Maandag- 27 2PSJÏ April 1891.
NIET BEGREPEN!
M 4031.
minis cow.
Dit blad t»r«rtiij«l VianéUf as DonderdagmidiUg Auounnment par I maaiden /I.—. Fr»»tt» pa» JBUf0ÜU
A. H. VAN CLEEFF P0*' /'«IS- A<t»mi>nti II, 1—8 rajfeii 80 Cta. elka reffsl maar 10 Cta. Groot» Lam naar MÖÜRHÜIZEN
to A marotnnnf plMtartinrt» row rradaa »a anders eitr» iprigting geaehiadt hangar prijibarakaniaf. LrgnJe
^morsiooriofficial»,» onteigen. Adr. per regel 16 Cta ReeW. ^er regal 8» Cta. J/t aammtr, »0 Cta hOdtt Korte^raoht Wijk B 60
Personeele Belasting ea patentrecht.
De BURG'-MKESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
Gezien liet besluit ran den heer Commissaris
des Knnings in de provincie Utrecht van den 21.
April 1891, No. 4 Az (Provinciaaltilad No 45),
houdende bepaling van den lijd en de wijze der
beschrijving voor de personeole belasting en het
patent recta over het dienstjaar 1891/92
Brengen tor kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat do uitreiking der beschrijvingstol-
jelten voor de personeele belasting en der gewone
patentdeclaratoren een aanvang zal nemen op
Maandag, den 4. Mei e. k. en de weder-inza-
meling der ingevulde verklaringen op Woens
dag den 13. dier maand; terwijl de patent
declaratoren voor de slijters, tappers, kroeg en
koffieliuishouders afzonderlijk zoodra mogelijk na
den ingang van hel dienstjaar, aan hunne huizen
bezorgd en binnen drie dagen na de bezorging
terugg» haald worden
Wordende wijders den ingezetenen herinnerd:
a. Dal liet bun vrijstaat zich betrekkelijk de
eerste drie grondslagen te gedragen naar den aan
slag van hel vorige jaar, immers zoover in geen
dier grondslagen eenige verandering is voorge
vallen, en zonderdat zulks zal kunnen verhinderen
het gelasten van eene herziening volgens art 32
der wel van 29 Maait 1833 (Staatsblad No 4).
Dat eehler eenieder ten ernstigste aangemaand
wordt, om door eeue nauwkeurige en juiste op
gave van de huurwaarde, van bei getal deuren
vensters, haardsteden, mitsgaders van dienst- en
werkboden en paarden, en de klasse waartoe zij
werkelijk belmoren, de kosten en beboetingen te
voorkomen, waaraan men zich anderszins zal
blootstellen.
b. Dat eenieder gehouden is de vragen in de
biljetten vermeld, onverwijld stellig, duidelijk en
zondei eenige voorbehouding te beantwoorden
zullende diensvolgens gt-ene latere reclamatiën
gevolg van dubbelzinnige antwoorden in aan
merking komen en zelfs zoodanige beantwoording
als niet gedaan kunnen aangemerkt worden.
Indien de biljetten niet op hel tijdstip der op
haling aanwezig of niet behoorlijk ingevuld zijn
vervallen de ingezetenen in de verplichting om
dezen zelve ten kantore te brengen, bij gebreke
waarvan zij zich blootstellen aan de boete van
achtmaal hel bedrag der belasting bij art. 35 4
der wel vastgesteld.
c. Dal niemand zich op verzuim in de uitreiking
ol terughaling van het biljet kan beroepen daar
diegene welke in zoodanig' mogelijk doch hoogst
onwaarschijnlijk geval mocht verkeeren, verplicht
is zijne opgave vóór of op den 31. Mei aanst., ten
kantore van den Ontvanger inicdienenbij wien
de beschrijvingsbiljellen ter invulling kosleioo
verkrijgbaar zijn.
d. Datingeval de bewoners van het huis niet
kunnen schrijven de Ontvanger ol zijn gemach
tigde des gevraagd de invulling zal doen in des
bewoners naamzonder daarvoor eenige betaling
te kunnen eischenmet vermelding van de reden
waaromzullende zoodanige aangille door den
Ontvanger ot zijn gemachtigde in tegenwoordig
heid van een derden persoon met en benevens
dezen worden geleekend, na voorafgaande voor
lezing.
e. Dat van de terughaling der biljetten aan de
ingezetenen een behoorlijk bewijs zal worden ge
laten.
Dat bij de wet van 9 April 1809 (Staatsblad
No. 59) onder anderen de navolgende bepalingen
zijn gemaakt
t Wegens vrouwelijke dienslboden die op den 1.
«Mei des jaars waarover de belasting loopt, ouder
«dan 18 en jonger dan 21 jaren zijn. bedraagt de
«belasting f 5 (voor iedere dienstbode) zonder toe-
«passing van het opklimmend tarief.*
«Geene belasting is verschuldigd voor de ëénige
«vrouwelijke bediende, overigens naar de 1ste 3de
«of 4de klasse belastbaarin dienst van den be-
«laslingschuldige welke geen andere bedienden
«houdt cn vier ol meer eigen of aangehuwde kin -
«deren kindskinderen ol pupillen bij zioli heeft
«inwonen die op 1. Mei des jaars waarover de
«belasting loopt, jonger dan 21 jaar zijn.
«Die na den 15. Mei een perceel in gebruik
«neemt, is voor dit perceel de belastihg naar de
«eerste vier grondslagen voorden lijd de6 dienst-
jaars die nog over isverschuldigd.»
«Aan den belastingschuldige die in d» n loop des
«dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin
«eenige roerende goederen ol iemand in zijnen
«dienst aelilertelalen wordt onthelfing verleend
«van zijnen aanslag naar de eerste vier grondsla-
«gen voor den lijd des dienstjaars die nog over is
«indien daarvan door Jiem binnen den tijd van
«eene maand volgende op die waarin hij hel per-
«ceel verlietlegen bewijs schriftelijk aangille is
«gedaan ten kantore des Ontvangers, op een al-
«daar kosteloos verkrijgbaar biljet.»
«De onthelfing wordt verleend over het drie-
«maandclijksch tijdvak waarin het perceel wordt
«verlaten, indien de belastingschuldige daarna
«doch in den loop van datzelfde tijdvak een ander
«perceel, waarvoor hij belastingplichtig is, in
«gebruik neemt.»
Bij overlijden van den belastingplichtige treden
«zijne erlgenamen in dezellde rechten en ver-
«plichtingen
g. Dat zij die in de bezorging der verklaringen
ol aaugilteri voor het patentrecht mochten zijn
voorbijgezien, zich daarop niet kunnen beroepen,
maar de verklaringen verkrijgbaar bij den rijks
ontvanger. in persoon ol door een gevolmachtigde
moeten indienen.
h. Dal alle schippers en eigenaars van vaartui
gen de debitanten der Staats loterij en de kra
mers welke het papent bij den aanvang van het
dienstjaar in hun bezit moeten hebben gehouden
zijn daartoe de noodige aanvrage te doen; wor
dende dezen verzucht hun patent over het vorig
jaar en de sshippers om levens hunnen meetbrief
medetebrengen.
En wordt wiiders den belanghebbenden her
innerd dat volgens de wel alle vaartuigen en
schepen welke hun op den eetsten Mei aansta in
de toebehooren moeien worden aangegeven al
is hel dat daarvan geen gebruik mocht zijn of
worden gemaakt.
i Dal zij die een bezwaarschrift indienen inge
volge art I der wel van den 4 April 1870 (Staats
blad No 00) verplicht zijn lol de oveilegging van
een duplicaat aanslagbiljettegen betaling van vijf
cents bij den Ontvanger verkrijgbaar.
Wordende al verder kenbaar gemaakt, dal naar
aanleiding van ai t. 29 2 der wet op de personcele
belasting van 29 Maait 1833(Slaalsblrd No. 4), lot
tegenselialters voor de gemeente Amersfoort zijn
benoemd
JOHANNES BERNARDUS FRANCISCUS LENSING en
DIRK VERREEK, timmerlieden, alhier wonende.
En opdat niemand biervan eenige onwelend
heid voorwende, zal deze worden gedrukt en aan
geplakt op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
Ameriloortden 24 April 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCII VAN WIJCK.
De Secretaris
W. L. SCHELTOS.
FEUILLETON.
14) Vrij gevolgd naar 'l Duitsch door S.
Veel te langzaam naar Esthers vurig ver
langen stoomde de trein door het winterachtige
landschap.
Het sneeuwde nog aanhoudend.
Langzaam werd daardoor een dichtwit
kleed over de aarde uitgespreidhetgeen de
wegen versperdetotdat ijverige handen hel
verwijderd hadden.
De reizigers bespraken allen dezelfde onder
werpen dezelfde vraag werd door allen aan
den conducteur gesteld, wanneer deze zich aan
I de coupés vertoonde.
Alleen Esther vraagde niets. Zij liet bet oog
als in stomme vertwijleling op den man rusten,
I die haar welwillend, vol hartelijke deelneming
I aankeek.
«Er is vooiloopig nog geene reden om be-
Politieke Revue.
Kr fs wat men ook moge bewerennog wel
eens iels nieuws onder de zon. Wij kennen de
koningen die verbannen en de koningendie
velbannen worden Maar het was aan onzen
tijdaan dit jaar voorbehouden eenen koning
te ziendie zich zeiven verbant. Die koning
is, zooals men weat Milan van Servië. Hij
heeltna een mislukten oorlog en onder den
invloed van uiterst onaangename lamilieomstan-
digheden om ten minste het land voor zijne
dynastie te behouden afstand gedaan van de
regeering. Maar bij de wel was hem het recht
toegestaan om in 't land ie blijven en de op
voeding van zijnen zoon, de jongen koning,
tol diens meerderjarigheid te leiden. Thans
heelt hij vrijwillig alstand gedaan van dat recht ea
zich «elven verbannen. De Servische skoeptsjina
heelt hem eene gouden brug gebouwd de
koning ontving een millioen francs voorschot
op de civiele lijst. Men is l< Belgrado blijkbaar
verheugddat men van Milan al is en men
hoopt, dat de ex koningin, Nathalie zoo spoe
dig mogelijk het voorbeeld van haren geniaal
zal volgen. Voorloopig schijnt li. M. er geen trek
in te hebben zij laat hare woning bewaken door
gewapende inannea. Die schouue Nathalie is
eene strijdlustige vrouw; inen herinnert 2ich,
dat zij het te Wiesbaden zells legen de Pruisische
gendarmen durlde opnemen, die haar van haren
zoon wilden scheiden. Maar daar de regeering
tot eiken prijs hare verwijdei ing wenscht, zal
zij wel moeten wijken.
De diplomaten van de Skoept«jrna ttjrt er in ge
slaagd een einde te maken aan de leer gespannen
verhouding. De koning is gegaan met een inillioen
francs en de verzekerinn van den ineiropolitaan,
dat hij, wettig gescheiden, huwen mag als het
hem behaagt. De koningin zal zich wel moeten
schikken in 't onvermijdelijke en dan de rust
hersteld worden in een onrustig landje.
Op 't oogenblik. nu vorst Bismarck's verkiezing
in den Rijksdag zoo goed als zeker wordt geacht
vraagi men zich weer af of de ex-kanselier inder
daad naar Berlijn zal gaan om zoo nu cn dan
eens te toonen dal hij zijn plichten als «Reich-
bote» naar recht en geweten wil vervullen en
z»o ja hoe hij zich dan tegenover het hul zal
gedragendaar de etiquette hem den plicht
oplegtzijn hulde te gaan brengen aan den
keizer ia zijn hoedanigheid van hooldolticier
zorgd te zijn of oin vertraging te duchten,»
meende hij. «Het gaat wel is waar langzaam,
maar zoolang we nog niet behoeven steken te
blijvenmoeten we tevreden zijn besloot hij
wijsgeerig.
Een halt uur later kwam hij terugdoch nu
met eene verdrietige uitdrukking op het goede
gelaat.
«Wij kunnen niet verder,» deelde hij mede,
«wij moeien wachten totdat het ophoudt met
sneeuwen wij kunnen evenmin voor als ach
terwaarts. Hier in de nabijheid ligt evenwel
eene groote boerenhofsledewaarin de rei.:igers
zeker allen wel een onderkomen kunnen vinden.»
«Ik kan niet hier blijven, ik moet mijne
reis voortzetten,» verklaarde Esther op beslisten,
doch katmen toon. «Ik ken den weg wij
kunnen niet meer dan hoogstens twee mijlen
van het doel onzer reis verwijderd zijn.»
«In dezen sneeuwstorm kunt gij het rechte
fiad niet vinden genadige vrouw. Gij zet uw
even op spel,» waarschuwde de conducteur.
Zij schudde ontkennend het hoofd.
«Daarvoor vrees ik niet. Kunt gij geene slede
voor mij machtig worden en een koetsier
vinden, die den tocht wagen durft'? Ik zal hem
gaarne betalen wat hij vraagt! Heb medelijden,
met mijik zal uwe hulp nimmer vergeten
smeekte zij den man op hartroerende wijze.
Hare angst overwon de bedenkingen van den
conducteur.
«Gij zult uw huis bereiken, mevrouw, al
zou ik u zeil moeten rijden,» zeidc hij vasl-
j besloten. «Ik zie nu dat hel u om meer dan
I om het leven handelt.»
1 liet gelukte hem echter werkelijk een jongen