Maandag 9
Oct. 1893.
Arm Amersfoort.
No. 4291.
38e Jaargang.
De detective.
Binnenland
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEPF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag-en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f
Franco per post fiAb. Advertentiën16 regels 60 Cents.elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
kennisgeving.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
iTfo^0nnbare kenni9 (lat °P den 1/> 18,
0,1 October aanstaande, door liet 5. batal
jon van het o. regiment Infanterie, op liet terrein
der Legerplaats bij Zeist, oefeningen in not gevecht-
schieten worden gehouden, waarbij met scherpe
patronen wordt gevuurd.
Het schieten zal plaats hebben van des voor-
middags ongeveer 10 tot 2 uur des namiddags,
in de richting van Noordwest naar Zuidoost,
riet terrein ten Noorden en ten Oosten der
Legerplaats voornoemd, is mitsdien op die dagen
niet veilig en zal omgeven zijn door palen, waar-
aan een rood vlagje en een plankje met het
opsehrilt „onveilig" geplaatst op de toegangs-
01Klerlinge afstanden van plusminus
10U0 Meters.
Amersfoort, den 6. October 1893.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINOK.
VI.
De leeringen van het Verleden eischen
in den algemeenen nood van het Tegen
woordige, dat het zaak is, practische mid
delen uit te denken om den weg te
vinden, die leidt tot een trapsgewijze
verbetering.
Het eerste vereischte daartoe is een
diepe en veelomvattende studie der maat
schappij en een juiste kennis van den
iudividueelen toestand der behoeftigen.
Aldus het slot van ons vorig artikel
aan de armen van Amersfoort gewijd
een zwakke poging om hun leven en
bedrijf te schetsen en op te wekken tot
verbetering van den hoogst treurigen
toestand.
Welke ook de oorzaak zij van den
achteruitgang der Gemeente, of het inder
daad waar is, dat het verval dagteekent
uit den franschen tijd, een feit is het,
dat de eenmaal bloeiende industrieën hier
ter stede schier geheel hebben opgehou
den te bestaan.
Amerstoortsch linnen wordt hier niet
meer gemaakt; bierbrouwerijen (in den
zin zooals ze door vroegere Stadsbeschrij
vers geroemd worden) bestaan niet meer
wol- en haarspinneryen behooren tot de
Feuilleton.
Naar het Engelsch door S
4).
Iloginan scheen van dit alles echter niets te
bemerken. Met een gemakkelijkheid, die ik
nooit bij een geheimen politieagent had ver
moed, hield hij het gesprek gaando, en leidde
het, waarheen hij wilde. Wat mij echter het
meest ergerde, was, dat hij na een kennismaking
van eon kwartier zich gedroeg, alsof hij reeds
jaren lang met de dames had omgegaan, zoodat
zij zoo mogelijk nog terughoudender tegen hem
werden.
Op dit oogenblik werd het mii duu.ehjk, en
was het mijn volle overtuiging, dat ertusschcn
de Leido dames en den detective een onzichtbare
draad gespannen werd, een draad des onheils.
Of zij het wisten cn zich daardoor in ziin tegen
woordigheid zoo ter neer gedrukt gevoelden, dan
wel of het, slechts een onbestemd voorgevoel van
mij wtis, kon ik niet uitmaken.
liet is zeer eenvoudig. Plaats een jongen man
in de omgeving van een jong meisje; laat daar
bij komen medelijden met haarcn als dat meisje
een schoon gezichtje heeft en de prachtigste
oogen, die inen zich denken kan, wat zal dan het
geschiedenistabak wordt niet meer ver-
xiuwd. De kleine man, die van ouder tot
ouder in deze iudustrieën een goede, soms
rijke bron van inkomsten vofid, heeft wel
het meest geleden onder het bijna geheel
verdwijnen van de vele fabrieken die
eenmaal den roem uitmaakten van Amers
foort.
Nog heden ten dage zijn er, die in
hun jeugd leerden wolkammen of haar-
spinnen, die hun borst bij die industrie
bedoryen hebben en hierdoor dikwijls niet
bij machte waren een ander handwerk te
leeren. Maar er zijn er ook en hun
aantal is legio en zij behooren om zoo te
zeggen tot de tweede generatie der hier
voor bedoelden wieu het wel gemak
kelijk voorkwam zich gebrekkig of zie
kelijk te houden, wien het zeer goed
paste te verklaren, dat ze vroeger wol
kammer waren en nu zonder verdien
sten zijn.
Ziet ze 'sWoensdags bij heele zwermen
uittrekkenieder heeft zijn eigen terrein
en weet, met haast beuijdeuswaardige
juistheid, waar hij of zij het meest krijgt
en aan welke deur niet behoeft aange
klopt te worden. En als ze dan zoo'n
heelen dag „den boer1, zijn op geweest
en het den lieden in de buitengemeenten
hebben lastig gemaakt, dan wordt dat
spelletje Donderdags in de stad herhaald.
Dat het opgehaalde brood in twee hier
welig tierende „boterhammen-beurzen"
verkocht, dat het geld versnoept en dat
de giften in natura verkwanseld worden,
is van te algenieene bekendheid dan dat
we dit hier zullen herhalen.
En waarom gaat men dan tóch voort
met het geven, of door de dienstbode
doen geven van aalmoezen, iedere week
weer aan, Donderdagsochtends tusschen
9 en 121
Waarom'?
Ware het niet oneindig beter te beden
ken, dat uit hen, die we als „tweede
generatie" aauduidden, een derde troep
bedelaars wordt gerecruteerd, die het
voor de meerbedeelden na weinig jaren
volkomen onhoudbaar zal maken 1 De
kinderen van nu, die in gescheurde
kleeren rondloopeu (en geen flinke moeder
zal ontkennen, dat al zijn de kleeren
versleten, ze niet zeer goed .heel" kun
nen wezen, al worden zo ook gelapt met
een stuk, dat niet geheel en al van do-
zelfde kleur' is) zullen ovor een tiental
jaren met de zelfde brutaliteit zeggen,
dat ze .geen ambacht" kennen en
misschien tweemaal por week komen
bedelen.
Bijna niemand wyst die lieden op het
menschonteerende van hun bedryf en
waar nog een enkele de beroeps-bedelaars
er op wijst, dat ze beter deden werk te
zoeken, daar bederven vele anderen elke
poging ten goede, door het maar al te
bereidwillig uitreiken van aalmoezen.
Alleen samenwerking vermag hier iets
uit te richtenalleen 'luisteren naar do
roepstem van velen, dio zich Arm Amers
foort" hebben aangetrokken, zal er toe
leiden, dat hier iets gedaan kan worden
waardoor de burgerij onthoven wordt
vau den drukkenden last, die haar thans
iedere week wordt aangedaan.
(Wordt vervolgd).
resultaat wezen, raoont gij Dat het jonge inonsch
tot over de ooren vorliefd raakt. Juistj ik beken
het openlijk, ja het zou inij waarachtig spijten
het te moeten loochenen, zóo zalig gevoelde ik
my in mijn liefderoos. Ik had alles vergeten wat
achter mii lag cn dacht niet aan de toekomst,
doch le'fdeslechts als ik haar zag en spreken kon.
Welke heerlijke dagen braken toen voor mij
aan. Maar ik zal wel degelijk oppassen in den
breede uit te weiden over de zaligheid mijns
harten want ik woot heel goed, dat hot 't zoetste
en heerlijkste genot is voor twee gelieven, te
spreken ovor hun liofdo, maar dat't voor vreem
den vervelend is. Ik bovond mij bijna den go-
heelen dag in gezelschap van lie boide zusters
en bekotnuiorde mij al bitter weinig om het be-
teekenisvollo glimlachen van onze medereizigers.
En alsof TJiilda in mijn ziel had kunnen lczon,
nam zij, telkens als Jlogmann zich bij ons vocgdo,
mijn arm en wandelde niet mij langs hot dok,
hem in het gozelschap van haar zuster achter
latend.
Den eersten avond bomerkte ik wel, dat haar
oogen mij ter sluiks nakeken, toen ik huar
goeden nacht had gcwcnsclit. Don tweeden avond
bloosde zij, toen ik haar hand langer in de mijne
hield dan noodig was on ik die hartelijk drulcto. En
toen ik op den derdon avond, overstelpt door
mijn liefde, haar mot dea naam Thildn aansprak,
antwoordde zij mij met een blik, dio moor zei,
dan ik in staat was op dat oogenblik te begrijpen.
Den vierden dag eindelijk, sprak ik niet meer
van mijn hoop en mijn verwachtingen in do toe
komst, maar van ons leven en van ons goluk.
Vergeten was het gevaar, dut, naar ik meende,
boven het hoofd van do zusters hing, vergoten
Reeds in ons vorig nummer maakten we
gewag van 'sMinisters besluit tot instelling
van een reserve-kador. Wij voldoen tlians
aan het verzoek om dienaangaande meer
mede te deelen:
De wenschelykheid van zulk een kader in
oorlogstyd, inzonderheid hij de schutterijen,
heelt dit besluit geleid.
Het bestaat uit: adspiranten-vaandrig,
reserve-korporaals, reserve-ondei'oflicieren en
vaandrigs. De vaandrig heelt een graad, on
middellijk beneden den rang van tweede luite
nant en is, voor wat het pensioen aangaat,
gelijkgesteld met do betrekking van hoofd
opzichter van fortificatiën.
Om als vrijwilliger voor het reservekader
te worden toegelaten, inag men niet jonger
dan '17 en niet ouder dan 24 jaar zijn.
De vrijwilliger die tot het reservekader is
toegelaten, nadat door of voor hem aan de
loting voor de militie is deelgenomen, en
die bij de militie wordt ingolijl'd, is, met
den dag zijner inlijving, ontheven van zjjn
vrijwillige verbintenis en alzoo gehouden zyn
dienst bij de militie te volbrengen.
Een examen wordt aan do adspiranten
afgenomen, loopende over de vakken: Neder-
Iandsohe taal, Franscho taal, Iloogduitsche
W. C. DIJKGRAAF, Horloger.
Langestraat 16.
of Engelscho taal, geschiedenis, aardrijks
kunde, wiskunde, uerste beginselen der na
tuurkunde, en wapenhandel.
De vrywilligor voor bet. reservekader ver
bindt zich: voor don tijd van zes jaar ter
beschikking to stuan van den Minister van
Oorlog: zoolang hij minder dan 8 maanden
in het leger hooft gediond, telkens wanneer
hij door den Minister daartoe wordt opgo-
roepon, gedurende het tijdvak van 4 Mei tot
1 Oct. ten hoogste gedurende 3 maanden
ondeV de wapenen te komen: tot hij den
graad van reserve-onderofficier heeft bereikt,
tloel te nemon aan ten hoogste 8 oefeningen
per jaar van het ieger, elk van niet langer
dan éen dag, en ter plaatse waar hy verblijf
houdt aan de militaire oefeningen die de
Minister hem aanwijst, ton hoogste gedurende
6 maanden per jaar on 3 uren per week.
Gedurende het vetbljjl' onder de wapenen
en op de dagen, waarop wordt deelgenomen
aan oefeningen van het leger, bedraagt de
bezoldiging per dag: voor den adspirant-
vaandrig K) et.., reserve-kornoruul 00 ct.,
reserve-onderofficier fl, vaanarig f2,50. Bo
vendien wordt een toelage genoten per jaar
van 1'30 door den reserve-korporaal, f50
door den reserve-onderofficier, ff50 door den
reserve-vaandrig, die naar du eischen van dit
besluit tot vaandrig benoembaar is; 1'200
door don vaandrig, mot dien verstande, dat
voor dezen laatste per jaar de bezoldiging
met de toelage de som van f000 niet over
schrijdt.
De Minister van justitie heeft op een ver
zoek, strekkende om" te vernemen ol" naar
het gevoelen der rogeering een notaris be
voogd is, ook buiten bet arrondissement
waarin hem zyne standplaats is aangewezen,
vorkoopingen van roerend goed by opbod te
houden, thans ter kennis gebracht, dat naar
liet oordeel dor regeering die vraag ontken
nend moet worden beantwoord.
Ook buiten do hoofdstad is genoegzaam
bekend op wolk oen gespannen voet ue ge
meente Amsterdam met do Dninwatermaat-
schappy leeft. Thans is er waarschijnlijk een
oplossing van dien toestand to vorwaenton.
In den vorigen zomer werden aan de
Maatschappij eenige werken voorgoschroven,
die op 1 Juli van dit jaar moesten gereed
zijn. Op dien dag echter was ternauwer
nood een aanvang inede gemankt. Bij nalatig
heid verbeurde de Maatschappij een boete
van f2500 per dag, zoodat het bedrag der
boete thans reeds f250 000 beloopt. Do Maat-
niin voornemen, om op alles acht te slaan.
Hot was den voorlautsten dag van onze zce-
rois. Het was reeds laat in den ochtend, zonder
dat Thilda en haar zu9tor voor don dag waren
gekomen. Zij waren noch in de salons, noch
op het dek, en moesten dus in hun hut gebleven
zijn, misschien waren zo wel ziek. Zeker! Er
moest iets aan de hand zjjn. Ik wilde den scheeps
dokter opzoeken en liep iri mijn haast tegen
vriend Bloomfield aan.
„Hola, sir!" riep hij "lachend uit. „Go kunt
niet dwars door mij heen."
„Pardon, maar ik
Hij had zijn arm in den myne geschoven en
leidde mjj weg.
„Allright! Ik most u sproken Ik heb reeds
lang opgemerkt, dat gij levendig belang stelt in
de dames van nut No. 17wees op uw hoede 1
Hot is daar benedon niet pluis
„Wat meent gij daarmoo, mijnheer.,.!"
„Nu, nu, zie mij nu maar niet zoo aan, alsof
gij mij met uw oogen doorboren wilt, un wees
nu zoo verstandig, te donken, dat ik geen anderen
beweeggrond heb, om u dit to zeggen, dan mijn
sympathie voor u. Luister dus: dozen nacht is
Ilogmann in hut No. 17 geweest."
Ik schrikte hevig. Daarna ging mijn verrassing
in toorn overik greep don arm van Bloomfield
mot ijzeren greep en nop uit:
„Wie durft zoo iets beweren I"
„Ik zelf, beste vriend, als bowoner van hut
1.3. Ik slaap zeer licht, zoodat ik, kort na mid
dernacht, door oen ongowono drukte bij myn
buren gewekt werd. Een druk gefluister, zacbto
uitroepen, hot geluid van schreden troffen myn
oor. Ik stond op, in de inocning, dat er misschien
iornund ziek geworden was. Op het oogenblik,
dat ik do deur van myn hut wil opeuon, hoor
ik iemand uit do andoro hut komen, dio iny snol
voorby loopt. Hot was Hogmann. Zooals van
zelf spreekt, zijt gij de eerste, wien ik het vertel
cn ik vorzook u de zaak geheim te houden.
Goeden avond."
Een oogenblik «toiul ik daar, als van don
bliksem getroffen, daarna overviel inji een heftige
toorn oon toorn, dio mij boos uoed zyn op
mijzelf, op de andoren, op iedereen. "Toon hot
langzamerhand donker begon te wordon, word
ik ook kalmor. Ik zocht mijn hut op. raissehion
zou ik kunnen Blapen. Bespottelijke godachto!
Mijn hart klopte hevig en ik vond hot daar in
die kleine ruimte zóo drukkend, dat ik dacht
to stikken. Ik stond weer op trok mijn overjas
aan en ging naar buiten. Er hoorschto een diepe
stilte, uuar alles in rust was. Om myn buren
niet te storen, sloop ik voorzichtig door den gang
op do trap toe, dio naar het dok leidde. Toen
ik nog slechts eonigo treden was opgeklommen,
meende ik te hooren fluisteren. Voorzichtig ging
ik verder naar boven tot myn oogen tot don
rand van het eerste dok reikten en zag Ilogmann,
die zacht moor dringend tot mevrouw Solkow
sprak, terwyl Thilda op een schrede afstands
van haar in de zee Btaarde.
„U zult verstandig doen, zeg ik u, om te doen
wat ik verlang, fluisterde Hogmann, „Hlechtsop
die wijze kunt gij, in 'tgeval dut mijn vermoe
den juist is, nog op het laatste oogenblik het
gevaar afwenden.1' Wordt vervolgdj)