Maandag 26 Dec. 1892. No. 4207. 37e Jaargang. kerstmisT OFFICIERSEER. Een vroolijke Kerstmis gelukkig Nieuwjaar! Uitgave FIRMA A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f\. Franco per post f 1.45. Advertentiëni6 regels 00 Cents.elke regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieels- on onteigoningsadv. por regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers iO Cents. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegraoht, Wijk B. 60. Dit Nummer bestaat uit twee Bladen. Zij, die zich met 1 Januari op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. HULPBANK TE AMERSFOORT. Tot bet geven van gelden ter i.een zal eene Commissie uit het bestuur op DINS DAG, den 27 DEC. aanstaande, 's namiddags van halftwee tot haledrie, zitting liouden in een der lokalen van liet Raadhuis, alwaar de belanghebbenden zich kunnen aanmelden, ook voor het teruggeven van gelden. HERM. P. VAN HASELEN, Secretaris-Penning in eester. Ons nummer van den vijfden bevatte een enkel woord over het Sint Nicolaas-feest en daarin hebben wij getracht duidelijk te ma ken, wat ons aangaande dit onderwerp te voren gekomen is en niet binnen het alge meen bereik der kennisneming ligt. Nu wij andermaal aanleiding hebben tot een mede- deeling van ongeveer dezelfde soort, wen- schen wij die niet te verzuimen. Waar het een deel onzer taak is, sommigen door middel onzer courant een en ander wetenswaardigs te herinneren, weder anderen iets te leeren, kunnen wij dit niet anders doen, dan door de gelegenheid te baat nemen, want van een geregeld overzicht van soortgelijke dingen kan hier geen sprake zijn. Men veroorloove ons, hier een paar aanteekeningen te geven over het Kerstfeest, dat in bijna geheel Wes telijk Europa sinds eeuwen gevierd wordt, onder tallooze vormen. Tot het schrijven van een overdenking over deze Hoogtij achten wij ons evenmin geroepen, als bevoegd. Daar zijn tal van boeken, opstellen in tijdschriften en artikelen in vervolgwerken, waarin deze gedenkdagen in hun beteekenis grondig en duidelijk uit eengezet worden, beter dan in onze kolommen zou voegen. Evenzoo zijn er plaatsen, die geschikter zijn voor het betoog van het doel van dezen hoogdag, dan ons bescheiden bureel. Wij hebben niet te beoordeelen: het is onze nederige zending, te constateeren, wat de uitkomsten zijn van de nasporingen met betrekking tot dit onderwerp. Wij bevelen deze wijze van bondige be handeling aan in de welwillendheid onzer geëerde Lezeressen en Lezers, wien het op schrift aantrekkelijk mocht voorkomen. Feuilleton. Vry naar 't Duitach door S II. En met zekere deftigheid geleidde zij den jongen officier naar een sierlijk gemeubileerd, schoon niet groot salon, waarna zij heensnelde om den wensoh van den jongen man te ver vullen. Binnen weinige minuten keerde zij echter terug met de boodschap, dat „mama dadelijk zou komen." In werkelijkheid evenwel zou het wat langer duren, want de waardige dame was juist aan haar toilet bezig. Klara had daaraan wel is waar reeds de laatste hand gelegd, maar, daar Weding's bezoek niet verwacht werd, wilde zij zich eerst een weinig van hare verrassing her stellen, voordat zy den jongen man tegemoet trad. Wedig echter beproefde om een gesprek met het kleine meisje aan te knoopen, ten einde zijn gedachten een anderen loop te geven. Lena stond op weinige schreden afstands van den fauteuil, waarin hij plaats genomen had. Hare ondeugende oogen vestigden zich nu eens op de blinkende epauletten, dan weer op het geestige gelaat van den bezoeker. „Je zuster slaapt zeker nog?" begon hy, de kleine tot zich trekkende. „Klara?wel neenl Zy is al lang op. ledereen weet, dat de koriste dag van het jaar in deze maand valt. Op welken dug dit plaats heeft, is zonder nadere aanwijzing zeer moeilijk te zeggen. Rij onze herinnering, kwam die dag voor in 1889, '90 en '92 op den 21 sten, maar in 1875, '79 en'83 op den volgenden dag. Dat komt, omdat gelijk het wordt uitgedrukt de zon alsdan in den Steen bok komtdat wil zeggen, dat de aarde, de zon en het genoemde sterrenbeeld zoo wat in dezelfde lyn liggen, en dat heeft op de minuut af plaats. Geschiedt dit nog vónr twaalf uur 's nachts van den 21 sten, dan valt de kortste dag nog op den 2len, maar da delijk na middernacht, als de sterrenkun digen hun scheurkalender veranderen, komt, wat zij den winter-zonnestllstand noemen, op den 22sten. Dan beginnen de dagen een weinig te lengen; men kan dit al spoedig des avonds merken, beter dan des ochtends. Dat heelt iedereen kunnen nagaan, doch met allen hebben de oorzaak daarvan begrepen, die overigens heel eenvoudig is. Dit lengen der dagen werd reeds in de vroegste tijden met vreugde begroet en vrooujk gevierd. Om het niet al te ver te zoeken, beginnen wy met de Romeinen. Dezen hadden dan hun Saturnaliawaarbij machtig gedronken en veel baldadigs uitge richt werd. Dat duurde dagen achtereen, en zóo algemeen was de feestvreugde, dat ook de slaven deelgenooten waren van het feest. Gewoonlijk stonden deze heeren onder strenge tucht, hoewel niet zoo erg als de slaven waarvan in de Negerhut verhaald wordt; zij hadden hun l'ooiengeld, waarvoor zij zich bij spaarzaamheid konden vrykoopenmaar de meesten waren daarvoor te gaarne Zon- dagsheeren, die hun vrijen dag beminden, als hun leven, zich bodronken, hun eigen aardige genoegens namen in de gaarkeukens en erger instellingen, hun duiten in do speel huizen verloren en berooid thuiskwamen. De burgers en edelen deden eigenlijk hetzelfde, maar meer grootscheeps. De Christenen ont hielden zieh daarvan. De Germanen overtroffen misschien de Romeinen in het waarnemen van plechtig heden, want zij eerbiedigden het bovenna tuurlijke Gezag mot de handhaving van over oude instellingen, terwijl de Romeinen, althans in de dagen hunner wereldheerschappij, om hun goden lachten, met du godinnen den draak staken en de priesterschap zeer weinig vertrouwden. Onze voorouders hadden ook hun lang durig feest in den aanvang der verlenging van den dag. Het word Joel geheeten, juist „Zoo, zoo. Zo was dus zokor niet erg ver moeid van bot bal?" „Neen, volstrekt niet Klara is nooit moe," verklaarde het jonge dametje mot potsierlijke wijsheid. „Was je nog wakker, Lena, toen je zuster thuis kwam „Neen, dat niet. Ik sliep al. want papa wil niet hebben, dat ik liuit opblyf. Maar Klara heeft me wakker gemaakt u moet dan weten, dat we op dezeltde kamer slapen. Ik was er niet boos om. Zij kan zoo hcerlyk van die bals vertellen. Dan weet ik vust, hoe het daar toe gaat, want als ik groot ben, ga ik er ook heen. O, ik vind niet prettigere dan dansen. En u?" „Ja, zeker. En heeft je zuster je veel van het bal verteld ?"onder zocht Wedig belangstellend. „O, ja en ook van u." Tromfeerenu keek de kleine hem aan. „Van mij vraagdu do luitonant op gehui cheld verbaasden toon. „Ja, ze zei mij, dat geen van de heeren zoo goed danst en zoo gezoilg praat als u." „En, gij, mijn lief kind. zijt gij het met je zuster eens?" hernam Wedig vriendelijk, met het doel om de kleine aan den priuit te houden. „Ik?" Het kind bloosde en speelde verlogen met de kwasten aan de leuning dos stoels. „Ja, ik houd veel van u, „vervolgdo zij na een k Ui tic" pauze. „Ik mag overigens heel graag de offi cieren lijden." „Zoo, zoo, dat is heel vleiend voor ons," meende Wedig. „Maar zou je my nu ook eens willen vertellen, lieve kleine, waurom je de officieren zoo gaarne lyden moogt?" „O," riep Lena vol geestdrift uit, die hebben niet omdat er veel gejoel bij was, maar om dat het woord zonnèrad beteekont, en dit wiel nu weer aan 't draaien geraakte, om een hall' jaar later weer oventjes stil te staan, als do zomer begon. Wodan, dien wii voor Sinterklaas hebben zien spelen, roerde zich weer geweldig en weder is het 't oude liedje, met weinig variatiehet paard Raider en den knecht. Tot afwisseling verneemt men, dat hy met zyn vrouw Holda de wereld doorreed, by wyze van een periodieke hu welijksreis, en ten bewijze dat grootelui in staat waren, om zich zoo vaak dergelijke uitspanningen te veroorloven als hun lustte. Reiden waren goedgeefse!i en brachten ge schenken voor de zoete kinderen, of een stok, tot nut van de stoute. Dat heeft veol van den vijfden December, maar in de nude tijden was men zoo nauwlettend niet op de dustorie. Trouwens Herman de Ruyter en de held Van Speyk zijn in onze eeuw ook weieens -met elkaar verward, omdat zij allebei »in de lucht gevlogen" zijn. Een dergelijke duisternis met Wodan kan men den ongelet- torden Germanen dan ook niet kwalijk nemen. Toen echter hot Christendom de overhand verkreeg, ook in het Gernmansche land, waartoe ook wij behoorden, was het uit met de viering van den winterstilstand. De waar heid was hier weder, dat men aan do men- schen hun feesten niet kan ontnemen, zonder er iets voor in de plaats te geven. De langste nacht, die na den kortsten dag kwam ont stak een nieuw Licht in de zedelyke wereld. En zoo kwam het Kerstfeest in vervanging van hetgeen voortaan tot het verleden I te- hoorde. Het, zou echter een boekdeel vullen met bijzonderheden, sprekende van gebruiken uit den Heidentijd. Niets is gezelliger dan Kerstavond in een Engelscho woning, maar geen schooner gelegenheid om te toonen, hoe »dom," «ergerlijk" en «onhandig" diuirby een buitenlander is, Men moet het doeg van den podding omroeren, zonder te morsen het kerstblok binnen de kamer helpen slee pen, als een trekdier; met een overigens vriendelijke juffrouw gaan staan in de groen- gemaakte kamer, waar, in een hoekje, een mistel takje hangt, zoo klein mogelijk, schoon het ding een paar gulden kost een restje van tic «godvergeten menschenslachtende druïden" naar de noten en boonen zitten kijken, die iemand altyd in het aangezicht springen 't welk alles «goed geluk" beteekont, maar wel gemist kon worden. Dan is de «gemoedelijke" Duitscher beter al' met zijn boompje vol lichten, zijn met goudpapier allen zoo iota flinks, zoo lots aparts over zich. Zo zien or zoo chic uit in iuin mooi uniform en zo noemen mij allen juffrouw. En Mama zegt, ook, dat het iets geheel anders is om een officier tot schoonzoon te hebben dan iemand die geen officier is. Ik weet wel, waarom Manui dat zegt... omdat zo huar zóo voornaam de hand kussen dat hooft zH zoo graag. Gewone menschen, zooals dokter Mobius, doen dat nooit." „Doktor Mobius!" herhaalde Wedig. Hij kende den geneesheer en wist, «lat deze zieh bij zijn uitgebreide praktijk in do bijzondere vriondsehap van don rijkon bankier mocht verheugen geen wonder dus, dat hij een gevoel van ijver zucht niet vermocht te bedwingen, te meer, daar do doktor tot een van Klara's vurigsto vereerders behoorde. „Doktor Mobius komt zeker dikwijls hier?" vraagde hij de kleine, schijnbaar onverschillig. „O, ja, maar wij houden niets van hom, Klara en ilt. Klara houdt veol meer van u." „Van m\j ,;Ja, van u alleen, want van nacht heeft zo mij gezegd, dat zij uw vrouw wordt on dat zij zoo gelukkig is en juist." Daap' word juist de deur geopend en op het zelfde oogcnhlilfc trad Klara binnen. Zij lieotto den jongen officier, die met moeite zijn ver legenheid en opgewondenheid bemeestoren kon, onbevangen wolkom, terwijl zij zieh verontschul digde over haar talmen. „O, uw kleine zus heeft mij (link gezelschap gehouden. Do tijd is mij door haar aardig ge babbel niet lang gevallen." „Zij hoeft u zeker veel van huar poppen verteld," glimlachte Klara gedwongen. beplakte noten en «bescheringen", alias «toebedeelde" zaken. Rij ons zijn de gebrui ken en genietingen eigenaardiger dan men somtijds gist. Historisch kan men vaststellen, dat de al- gemeene viering als korkelyk feest, «lagteekent uit. ile vyl'de eeuw onzer jaartelling. Veelal denkt men zich de gebeurtenissen ouder, dan zij zijn. Ieder beeft, bulten do wetenschap althans, het recht om deze instelling zoo oud te maken, als hij wil. Wat den (lag dezer wereldgebeurtenis aangaat, men heeft eenig® gegevens daartoe. In bet volledige geboortiy- voriiaal wonlt (Lucas 1 51 de dagorde van Abia genoemd en daaruit kunnen tijd reken kundige bedenkingen afgeleid worden, om dat er verband en samenhang is met de overige doeleti van het verhaal. Men weet, dat onze Kersttijd samenvalt met liet.regen seizoen in Palestina, wanneer noch herders, noch kudden in het open veld zyn, bij dag noch nacht. De overeenkomst van den ge boortedag met den feesttijd is geen rn<W om daarin bedenking te zoeken tegen het verhaal; de gebeurtenis, die daarbij li ordacht wordt, wordt daardoor niet aangeraakt. Ieder kun oen feit aannemen en waaraeeren, zonder dat hij den dag kent. waarop het als historisch verschijnsel voorviel. Niemand hoeft ooiteen bedenking geopperd tegen andere, volkomen gelijksoortige gebeurtenissen. Paschen. bij voorbeeld komt zóo onregelmatig, dat bere kening daarvan liefst ontwreken wordt door het. gebruik van daartoe ingerichte tafelen; van don Paaschdag hangen andere feesten af'. Maar nooit heelt die wisselvalligheid aan leiding gegeven tot beoordoeling van hetgeen op den vastgesteldcn. tijd in gedachtenis wordt gehouden. Nu wij beproefd hebben te bewijzen dat deze Hoogtijden in dit gedeelte der wereld vorebristeiijkte feesten dor Heidenen zijn, rest ons niets anders, dan den wensch te herbalen onzer overzeesche Stamverwanten: on „Neen, dat lier ft zij mij juiHt niet voiteld," antwoordde hij, haar doordringend aanziend®. Maar zij had zich to veel geoefend om in g^ sprek mot heeren hare gewaarwordingen te be- hoersehon dan dat zij ook thans niet hare kalmte wist to bewaren. Op denzelfden mstigen toon klonk het dan ook weer van hare lippen„Nu, dan hoeft zij u zeker op allerlei medudeelingeo van do school onthaald." „Geraden, juist geraden, zy heeft werkelijk uit do school geklapt," stemde hij op elk woord don klemtoon loggende, hoofd knikkend v toe. Thans was hot gedaan met Klara's zelf beheer* Hehing. Zij begreep maar al to goed, wat hjj zeggen wiluo. Een donkere blos brandde op hare wangen; mot. trillende )ipp< geslagen oogen zocht zij hin e ontroering te bodwxng«£, „Klara," riep Wedig jubelend uit terwdl Ab hare beide handen vattende, haar tot zich troV Zo weerde hein ook niet af, toen hij haar hoofd tegen zijne borat vlijde. Ito luitenant kon zich thans geheel moestar viirWiot. terrein achten. Met het, geliefde meisje in zijn urmen kunde hij geen vrees meer. Het bewustzijn van te zullen zegepralen, verhoogd® zijn moed oil vuurde hem aan om do aangele genheid, welke onvermoed, door toevallige om standigheden zieh zoo gelukkig ontwikkeld had, tot een zollcnmen oplossing te bronpen. En toon hy juist daar moeder hoorde binnenkom®!», weifelde hij geen oogenblik langer en, K 1 ara's urm in don z(jne loggend, trad hij de waardig® dame flor tegemoet. (Wordt vervolgd.) jtjjê

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 1