
van minstens vijfhonderd menschen. Als de
bureaux gesloten warenals het comité be
raadslaagde sloop hij binnen om de stukken
weg te nemen. Hij doopte ze in water en maakte
er ballen van die hij in den zak stak. Dan ging
hij den volgenden morgen vroeg naar eene bad
inrichting aan den Seine-oever waar hij het
papier opnieuw doorweekte versnipperde tot
kleine ballen kneedde en door het raam van
zijn badkamertje in de Seine wierp.
Dat hij zijn laven op 't spel zette is duidelijk^
gevormd gelaatdat eene eigenaardigeaan
trekkelijke uitdrukking droeg.
Bewonderend staarde Johannes haar na. Zijn
besluil was genomen hij moest dat schoone
meisje schilderen ten koste van wat 't
wilde 1
Een uur later sloeg hij den weg naar 't
huisje inwaar de kinderen woonden.
elk heb mij bedacht zeide hijdaar ge
komen tol de waschvrouw, eik wil mijn schil
dersezel en mijne benoodigdlieden hierheen
laten brengen. Ik geloof, dat ik hier beleren
vlugger werken ken dan in mijne woning.»
Nauwelijks had hij dit gezegd of 8ignorina
Francesca trad binnenop 't zien van een
onverwachten gast bleef zij aarze'end op den
drempel staanterwijl een lichte blos hare
wangen kleurde.
Zij beantwoordde Johannes' eerbiedigen groet
ongedwongenterwijl zij de oudere vrouw
vriendelijk vraagde
«Is de wasch reeds droog? Dan kan ik gaan
strijken.»
«Ik zal 't eens nazien. Deze heer is de schil
der, bij vrien mijne kinderen komen.»
«Zoo antwoordde 'l meisje eenvoudig en
wendde zich om teneinde zich te verwijderen,
doch Johannes hield haar terug.
«Gij kunt mij een groolen dienst bewijzen
Signorinazcide hij op zijn gewom nwel-
luidcnden loon. Zij koek hem verschrikt aan.
«Ik wil u nwc toestemming niet verzoeken
om u te mogen schilderen,» vervolgde hij glim
lachend «maar ik wilus u vragen cf gij mij
bij 't schilderen der kinderen de behulpzame
band wildot bieden, ilct valt mij moeihju o m