Maandag 13 Maart 1893. No. 4231. 37e Jaargang. GRATIS. Landverhuizing. De diamanten vaü den kapitein. Uitgave A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f 1. Franco per post fi.15. Advertentiën16 regels GO Cents.; elke regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Zij die zich met 1 April op dit blad wenschen te abouneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Brengen ter kennis var de belanghebbenden, dat de lijsten, aanwijzende de'personen, in deze gemeente bevoegd tot het kiezen van leden voor de Tweede kamer der Staten-generaal, de Provin ciale staten en den Gemeenteraad, zijn vastgesteld, en benevens die, behelzende de namen der per sonen, welke ingevolge art. 35 der wet van'den 4 Juli 1850 (Staatsblad No. 37) van gemelde lijsten zijn geschrapt, op heden aan de bergplaats bij het raadhuis zijn aangeplakt; welke lijsten met den schattingstaat en de verslagen der be trokken Ambtenaren gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 's voor middags 10 tot 1 uur des namiddags, op de secretarie dezer gemeente voor eenieder ter in zage liggen. Amersfoort, den 13 Maart 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. In de laatste weken werden ons op merkelijk veel prospectussen toegezonden door emigratie-maatschappijen en het bleek al spoedig, dat ook andere bladen genoten van dezen brochuren-regen. De goeden niet te na gesproken, be vatten al die boeken en boekjes de schoon ste uitzichten voor hen, die, het hier te lande niet langer kunnende volhouden in den strijd om het bestaan, naar een ander werelddeel gelokt werden om daar hun geluk te beproeven. In verlokkende woor den werd den luiden meegedeeld, dat ze in Afrika of Amerika werk konden vin den, en niet alleen een flink bestaan, doch dat ze ook geld, veel geld konden verdienen. Al spoedig bleek de oorzaak van de groote vrijgevigheid waarmede de brochu res werden rondgezonden. Niet alleen meenden agenten der maatschappijen, dat ze hun slag konden slaan, nu het land- Feuilleton. Naar het Duitsch door S C.) „Zeer gaarne, mevrouw," antwoordde de doc tor stijf. Toen het gezelschap het slot en den tuin be zichtigd en verlaten had, voegde Elly zich dadelijk bij den doctor, schijnbaar zeer verheugd, dat zij thans iemand gevonden had aan wien zij haar overmoed kon botvieren. „Hoe bevalt u mijn vriend?" vraagde Walther aan mevrouw Von Lindenau. „Het schijnt mij toe een eigenaardige persoon te zijn," verklaarde de bejaarde dame oprecht. „Ja, dat kan ik niet ontkennen maar hy is zoo braaf en eerlijkZijn verlegenheid of zijn eigen aardigheid is wellicht het gevolg van zijn bur- gelijke geboorte, waarvoor hij des te meer waarde aan zijn titel en zijn stand hecht. Voor het overige is hij een knap man en een begaafd dichter." „Werkelijk?" zeide Alice ongeloovig. „Doch iemand, die gij zooveel lof toezwaait, zal het zeker verdienen." „Ik dank u," fluisterde Walther haar ernstig toe. Het was reeds laat, toen 't kleine gezelschap in Sasznitz aankwam. Vermoeid trad men een hötel binnen, doch de eigenaar kon hun tot zijn spijt geene kamers ter beschikking stellen. Wal ther bood zich dadelijk aan om een onderkomen bouwbedrijf schier overal niet meer zoo zeer voordeelig is, en uit 't Noorden des lands berichten komen, dat de eigenaars van boerenplaatsen deze willen verkoopen en in de steden een rustig eu althans onbe dreigd leven willen leiden. In troebel water is 't goed visschen, meenden ze en daarom zonden ze hun brochures bij pak ken te gelijk rond. Maar nog een andere oorzaak was er, welke hen een zoo buitengewonen ijver deed ten toon spreiden. De Regeering had zich namelijk gemengd in de emi gratie-kwestie. Dat was den Maatschap pijen ter oore gekomen en de couranten moesten den storm bezweren eer deze opstak uit het Departement van Buiten- landsche Zaken. Voor eenige dagen nu is het Regee- ringsrapport verschenen; we deeleu het mede, voorzoover het onzen lezers belang kunnen inboezemen. Door bemiddeling van onzen gezant te Washington verzocht onze Regeering aan de Amerikaausche een onderzoek te wil len doen instellen omtrent de „Hollandsch- Amerikaansche Land-Emigratie Maat schappij" en dit werd opgedragen aan den districts-Attorney Charles Merriman. Uit diens rapport blijkt reeds dadelijk, dat de »Holland American Laucl and Immigration Company" zich niet in Colo rado heeft doen incorporeereu overeen komstig de wetten des lands. De heer Merriman noemt de statuten „very defec tive in many particulars" (in vele opzich ten zeer gebrekkig). Volgens hem heeft de maatschappij niet het recht om iu Colorado zaken te doen en wie met haar handelen willen, „do so at their peril" (doen zulks op eigen verantwoordelijk heid). De beer Merriman constateert, dat niet al de gronden, die genoemd werden in de „act of incorporation", het eigendom der vennootschap zijn of ooit waren. Zij had slechts het recht van voorkeur daarop tot een bepaalden tijd, doch de loopende contracten zijn vervallen, omdat de daarbij bedongen voorwaarden niet door haar zijn nagekomen. Hij wijst er verder op, dat de kolonis ten door valsche voorspiegelingen ver in een ander hötel te gaan zoeken: intusschen zou de doctor de dames gezelschap houden. Nauwelijks was de jonge advocaat vertrokken of de goede man haalde een spel kaarten te voor schijn en verriehtte daarmede zulke aardige kun sten, dar de dames bewonderend toezage. Plot seling bracht hij oponverklaarbarewijzedestoelen, de tafel, kortom al het huisraad in beweging, hetgeen in hooge maie den lachlust der toe schouwsters opwekken. Te midden dier vroolijk- heid verscheen Walther, die, bemerkende, wat er geschiedde, het voorhoofd fronste, maar hij deelde op zijn gewonen, vriendelijken toon mede, dat hij er in geslaagd was, een onderkomen te vinden. De daines dankten hem voor zijne moeite en weldra begaf men zich opweg naar het nieuwe kwartier. Vermoeid als zij waren, sliepen allen dien nacht zeer goed en de zon stonde reeds hoog aan den hemel, toen de dames ontwaakten. Zij maakten vlug toilet, waarnaar zij plaatsen zochten en vonden in een klein paviljoen, dat in den tuin op een verhevenheid gebouwd was. Nauwelijks waren zij gezeten of zij hoorden de stem men der beide vrienden die, acuter 't paviljoen staande, van de aanwezigheid der dames nietsverraoedden. Zij spraken Engelsch. „Ik zeg je, dat je nog het gehrele plan in de war zult sturen", zeide Walther verstoord. „Bij al je handigheid ben je soms zoo dom als een kind." „Dat is nu eenmaal mijn zaak" antwoordde de dokter met diepe stem. „En waarom zou ik mij dat genoegen ontnemenDedamesamuseer- den zich bovendien heerlijk," lokt zijn, zoodat deze bij hun aankomst te Almosa („Cojonos County") geheel teleurgesteld werden. De vennootschap vestigde hen in „poorly constructed hou ses" (armoedige huisjes) zij verschafte noch het beloofde land, noch het toege zegde werk en zonder de hulpvaardigheid der inwoners zouden onze landgenooten gebrek hebben geleden. Intusschen hebben enkele kolonisten het goed getroffen. Zij konden in de buurt van Almosa goed land koopen, hebben er aardige woningen en schijuen tevreden, volgens de heer Merriman, „and doing wel" (en in goeden doen). Dat de kolonisten door de agenten der maatschappij bedrogen zijn, staat vast. Slechts éen dier agenten de heer W.C. van Dusseidorp, heeft hen goed behan deld en toen hij hoorde, dat de vennoot schap haar verplichtingen niet kon na komen, heeft hij zich een vriend en een beschermer der kolonisten betoond. Bij hun komst hadden sommige agenten der Maatschappij de kolonisten weten te bewegen hun geld af te geven, dat veilig voor hen bewaard zou worden, doch hebben dat toen op eigen naam in de Bank is gestort. Met veel moeite en eerst langs gerechtelijken weg hebben de kolonisten het geld kunnen terugkrijgen. Concludeerende, zegt de districts-Attor ney, dat het, na persoonlijk onderzoek, zijn meening is, dat „the colonists have been defrauded by false representations" (om den tuin geleid zijn door valsche voor spiegelingen) en dat "een gerechtelijk on derzoek de juistheid zijner mededeelingen kan staven. Dat enkelen slagen, waar (volgens de beloften der agenten, die om zoo te zeggen colportage-loon genieten) allen slagen moeten, zij een prikkel voor lien die vaderland, vrienden en magen zouden willen verlaten om in den vreemde nog ongelukkiger te worden dan ze hier reeds meenen te zijn om, vóór ze vertrekken, eerst deugdelijke inlichtingen in te winnen. Het verslag van den attorney bevat een zeer ernstige waarschuwing tegen de onverantwoordelijke wijze, waarop arme menscheu naar een ander werelddeel ge lokt en daar aan hun lot overgelaten worden, omdat de hun „beschermende" Maatschappij de eerste voorwaarden eener landverhuizing eenvoudig nagelaten heeft uit te voeren. BINNENLAND. „Ja, omdat 't de eerste maal was, maar als haar eerste verbazing voorbij is, zullen zij de zaak met andere oogen aanzien. Ik verzoek je daarom hoogst voorzichtig te zijn. Ik heb mijn doel tamelijk goed bereikt en jij zoudt met je duivels kunsten alles bederven," „Ik kan je het niet beloven want als aller oog me vol bewondering en iuspanning gadeslaat, dan moet ik voortgaan." Met vaste schreden verwijderden de beide heeren ,.Leh daarop, terwijl de dames elkaar veelbetcekenend aanzagen. „Ik heb uiiin doel tamelijk goud bereikt." Walthers woorden hadden voor haar slechts éen beteekenis, welke Alices wangen met een blos overtogen. Spoedig daarop voegden, de jongelieden zich bij haar. Walther scheen onaangenaam getroffen haar in 't paviljoen te vinden, maar de vrien delijkheid, waarmede zij hem ontvingen, deed hein weldra weer in den ouden, vroolijken toon vervallen. Bij de later ondernomen wandeling aan het strand, deed het kleine gezelschap een ont dekking, welke haar nieuwsgierigheid in hooge mate opwekte. Een jong man volgde hen op eenigen afstand onophoudelijk; hij zag er bleek en treurig uit hoewel zijn voorkomen en zijn klecding het kenmerk droegen van voornaam heid. In den beginne sloeg men weinig acht op hem; maar daar hij niet van hen week, moest men ten slotte echter moest men wel tot de gevolg trekking komen, dat hij opzettelijk zoo zonderling handelde. Eenigen tijd later had de vreemdeling hen ingehaald en daar men elkaar bij een ontmoe ting in een bosch niet als onopgemerkt voor- Bij de Tweede Kamer kwam in behande ling het Wetsontwerp tot wijziging van art. 469 Burgelijke Rechtsvordering, strekkende om te voorkomen, dat executoriale verkoop van roerend goed bemoeilijkt wordt door voortdurend opbieden, zoodat de toewijzing onmogelijk wordt. De deurwaarders worden nu gemachtigd depot te eischen der geboden geldsom. Na reaactie-wijziging is het ontwerp aangenomen. Het voorstel-Donner tot opheffing van den Zondagsdienst der Schutterijen is, na daarop ingediende amendementen, door den heer Dunner ingetrokken. Nopens de Indische mailcontracten is door den Minister van Koloniën een wijziging ingediend; de beraad slaging hierover wordt morgen voortgezet. Uitvoerig is gedebatteerd over het verzoek tot schadevergoeding van de aannemers Bekker en Van Seters. De Minister van Wa terstaat verklaarde geen wetsvoorstel tot schadevergoeding te willen indienen; een voorstel om te verklaren, dat redenen van billijkheid en Staatsbelang pleiten voor in williging van het verzoek, is echter aange nomen inet 49 tegen 21 stemmen. Een voorstel om het adres-De Sturlerin de Tjiomaszaak te verzenden aan den Minis ter van Koloniën, werd aangenomen met 35 te^en 25 stemmen De heer A. van Dedem heeft verlof gekre gen tot het houden van een interpellatie over de onderhandeling met Duitschland tot weder- openstelling der Duitsche grenzen voor fok vee. Tot commies-griflier is door de Tweede Kamer in de plaats van den heer Betz na 5 stemmingen benoemd jhr. mr. G. C. von Weiier te Utrecht, met 43 stemmen, wg°n36 op den heer Van Doorn te 's Gravenhage. De Koningin-regentes ontving de commis sie uit ile Tweede Kamer ter aanbieding van de candidaten-lijst voor een raadsheer in den Hoogen raad. Het Vaderland spreekt liet bericht tegen, dat tot overbrenging van de Iloogere krijgs school naar Breda zou zijn besloten.; het blad merkt op, dat daartoe een wetswijzi ging noodig zou wezen. bijgaat, vond niemand het opvallend, clat de vreemdeling beleefd de hoed afnam, waardoor men een rijkdom van blond haar te zien kreeg. Hij wierp een gloeienden, dweependen blik op Elly, waardoor hij verried, welke de magneet was, die hem in de nabijheid van het kleine gezelschap deed verwijlen. Ondanks de zwaarmoedigheid, waarvan het gelaat des jongen mans getuigde, was hii een bepaald opvallend persoon en men verdiepte zien in allerlei gissingen. Toen de dames in haar hötel teruggekeerd waren, kwam haar een kellner te gemoet met de mededeeling, dat er een dame geweest was, die naar de genadige vrouw gevraagd had. „Hoe weet deze mijn naan?" „Waarschijnlijk uit het vreemdelingenboek, mevrouw. Die dame is echter hier zeer gezien in de voorname wereld, ja, ik geloof, dat zij een gravin is. Een half uur later verscheen dezelfde kellner weer en bracht mevrouw Von Lindenau een kaartje. Gravin Mary Raventloe, las deze. „Vei zoek mevrouw hier te komen." De gravin trad eenige oogcnblikken later binnen. Zij was zeer eenvoudig, doch smaakvol ge kleed, en de donkere japon, die onberispelijk zat, deed haar recht sierlijke gestalte volkomen tot haar recht komen. Het aschbionde haar was in een wrong op het achterhoofd bevestigd. Zonder schoon te zijn, maakte de gravin met haar verstandige levendige oogen, een aange- namen indruk. Mevrouw Von Lindenau bood haar een stoel aan. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1