Maandag 27 Febr. 1893. No. 4227. 37e Jaargang. Armenzorg. üe diamanten van den kapitein. Uitgave FIRMA A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f\.—. Franco per post /"4.15. Advertentiën16 regels 00 Cents.; elke regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Buroau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 (Slot) Krachtens art. 376 j°. van liet B. W. zijn tot alimentatie verplicht kinderen jegens ouders en grootouders en dezen jegens kinderen en kleinkinderen schoon zoons en schoondochters jegens hun schoonouders en wederkeerig. Verder wordt de verplichting echter niet uitge strekt. Dit geeft aan vermogende doch liefde- looze broeders en zusters ruim spel, om hun verarmde bloedverwanten te dwingen zich te beroepen op de algemeene lief dadigheid, terwijl de anderen zich dus doende aan een plicht onttrekken, die volgens alle zedelijke en godsdienstige begrippen bij voorkeur op hen rust. De Mozaïsche wet verplicht echter tot alimentatie vader, moeder, zoon, dochter, broeder, zuster, klein- en schoonzoon, klein- en schoondochter, enz. Of de tegen woordige wetgever eveneens zóo zou kunnen en mogen aanwijzen is een vraag, welke wij ons niet vermeten zullen te beantwoorden, doch dit meenen we te mogen beweren, dat, indien armenzorg als 't ware een politie-inaatregel is, de ondersteuning van de zijde der burger lijke gemeente slechts in de uiterstenood zakelijkheid moet worden verleend, en dat deze noodzakelijkheid niet daar is, zoolang van het onvermogen van gehei ligde betrekkingen niet blijkt. Hetzelfde recht dat de schoonouders noodzaakt hun schoonzoons te ondersteunen, kan immers ook den broeder jegens den broeder ver binden. Door weidenkenden geschiedt dit ook, doch maar al te veel beroepen zich nog lieden, die den naam van inensch niet meer verdienen, op deze leemte in de wet. Zoo iets, dan is een Armenbelasting in staat bij den behoettige het denkbeeld op te wekken, dat de Staat hem onder steunen moet. Immers, hetgeen gegeven wordt met het doel hem te helpen, kan hij eischen, vorderen, en zoo niet met recht, dan toch in billijkueid vragen. Draagt hij er kennis van, dat een be lasting te zijnen behoeve wordt geheven, Feuilleton. Naar hot Duitsch door S Alice bloosde en wendde het gelaat haastig af. Zwijgend vervolgden de dames hun weg. Anders waren zij gewoon druk en levendig met elkander te babbelen en te schertsen, doch thans, naar aanleiding van Elly's onverwachte woorden, waren aller gedachten op denzelfden persoon gericht, op Walther von Strausz. Zij hadden eerst in dit jaar met den jongen man kennis gemaakt Hij was acht en twintig jaar oud, bezat goede manieren, kortom hij was een volmaakt man van de wereld. Hij was geestig zonder geleerd, ironisch zonder boos aardig te wezen. Men behoefde slechts oven in zijn blauwe oogen te blikken om te weten, dat hij goedhartig en welwillend van aard was. Iiij bevond zich gaarne in het gezelschap der drie dames, hoewel hij Alice steeds do meeste opmerkzaamheid betoonde. Mevrouw Von Ilarte- nau zag als het ware onder haar oogen een tcedore neiging ontluiken, welke zij hoopte, dat tot een verceniging der jonge lieden leiden zou. Zij kende wei is waar de familieomstandigheden van den jongen man niet, maar zijn edel karakter, dat zij uit allerlei kleine trokken had loeren kennen, was haar een zekere waarborg van het dan komt hij niet om een gunst, maar om een deel van het hem, zoo hij gelooft, rechtmatig toekomende. Hoewel in alle rijken, zoodanige belasting bestaat (want ook de gelden voor de burgerlijke ar menzorg komen uit de door gemeente lijke belastingen gevulde kas) is echter de bedekte wijze, waarop dit geschiedt, alleszins berekend, om bij den arme zoo danig denkbeeld weg te nemen. Hetgeen door de gemeentelijke kas ten bate der armverzorging wordt gegeven, staat op éen lijn mot de kosten van politie, braml- wezen, enz. Een geprononceerde armenbelasting si echter verderfelijk. Eertijds moest ieder tot de armenzorg bijdragen, zelfs de arme om echter aan die belasting het (en te recht) burgerlijk karakter te ontnemen, werd zij als gedwongen kerkelijke belas ting voorgesteld. Ziedaar eenigo beschouwingen over een zaak, welke, vooral in deze revolution- nairo en beweeglijke tyden, ten volle de aandacht van vroede lieden verdient. M. Z. Am Kris rooier Feb. 1893. BINNENLAND. Men schrijft uil Den Haag Het is nog niet recht duidelijk waarmee de Tweede Kamer den tijd tussohen morgen en de stille week zal doorbrengener is on geveer niets voor openbare behandeling rijp. Men spreekt dan ook van aanvullingswerk, discussies over conclusion, die dagen lang zouden duren (o. a. over de opnieuw aan hangig gemaakte Tjomaszaak) over interpel laties van do heeren Tijdens en Gerritsen, over een poging om uitstel van invoering der Vermogensbelasting te krijgen maar dat alles kan niet voldoende zijn om al den be schikbaren tijd te dooden. Zell's het Zondags wetje van den lieer Donner, met betrekking tot de schutterij, kan de Kamer niet helpen, Het ware misschien beter geweest als men nog een weekje later ware bijeengekomen als 't zóo geregeld ware, dat de heeren op den dag van liet 30jarig parlementair iubile van den heer Van Kerkwijk in Den Haag zijn, tot bijwoning van liet groot diner, dat deze «nestor" zijn medeleden dan aanbiedt, zou niemand een latere en kortere bijeenkomst hebben afgekeurd. toekomstig geluk harer oudste dochter. Eenige dagen geleden was Walther naar Herlijn gegaan, omdat een belangrijke aangelegenheid zijn tegenwoordigheid aldaar eischte, en de drie dames waren het volkomen mot elkander eens, dat zij verlangend naar zijn terugkeer uitzagen. Toen de dames, van hun wandeling terug gekeerd, hare woning betraden, vondon zij een brief uit Berlijn, welke do moeder opende en las. De schrijver sprak daarin zijn leedwezen uit, dat zijn werk hem zoolang tc Berlijn hield, maar thans kon hij de dames tot. zijn blijdschap racdcdcelen, dat hij binnen eenige dagen hoopte terug te koeren. Hot huis, dat mevrouw Von Iiurtenau elk jaar, als zij op de badplaats verwijlde, bewoonde, was het eigendom eener jonge weduwe, mevrouw Hartwig gehceten, die een zeer goede opvoeding genoten had, daar zij tot den deftigen stand behoorde. Het was (lus geen wonder, dat zij weldra een vertrouwde vriendin der dames ge worden was, te meer, wijl haar lot zooveel over eenkomst met dat van mevrouw Von Hartcnau had. Ook deze had haar man na eon langdurig ziekbed verloren en toch, ondanks «lat alles, be zaten beide vrouwen een opgewekt karakter, waardoor zij beiden gaarne in de gezelschappen werden opgenomen. Ook lieden toefde mevrouw Hartwig bij haar vriendinnen, want een brief van den hoor Von Strausz was wel «lc moeite Van een bezoek waard. Zij was veel te zeer vrouw om niet aanstonds bemerkt te hebben, «lat de bezoeken van den jongen man Alico golden en zij verheugde zich daarover, zooals men gaarne diamanten ziet, 't Is vreemd maar van de gewijzigde Bedrijfsbelasting lekt tot heden absoluut niets nit men weet, dat er een nieuw Ontwerp komt, doch wat het zijn zal, is voor iedereen een raadsel. De heer Pierson is er intusschon gereed mee en nog in deze week gaat 't gewichtig st.uk in zee. Ook bet voorloopig verslag over de Kieswet zal in de eerste dagen van «Ie kaïnercessie inkomen. Voel verder zal dit onderwerp intusschon vóór Pascben niet gebracht wor den. want bet is niet waarschijnlijk, «lat «Ie minister Tak, ondanks zijn groote vlugheid, binnen een maand met een omgewerkt voor stel gereed is. Een omgewerkt voorstel! Zeker, dat ver wacht men algemeen. Het is een publiek ge heim, «lat reeds nu door mannen van alle fraction der Kamer wordt gezocht naar een oplossing, «iie alle gematigde voorstanders van kiesreclituitbreiiling zou kunnen bevre digen. Ook den beer Tak kan dit dus niet onbekend zijn en het zal «lus zijn streven wel wezen om. door een andere uitwerking van 't beginsel dan waarvan «bi regeeringsvoor- dracht uitgaat, aan de ernstige pogingen der bestrijders te gemoet te komen, althans de liberalen, «lie legen zyn oorspronkelijk ontwerp bedenking hebben, tc winnen voor zijn definitief concept. Dat «Ie bier op touw gezette adresbeweging tegen 't kieswet-ontwerp eenig gewicht zal in «Ie schaal leggen, gelooft niemand, sedert gebleken is «lat men langs allerlei omwegen onbevoegden op de lysten laat teekenen sedert aan 't licht gekomen is dat de colpor teurs van de anti-kieswetmannen, per liand- teekening, die zij te huis brengen, betaald krijgen. De conservatieve beweging zal geen invloed hoegenaamd uitoefenen op «le wet gevende macht en 't Haogsche conservatisme is trouwens sedert lang zoo goed als dood. Men kon dat in do kolommen van het Dagblad bemerken eeri paar «lagen voor en na 's Pausen iubilé, toen het eertijds be houdende blad door zyn inhoud oen zuiver Katholiek orgaan geleek; men kan liet bij onze raadsverkiezingen nu weer zien waar de conservatieve kiesvereeniging (en straks ook liet Dagblad, naar 'k denk zich door «le Katholieken op sleeptouw Iaat nemen, niet tegenstaande in «Vaderlanden Koning" inde laatste jaren herhaaldelijk en krachtig tegen dit slippedragerswerk voor de clericale par tijen is gewaarschuwd; niettegenstaande liet gevolg van die tactiek reeds is «lat een vry belangrijke groep van anti-clerieale behouds- mannen thans zich bij de liberalen hebben aangesloten en met dezen meegaan. Met opzicht tot de carulidatuur voor den Gemeenteraail van een werkman heeft men zich, te 's-Gravenhage ten minste, vóór het beginsel verklaard en vooral met 'toog op den wenscli van «le werklieilen-kiesvereem- ging den heer Recourt op nieuw camlidaat gesteld, hoewel zijn tegenstander, de drukker fimiet, veel op licrn voor scheen te hebben. Het feit, dat deze laatste, om verdeoldheld te voorkomen, naar ik vernam reeds een brief aan «Grondwet" zond om niet hem, maar Recourt thans tc kiezen, opdat hot beginsel niet dooreenporsonenquaestielyde, bewijst dat «leze man oen lioogero opvatting heelt van den verkiezingsstrijd dan menigeen in «Ie betere kringen onzer samenleving. Hoe 'tzij we gaan een heiligen stryd te gemoet, ook wanneer de liberalen een stemmig voor «le heeren van Geuns, Asser, Huvser en Recourt opkomen. Maar zoo zij willen, kunnen ze zegevieren. Onze gemeenteraad heeft zich deze week van «le tijdquaestie afgemaakt door 't beginsel te ombelzen eener wettelijke re geling. Daarmee is alles gezegdals men zelf geen beslissing wil nemen, schuilt men de zaak op «len rijks wetgever. En waar dat niet kan'? Bijv. by de door den Raad in een ooganblik van verlegenheid bevol n enquête naar de oorzaken vah en de middelen tegen de werkloosheid? Och, daar boort men de gemeente-ambtenaren en eenige besturen van bouwkundige en der gelijke vereenigingen, die natuurlijk, geen van allen de oorzaak van 't kwaad kunnen wegnemen; en dan zegt men ten slotte tot den Raad: we hebben tonze gedaan. Burg. en weth. hebben aan dun Raad Vrij- dag het voorstel verzonden om «le directie der Fransche opera weder voor een jaar van Sept. 4893 tot Mei 1894 aan den beer Jos. Mertens op te dragen. Deze had de «lirec- tie voor 2 jaren te gelijk gevraagd en terecht, omilat dit bom, by liet sluiten van engage menten, veel meer kracht geeft en in de gelegenheid stelt goede elementen althans een paar jaren .te behouilen maar de bouwplannen van «le 's-Gravenh.-schouw- burgmaatscliappy beletten dit. De Koningin-Regentes woonde, zooals ge weet, verleden week de uitvoering van bet a capella-koor van De Lange bij. Slot groot genoegen vernam men, «lat H. M. den uit- nemenden dirigent van het prachtig koor met het ridderkruis van den Ned. Leeuw begiftigde. Deze hulde aan een nationaal kunstenaar zoo zeldzaam in ons landl bewijst, dat onze Regentes op elk gebied tracht ware verdiensten te beloonen. zonder te wenschcn ze te bezitten. „Als ik mij niet vergis, dan vieren we spoedig een heuglijk feest," zeide mevrouw Von Hart wig op warmen toon tot Alice. „Wat bedoelt u, mevrouw?" „Wel, het zal toch niet lang meer duron of de heer Von Strausz zal tot u mot du groote vraag, uw beider levensvraag, komen." „Gelooft u dat werkelijk? O, mevrouw. God geve, dat u dc waarheid spreekt," r:ep hot be vallige meisje opgewonden uit en om als 't ware haar verlegenheid tc verbergen, vlijde zij het hoofd togen den schoudci harer moeder. „Walter von Strausz" mompelde mevrouw von Hartcnau, „«lie naam hoeft zoo'n bekenden klank, 't Komt my voor, alsof ik hem reeds vroeger gehoord heb." „Dat is immers «le naain van den nieuwen minister van financiën," beweerdo KUy levendig. ,,'t Kan zijn, dat hij diens zoon is, maar hij heeft er nooit op gezinspeeld," hernam mevrouw Von Hartcnau, die spoedig een nieuw onder werp op 't tupyt bracht. Den volgenden dag wekte oen advertentie in het plaatse!(ike blad «le nlgctneene opmerkzaam heid op. Zij luidde als volgt: Drie honderd Mark bclooningl ln dun nacht van don vijftienden op don zes tienden Juli word een rentenier, de lieer Krnuts lhicr «loor twee personen, waarschijnlijk geen inwoners van 1'., uit zyn huis gelokt en op boosaardige wiizo overvallen en mishandeld. I Bovengemelde belooning zal degene ontvangen, «lie de diulcrs aan de politic bekend maakt, op dat zy hun gerechte straf kunnen ontvangen. De hoofdcommissaris van politie. Met «lie advertentie trad het voorgevallene in oen tweede studium. Men beschouwde hot nu niet langer van de boluohlijko zyde. Men geloofde echter niot aan de ontilekking der «lu- «iers, die zeker wel dadelyk na hun moedwillige «laad het eiland zouden verlaten hebben- Mevrouw von Hartcnau zat mot haar beide meisjes in do veranila, toen zich eensklups een jon ge man«le heer Von Strausz, by haar voegde. „Vergeeft my. dames,dat ik u stoor," begon hy met een diepe buiging, „maar ik kon den lust niet weerstaan om u te overvallen," en thans volgden er «lo gebruikelijke vragen, welke echter met evenveol opgewektheid gedaan als beant woord werden. Weldra werd natuurlyk het gebeurde met den kapitein tor sprake gebracht, waarvan Walther nog niets vernomen had. Hij luisterde opmerk zaam naar hot verhaal, waarbij in den beginne een spottend lachje om zyn lippen speelde, doch dat weldra voor een ernstigen trek plaats maakte. „Men amuseert zich over die «laad, maar ik vind haar afschuwlyk," riep Alice vol overtui ging uit. Verwonderd staarde do heer Von Strausz het jonge meisje aan. ,,'t Doet mo genoegen, «lat gij de zaak ook ernstig opvat, Het verheft- «ion mensoh boven don grootcn hoop en het dwingt eerbied af, wan neer hij «le r oenten van den geringsten z ij nor natuurgonooton erkent." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1