Donderdag 27
Oct. 1892.
No. 4190.
37e Jaargang.
Iets voor de dames.
CARMELA
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLE EFF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag en Donderdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
Franco per post ƒ1.15. Advertentiën10 regels (50 Cents.; elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadv. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers iO Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot bet geven van gelden ter leen zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG, den 31 OCT. aanstaande, 's namiddags
van h ai, et wee tot halfdrie, zitting houden
in een der lokalen van het Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden,
ook voor het teruggeven van gelden.
HERM. P. VAN HASELEN,
Secretaris-Penningmeester.
Er wordt heel wat gemopperd over onze
dienstmeisjes en vooral wordt dit gehoord
als de dierbaren hun uitgangsavond heb
ben. Dan geueeren zij zich niet, dikwijls
lang over haar tijd uit te blijven en kun
nen mijnheer en mevrouw wachten tot het
der gedienstige geest belieft thuis te komen.
Eeue belangrijke beslissing omtrent dit
punt werd onlangs door den kantonrechter
te Zutphen gegevenbelangrijk niet
zoozeer uit een juridisch oogpunt, doch
van groot gewicht voor de dames die
„sukkelen met de booien".
Een dienstmeisje te Zutphen ging naar
de Brummensche kermis en lcvvam, niet
tegenstaande het nadrukkelijk verbod van
haar meesteres, eerst den volgenden och
tend om half zeven thuis. Zij vond toen
de deur gesloten, en men deelde haar
mede, dat zij over een paar uren haar
goed kon halen en „er niet meer in"
kwam.
Zij had echter nog het loon van een
paar maanden te goed, doch men weigerde
haar dat uit te betalen. De meester
werd daarom gedagvaard voor den kan
tonrechter, om zich te hooren veroor-
deelen tot uitbetaling van het verdiende
loon. De kantonrechter besliste evenwel,
dat het dienstmeisje haar loon had ver
beurd, en wel omdat zij den dienst zonder
wettige redenen had verlaten.
Tot nu toe was men algemeen van
oordeel dat „verlaten van den dienst"
beteekende„uit den dienst gaan, met den
wil om daarin niet terug te keeren." De
kantonrechter besliste evenwel: „dat de
eischeresse (het dienstmeisje) niet, zooals
haar was toegestaan, 's avonds om 10 uur,
Feuilleton.
Naar het Duitsch
door S....
Zijne woorden brachten eene (vernietigende
uitwerking te weeg. Zij zonk op de knieën en
bedekte het gelaat met de handen.
Die aanblik bracht het besluit van den iongen
man aan het wankelen. De geliefde leed, leed
om zijnentwil hem gold hare smart, haar
weenen. Hij hief haar op, trok haar in zijne
armen, waarna hij een gouden ketting om haar
hals bevestigde.
„Welnu, amutissimu, carina mia?"
Zij liet alles met haar geschieden, zonder zich
te verzetten. Vol vertrouwen keek zij hem aan
spreken vermocht zij niet.
Zwijgend, arm in arm, legden zij den terug
weg af tot aan Capri's hoogsten rotstop.
De Engelschen Douwden daar het kleine fort
di lirito, waarvan de ruïnen nog heden ten dage
te
i zijn.
De Maivhese had met Carmela do borstwering
verlaten en was met haar ter zijde van het fort
gegaan, waar een stcenen bank stond. Daar
namen zij plaats om uit te rusten.
Het was doodstil om hen heen. Carmela
lag in Alfonso's armen hij voelde haar hart
als 't ware tegon het zijne kloppen.
De Romoinschc edelman blikte liefdevol op
maar eerst den volgenden ochtend, wat
haar was verboden, in haren dienst, het
huis van gedaagde, is teruggekeerd;
„dat hieruit volgt, dat de eischeresse
als inwonende dienstbode zonder verlof,
ja tegen een uitdrukkelijk verbod, haren
dienst, al zij het voor éen nacht, heeft
verlaten, enkel tot het bezoeken van een
kermis en dus zonder wettige redenen,
zoodat hier van wegzending uit den dienst
geen sprake kan zijn."
De dames hebben nu een krachtig wapen
om de meisjes op tijd thuis te krijgen.
Een ander, minder verkwikkelijk geval
deed zich dezer dagen in Frankrijks hoofd
stad voor.
Wegens het geven van schriftelijke
getuigen omtrent een dienstbode werd,
in de vorige week door den vrederechter
te Parijs, graaf d'A veroordeeld tot 50 fr.
boete en in de kosten van het geding.
Ziehier hoe het geval zich toegedragen
heeft
Graaf d'A. ontving voor eeuigen tijd
een brief, waarin hém verzocht werd om
inlichtingen aangaande een keukeumeid,
die vroeger in zijn dienst was. In zijn
antwoord schreef hij, na op dit stuk be
hoorlijk door zijn wederhelft te zijn inge
licht, dat de keukenprinses in quaestie
„verkwistend, brutaal en niet vrij van
sterkedrank" was, terwijl hij er den raad
bijvoegde haar niet in dienst te nemen.
Dit waarlijk zeldzaam oprecht getui
genis kwam echter der keukenmaagd in
handen en deze haastte zich een klacht
tegen haar vroegeren meester in te dienen.
De conclusie luidde als volgt:
„Overwegende, dat men weliswaar ge
rechtigd en zelfs verplicht is, aangaande
ontslagen dienstboden waarachtige in
lichtingen te verstrekken;
„Overwegende, dat in deze graaf d'A.
onvoorzichtig is geweest om aan een
briefschrijfster die hem onbekend was te
antwoorden met een opsomming van de
gebreken der dienstbode, met den raad,
ten slotte, om haar niet in dienst te nemen
„Overwegende, dat deze brief thans,
door een misbruik van vertrouwen, het
welk de Justitie niet scherp genoeg kan
het meisje neer en, terwijl hij de hand uit
strekte, riep hij op innigen toon uit:
„Carmela, mijn lieveling, daarginds wil ik je
brengen. Ver achter deze bergen ligt mijn ge
boortegrond, ligt Rome, dc eeuwige stad. Ik
bereid je daar een eenvoudig, stil thuis. Mid
den in het gewoel der wereld, in de drukte
eener hoofdstad leiden wij een kalm, gelukkig
leven. Ben je nu tevreden, anima del rniocuore?
Ik moet thans voor eenigen tijd vertrekken,
doch ik keer spoedig terug om je te halen, en je
tot mijn vrouw te maken."
„O, Alfonso, verlaat mij niet, en stellig nu
niet. Ik sterf van verlangen, als je daarginds
toeft."
Hij staarde het smeekende meisje lang aan.
Hij zag, hoe zich hare weelderige lokken door
hare bewegingen aan het blauw zijden lint ont
rukten hoe zij in al haar rijkdom langs den
gevuldon h:ils vielen.
Zij bevonden zich alleen op het Sirenen-eiland
alleenDe m/rthen geurden de ster-/
ren fonkelden en hex zachte maanlicht voltooide
do poëtische bekoring, welke er van den zooien
nacnt uitging. Het zuidelijk klimaat oefende
een bedwelmenden invloed op hot jonge paar
uit.
„Carmela, ik doe alles, wat je wiltIk behoor
jou toe, jou alleenllicr, in dit nachtelijk uur,
zweer ik'je liefde en eeuwige trouw. Jij bent
de mijne mijn vrouw. De stopen zijn ge
tuige van onze vereeniging de iemel zegent
haar." H/
ZEVENDE HOOFDSTUK.
De teerling was geworpen. Alfonso deelde
afkeuren, in handen is der eischeres, die
beweert belasterd te zijn;
„Overwegende, dat ontegenzeggelijk
graaf d'A. zich niet beperkt lneft tot de
grenzen, waarbinnen men zich in derge
lijke gevallen moet houden;
„Dat hij, ten slotte schrijvende, dat
men deze keukenmeid niet in dienst
moest nemen, zijn recht is te buiten ge
gaan en eeu schade heeft toe gebracht,
welke hij gehouden is te vergoeden;
„Veroordeelt hem tot een schadever
goeding van 50 francs en in de kosten.''
Hieruit valt dus te leeren: dat het
't veiligst is, steeds mondelinge- en nimmer
schriftelijke getuigen te geven natuur
lijk onvenniuderd het waarachtige dier
inlichtingen.
BUITENLAND.
Met de gebruikelijke cerinoniën heeft in
de Jaspisgalerij van liet Nieuwe paleis te Pots
dam, die in een kapel was herschapen, de
doop plaats gehad van de jonge Duitsche
prinses. 11e keizer geleidde zijn gemalin in
de Jaspisgalerij naar het doopaltaar, waai
de keizerin plaats nam. Naast haar zaten de
oudsten van de prinsen. Even vóór 5 uur
verschenen de genoodigden in de galerij,
vooral' gegaan door -graat' Eulenberg. De
vorstelijke personen Vormden, toen het dom
koor een póalm aanhief, een breeden kring
om het altaar. Verschillende vorstelijke per
sonen waren als peet aanwezig, of hadden
zich doen vertegenwoordigen. Toen het kind
op een teeken des keizers was binnen ge
bracht, in eon prachtige doopjapon, waarvan
de «loep werd gedragen door twee pages,
sprak de geestelijke Dryander een kort gebed
uit, waarna hij de dooprede hield. Ilij liad
tot tekst Psalm 115 vors 12 en 13.
Vermeldenswaardig is het, dat sedert bet
jaar 1808 geen Pruisischen koning oen doch
ter werd geboren en dus sedert 180S geen
Pruisische prinses is gedoopt. Nadat de peten
de gelofte hadden afgelegd bet kind in de
waarbeden des Christendoms te zullen op
voeden, werd de prinses gedoopt en ontving
zij de namen Victoria, Louise, Adelheid,
Mathilde, Charlotte. Daarna volgden weder
gelukwenschen en had in de marmeren zaal
het doopmaal plaats, waarbij de keizer een
toast uitbracht op de jongste telg van het
koninklijke huis.
In Hongarije dreigt op 't onverwachtst eeu
ministerieele crisis: wel is reeds, zoo af en
toe, de positie van dezen of genen zwak ge-
heeten, doch de mogelijkheid van een kabi
netscrisis was nog niet gesteld. Toch was
Szapary, de premier, reeds geschokt door
de kerkelijke quaestie en nu is bovendien
een militair vraagstuk hem komen bemoei
lijken. liet comité der Honveds heeft gewei- -
gerd deel te nemen aan een feest, waarvan
Szapary het programma had samengesteld,
bedoelende de verzoening tusscben het leger
en Hongarije en algemeen wordt Szapary'»
aanblijven onmogelijk geacht, ja zelfs worden
reeds Weckerle (de titularis van Financiën)
en Szilitgyi (de minister van justitie) genoeraa
om hem aiin 't hool'd van bet kabinet op te
volgen, wat zou bewijzen, dat we hier te
doen hebben met een verandering van per
soon, niet van politiek.
Keizer Frans Jozef ontving, zoo zegt
men, don Hongaarschen Minister-prest-
dent, ten gehoore, die zijn ontslag kwam
aanbieden. l)e Keizer heelt «lat ontslag niet
aangenomen, maar toch gelooft men, «lat
graaf Szapary bij zijn besluit blijft volharden.
Zooals bekend is gaf de quaestie van het
monument voor de Honveils aan het Minis
terie een gevoeligen knak.
Do Ncue Presse ontkent echter «lat Szapary
zijn ontslag heeft aangeboden. Er is nog geen
crisis, maar toch dreigt zij te zullen ontstaan.
De Keizer is zeer ontstemd over de houding
der oppositie, voornamelijk wegens «le be
noeming van Kossuth tot eereburger van Pest.
Het huwelijk van 's keizers zuster Marga-
retlia met prins Friedrich Karl van Hessen,
is op 25 Januari bepaald.
De niet terugkeerende meerdere uitgaven
voor liet andermaal vorgroote Duitsche rijks
leger bedragen 66 800 000 Mark, waarvan 61
millioen zullen voorkomen op de begrooting
voor 180304 en de rest op «lie van een
volgend jaar. De jaarlijks terugkeerende
meerdere uitgaven worden geschat op 64
millioen Mark, doch voor het eerste jaar
slechts op 56400000 Mark, welke som dan
geleidelijk zal vermeerderen. Op de begroo
ting werden, boven «le bestaande vredes-
sterkte, gebracht 2138 officieren, 234 mili
taire artsen, 200 betaalmeesters, 11857 onder
officieren, 72 037 manschappen en 0130
dienstpaarden.
Men schrijft uit Carmaux aan «1e Temps:
„Het scheidsgerecht is in beginsel aange-
zijne moeder mede, dat hij nog eenigen tijd op
Capri wenachte te blijven. Hij verzocht haar
met Bianca naar Zwitserland te gaan en
hem niet meer met een verzoek lastig te vallen,
waaraan hij toch niet kon of wilde voldoen.
Carmela had Bettina, onder lachen en weenen,
verteld dat zij den vreemdeling innig liefhad
dat zij zijne vrouw werd.
„Als alle hinderpalen uit den weg geruimd
zijn, bréngt hij mij naar Rome, waar ons huwe
lijk plaats heeft," voegde zij er voorzichtigheids
halve bij.
Meer nog dan aan de woorden van het meisje/)
sloegen de oude lieden geloof aan het gedrag
van den Romeinsehen edelman. Hij gaf Car
mela kostbare geschenken en haren bloedver
wanten aanzienlijke sommen gelds. Daardoor
lieten zij het jonge paar voortaan geheel vrij, zoo
als «lit op Capri gebruikelijk is, als een voornaam
heer oen arm visschersmeisje bemint.
De jonge man vertoefde eiken «lag bij Carmela.
Als zij spon, brak hij telkens plagend de dra
den, beknorde haar over onhandigheid om
haar eenige oogenblikken later te kussen en met
haar te schertsen. Hoe heerlijk waren hunne
wandelingen naar al de schoone plekjes, waar
aan Capri zoo rijk is. Daar stoorde hen niemand
daar, in die betooverend schoone natuur kon
den zij hun geluk in al zijne uitgestrektheid ten
volle genieten. Dan zong Carmela hare volks
liederen en hare zachte, weemoedige stem wekte
allerlei ongekend zachte gewaarwordingen in
Alfonso's ziel.
Met. verdubbelde toederheid kuste hij het
•lioone meisje op oogen en lippen, omvatte hij
aar nog vasteren Capri's roos Zij was
tevreden zij was gelukkig.
Geen smartelijke gedachte aan de toekomst
verduisterde het schoone heden geen angstige
gedachte, geen voorgevoel kwekle haar. De
schooncVedelman beminde haar - wat verlangde
zij meer! Was zijn liefde niet haar lot 1 Vol ver
trouwen zag zij tot hem op gehoorzaam on
derwierp zij zich aan zijne wenschen deemoe
dig erkende zij hem als haar heer en meester.
En Vincenzo? Wat hebben de dooden met
de levenden gemeen? Hij behoorde immers tot
eene andere wereld dan dc hare waarom
zichzelve gepijnigd met zijne herinnering
Alfonso werd niet moede om de schoonheid
zijner geliefde te bewonderen. Op echt Itali-
aansche wijze vereerde hij sleehts den vorm van
het beeld, niet do ziel er van.
Op deze wiize gingen Augustus en September
voorbij. De korte regentijd wierp zijne schadu
wen over Capri hevige onweders verfrischten
de natuur. Opuicuw ontving de aarde groei
kracht en vruchtbaarheid en 't duurde niet lang.
of de Alpen viooltjes en leeuwenbekjes bloeiden
on geurden weer in weclderigcn overvloed.
Alfonso en Carmela, gelukkig als ze waren,
sloegen weinig acht op hetgeen er om hen
plaats greep. Zij hadden slechts oog en oor voor
elkander en voor elkaar levend, vergaten zij alles.
Wat den Marchese vroeger bezig gehouden had,
boezemde hem thans volstrekt gcene belang
stelling meer in, nu hij in den kring dier een
voudige lieden vertoefde en zag, hoe er nog iets
anders in 't leven was dan rijkdom en eerzucht.
(Wordt vervolgd.)