Donderdag 29 Sept. 1892. No. 4182. 36e Jaargana CARMELA. Uitgave Firma A. H. VAN CL EE FF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag en Donderdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 4. Franco per post f 1.15. Advertentiën16 regels 60 Cents.; elke regel meer 40 Cents. Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, officièële- en onteigeningsadv. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bureau MUURHUIZEN hoek Korte gr acht, Wijk B. 60. Onze lezeressen vinden in dit blad liet begin van een nieuw, zeer boeiend feuilleton. Voor onze nieuwe abonnë's zou liet zeer onaangenaam wezen te midden van een feuilleton te moeten aanvangen; liet vervolg van bet vorige voegen we daarom op een los blad hiernevens. Wij hopen daarmede aan aller verlangen voldaan te hebben. L. S. De Amersfoortsche Courant verschijnt heden voor het eerst in haar nieuw kleed en wij ontveinzen het ons geenszins deze verandering zal niet zoo geheel onop gemerkt voorbijgaan, evenmin als zulks liet geval is, wanneer eene davne een barer vrien dinnen voor het eerst in een nieuw cos- tuum ziet. Wij herhalen hier echter wat we in ons vorig nummer schreven: de grootste ver andering ligt wel in het uiterlijke. Evenmin als vroeger zai ons blad »de gedienstige handlangster van deze of gene partij zijn." Dorre politieke beschouwingen verwachte men dus onzerzijds niet, hetgeen echter niet uit sluit, dat wij onze lezers, waar zich daartoe de gelegenheid aanbiedt, op de hoogte zullen houden van hetgeen er belangrijks voorvalt in de Kamers der Staten-Generaal, de ver gaderingen der Provinciale-Staten of de zittingen van de Gemeenteraden in onze Provincie. Naast de gewone feuilletons zullen wij af en toe, ter afwisseling, een kleine historische studie geven over Amersfoortsche toestanden en gebruiken in vroeger jaren of bekende personen die in de goede stad onzer in woning geboren werden of er langer of korter tijd vertoefden. Ileel wat beloften dus, welke we trouw zullen nakomen, indien ons daartoe de ge legenheid niet geheel en al benomen wordt. liet moed aanvaarden wij onze taaksteu nende op het goede onthaal, dat onze courant tot dusver mocht ondervinden. Naar ons beste vermogen zullen wij trachten den goeden naam van ons blad op te houden en dezen zoo mogelijk nog meer te vestigen. De Redactie. HULPBANK TE AMERSFOORT. Tot het geven van gelden ter leen zal eene Commissie uit het bestuur op MAAN DAG, den 3 OCT. aanstaande, 's namiddags van halftwee tot halfdrik, zitting houden in een der localen van het Raadhuis, alwaar de belanghebbenden zich kunnen aanmelden, ook voor het teruggeven van gelden. HERM. P. VAN HASELEN, Secretaris-Penningmeester. Feuilleton. i) Naar het Duitsch door S.... „Heb jo mij lief, Carmela „Behoef ik je dat nog te zeggen, Vincenzo, je weet toch immers het antwoord." Zo zaten in het kleine prieel voor het met wijnranken begroeide huisje aan het strand van Capri. De zee stroomde voor hunne voeten de witte zeilen der schepen werden bestraald door de ondergaande Junizon het zachte koeltje voerde den bedwclmcncLn geur van rozen en seringen tot hen. De jongeling in het kleurige visseherspak boog zich tot het meisje, hief met de handen 't bekoorlijk kopje omhoog en drukte een langen kus op hare frissche lippen, ondanks hare poging om zich van die plotselinge omhelzing te be vrijden. „Wat ben je toch ondeugend," pruilde zij. „Ik trouw heusek niet met je, als je mij zóo plaagt." In plaats van te antwoorden sloot hij haar nog vaster in zijne armen. De snelle beweging deed hare dikke vlechten losgaan, welke als zwarte slangen om de bruine schouders van het schoone meisje vielen. Vincenzo wikkelde ze om zijn arm. BUITENLAND. Het is alles geheimzinnigheid wat in Duitseh- land heerscht. Men spreekt over nieuwe belastingen, en men weet niet waarvan en hoe zij geheven zullen worden. Op de tabak zal een belasting geheven worden, is er beweerd, nog wel op verzoek van «groote sigarenfa brikanten in Westphalen", welke bewering een Duitsch blad de vraag ontlokt: »Wie zijn toch die weldadige patriotten De dagbladen redeneeren over »Steuerreform", doch waar die «reform" zal beginnen weet nagenoeg niemand. Legerhervorming hebben de Duitschere eveneens op hun programma geschreven. Doch meer weet eigenlijk niemand. Vast shut alleen, dat de vrijzinnigen geducht te keer gaan tegen eenige meerdere uitgaaf voor het leger en dat inenig Duitscher, af gescheiden van zijn beginselen, nog niet inziet, waarom het leger moet worden uit gebreid. In afwachting van de maatregelen, welke zullen worden genomencijfert de Freiswnige Zeitung reeds uit, dat hij de ver meerdering van 't troepen-aantal op vredes- sterkte mét ongeveer 95,000 man, zooals 't plan schijnt te zijn, deze 95,000 man allen onder dak moeten worden gebracht in par ticuliere woningen. De Duitschere hebben geen kazernes genoeg Zelfs wanneer alle gebouwen staan, welke nu reeds zijn aanbesteed, zal 't leger zooals het thans is, nog niet in de kazernes kunnen worden gehuisvest. Een rechtsgeding over een testament, dat voor eene bijzondere rechtbank te Praag is begonnen, baart zeer veel opzien wegens de hooge positie van verschillende personen, die daarbij zijn betrokken, o. a. kardinaal Schön- born, de 'Oostenrijksclie minister van koop handel, markies Bacquehem, prins Richard en prinses Pauline von Metternich, de prinses Rohan en Starhember" baron Nathaniel Rothschild en tal van leden van den hoogsten Boheemschen adel, die allen als getuigen zijn opgeroepen. Het proces loopt over het testament, dat graal' George Waldstein, een afstammeling van Wallcnstein, naliet. Daarbij had hij zijne naaste bloedverwanten onterfd en bovendien had hij reeds bij zijn leven meer dan 500.000 florijnen aan zijn bedienden geschonken. Met zijn moeder èn zijne zuster leefde hij voordurend in onmin. Het doel van het geding is tweeledig: 1) aan te toonen, dat graaf Waldstein krank- „Zoo bind ik je aan mij mot onvorbreekbare ketenen, Carina mia, mijn lieve bruid Carmela, do wees, behoort aan den armen Vincenzo, die behalve zijn boot, zijn sterke armen on zijne liefde niets bezit." „Ja helaas," zuchte zij. „Och, waren wij maar rijk De jongeling keek haar treurig aan. „Maak mij niet ontevreden," smeekte hij. „Zyn wij niet rijk door ons geluk Doe ik niet alles voor jou? Heb ik niet ter wille van jou de hand van Rnffaëln, de eige nares van liet groote huis in Anacapri gewei- gord Jij bent mijn alles, mijn leven, mijn toe komst, mijn wereld. Toen ik je uit don stroom redde, in alen stormnchtigen nacht, waarin wij den tocht naar Ischia deden, lag jo doodsbleek en stijf in mijn armen. Ik meende in den be- einnc, dat je dood was ik wreef je ijskoude anden eindelijk zag ik, hoe het leven lang zaam in je terugkeerde. Je ademde eindelijk hoorbaar je opende je lieve oogen.,. je waart miji jo Vincenzo, teruggeven." Carmela streelde, diep ontroerd, de ruwe, bruine hand van don visscher en zeide„Ja, dat alles is waar en daardoor haalde jy je die zware ziekte, op den hals, welke jo zoo lang aan hot bed kluisterde. Mijn redding, jou worsteling in den kouden stroom, het roeien in die doornatte kleeren, dat alles schaadde je gezondheid en het scheelde bitter weinig of je waart gestorven, lieve vriend." „O, Carmela, voor jou te lijden is zaligheid." Het meisje antwoordde niots. Zij duldde hot zinnig was en 2) dat zijn bedienden hem het geld hebben afgetroggeld. Het meest belangwekkende getuigenis zal dat van prins en prinses Metternich zijn. Hun dochter Antoinette Pasqualina huwde in 1885 met graaf Waldstein en zij zijn nu opgeroepen om te getuigen, dat greaf' Wald stein niet oens zijn naam kon teekenen, dat zijn geestvermogens verzwakt waren door het drinken en (lat zyn besef van plicht en waarheid zeer onvolkomen was. De Fransche minister van marine en ko loniën heeft kolonel Dodds langs telegrafi sche» weg geluk gewenscht met zijn dapper heid bij den strijd in Dahomey en met het daar behaa'd succes. Graaf d'Haussonville heeft te Montauban een politieke rede gehouden, waarin hij, de oppermacht van den Paus in zaken van ge loof en zeden erkennende, zeide, dat er voor den monarchist nog een heilig en onaantast baar gebied bestaat: dat van net staatsbur gerschap. Het is niet mogelijk, dat do Paus ér in slaagt, de aanhankelijkheid aan de republiek voor te stellen als zonde. De graaf van Trapani, halve brooder van Ferdinand II, gewezen koning van Napels, is te Parijs overleden in den ouderdom van 05 jaren. Hij woonde heel bescheiden op eene tweede verdieping in de Rue Fontaine, want die prins van den bloede was tamelijk arm doch in zoover hij vermocht, weldadig. De graaf van Trapani laat zes kinderen na, waarvan alleen twee dochters gehuwd zijn, eene met den graaf van Caserta, broeder van Ferdinand II van Napels, en de andere inet graaf. Zamoyski, die in Oostenrijksch Polen woont. Do Ruszkaia Starina, een te Petersburg verschijnend blad, geelt eenige merkwaardige staaltjes van de Russische beschaving in '1830. Te Petereburg heerechte toen cholera en er vielen dergelijke tooneelen voor als onlangs in Astrakan plaats hadden. Ook toen be weerden opruiers, dat de geneesheeren arme lui vergiftigden. Op zekeren dag verzamelde zich een volksmenigte om een man, die uit een apotheek kwam met een fleschio in de hand. Fen man uit het volk had beweerd dat het een der giftmengers was en dade lijk wierp zich de menigte op den ongeluk kige. Zij sleepte hem onder stompen en slagen door do straat naar de hoofdwacht. De wachthebbende officier tred de menigte te gemoet en vroeg: «kinderen, wat moet gij met dezen man? «Het is een giftmenger, edele heer, en wij gaan hem verdrinken." De verstandige officier knikte goedkeurend mot het hoofd en hernam: «Knap zoo, maar hij moet eerst gegeeseld worden. Geeft hom nier!" «Ja! ja!" riep de menigte in verrukking en zij gaven den ongelukkige aan den officier over met de woorden: »U moet hem goed laten reken en dan een steen om don nals en het water in." De officier antwoordde hierop kalm: «dat spreekt." Een uurtje later liet de officier den ariuen man rustig naar huis gaan. Zonder zijn tusschenkomst zou het gepeupel hem ver dronken hebben. echter, dat hij haar opnieuw in zijne armen nam en haar gelaat met kussen bedekte. De zon ging onder hare laatste stralen hulden hot groene prieel, ja zelfs do goliefden in gouden gloed. De sterren fonkelden hier en daar aan het firmament. Het eentonige lied van de krekels weerklonk in het nachtelijk duister soms vertoonden zich eenige glimwormpjes, die als vonken op de zich zacht heen en weer be wegende takken schitterden. Eensklaps sprong Carmela ontsteld op. „Wat zal Bottina en Signor Pasquale denken, als ik zoo lang met jou wegblijf?" „Och. Zij waren ook oens jong, lievoling. „Ja, maar Vincenzo, wat moet dat tusschen ons worden? Wc zyn beiden nrm wo kunnen niet trouwen, want daarvoor is geld, veel geld noodig." „Moed, coraggioGod zal ons helpen." „Dat zeg je altijd en toch blijft alios steeds hetzelfde. Jo hebt me nog niet eens een klein geschenk kunnen geven. Och, waren wo maar zoo rijk als die vreemdelingen, welke in Capri wonen, daar in dat witto huis met dien grooten tuin, waar die mooie palmen staan of als die blonde Engelsohen, welke daar in de villa Quisisana wonen? Waarom schenkt God don eonen mcnsch zooveel en den anderen niots. O, ik benijd die voorname, rijke lieden!" Een schaduw spreidde zich over het eerlijke gcluat van don visscher uit. „Waarom ben jc toch altijd zoo ontevreden, Carmela? Wy zyn immers jong en gezond we hebben elkaar lief en het ontbreekt ons ge- DE KEIZERIN VAN RUSLAND. 't Schijnt menigeen toe, dat keizers en koningen slechts liet zoete der aarde genie ten en dat vooral hunne gemalinnen oe be nijdenswaardigste plaats onder de vrouwen innemen. In werkelijkheid echter is dat slechts hoogst zelden het gevaltot bewijs daarvoor strekt ons vóór alles de Keizerin van Rusland. Er is geene enkele vrouw in dat groote Rijk, die zooveel te doen, zooveel verdriet en zorgen heeft, als de Czaria. Onder haar onmiddellijk toozicht staat een uitgebreid ministerie, dat den oflicieelen naam draagt van: «Afdeeling der bijzondere aangelegenheden van Hare Majesteit de Keizerin." Bedoeld ministerie is belast met het opper toezicht over allo woldadigheidsgenootscnap» I pen en instellingen, over alle vrouwelijke opvoedingsscholen, kortom over alle inrich tingen en gestichten door de vrouw of te haren behoeve in Rusland in het leven ge roepen. De Czarin is verplicht omdagelnk»*! breedvoerige verslagen aan te hooren, oe- trefi'ende de middelen, welke er in de verst afgelegen streken van het land tot leniging vaïi armoede en ellende aangewend woroen. De kleinste weldadigheidsinrichting kan niet verrijzen, zonder dat de «afdeeling" met a. w. de Keizerin hare statutenjondorzocht en goedgekeurd heeft. Ook algemeene instellingen welke ten bate van het volk komen of het nut daarvan be oogen, zooals bijv. de weeshuizen, de volks gaarkeukens, voornamelijk te Moskou en te Petersburg, staan onder het toezicht der Keizerin, die persoonlijk de budgetverelagen leest, de balans steeds zelve nagaat en ge woonlijk elke belangrijke vergadering ploegt bij te wonen. Op dezelfde wijze doet zich haar invloed gevoelen op de kostscholen van meisjes uit lukkig niet aan werk. Grootere schatten kan God ons toch waarlijk niet schenken." „Vergeef het mij, Vincenzo," vleide zy, ver schrikt door den ernstigen klank zyner stem.' „Je bent beter dan ik." De zwarte oogen van den braven borat namen eene nog'liefdevoller uitdrukking aan. „O, ik houd zooveel van jo, Carmela," fluisterde hij. „Zie eens, hoezeer ik altyd om jo dook je verwijt was dus ongegrond." En haastig, als wilde hn geen oogonblik ver loren laten gaan, haalde hij een dubbel snoer bloedkoralen Qjj; zyn zak te voorsohyn en slin gerde het behendig om haar hals. Zij jubelde, ja,"danste zelfs van vreugde. „Nu bon ik mooi,: niet waar? Nu denk je toch immers in het geheel niet meer aan Raf- faëla. Zij is rijk, maar ze benijdt me toch nog. ijl jy zooveel van mij houdt,.nlet, Vincenzor1" ong* rijl jy zooveel vnn my houdt,-niet, Hot meisje zag er, getooid toet dien wonen opaonik, inderdaad allerfwkoorlijkst uit. Vincenzo staarde haar be wondere® „Ze noemen my de roos van Cap! zo niet de waarheid vraagde zy „Ja, zeker, mjjn lief. O, hoe verlang ik naar, dat jo mfin vrouw zult zijn." „Och, dut zal wel zoo spoedig niet gebl „Wourom niet? Wollicut eerder dan je<1 De rijke Gaötano te Napels heeft zijn «min de reis naar Afrika's kusten in gcrecdheia brengen om koralen te gaan opsporen. Ik heb my bij hem als eerste matroos i„ huurd. Keer ik behouden weer, dan breng een flink duitje mede en dan vieren wc B|

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 1