Maandag 2 I Oct. 1893. Ho. 4289. 37e Jaargang. Liefdadigheid. De detective. Binnenland. Uitgave FIRMA A. H. VAN CLE EPF te Amersfoort. m f Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—. Franco per post 1.1b. Advertentiën16 regels 60 Cents.; elke regel meer 1Ü Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-oflicieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Juist zes maanden zijn verloop en sedert we oen en ander konden meedeelen over de Veveeniging Liefdadigheid, die als ze meer bekend en beter naar waarde geschat zal worden ten zegen zal strek ken van Amersfoort, waar, meer dan in eenige ons bekende plaats, de burgerij overlast wordt aangedaan door bedelaars, die met gansche scharen, op gezette tijden, met de grootste brutaliteit en hardnek kigheid, giften komen eischen V rijdagavond vergaderde het Centraal- hureau weder met de departcments-hoof- den en hen die de laatsten zich hadden toegevoegd, samen een 24 personen, wieu het ernst is verandering te brengen in den bijna onhoudbaren toestand op het gebied van pauperisme hier ter stede. l)eu tijd die sedert de jongste bijeen komst verstrekken is, hebben de hoofden der 1") departementen waarin de stad verdeeld is, zich te nutte gemaakt om zich op de hoogte te stellen van de annen in hun wijken. Daartoe begaven ze zich in de woningen der minder bedeelden, zagen daar met eigen oogen hoe daar geleefd werd, hoorden daar welke in den regel de inkomsten en welke de lasten warenvroegen rechts en links om nadere inlichtingen, waardoor hun dikwijls, ja, in den regel, bleek dat de hun verstrekte opgaven betrouwbaar wa ren; van lhirgerljjke en Kerkelijke arm besturen ondervonden zij de grootste medewerking, evenals van particulieren, en zoo konden zij omtrent nagenoeg ieder gezin in hun rayon een vrij nauwkeurige opgave doen, waaruit met een oogopslag de toestand blijkt van het gezin, dat te avond of te morgen den steun zal inroe pen van dezen of genen. Dat deze arbeid hoewel hoogst nut tig buitengewoon moeilijk was, be hoeft wel geen betoog. Stippen wij aan, dat in éen wijk van niet minder dan 132 gezinnen geboekstaafd is al hetgeen boven werd aangegeven. Nagenoeg al deze lijsten, een goede 300 zijn ingekomen en door den Secretaris boekhouder, den heer G. F. Mezger, ver zameld en gekopieerd, bij wien dus voor het geval deze of gene eenig gezin Feuilleton. Naar hot Engclscli door S 2). Waren zij echter onschuldig, dan wilde ik mij als hun beschermer opwerpen als man en als menscb, welke dan ook de gevolgen mochten zijn. Maar hoe zou ik te weten komen, of zij onschuldig waren of niet? Over deze tegenstrijdigheden maakte ik mij niet verder druk, maar besloot te handelen, naarmate de gelegenheid mij gebood. Toen ik den volgenden ochtend in den salon trad, waar de passagiers het ontbijt gebruikten,, zocht ik de beide dames tevergeefs. Ik ging weer naar het dek en spoedig daarop kwamen ook zij, die ik zocht. Zij hadden hunklapstoc- len zoo dicht naast elkauder gezet, dat het wel scheen alsof ze bang waren een ongeluk te zul len krijgen, als er ook maar éen centimeter afstand zich tussehen hen bevond. Na verloop van cenigcn tijd haalde de jongste een boek fe voorschijn, waarvan zij slechts even opkeek, als baar zuster iets tegen baar zcide. Aan de overige passagiers mijn onbetcekcnend persoontje inedegerekend wijdden zij niet de minste opmerkzaamheid; daarentegen leek het wel, of zij liet onderwerp van aller gesprek waren, want do meeste dames en hoeren keken hen aan. mocht willen ondersteunen betrouw bare en bijna volledige inlichtingen kunnen worden ingewonnen. Voorwaar een veilig richtsnoer voor hen, die maar met in den blinde geven, doch die er prijs op stellen, dat hun gaven goed be steed worden. 't Is immers niet van algemeene be kendheid, dat hier gezinnen zijn, die, door slechts twee dagen per week zich de moeite te getroosten met man, vrouw eu kind huis aan huis hun hand op te houden f20, ja zelfs f25 per week op halen. En dat, waar door een der depar- tements-hoofden werd medegedeeld, dat in zijn wijk een 70-jarige woont, die een jaarlijksch inkomen heeft van f 10 (zegge tien gulden) en toch te fatsoenlijk is om te bedelen; dat, waar zóo veel stille armoede geledeu wordt. Behalve het desverlangd gratis verstrek ken van juiste gegevens omtrent nood- druftigen, stelt Liefdadigheid zich ten doel de bedelarij tegen te gaan, zoo mo gelijk door algemeene toetreding van alle inwoners der stad, geheel uit. te roeien. Voor eenigeu tijd werden biljetten ver spreid met verzoek om als lid der Ver- eenigiug zich te doen inschrijven en al of niet een bordje met een ij aan de deur te plaatsen, waardoor den bedelaars verkondigd werd hier wordt niet gegeven." En dat geven aan de deur is zoo slecht. Het brood dat gegeven wordt, verkoopen ze; de spijskaartjes worden verkwanseld en het kostelijke eten komt dan wel „in een hongerige maag", doch helaas! van eenvarken. Er ziju uitzonderingen, doch deze zijn^eer weinige. De bovenbedoelde circulaires zijn ook niet alle ingekomen voor het oogenblik dat onbekend onbemind maakt, is ook hier bewaarheid kan men tevreden ziju met den oogst. Niet minder dan 215 personen zijn toegetreden als lid; een goed begin althans en onder dezen van alle gezindten, zeker een heuglijk verschijnsel. Wat ook een verbljjdend bericht was, is dat eenige dames hun medewerking hebben toegezegd om huisbezoek te doen. Met groote instemming werd ook ver nomen de gunstige beschikking van den Eere-Voorzitter der Vereeniging, rar. F. Vóór op het schip, bij het gangspil, stond de man, die mij het eerst was opgevallen. Ik kwam wat naderbij en plaatste mg zóo, dat ik hem goed kon opnemen. Daar wendde hij het hoofd oin, zijn blik viel op mij en hij zag, dat ik hem fixeerde. Hij verbleekte plotseling, drukte de lippen vast op elkaar en zijn oogen schenen tot in mijn hart te willen lezen. I)oeh slechts éen oogenblik duurde dit. Daaina slenterde hij verder. Toen hij, gedekt door de schoorsteenpijp, zich niet meer gezien waande, bemerkte ik, dat hij was blijven staan en nog vaak zijn blik scherp op mij richtte. Ik moet bekennen, dat mij daarbij een onbe haaglijk gevoel bekroop, zooals misschien inet iedereen wel het geval -zal zijn, die meent door een geheimen politic-agent onderzoekend te wor den aangekeken. Vóór alles moest ik zeker heid hebbenwant tot nu toe waren het slechts eenige omstandigheden, die mij in hem een de tective deden vermoeden. Ik ging onmiddellijk den kapitein van het schip opzoeken en begon een gesprek met hem van algemenen aard, om de vraag, die mij op de lippen brandde, later zoo onverschillig mogelijk te kunnen doen. Toe vallig kwam na een oogenblik de politieman ons voorbij. Toen hij ver genoeg weg was om mg niet .meer te kunnen verstaan, maakte ik een noofdbewe- naar hein en vroeg: „Lcelgkezaak. niet waar?" De kapitein wilde mij blijkbaar niet begrijpen. „Wat bedoelt u?1' vroeg hij. „Zoudt u niet weten kapitein, welke opdracht hij heeft?" De kapitein haalde de schouders op en ant- D. graaf Schimmelpenninck, om een lokaal af te staan in het Raadhuis, waar het Centraal-bureau eenmaal per week zitting zal houden om met departements- hoofden die zulks noodig achten te raadplegen over te nemen maatregelen. Deze zittingen zullen, zoodra de plaatjes zijn uitgereikt (vermoedelijk half October) des Dinsdags worden gehouden. Ziedaar in hoofdzaak hetgeen omtrent Liefdadigheid is meegedeeld in de jongste algemeene vergadering. Besluiten wij deze mededeeling met een opwekking tot deelneming aan het lid maatschap (f'2.50 per jaar). Generaal-|triajoor G. II. F. graal Duinonceuu, adjudant-generaal vail II. M., is benoemd tot president van de Hofeoinmissie, ter vervan ging van wijlen rnr. R. J. graaf .Schiinmel- penninek van Nijeuhuis. Het ontwerp Red rijf belasting is Donderdag door de Eerste Kamer aangenomen met 27 tegen IC stemmen. De Kamer is uiteengegaan. De afdeehngen van de Twee<le Kamer der Stuten-Generaal zijn Vrijdag gereed gekomen met het onderzoek van de amendementen, voorgesteld op het ontwerp van wet tot wijziging der Kieswet. De Minister van Oorlog blijft geleidelijke opheffing van de Pupillenschool wenschelijk achten, zoodat voor 1894 het aantal pupillen en bet onderwijzerspersoneel wordt inge krompen. Het langdurig winterverlof, dit jaar aan de miliciens te geven, zal op last van den Mi nister van Oorlog tot het strikt noodige wor den beperkt. Jhr. mr. Ruys van Beerenbroek, oud-Minis ter van Justitie en lid van de Tweede Kamer der Staten-Genei-aa), is benoemd tot Commis saris der Koningin in de provincie Limburg. Reeds bij herhaling, ook in de Tweede Kamer, is bedenking geopperd tegen den last, welke aan de officieren der landmacht is opgelegd tot instandhouding der militaire muziekkorpsen. Het Rijk draagt jaarlijks W. C. DIJKGRAAF, Horloger. Langestraat 16. woordde op bijna onbelecfden toon: „Wanneer u van mij iets vernemen wilt, wat geheim behoort te blijven, dan hebt u vergeefsehe moeite gedaan, mijnheer. En wat iedereen weten mag, kunt n in de passagierslijst zien." Juist, de passagierslijst! Dat ik daaraan niet vroeger gedacht hadOnmiddellijk ging ik naar dc kajuit voor de officieren en na verloop van eenige minuten wist ik ten minste zijn naam: Ernst Ilogman. rijks-ambtenaar (ik moest over deze ambtsaanduiding lachen), uit Berlijn, hut no. 48verder mevrouw Emma Selkow met haar zuster Mathilda, uit Charlottenburg, hut no. 17. Dat was voorloopig genoeg. De rest zou wel in orde komen. Ik was echter van plan, Hogman niet uit het oog te verliezen en mij aan de beide zusters voor te stellen. liet toeval diende mij en reikte mij zijn hulp- biedende hand. Toen de etensbel ons naar den salon riep, liep ik tamelijk dicht in de nabijheid van de beide zusters en daar de rechtmatige eigenaar van de zitplaats naast de dames nog niet verschenen was, ging ik brutaal weg op diens stoel zitten en later, toen dc man kwam om zijn plaats in te nemen, stoorde ik mij niet aan zijn mopperen en brommen, "zoodat hem niets over bleef, dan ergens anders zich plaats te verschaf fen. Eenige uren later maakte ik de zaak weer goed. door mij aan den beleedigde voor testellen en hem openhartig de geheele waarheid te f 12 575 bij voor de stafrnuziek der grenadiers en jagers en f5050 voor elk der 8 overige regimenten infanterie. Die som is echter onvoldoende en daarom bepaalt het reglement, dat ieder officier elke maand ten hoogste een hal ven dag tractement kan bijdragen voor het rnuziekfonds. Een vrijwillige bijdrage dus, maar die feite lijk een gedwongen bijdrage is, waaraan geen officier zich goedschiks kan onttrekken, of schoon de meesten weinig met de inrichting der muziek zijn ingenomen. In de N. R. Ct. zegt «een troepen-officier" er van »Wel zouden de rneasten onzer een flink fanfaretroepje wenschen, om bij langdurige marselien den soldaat wat op te frisschen; doch aan de dure muziekkorpsen (welke behalve de bovengenoemde bijdragen van het Rijk. nog een aanlig sommetje ontvangen voor kleeding en soldijen), saamgesteld en geoefend als thans, heeft de troep niets. Hun bloeiend bestaan wordt dan ook alleen ge billijkt en toegejuicht door directeuren van ja, van allerlei inrichtingen van vermaak. Daar bewijst die «militaire" muziek ontegenA zeggelijk goede diensten, en de opleiding van het pei-soneel wordt dan ook geheel daarop gebaseerd. »Veel hout, weinig koper; goede concert muziek, absoluut waardeloos geblaas voor den troep; daarvoor geven het Rijk en de offi cieren hun bijdragen." De otroepen-oflicier" wenscht echter in de eerste plaats, dat de officieren van de bijdra gen worden ontheven. Hij vraagt dat op het oogenblik, waarop ook de officieren zullen worden aangeslagen in de belasting op de inkomsten uit bedrijven enz. Wel heeft de Regeering voorgesteld, de zegel- en registra tie-rechten bij benoemingen af te schallen, rr.aar dit baat zeer weinig en enkel hun, die nog promotie hebben te maken. Laat men echter de «vrijwillige" bijdrage voorde mu ziek vervallen, alle pressie daartoe ophouden, dan zullen «de officieren met meer opgewekt heid hun nieuwe belasting betalen, welke ten minste te algemeenen nutte wordt aange wend, terwijl de zoo gebate contributie voor de muziek nog niet eens aan het eigenlijke doel ten goede komt." «Wil het Rijk zijn tegemoetkoming blijven schenken, dan kan van dat geld of minder een eenvoudig muziekkorpsje, alleen ge schikt voor het doel, onderhouden worden: een klein troepje, met veel blaasvermogen, welks krijgsmuziek de soldaat op marschkan genieten, ook dan, wanneer de colonne meer uan vier sectiën diep is." vertellen, dat ik namelijk veel belang atelde in de beide dames. Max Boomfield uit Cincinnati, was een uit stekende vent, die scherts kon verdragen. Hij, schudde mij hartelijk Lachend de hand eu droeg mij zijn recht op den bewusten stoel voor al tijd af. Ik haastte mij den dames verlof te vragen mij aan hen voor te mogen stellen. Ik kon niet zeggen, dat het uitzicht op mijn kennis making de dames bijzonder verheugde; het be wustzijn echter, dat ik nu meer van nabij met hen bekend zou worden, was voldoende, om mijn goede luim te doen terugkeeren en ik stelde mij dan ook voor als Arthur Stein, j.1 jaren oud, helaas niet te Charlottenburg geboren, maar in het lieflijke Staklan, van beroep: op weg om millionair te worden en van een meer harts tochtelijk karakter, dan goed is op deze we reld. Ik geloof toch niet, dat zij den tuchtigen toon, waarop ik spridc, onaardig vonden. Het jonge meisje lachte zelfs met haar ail veren lach, terwijl op haar zusters gelaat een glimlachje te voor schijn kwam. Maar ik kon mijn zetel naast dc dames toch niet met onverdeeld genoegen innemen, want aan een, ton paar schreden van ons verwijderde tafel, zat ITogman en ik zag, ja voelde het, hoe dik wij la zijn oogen op mij gevestigd waren. En ofschoon ik hem zijn blikken met woeker teruggaf, kon ik toch een onbehaaglijk gevoel niet onderdruk ken, dat mij telkens bekroop, als hij mij aanzag. (Wordt vervolgd.')

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1