Donderdag 13
April 1893.
No. 4240.
37e Jaargang.
Dc diamanten van den kapitein.
Huisvlijt.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEFP
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
Franco per post ƒ1.15. Advertentiën16 regels GO Cents.; elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot, liet geven van gelden ter leen zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG, den 17 APRIL aanstaande, 'snarnid.
van halftwee .tot hai.fdrie, zitting houden
in een der lokalen van het Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden,
ook voor het teruggeven van gelden.
HERM. P. VAN HASELEN,
Secretaris-Penningmeesei'
De nationale bloem van Nederland
(laatste uit noodiging.)
In elk land bijna heeft men tegenwoor
dig een nationale bloem, schrijft Floralia;
in Nederland, voor zoover wij weten, nog
niet. Engeland heeft zijn Primrose (Pri
mula acaulis) welke bloem ter eere van
een zijner grootste mannen werd gekozen;
Duitschlaud heeft de korenbloem (Cen-
taurea Cyanus), de bloem waarvan keizer
Wilhelm I zooveel hield, en in de Veree-
nigde Staten van Noord-Amerika heeft
de heer M. Buttler nu voorgesteld om
de Pensêe (Viola tricolor maxima) als
nationale bloem te kiezen. In Nederland
bezitten we nog niet zulk een nationale
bloem.
Komaan, laat uw gedachten er nu
eens over gaan en kiest voor Nederland
eens eeu nationale bloem. Deukt vooral
om een bloem, die tegen 31 Augustus,
den verjaardag onzer geliefde Koningin
Wilhelmina, in vollen bloei prijkt. Laten
wy ons op dien dag allen tooien met die
zelfde bloem en laten wij onze kennissen
en vrienden er op attent maken, dat ze
dat ook doen. Zoo zullen wij voor Ne
derland een nationale bloem krijgen, die,
naar wij hopen, door onze Koningin zal
worden aangenomen. Laat ieder de bloem,
die hem het meest geschikt schijnt, aan
ons adres opgeven.
Reeds zijn vele antwoorden bij ons
ingekomen, welke wij Zaterdag aan Flo
ralia zullen opzenden. Ook andere bladen
plaatsten deze oproeping en hadden even
eens veel succes.
Opmerkelijk komt het ons voor, dat
niemand gedacht schijnt te hebben aan
de nationale bloem bij uitnemendheid
uit den Patriottentijd, de bloem die overal
in ons land groeit en stellig iu Augustus
voor ieder verkrijgbaar is.
Feuilleton.
Naar het Duitsch door S
15).
Het was een hoog, ruim vertrek, prachtig ge
meubileerd. De grond was met een dik tapij t bedekt,
de muren waren met kostbare stoffen behangen.
Prachtige bloemen, in sierlijke vazen stonden
bevallig gpplaatst, terwijl allerlei kleinigheden
op marmeren tafeltjes met smaak gerangschikt
waren.
Met een trionfeerend lachen sloeg Kraatzzijn
gast gade.
„Neen, mijnheer," antwoordde Walther eerlijk.
,.'t Schijnt mij een sprookje uit de Duizend uit
een nacht."
Walther zette zich op een divan en zag vol
verwondering om zich heen.
„Sta me toe, mij een oogonblik te verwij
deren," verzocht de kapitein. „U moet mij het
genoegen doen een glas wijn met mij te drinken."
Kraatz ging. Eenige oogenblikken later trad
de huishoudster Christine binnen met een blad,
waarop een flcsch wijn en eenige wijnglazen
stonden.
Kraatz vulde de kelken en verzocht Walther
zijn glas te ledigen.
„TT komt mij zeker het een en ander mede
deelen omtrent mijn zaak. mijnheer Von Strausz.'
„Ledigheid is des duivels oorkussen"
zegt het spreekwoord, en veel kwaad is
reeds voortgekomen uit lediggaug. Talrijk
zijn de baldadigheden die telken dage ge
pleegd worden door een knaap die na de
schooluren met zijn leegen tijd geen raad
weet, zich daardoor verveelt en als 't ware
ten einde raad zijn baloorigheid koelt
aan anderer eigendom.
In de plantsoenen vernielt hij bloem en
struikop eigen houtje gaat hij de grachten
dempen, zoo mogelijk met de steeneu
welke gemeente of bouwheer duur betaalde
en aan den walkant opstapelde bij gebreke
van betere bergplaats. Het aantal pas
geschilderde deuren en raamkozijnen dat
in arren moede beschadigd wordt is legio en
de bengel ontziet zich al evenmin om de
kleedereu der voorbijgaugers te bevuilen.
Ook de leeijongen, iemand die dus meer
met oordeel des onderscheids handelt,
verveelt zich iu zijn vrijen tijd en hoewel
hij niet zóo zeer als de schoolknaap hon
derd maal op éeu dag zich schuldig
maakt aan politie-overtreding, toch doet
hij in zijn vrijen tijd dikwijls weinig meer
dan kwaad.
Ziju weekloon verdobbelt hij op de
hoeken der straten of' op de stille plekjes
aan den omtrek der stad. Is hij wat
ouder geworden, dan outtrekt hij zich ge
heel en al aan de lastige tusscheukomst
van den reeds vau verre zichtbaren ge-
helmden politie agent en gaat hij met zijn
kornuiten in de eene of andere herberg
zijn spelletje ongestoord voortzetten. Al
spoedig komt bij de kaarten een borrel
en in den regel is de jongen verloren
en hoe ouder hij wordt, des te dieper
zinkt hij.
Lezen 1 Ach, dat geschiedt zóo weinig,
niettegenstaande Nutsbibliotheken schier
iedereen gelegenheid geven, voor weinige
centen per week zich goede lectuur te
verschaffen.
Daarom was het een uitnemend denk
beeld van de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen om Huisvlijtscholeu te stichten.
Iedereen knutselt graag. Daarvan ge
tuigen de tallooze vogelkooien, bloemrek-
jes kippen- en duivenhokken iu de wo-
„Eigenlijk is dat nu juist mijn doel niet, doch
ik wil u wel vertellen dat alles goed staat. Naar
mijn zedelijke overtuiging bevinden de daders
zich in onze nabijheid. Ik ga dagelijks met hen
om, maar dat brengt mij niet veel verder. Wij
moeten bewijzen, deugdelijke bewijzen hebben
voordat wij werkelijk ietskunnen doen. Zij zullen
ons spoedig trachten te overrompelen, doch zij
vermoeden niet, dat wij op alles voorbereid zijn.
Hebt U mijn geheime politie reeds gezien?
„Ja, ik geloof het wel. De een ziet er uit
als een theoloog en de andere gelijkt op een
rentenier."
„Dat zijn ze. U staat onder goede bescherming,
mijnheer Kraatz en ge kunt zonder zorg en angst
zijn."
„Ik ben u zeer dankbaar voor al uw oplet
tendheid, mijnheer Von Strausz. Maar wat is
nu het doel van uw bezoek?"
Walther werd merkbaar verlegen. „Ik kom
met een persoonlijk verzoek tot u, met een verzoek
dat ik voor de eerste maal in mijn leven doe.
Ik bevind mij in een oogenblikkelijkc verlegen
heid."
„U hebt geld noodig riep Kraatz aangenaam
verrast uit. „Zeg mij slechts, hoeveel u noodig
hebt dan ga ik het geld dadelijk halen."
„Maar laat me u eerst vertellen hoe het komt,
dat ik u lastig vallen moet. Zooals ge weet,
zal er hier binnenkort een Herthafeest zal plaats
hebben, dat ik op touw gezet heb en regel. De
badgasten zien daarin slechts een aangename
verstrooiing, terwijl het mij een belangrijke schrede
nader tot mijn doel brengt. De toebereidselen
voor dat feest nemen niet alleen mijn opmerk-
ningen van den werkman. Er zijn er,
die van een sigarenkistje heel aardige din
gen wisten saam te stellen in hun vryen
tijd; velen hebben met hun knutselarij
tjes een aardig extra-duitje verdiend,
zonder eigelijk te vermoeden hoeveel hun
nuttige bezigheid 'hun na verloop van
een paar weken zou opbrengen, zonder
te gevoelen, dat ze zich inspanden ook na
hun dikwijls laugen arbeidsdag.
Op de Iluisvlijtscholen nu wordt den
leerlingen onderwezen wat ze met weinig
gereedschappen zooal kunnen samenstellen
uit de meest eenvoudige grondstoffen en
hoe ze hun producten het sierlijkst en
bevalligst maken kunnen.
Dat ook hier ter stede een Huisvlijt-
school bestaat, waar onderricht gegeven
wordt (aan minvermogenden zelfs voor 3
cent per week), weet haast ieder. Doch
niet elkeen kent de inrichting en dat is
te meer jammer omdat zij zeer veel
goeds sticht.
Thans biedt zich eene schoone gelegen
heid aan, er kennis mede te maken.
Aanstaanden Zaterdag van 2 tot 4
en Zondag van 1 tot 4 uren, wordt weder
een tentoonstelling gehouden van de
werkstukken door leerlingen dier school
vervaardigd.
Men ga eens een kijkje nemen (de toe
gang is vrij) eu men zal versteld staan
van hetgeen hier tentoongesteld wordt.
En mochten er onder de bezoeksters en
bezoekers zijn, die de sehool willen steunen
dan kunnen zij dat doen door deel te
nemen aan de verloting van de tentoonge
stelde voorwerpen.
STADSNIEUWS.
Vergadering van den Raad der gemeente
Amersfoort op Dinsdag 11 April 1893, des
namiddags te éen ure.
Voorzitter de Burgemeester, mr. F. D. graaf
Sclninmelpenninck.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig deheeren
W. A. Croockewit en G. J. baron Van Harden-
broek van Amrnerstol, met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde zijn een request van de eige
naren van den weg en de brug «lie de Bee-
kenstoinscke laan, rnet het plantsoen bij de
openbare meisjesschool verbinden, om weg
en brug bij de gemeente kosteloos in eigen
dom over te nemen, en om dien weg een
naam te geven, benevens het advies van Bur
gemeester en Wethouders, die dienaangaande
aaarin opmerken, dat een dergelijk verzoek,
in afwijking van het door hun gegeven ad
vies, door den Raad den 24 Sept. 1891 werd
afgewezen, voornamelijk op grond van de door
een der eigenaars gestelde voorwaarde, om,
in afwijking der verordering op het bouwen,
op een afstand van hoogstens 3 meters uit
de as van den weg, woningen te mogen
stichten.
Bij het request wordt de eigendom van den
weg onvoorwaardelijk aangeboden, zoodat
wanneer die als openbare weg voor het ver
keer wordt opengesteld, de bepalingen der
verordening daarop van toepassing zijn, het
welk trouwens geen bezwaar zal opleveren,
nu reeds aan de noordzijde van den weg die
voorschriften zijn in acht genomen en bij
verderen aanbouw de rooilijn moet worden
gevolgd, waardoor de weg een voldoende
breedte verkrijgt.
Behalve op de gronden welke hen tot hun voor
meld vorig advies hebben geleid, zijn zij in
bun meening, dat de eigendom van den weg
gewenscht is versterkt, door de omstandig
heid dat inmiiidels door den Raad werd be
sloten tot schoolbouw in de Beekstraat en
het Militair Tehuis aan die straat werd ge
bouwd, waardoor op een veelvuldiger verkeer
kan gerekend worden, terwijl bovendien de
brug over de Beek in beteren toestand
zal worden gebracht. Zij stellen derhalve den
Raad voor, het aanbod van adressanten tot
eigendoms-overdracht van den weg en de
brug aan de gemeente aan te nemen, en in
dat geval den weg den naam van «Korte
Beekstraat" te geven.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
Aan de orde is een ontwerp-besluit tot
ondershandsche verhuring van gemeente ei
gendom. Met algemeene stemmen wordt beslo
ten de woning buiten de Koppelpoort weder
voor den tijd van zes jaren voor f75 te verhuren
aan de heer L. Kames.
Aan de orde is een voorstel van B. en W.
tot uitbreiding van het onderwijzend perso
neel aan de openbare school 2e soort (hoofd
de heer H. W. de Heus.)
Ten gevolge van het vertrek van een on
derwijzeres, die tijdelijk aan die school werk
zaam was, deed zich de vraag voor, of de
aanstelling van een onderwijzeres noodig is.
De schoolcommissie, hierover door B. en
W. gehoord, is van meening, dat, aangezien
zaarahcid in pacht, maar ze cischen veel geld.
Mijn vader geeft mij jaarlijks een niet onbedui
dende toelage, welke hij mij in inaandelijkaehe
termijnen betaalt. Ditmaal echter blijft den
postwissel uit. Ik heb hem geschreven, daar
nij zich op't oogenblik te Ems bevind."
„Te Eins is de minister te Eras?" vraagde
Kraatz verwonderd. „Ik las heden toevallig in
de courant, dat hij naar Gastein vertrokken is."
„Onmogelijk," betuigde Walther. „Mag ik die
courant even inzien?"
Kraatz reikte hem het blad. Walther keek
het even in en zeide, het blad neerleggende;
„Och, wat, courantenpraatjes. De redactie is om
nieuws verlegen."
„Hoeveel mag ik u geven, mijnheer Von
Strausz
„Driehonderd mark, als het niet te veel is."
Kraatz maakte een verachtelijke handbewe
ging.
„Ik zal er maar vijfhonderd van maken."
„Neen, dank u, want ik verwacht elk oogen
blik het mij toekomende geld van mijn vader.
Zoodra ik het heb, geef ik u onmiddellijk uw
voorschot terug dat beloof ik u."
„Waarom zoo'n haast, mijn waarde heer?Ge
loof Diet, dat het er bij inij op zulk een klei
nigheid aankomt."
„Denkt gij dan, dat dit soms bij mij het ge
val is?" vraagde Walther scherp.
„Dat heb ik niet beweerd, mijnheer. Het
was mijn bedoeling niet u te beleedigen Ik
kom dadelijk terug." En met een vlugge bewe
ging verliet de oude man het vertrek.
Nogmaals zag Walther vol bewondering om
zich heen. Een portière van kostbare, zware stof
trok onder het vele schoone dat hem omringde
zijn aandacht. Hij trad naderbij en sloeg de
gordijnen weg. Een enkele voetstap in de aan
grenzende kamer en Walther bleef, doodelijk
verschrikt, als versteend staan.
Voor hem, op een rustbed uitgestrekt, lag een lijk.
Het was het ontzielde lichaam eener schoone,
tengere vrouw.
Het gelaat, dat een oosterschen tint had, ver
toonde zelf in den door nog een ongemeen liefe
lijke uitdrukking. De lange zwarte winpera
waren gesloten. In het weelderige, zwarte haar
schitterde een diamant zooals in de tropische
landen alleen door de vorstinnen gedragen
wordt. De voeten waren met een tijgervel be
dekt.
Een papegaai in een gouden kooi stond als
een stomme wachter aan het bed. Een gedempt,
zacht licht bestraalde de ruimte en de liefelijke
gestalte, die eerst zooeven den laatsten adem
scheen uitgeblazen te hebben.
Walther bleef roerloos staan. Was hetgeen
hij hier voor zich zag werklykheid of hadden
de geurige wijn en de pittige Havanah zijn
zinnen beneveld?
Een hand werd op zijn schouder gelegd; hij
wendde zich om en zag Kraatz nevens zich staan.
„Mijn vrouw" zeide deze op zachten, plechtigen
toon.
„Na haar dood liet ik dit wassenbeeld maken."
Ilij ging naar het rustbed en fluisterde„Fatima,
Fatima, gij zijt en blijft mij alles, zoo lang ik
nog leven zal,"
(Wordt vtrvolfd)