Maandag 26 Juni 1893. EEN HEEBOEENE. No. 4261. 37e Jaargang. Verbeteren? Uitgave A. H. VAN CLEEPF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden fi. Franco per post f 1.15. Advertentiën16 regels GO Cents.elke regel meer 10 Cents. Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. Reis-abonnementen. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoeding van porto, aan geabon- neerden, die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Amersfoortsche Courant en de bladen, welke zij door onze tusscbenkomst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is vol doende. Naast de stations-quaestie, welke thans aanhangig gemaakt is bij de hooge Re geering, brengt de toestand van de Eem heel wat beroering in de overigens rustige rust van Amersfoort. Öe vraag of men de Eera al of niet verbeteren moet, is niet van den laatsten tijd, doch ze is sedert kort weer opge rakeld en zoowel in den Gemeenteraad als in de Kamer van Koophaudel en Fabrieken ter sprake gebracht. Beide collegiên hebben de zaak weder overwogen; de Kamer is uitgeuoodigd den Raad te adviseeren en uit den Raad is een com missie van vijf personen benoemd die een rapport zal uitbrengen en daartoe reeds eenige belanghebbenden heeft verzocht haar te dienen van advies. In de vergadering van den Gemeente raad van Dinsdag 30 Mei werd mede- deeling gedaan, dat de Minister van Water staat, in verband met de voorgenomen verbetering van de kleine rivieren, de zaak der verbetering van de Eem weder ter hand genomen heeft en dat Gedepu teerde Staten van Utrecht vvenschen dat de Gemeente zich duidelijk uitspreke om trent de volgende vragen: 1°. Of zjj zich bereid verklaart, onder ontvangst van een Rijkssubsidie van f 80 000 als maximum en van eeu pro vinciaal subsidie van ten hoogste f 60 000, het werk tot verbetering van de rivier de Eem uit te voeren? 2°. Of zij op zich neemt de noodige stuk ken (projecten, kaarten, plans en beschrij ving der uit te voeren werken) gereed te doen maken, ter uitwerking en aanvulling van de vroeger overgelegde stukken. Die stukken zullen aan de goedkeuring Feuilleton. Naar het Duitsch door S 4-) De vrouw schudde het hootd. „Niet daarom, mijnheer. Arme menschen hebben geen geluk. Maar ik dank u, dat gij mij de ringen terug gebracht hebtduizendmaal dank. Anna, kind, nu moeten wij heengaan. Zij heeft een kamer voor mij gehuurd, mijnheer, waar wij beiden kunnen werken. Misschien brengen wij het zoo ver, dat wij onze schuld tot den laatsten penning kunnen afbetalen. Dan wil ik rustig sterven. Ach, het scheiden valt zoo zwaar van hier. Maar uw hand, mijnheer, geef mij toch uw hand, op dat ik u danken kan." „Moeder, de heer is al weg!" antwoordde het meisje. „Hij is eensklaps weggeloopen." „Hij vreest het ongeluk," murmelde de blinde treurig. „Het is besmettelijk. Ach, kind, kind, wat heb je met Johan gedaan? Dat is erger dan al het andere." ra. Bijna den geheelen namiddag had de vreemde- liug doorgebracht in het boseh, dat zich aan gene zijde van het kerkhof uitstrekte. De avond brak aandc zon hulde de beukentakken in een purperen gloed en ging reeds onder. Op de Doornen was het lied der vogelen verstomd. Het was stil in het bosch. Hij was na eenige pijnlijke uren tot een besluit van den Minister van Waterstaat en aan de Staten van Utrecht moeten overgelegd worden, bij het voorstel tot het verleenen van het subsidie. 3°. Of zij bereid is het onderhoud van die werken, waarvoor door het Rijk geen bij drage zal worden verleend, voor haar reke ning te nemen, tegen ontvangst van een provinciaal subsidie, gelijkstaande met de helft dier kosten na aftrek der ontvangen vuur-, haven- en tongelden, waarvan het saldo zal moeten blijken uit een driejarige Eemrekening. Gedep. Staten verzoeken op deze vragen zoo spoedig mogelijk een duidelijk antwoord te mogen ontvangen, terwijl zij, iu verband daarmede, bepaaldelijk de aandacht vesti gen op het volgende „De regeering ichijnt, blijkens den in houd van het schrijven van den Minister, te verlangen, dat de provincie zal instaan voor het onderhoud der werken, een ver plichting, die zij wel niet op zich zal willen nemen zoodat, bij het antwoord aan den Minister, er op zal moeten gewezen worden dat zoowel de uitvoering der werken als het onderhoud daarvan door de gemeente Amers foort zal moeten geschieden. Bovendien heeft Amersfoort „zich reeds vroeger bereid verklaard, de uitvoering en het onderhoud derwerken op zich te nemen. «Door de weigering van het Rijk om in de kosten van onderhoud bij te dragen, moet noodzakelijk het aandeel voor de ge meente Amersfoort, vroeger op V« bepaald, worden verhoogd en gebracht op 5of de helft." Al aanstonds werden in den Raad be denkingen geopperd èn tegen de wijze, waarop de oude quaestie weer aauhangig was gemaakt, vooral wat den spoed betrof waarmee het antwoord werd ingewacht, èn tegen de bezwaren aan de verbetering verbonden. Men meende, dat het spoorwegverkeer zóo is toegenomen, dat van een eigenlijke concurrentie op het punt van goederen vervoer geen sprake kon wezen. Daar staat tegenover een uitgaaf van minstens f 40 000het werk is begroot op f 180 000, doch zal stellig nog meer kosten; de gekomen. Onherkend wilde hij weei vertrekken, geen andere herinnering achterlaten dan die van een zonderlingen vreemdeling en beproeven, uit een andere plaats hen wel te doen, die hij zoo zwaar onder zijn schuld had doen lijden. Wat baatte het ook, hier den doodsluier weg te nemen, one' t welken het aandenken van Ferdinand Amser rustte? Deze was vergeten, verdwenen en dood, en de eenige, die zijn aan denken nog bewaarde ach, hoe bitter zou hij misschien de ongelukkige door een openhartige bekentenis grieven en zij had reeds zoo zwaar moeten lijden. Neen, hij wilde haar zegenen en van hier gaan, hij wilde het lot harer aardsche dagen verbete ren, zoo veel hij kon zijn schuld daarmede ver effenen, maar de doode Ferdinand zou niet meer herleven. Dat zou te verschrikkelijk zijn voor haar, voor hem, voor allen. Een geritsel der takken schrikte hem uitzijn overpeinzingen op. Hij zag iemand niet ver van den weg naar een beuk gaan, met den rug naar hem toegekeerd. Misschien was het een hout hakker of een dief. Hij bleef staan en keek opmerkzaam uit. De man daar had intusschen een beuk gekozenhij bevestigde een touw aan eeff tak daarvan en maakte een strik. c Op dat oogenblik werd er een hand op zijn schouder gelegd. „Jonge man, nu reeds het le ven moede ?"zcidc een stem, er zich omkeerend zag de jongeling in de treurige oogen van den zoogenaamden En- gelschman, die, zonder dat hij het gemerkt had, genaderd was. „Laat mij los, mijnheer 1" riep de andere op heeschen toon. „Ik ken u; gij zijt Johan Weilen, de bruide gemeente Amersfoort zal bovendien het onderhoud moeten betalen, niet alleen het gewone, maar ook het buitengewone. Mag de gemeente, zoo vroeg men, tot die uitgaaf besluiten Mag ze, niettegen staande haar geldmiddelen het niet ver oorloven, zóo veel gelds beschikbaar stel len, eerst voor de verbetering, later voor het onderhoud Is het waarlijk in bet belang van gemeente, handel en schip perij om die gelden toe te staan? Daar zijn er die deze vragen be slist ontkennend beantwoorden; anderen weer, zijn de meeuing toegedaan, dat wel degelijk de gemeente zich de uitgaven getroosten moet en uit de opbrengst van vuur-, haven- en tongeld, desnoods op den ouden voet, de onkosten zal kunnen dekken. We kunnen niet vooruitloopen op de beraadslagingen van Raad en Kamer en commissie, doch willen meedeelen wat vóór- en tegenstanders der Eem-verbete- ring ons meedeelden. 't Is zeer opmerkelijk zeggen de voorstanders dat, wanneer hier ter stede gesproken wordt van handel, men uitsluitend denkt aan handelaren in kolo niale waren of aan heD, die hun goederen slechts bij kleine partijen betrekken. En toch zijn er hier veel anderen «welke daden van koophaudel uitoefenen en daar van hun gewoon beroep maken." En onder dezen juist zijn er velen, die hun goederen per schip laten komen, om de tweevoudige reden, dat dit èn goedkooper èn gemakkelijker is; goedkooper omdat ze met een schipper kunnen contracteeren, gemakkelijker wegens laden en lossen, 't welk aan het spoor het dubbele vordert van den tijd dien men aan de kade uoodig heeft. Maken ze al een enkele maal gebruik van het spoor, dan geschiedt dit omdat ze in verlegenheid zitten en dan vragen ze niet of de vracht wat meer of minder bedraagt en iu werkelijkheid is dit verschil zóo gering, dat er nagenoeg geen rekening mede gehouden behoeft te worden. Boven dien zyn er artikelen, die immer langs W. U. DIJKGRAAF, Horloger. Langestraat 16. gom van Anna Markoff! Ontken niet." „Ik ontken niet," antwoordde da ander. „Maar laat mij doen, wat noodzakelijk is. Mijn leven is tot niets meer nut. Ik ben hij stokte. „Wat zijt gij „Welnu, luister en zeg het dan voort: ik ben een dief, mijnheer, een eerlooze, een mensch, die niet meer het recht heeft te leven." Over het gezicht van den vreemdeling gleed een weemoedige glimlach. „Geen recht te leven Altijd wordt gesproken van rechten, nooit van plichten. Eu rust op u niet de plicht, te leven?" „Neen. Zij heeft mij van zich gestooten, om dat ik mijn eer, mijn goeden naam voor haar opofferde. Ja mijnheer, ik ben een arme be diende, ik heb beiden, Anna en haar moeder zien lijden, en toen kwam het ergste de verkooping." „Gij hebt hen zien lijden en toch niet uit hun berusting een les voor u zeiven getrokken Ach, jongmensch, hoeveel kunnen wij van een vrou wenziel leeren. En zeg mij nu, waarom gij u het leven wilt benemen." „Ik kan dc ellende niet meer aanzien. Daar bij ons, in de fabriek, worden duizenden op oen dag verdiend. Hier echter wilde men een blinde, arme weduwe het laatste afnemen. Waar was do menschelijke, waardegoddclijkegcrechtigheid? Daags te voren ik ben verschrikkelijk opge wonden geweest in den laatsten tijd daags vóór de verkooping viel mij het geopende couvert van een aangeteekenden brief op net kantoor in handen er lag een bankbiljet in, dat de kasBier moest hebben vergeten. Ik nam het, den waterweg vervoerd zullen worden bouwmaterialen, brandstoffen (vooral turf) en granen. Doch zeggen zij voor wie de verbete- tering van het vaarwater niet van zoo groot belang is, dat ze de Gemeente zulk een groote uitgaaf willen opleggen indien inderdaad de Zuiderzee eens wordt drooggemaakt Men heeft niet de minste zekerheid dat niet, juist wanneer de ver betering voltooid is, met die droogleg ging wordt aangevangen En er zijn ook artikelen, die uitslui tend per spoor verzonden worden, 't geen geschiedt om het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentie. Bij spoediger ont vangst, kan men spoediger remitteeren en lager prjjzen bedingen; de goederen zijn minder blootgesteld aan bederf, enz. Weer anderen meenen, dat men een middelweg kan inslaan en het vaarwater verbetereu zonder geheel eu al uit te voeren wat Waterstaat ontwierp, en om te weten of deze gedeeltelijke verbe tering ook reden van bestaan heeft, raden zij het volgende aan Men getrooste zich, vóór men een con - clusie neemt, do moeite om behalve bij alle handelaren ook bij schippers en rustende schippers eens informatiën te vragen en ga zich eens persoonlijk overtuigen aan de kade en op de rivier, van de Koppelpoort tot aan de monding, wat geschieden kan. In dertijd had Amersfoort een moddermolen; wellicht bestaat deze nog en kan hij nog menig gevaarlijk plekje weder bevaarbaar maken. Men telle de schepen eens. die voor den Eemmond komen (geen enkel schip, dat niet voor de Eem bestemd is, koerst zóo dicht onder de kust) en overlegge eens met de overige betrokken gemeenten wat hier gedaan kan worden eu vrage zich eens af of die verbetering ook niet aangebracht moet worden. Iu de officieele taal bestaat de uitdruk king „met bekwamen spoed", in goed Ne- derlandsch kalmpjes aandeze betrachte men hier en men denke, vóór men een definitief besluit neemt, aan het gulden: Bezint eer gij begint. ging toen heen en dronk bier. Dea avonds wilde ik Anna het geld brengen; haar moeder zou het niet weten. Met afschuw echter wendde het meisje zich van mij af, zij begreep mijn daad niet. Zij wilde het geld niet aannemen en niets meer van mij weten. In haat en woede scheidde ik van haar, om wie ik alles gedaan had." „En toen?" „Den volgenden ochtend bracht ik den kaBsier het bankbiljet. Een minuut later had ik mijn ont.ilag, en men beroemde zich er nog op. dat men mij genadig behandeld had, omdat ik rijp was voor de gevangenis. Toen greep de gram schap tegen deze smadelijke wereld ray aan; als een krankzinnige heb ik rondgeloopen hier wil ik er een einde aan maken, mijnheer, en als ik u verzoeken mag, laat mij oegaan. Zonder eer, zonder liefde kan ik niet meer leven." Het was een zonderlinge blik, dien de vreem deling op den jongen man richtte. „En hebt gij onk bedacht, hoe het zal zijn, als gij uit dit leven gescheiden zult zijn?" vroeg hij ernstig. „Hoe het zal zijn Het zal zoncfer mij wel gaan." „Zonder u, Johan, zal het gaan. Maar als gij u doodt, meent gij, dat gij uw bestaan voorgoed in het boek des levens uitwischt Ook uw debet staat daarin opgeteekend en vordert op zekeren dag vereffening. Onze daden, onze handelingen zijn zaadkorrels, die voortgedijen, neigingen aan wakkeren en opschieten als de tarwe of het onkruid. Wie zal het zaad oogsten, Johan Weilen, het booze zaad dat gij zaait? Misschien zou een huivering u bevangen, als na dezen dood de poorten van het graf zich openden, eu gij als als epn herhorene weer onder de levenden "ïngt, om te zien, wat uit het hartstochtelijk besluit van een oogenblik ontkiemd is." Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1